LUCHTROOSTERSLuchtroosters................... 60
ELEKTRISCHE RUITBEDIENINGBestuurdersschakelaars......... 76Passagiersschakelaars.......... 76
INSTRUMENTENPANEELBedieningspaneel en
boordinstrumenten................ 97
Multi-informatiedisplay........... 97Indicatie- en waarschuwings-
lampjes.......................... 106
VERWARMING/KLIMAATREGELINGBedieningspaneel............... 63
Verwarming / handmatige
airconditioning..................... 63
Automatische klimaatregeling.... 66
RIJMODUSSCHAKELAARWerking....................... 176
FRONTAIRBAGBestuurdersairbag............. 136Frontairbag passagierszijde..... 136
DASHBOARDKASTJEDashboardkastje................ 89
VERSNELLINGSPOOKHandgeschakelde
versnellingsbak................... 168
Automatische versnellingsbak . . 170
STUURWIELVerstellen....................... 41Stuurslot........................ 41
3
11
Vergrendelen
Druk op de vergrendelknop (1). Alle
portieren worden vergrendeld. De
richtingaanwijzers knipperen één keer.
Als de portieren worden vergrendeld
terwijl de schakelaar van de
binnenverlichting in de middelste stand
(●) staat, knippert de binnenverlichting
ook één keer.
Ontgrendelen
Druk op de ontgrendelknop (2). Alle
portieren worden ontgrendeld. Als in dit
geval de schakelaar van de
binnenverlichting ook in de middelste
stand (●) staat, gaat de
binnenverlichting één keer gedurende
ongeveer 15 seconden branden en
knipperen de richtingaanwijzers twee
keer.
Opmerking Voor voertuigen uitgerust
met een spiegelschakelaar, worden de
buitenspiegels automatisch in- of
uitgeklapt als alle portieren met de
knoppen op de sleutel van het Keyless
Entry-systeem worden vergrendeld of
ontgrendeld. Raadpleeg
"Buitenspiegels".
Opmerking Als er binnen ongeveer
30 seconden nadat de ontgrendelknop
(2) is ingedrukt geen portier wordt
geopend, worden de portieren
automatisch opnieuw vergrendeld.De functies kunnen als volgt worden
aangepast:
De tijd vanaf het indrukken van de
ontgrendelknop (2) tot de automatische
vergrendeling kan worden gewijzigd.
De functie voor het bevestigen van
de handeling (knipperen van de
richtingaanwijzers) kan voor alleen het
vergrendelen of alleen het ontgrendelen
worden geactiveerd.
De bevestigingsfunctie (die de
portiervergrendeling of -ontgrendeling
aangeeft met het knipperen van de
richtingaanwijzers) kan worden
uitgeschakeld.
Het aantal keer dat de
richtingaanwijzers knipperen tijdens de
bevestigingsfunctie kan worden
gewijzigd.
Werking van het Dead
Lock-systeem (indien aanwezig)
Op voertuigen met een Dead
Lock-systeem, kan het Dead
Lock-systeem worden geactiveerd door
de vergrendelknop (1) twee keer in te
drukken. Raadpleeg "Dead
Lock-systeem".
Werking van de buitenspiegels
(Voertuigen uitgerust met een
spiegelschakelaar)
Inklappen: als de portieren worden
vergrendeld met de vergrendelknop (1),
worden de buitenspiegels automatisch
ingeklapt.Uitklappen: als de portieren worden
ontgrendeld met de ontgrendelknop (2),
worden de buitenspiegels automatisch
uitgeklapt.
Opmerking De functies kunnen zoals
hieronder aangegeven, worden
gewijzigd. Wendt u tot het Fiat
Servicenetwerk.
Automatisch uitklappen als het
bestuurdersportier wordt gesloten en
de volgende handeling wordt verricht.
Behalve voor voertuigen uitgerust met
het Keyless Operation-systeem: draai
de contactschakelaar naar de stand
"ON" of "ACC". Voertuigen uitgerust
met het Keyless Operation-systeem:
zet de bedieningsmodus op "ON" of
"ACC".
Automatisch inklappen als de
contactschakelaar naar de stand
"LOCK" is gedraaid of als de
bedieningsmodus op "OFF" is gezet en
het bestuurdersportier wordt geopend.
Automatisch uitklappen als het
voertuig een snelheid van 30 km/u
bereikt.
De automatische uitklapfunctie
uitschakelen.
Opmerking De buitenspiegels kunnen
door de volgende handelingen ingeklapt
of uitgeklapt worden, zelfs bij iedere
bovenstaande wijziging. Na het
indrukken van de
vergrendelingsschakelaar om de
portieren te vergrendelen, als de
15
Dubbele cabine
De werking van het keyless
operation-systeem kan op de volgende
manieren beperkt worden. (Het keyless
operation-systeem kan als een keyless
entry-systeem worden gebruikt.) Wendt
u tot het Fiat Servicenetwerk
U kunt de handelingen voor het
vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren beperken.
U kunt de handelingen voor het
starten van de motor beperken.
Het keyless operation-systeem kan
uitgeschakeld worden..
Wanneer de handelingen van het
keyless operation-systeem gewijzigd
worden, werken de zenders als volgt.
Enkel vergrendeling en ontgrendeling
van portieren: externe en interne
zender.
Enkel starten van motor: interne
zenders.OPMERKING De keyless
operation-sleutel werkt met een
bijzonder zwakke elektromagnetische
golf. In de volgende gevallen zou het
Keyless Operation-systeem niet naar
behoren kunnen werken of instabiel
kunnen zijn.
In de buurt van apparatuur die sterke
radiogolven uitzendt, zoals een
energiecentrale, een radio-/
televisiezendstation of een vliegveld.
In de buurt van een
communicatieapparaat, zoals een
mobiele telefoon of radiotoestel, of in de
buurt van een elektronisch apparaat,
zoals een pc.
Als de Keyless Operation-sleutel een
metalen voorwerp raakt of erdoor wordt
afgedekt.
Als een Keyless Entry-systeem in de
buurt wordt gebruikt.
Als de batterij van de Keyless
Operation-sleutel op is.
Als de Keyless Operation-sleutel in
een omgeving met sterke radiogolven
of lawaai wordt bewaard. Gebruik in
dergelijke gevallen de reservesleutel.
Raadpleeg "Vergrendelen/ontgrendelen
zonder Keyless Operation-functie".
Opmerking Doordat de Keyless
Operation-sleutel constant
communicatiesignalen van de zenders
in het voertuig ontvangt, loopt de
batterij zelfs leeg, als de KeylessOperation-sleutel niet wordt gebruikt.
De levensduur van de batterij is 1 à
2 jaar, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden. Als de
batterij leeg raakt, vervang hem dan
volgens de beschrijving in deze
handleiding, of laat hem vervangen bij
een Fiat Servicepunt. Raadpleeg
"Procedure voor het vervangen van de
batterij van de sleutel".
Opmerking Doordat de Keyless
Operation-sleutel constant signalen
ontvangt, kan de ontvangst van sterke
radiogolven van invloed zijn op de
levensduur van de batterij. Bewaar de
sleutel niet in de buurt van een tv, pc of
ander elektronisch apparaat.
Werkingsbereik van het Keyless
Operation-systeem
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en binnen het werkingsbereik
van het Keyless Operation-systeem op
de knop voor het vergrendelen/
ontgrendelen van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier drukt, wordt de
ID-code van uw sleutel gecontroleerd.
U kunt alleen de portieren vergrendelen
en ontgrendelen, de motor starten en
de bedieningsmodus wijzigen, als de
ID-code van uw Keyless
Operation-sleutel overeenkomt met die
van het voertuig.
16AH3100229
18
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Opmerking Als de batterij van de
Keyless Operation-sleutel leeg raakt of
er sprake is van sterke
elektromagnetische golven of lawaai,
kan het werkingsbereik kleiner zijn en
de werking instabiel worden.
Werkingsbereik voor
portiervergrendeling en
-ontgrendeling
* — verwijst naar de voorkant van het
voertuig
Het werkingsbereik is ongeveer 70 cm
vanaf de vergrendel-/ontgrendelknop
van het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier.
Opmerking De portieren kunnen alleen
vergrendeld en ontgrendeld worden als
u op een portierknop drukt die de
Keyless Operation-sleutel detecteert.
Opmerking Als u te dichtbij het
voorportier of de ruit van het portier
bent, werkt het systeem mogelijk niet.Opmerking Als de sleutel zich laag bij
de grond of hoog in de lucht bevindt,
werkt het systeem mogelijk niet, zelfs
niet als de Keyless Operation-sleutel
zich binnen 70 cm van de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier bevindt.
Opmerking Als de Keyless
Operation-sleutel zich binnen het
werkingsbereik bevindt, kan zelfs
iemand die de sleutel niet bij zich
draagt, de portieren vergrendelen en
ontgrendelen door op de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken.
Werkingsbereik voor het starten
van de motor en het wijzigen van de
bedieningsmodus
* — verwijst naar de voorkant van het
voertuigHet werkingsbereik is het interieur van
het voertuig.
Opmerking Als de Keyless
Operation-sleutel zich in een kleine
houder bevindt, zoals het
dashboardkastje, op het
instrumentenpaneel, het opbergvak in
het portier of de bagageruimte, is het
wellicht niet mogelijk de motor te
starten en de bedieningsmodus te
wijzigen, zelfs niet als de sleutel zich
binnen het werkingsbereik bevindt.
Opmerking Als een Keyless
Operation-sleutel zich te dicht in de
buurt van het portier of de ruit van het
portier bevindt, is het wellicht niet
mogelijk de motor te starten of de
bedieningsmodus te wijzigen, zelfs niet
als de sleutel zich buiten het voertuig
bevindt.
De Keyless Operation-functie
gebruiken
17AHA101787
18AHA101790
19AHA105437
19
De portieren vergrendelen
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en de vergrendel-/
ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier binnen het
werkingsbereik indrukt, worden de
portieren vergrendeld.
De richtingaanwijzers knipperen één
keer en er wordt één geluidssignaal
afgegeven.
Raadpleeg ook "Vergrendeling en
ontgrendeling: portieren, centrale
portiervergrendeling".
Portieren ontgrendelen
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en de vergrendel-/
ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier binnen het
werkingsbereik indrukt, worden alle
portieren ontgrendeld.
Als in dit geval de schakelaar van de
binnenverlichting ook in de middelste
stand staat, gaat de binnenverlichting
gedurende ongeveer 15 seconden
branden. De richtingaanwijzers
knipperen twee keer en de externe
zoemer gaat twee keer af.
Als binnen 30 seconden nadat de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier is ingedrukt, geen
portieren worden geopend, worden deportieren automatisch opnieuw
vergrendeld.
Raadpleeg "Vergrendeling en
ontgrendeling: portieren, centrale
portiervergrendeling".
Opmerking Voor voertuigen uitgerust
met een spiegelschakelaar, worden de
buitenspiegels automatisch
in-/uitgeklapt als alle portieren met de
Keyless Operation-functie worden
vergrendeld/ontgrendeld. Raadpleeg
"Buitenspiegels".
Opmerking Als op voertuigen uitgerust
met het Dead Lock-systeem de
vergrendel-/ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier twee keer wordt
ingedrukt, wordt het Dead
Lock-systeem ingeschakeld (raadpleeg
"Instelling van het systeem").
Opmerking De Keyless Operation-
functie werkt niet onder de volgende
omstandigheden:
De Keyless Operation-sleutel bevindt
zich in het voertuig.
Er is een portier open of niet goed
dicht.
De bedieningsmodus staat niet op
"OFF".
Opmerking De tijd tussen het
ontgrendelen en het automatisch
vergrendelen kan worden gewijzigd.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.Bevestiging van vergrendeling en
ontgrendeling
De handeling kan zoals onderstaand
weergegeven worden bevestigd. De
binnenverlichting gaat echter alleen
branden als de schakelaar van de
binnenverlichting op de middelste stand
(●) staat.
Vergrendeling – de richtingaanwijzers
knipperen één keer.
Ontgrendeling – de binnenverlichting
gaat ongeveer 15 seconden branden,
de richtingaanwijzers knipperen twee
keer.
Opmerking De functies kunnen zoals
hieronder aangegeven, worden
gewijzigd. Neem voor meer informatie
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Opmerking De functie voor het
bevestigen van de handeling (knipperen
van de richtingaanwijzers) kan voor
alleen het vergrendelen of alleen het
ontgrendelen worden geactiveerd.
Opmerking De functie voor de
bevestiging van de handeling
(knipperen van de richtingaanwijzers) en
de externe zoemer kunnen worden
uitgeschakeld.
Opmerking Het aantal keer knipperen
voor de bevestiging van de handeling
(knipperen van de richtingaanwijzers)
kan worden gewijzigd.
20
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Inschakeling van het waarschuwingssysteem
Om te voorkomen dat het voertuig wordt gestolen of dat het Keyless Operation-systeem per ongeluk wordt gebruikt, worden
de lamp en zoemer gebruikt om de bestuurder te waarschuwen.
Zoemer Item Oorzaak Opmerking / oplossing
KnipperenDe externe
zoemer gaat
4 keer af. De
interne zoemer
gaat af.Bewakingssysteem
voor de
verwijdering
van de Keyless
Operation-
sleutelAls het voertuig wordt geparkeerd,
terwijl de bedieningsmodus op
een willekeurige modus anders
dan "OFF" staat en u het portier
sluit nadat u een van de portieren
hebt geopend, en de Keyless
Operation-sleutel mee het voertuig
uit neemt. In dit geval gaat de
externe zoemer 4 keer af. Als een
voertuig wordt gestart, gaat de
interne zoemer één keer af.Als u de Keyless Operation-sleutel door een ruit uit
het voertuig verwijdert zonder een portier te openen,
werkt dit systeem niet.
De instellingen kunnen dusdanig worden gewijzigd
dat het systeem wel werkt als de Keyless
Operation-sleutel door een ruit uit het voertuig wordt
verwijderd zonder een portier te openen. Neem voor
meer informatie contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Als de ID-code van de sleutel en die van het
voertuig niet overeenkomen, door bijvoorbeeld
omgevingsomstandigheden of elektromagnetische
omstandigheden, kan het waarschuwingssignaal
worden geactiveerd, zelfs als de Keyless
Operation-sleutel zich binnen het werkingsbereik
voor het starten van de motor bevindt.
KnipperenDe externe
zoemer gaat
ongeveer
3 seconden af.Preventief
systeem tegen
insluiting van
de sleutelAls de bedieningsmodus op "OFF"
staat, u alle portieren sluit, terwijl
de Keyless Operation-sleutel in
het voertuig is achtergebleven, en
u de portieren probeert te
vergrendelen door op de
vergrendel-/ontgrendelknop van
het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken.Zorg ervoor dat u de Keyless Operation-sleutel bij u
hebt, voordat u de portieren vergrendelt. De
portieren zouden zelfs vergrendeld kunnen worden
als u de Keyless Operation-sleutel in uw voertuig
hebt achtergelaten, afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden en de omstandigheden
voor draadloze ontvangst.
22
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Zoemer Item Oorzaak Opmerking / oplossing
Branden Geen geluiden StartonderbrekingssysteemEr is sprake van een storing in de
elektronische startonderbreking
(antidiefstalsysteem).Zet de bedieningsmodus op "OFF" en start de
motor nog een keer. Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk, als de waarschuwing niet wordt
geannuleerd.
KnipperenDe interne
zoemer gaat afStuurslot Het stuurslot blijft op slot.Ontgrendel het stuurslot volgens de procedure van
de referentiepagina. Raadpleeg "Stuurslot"
Branden Geen geluiden StuurslotHet stuurslot werkt niet naar
behoren.Raadpleeg "Stuurslot".
BELANGRIJK
1)Als u in een vliegtuig een sleutel bij zich
draagt, druk dan niet op een van de
knoppen op de sleutel. Als in een vliegtuig
op een van de knoppen wordt gedrukt,
zendt de sleutel elektromagnetische golven
uit, die de werking van het vliegtuig nadelig
zouden kunnen beïnvloeden. Als u een
sleutel in een tas hebt, zorg er dan voor dat
de knoppen op de sleutel niet gemakkelijk
abusievelijk kunnen worden ingedrukt.
2)Breng geen wijzigingen of toevoegingen
aan het startonderbrekingssysteem aan;
wijzigingen of toevoegingen zouden kunnen
leiden tot een slechte werking van de
startonderbreker.
3)Als de sleutelhoes wordt geopend, zorg
er dan voor dat geen water, stof, enz.
binnentreedt. Raak ook de interne
componenten niet aan.4)Mensen met een implanteerbare
pacemaker of een implanteerbare
cardioverter defibrillator mogen niet in de
buurt van de externe zenders (A) of de
interne zenders (B) komen, zie fig. 15,
fig. 16. De radiogolven die het Keyless
Operation-systeem gebruikt, kunnen een
negatieve invloed hebben op
implanteerbare pacemakers of
implanteerbare cardioverter defibrillators.
5)Als u gebruik maakt van andere
elektromedische apparaten dan
implanteerbare pacemakers of
implanteerbare cardioverter defibrillators,
neem dan van tevoren contact op met de
producent van het elektromedische
apparaat om te bepalen of de radiogolven
het apparaat negatief kunnen beïnvloeden.
De werking van elektromedische apparaten
zou kunnen worden beïnvloed door
radiogolven.
BELANGRIJK
1)Lege batterijen zijn schadelijk voor het
milieu. Lege batterijen moeten
overeenkomstig de wet in speciale bakken
gedeponeerd worden. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Fiat
Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal
zorgen.
25
BELANGRIJK
1)Als de motor tijdens het rijden wordt
afgezet, werkt het servomechanisme van
de remmen niet meer en neemt de
remwerking af. Bovendien werkt de
stuurbekrachtiging niet en moet meer
moeite worden gedaan om te sturen.
2)Laat de sleutel niet lange tijd in de stand
"ON" staan, terwijl de motor niet draait,
want daardoor loopt de accu leeg.
3)Draai de sleutel niet naar de stand
"START", terwijl de motor draait. Hierdoor
zou de startmotor kunnen beschadigen.
4)Het indicatielampje (A) fig. 26 knippert
oranje in geval van problemen of storingen
van het Keyless Operation-systeem.
Gebruik het voertuig nooit als het
indicatielampje op de motorschakelaar
oranje knippert. Neem direct contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
5)Gebruik de motorschakelaar niet, als
deze niet soepel werkt en lijkt te blijven
hangen. Neem direct contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
6)Zet de bedieningsmodus op "OFF", als
de motor niet draait. Als de
bedieningsmodus lange tijd op "ON" of
"ACC" staat, terwijl de motor niet draait,
kan de accu leeglopen, waardoor de motor
niet meer kan worden gestart en het
stuurwiel niet meer kan worden vergrendeld
of ontgrendeld.7)Als de accu wordt ontkoppeld, blijft de
huidige bedieningsmodus in het geheugen
opgeslagen. Als de accu weer wordt
aangesloten, wordt automatisch de
opgeslagen bedieningsmodus
geselecteerd. Zorg ervoor dat de
bedieningsmodus op "OFF" staat, voordat
de accu wordt ontkoppeld voor reparatie of
vervanging. Wees voorzichtig als de accu
leeg is en u niet weet in welke
bedieningsmodus het voertuig staat.
8)De bedieningsmodus kan niet van "OFF"
naar "ACC" of "ON" worden veranderd, als
de Keyless Operation-sleutel niet in het
voertuig wordt gedetecteerd. Raadpleeg
"Keyless Operation-systeem:
werkingsbereik voor het starten van de
motor en het wijzigen van de
bedieningsmodus".
9)Als de Keyless Operation-sleutel zich in
het voertuig bevindt, maar de
bedieningsmodus niet verandert, is de
batterij van de Keyless Operation-sleutel
mogelijk leeg.
PORTIEREN
11) 12) 13)
Opmerking Om te voorkomen dat de
sleutel in het voertuig wordt opgesloten,
kan de vergrendelingsschakelaar op het
bestuurdersportier noch de sleutel
worden gebruikt om het
bestuurdersportier te vergrendelen, als
het portier open is.
Vergrendelen of ontgrendelen met
de sleutel
A — Vergrendelen
B — Ontgrendelen
Opmerking Als de portieren van
voertuigen met centrale
portiervergrendeling met de sleutel
worden vergrendeld of ontgrendeld,
worden alle portieren vergrendeld of
ontgrendeld. Raadpleeg "Centrale
portiervergrendeling".
30AHA105453
29