Geschiktheid voor verschillende zitplaatsen
ANDERHALVE CABINE
GewichtsklasseZitplaats
Voorste passagiersstoelAanbevolen kinderzitjes Goedkeuringsnummer UN-R44
Ingeschakelde
airbagUitgeschakelde
airbag*
0 — tot 10 kg X U — —
0+ — tot 13 kg X U, L BABY-SAFE plus: MZ314393 E1-04301146
1 — 9 tot 18 kg X U, LG 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
oostelijk gebied): MZ314390E
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
centraal.zuidelijk gebied):
MZ314390CS
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
noordelijk gebied): MZ314390NE4-03443416
DUO plus: MZ313045 E1-04301133
II en III — 15 tot
36 kgX U, L KIDFIX XP: MZ315025 E1-04301304
*Met passagiersairbag uitgeschakeld met behulp van de schakelaar passagiersairbag ON-OFF
129
Geschiktheid voor verschillende zitplaatsen
DUBBELE CABINE
GewichtsklasseZitplaats
Voorste passagiersstoelAanbevolen kinderzitjes Goedkeuringsnummer UN-R44
Ingeschakelde
airbagUitgeschakelde
airbag*
0 — tot 10 kg X U — —
0+ — tot 13 kg X U, L BABY-SAFE plus: MZ314393 E1-04301146
1 — 9 tot 18 kg X U, LG 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
oostelijk gebied): MZ314390E
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
centraal.zuidelijk gebied):
MZ314390CS
G 0/1 S ISOFIX (Kinderzitje voor
noordelijk gebied): MZ314390NE4-03443416
DUO plus: MZ313045 E1-04301133
II en III — 15 tot
36 kgX U, L KIDFIX XP: MZ315025 E1-04301304
*Met passagiersairbag uitgeschakeld met behulp van de schakelaar passagiersairbag ON-OFF
131
Indicatielampje frontairbag aan
passagierszijde (anderhalve cabine
en dubbele cabine)
Het indicatielampje van de frontairbag
aan passagierszijde zit op het
instrumentenpaneel.
Meestal gaat het indicatielampje
branden, als de contactschakelaar of
de bedieningsmodus op "ON" wordt
gezet en gaat het na een paarseconden weer uit.
Als de aan-/uitschakelaar van de
frontairbag aan passagierszijde wordt
uitgeschakeld, blijft het indicatielampje
"OFF" branden om aan te tonen dat de
frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld. Als de aan-/
uitschakelaar van de frontairbag aan
passagierszijde wordt ingeschakeld,
gaat het indicatielampje "OFF" uit en
gaat het indicatielampje "ON"
gedurende ongeveer 1 minuut branden
om aan te tonen dat de frontairbag aan
passagierszijde is ingeschakeld.
181)
Een airbag uitschakelen
(anderhalve cabine en dubbele
cabine)
182)
Volg de volgende stappen om een
airbag uit te schakelen:
1. Steek de sleutel in de
aan-/uitschakelaar van de frontairbag
aan passagierszijde en draai de sleutel
naar de stand "OFF". 2. Neem de
sleutel uit de aan-/uitschakelaar van de
frontairbag aan passagierszijde.
3. Draai de contactschakelaar naar de
stand "ON" of zet de bedieningsmodus
op "ON". Het indicatielampje "OFF" van
de frontairbag aan passagierszijde blijft
branden.(*) — Type 1; (**) — Type 2
De frontairbag aan passagierszijde is nu
uitgeschakeld en kan niet opengaan
totdat die weer wordt ingeschakeld.
Frontairbags bestuurderszijde en
passagierszijde
De bestuurdersairbag bevindt zich
onder het gevoerde kussen in het
midden van het stuurwiel. De
frontairbag aan passagierszijde bevindt
zich in het instrumentenpaneel, boven
het dashboardkastje.
De bestuurdersairbag (indien aanwezig)
wordt met twee verschillende
snelheden opgeblazen, naargelang de
ernst van de botsing.
De airbag aan bestuurderszijde en de
airbag aan passagierszijde zijn
ontworpen om tegelijkertijd te worden
opgeblazen, zelfs als er niemand in de
passagiersstoel zit.
223AHA106245
224AHA106258
225AHA109190
138
VEILIGHEID
182)Draai altijd de contactschakelaar naar
de stand "LOCK" of zet de
bedieningsmodus op "OFF", voordat de
aan-/uitschakelaar van de frontairbag aan
passagierszijde wordt bediend, om het
risico op ernstig of dodelijk letsel te
verkleinen. Als u dit niet doet, zou dit
nadelige gevolgen voor de werking van de
airbag kunnen hebben; wacht ten minste
60 seconden nadat u de contactschakelaar
in de stand "LOCK" of de
bedieningsmodus op "OFF" hebt gezet,
voordat u de aan-/uitschakelaar van de
frontairbag aan passagierszijde bedient.
Het SRS-airbagsysteem is ontworpen om
genoeg spanning vast te houden om de
airbag op te blazen; neem na bediening van
de de aan-/uitschakelaar van de frontairbag
aan passagierszijde altijd de sleutel uit de
schakelaar. Als u dit niet doet, zou dit
kunnen leiden tot een onjuiste stand van de
aan-/uitschakelaar van de frontairbag aan
passagierszijde; schakel de aan-/
uitschakelaar van de frontairbag aan
passagierszijde alleen UIT als een
kinderzitje op de voorste passagiersstoel is
aangebracht; installeer geen kinderzitje op
de voorste passagiersstoel, als het
indicatielampje "OFF" niet gaat branden,
terwijl de aan-/uitschakelaar van de
frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld. We raden u aan het systeem
te laten nakijken bij een Fiat Servicepunt;
laat niemand op de voorste passagiersstoel
zitten als het indicatielampje "OFF" blijft
branden, terwijl de aan-/uitschakelaar van
de frontairbag aan passagierszijde AAN is
gezet. We raden u aan het systeem te laten
nakijken bij een Fiat Servicepunt.183)Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel, op het
dashboard in de zone van de
passagiersairbag en op de stoelen aan.
Plaats nooit voorwerpen (bijv. mobiele
telefoons) op het dashboard aan
passagierszijde, omdat deze het correct
openen van de passagiersairbag kunnen
hinderen en tevens de inzittenden ernstig
kunnen verwonden.
184)Plaats niets op of bevestig niets aan
het instrumentenpaneel boven het
dashboardkastje. Als de airbag wordt
opgeblazen zou dit een inzittende kunnen
raken en verwonden.
185)Bevestig geen accessoires aan of zet
geen accessoires voor de voorruit. Deze
objecten zouden het opblazen van de
airbag kunnen verhinderen of inzittenden
kunnen verwonden als de airbag wordt
opgeblazen.
186)Bevestig geen extra sleutels of
accessoires (harde, puntige of zware
voorwerpen) aan de contactsleutel.
Dergelijke voorwerpen zouden het opblazen
van de knie-airbag aan bestuurderszijde
kunnen verhinderen of weg kunnen vliegen
en ernstig letsel kunnen veroorzaken als de
airbag wordt opgeblazen. Zie fig. 233.
187)Bevestig geen accessoires aan de
onderkant van het instrumentenpaneel aan
bestuurderszijde. Dergelijke voorwerpen
zouden het opblazen van de knie-airbag
aan bestuurderszijde kunnen verhinderen of
weg kunnen vliegen en ernstig letsel
kunnen veroorzaken als de airbag wordt
opgeblazen.188)Plaats geen pakketten, huisdieren of
andere voorwerpen tussen de airbags en
de bestuurder of de voorpassagier. Dit zou
van invloed kunnen zijn op de werking van
de airbag of letsel kunnen veroorzaken als
de airbag wordt opgeblazen.
189)Direct na het opblazen van de airbag,
zijn verschillende componenten van het
airbagsysteem heet. Raak deze
componenten niet aan. Er bestaat een
risico op brandwonden.
190)Het airbagsysteem is ontworpen om
één keer te werken. Als de airbags eenmaal
opgeblazen zijn geweest, werken ze niet
meer. Ze moeten dan naar behoren worden
vervangen en we raden u aan het volledige
airbagsysteem bij een Fiat Servicepunt te
laten nakijken.
191)Hang geen harde voorwerpen aan de
kledinghaken of de steunhandgrepen.
192)Steun niet met het hoofd, de armen of
de ellebogen tegen het portier, de ruiten of
in het gebied van de hoofdairbag om
mogelijke verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen.
193)De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt hun
doeltreffendheid. Omdat de frontairbags
niet worden ingeschakeld bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden de inzittenden in die
gevallen uitsluitend door de
veiligheidsgordels beschermd, die dus altijd
gedragen moeten worden.
145
ALFABETISCH
REGISTER
Aandachtig doorlezen...........2
Aanhangwagens trekken........83
Aansteker..................86
Accu....................280
Achterbank.................36
Achterklep..................33
Achterportieren met kinderslot
(dubbele cabine)............33
Achterruitverwarmingsschakelaar . . .73
Achterste differentieelslot.......188
Achteruitkijkcamera...........213
Achteruitkijkspiegel............43
Achteruitkijkspiegels...........43
Actieve veiligheidssystemen......147
Afmetingen voertuig...........300
Airbag aanvullend veiligheidssysteem
(SRS)..................136
Airconditioning met automatische
klimaatregeling.............66
Airconditioningssysteem.........60
Algemeen onderhoud..........284
Als de bedieningsmodus niet kan
worden gewijzigd naar OFF. . . .225
Asbak....................85
Automatic transmission.........170
Banden..................290
Banden en wielen............313
Bekerhouder................89Belading...................81
Belangrijke adviezen voor gebruik van
de airconditioning...........73
Besturing onder slechte
rijomstandigheden..........246
Brandstofkeuze..............91
Brandstofverbruik............320
Buitenspiegels...............44
Buitenverlichting..............47
Capaciteit.................314
Centrale portiervergrendeling......30
Claxonschakelaar.............42
Combinatieschakelaar koplampen en
dimlicht..................47
Contactslot.................26
Cruise control...............197
De binnenkant van het voertuig
reinigen.................285
De buitenkant van het voertuig
reinigen.................286
De koplampen afdekken.........52
De motor starten en afzetten.....160
Dead Lock-systeem...........32
Dieselroetfilter...............78
Digitale klok.................86
Easy Select 4WD............176
Een band vervangen..........235
Elektrisch systeem............312
Elektrische ruitbediening.........76Elektronische startonderbreker.....13
Emissie...................320
Era Glonass................219
Etiketten op het voertuig........296
Flessenhouder..............89
Gebruik van het Instructieboek.....3
Gebruik van het voertuig onder zware
omstandigheden...........271
Geprogrammeerd
onderhoudsschema.........266
Gereedschap, krik en krikhandgreep.230
Gewichten.................307
Gordelspanners.............120
Grafische inhoudsopgave.........9
Handgeschakelde versnellingsbak .168
Handmatige ruitbediening........76
Hendel richtingaanwijzers........50
Het brandstofsysteem ontluchten . .228
Hoofdsteunen...............39
Hoog belastbaar systeem........81
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel41
Instrumenten................97
Interieuruitrusting.............85
Interieurverlichting.............54
ISOFIX-plaatsen.............125
Jashaak...................90
Katalysator.................78
Keyless invoersysteem..........14
Keyless Operation-systeem.......17
Kinderzitjes................121
Koppelingsvloeistof...........279
Krachtbegrenzer.............120
Laadruimte.................81
Label met sleutelnummer........13
Lampen vervangen...........255
Luchtfilter..................73
Luchtroosters................60
Make-upspiegel.............85
Motorkoelvloeistof............275
Motorolie..................274
Motorruimte.................80
Motorschakelaar..............26
Motorspecificaties............298
Multi-informatiedisplay..........97
Niveaus controleren..........272
Nivelleringsschakelaar koplampen . . .50
Noodstart.................225
Officiële typegoedkeuringen.....322
Opbergvakken...............87
Ophanghaakje...............89
Oververhitting van de motor......227
Parkeerrem................158
Parkeren
..................159Pech met het voertuig.........224
Periodieke controles..........271
Plafondhandgreep.............89
Portieren...................29
Remvloeistof...............278
Rijden, alcohol en drugs........155
Rijhulpsysteem..............151
Rijstrookwaarschuwing (LDW). . . .210
Ruit......................76
Ruitensproeiervloeistof.........277
SBR-systeem..............118
Schakelaar alarmknipperlichten....51
Schakelaar mistlampen.........51
Schakelaar ruitenwisser en -sproeier .56
Slepen...................242
Sleutels...................13
Smeltzekeringen.............247
Snelheidsbegrenzer...........203
Sports mode...............170
Start&Stop-systeem...........164
Stoelen....................35
Stoelverstelling...............35
Stopcontact................86
Stuurbekrachtigingsolie.........280
Stuurslot...................41
Stuurwiel...................41
Super Select 4WD II...........181
Veilige rijtechnieken...........155
Veiligheidsgordels
Gebruik................116
veiligheidssystemen...........147
Veranderingen/wijzigingen aan het
voertuig..................5
Verwarming / handmatige
airconditioning.............63
Verwijdering van de uitgeputte accu .323
Vloeistoffen en smeermiddelen. . . .317
Voertuigprestaties............306
Voorstoelen.................35
Voorzorgsmaatregelen voor
onderhoud...............265
Voorzorgsmaatregelen voor
voertuigverzorging..........284
Waarschuwingen voor gebruik van
voertuigen met vierwielaandrijving.195
Water uit het brandstoffilter
verwijderen...............229
Werking van de turbocompressor . .164
Werking van de vierwielaandrijving . .192
Wisserblad vervangen.........283
Zekeringen................247
Zijairbags.................141
Zonnekleppen...............85
Zuinig rijden................154
FCA Italy S.p.A. - MOPAR - Technical Services - Service Engineering
Largo Senatore G. Agnelli, 3 - 10040 Volvera - Torino (Italia)
Stampato n. 603.91.515NL -
ALFABETISCH REGISTER
11/2017 - 1
Editie