Page 201 of 332
2. Geef gas of neem gas terug tot de
gewenste snelheid en druk de
schakelaar SET - (B) in tot het
indicatielampje gaat branden Het
voertuig behoudt de gewenste
snelheid.
Type 1Type 2
Opmerking Als u de schakelaar SET -
(B) loslaat, wordt de nieuwe snelheid
ingesteld.
De instelsnelheid verhogen
Er zijn twee manieren om de
instelsnelheid te verhogen.
Schakelaar RES +
Druk op de schakelaar RES + (C) en
houd hem ingedrukt terwijl u op de
instelsnelheid rijdt; uw snelheid zal
geleidelijk toenemen. Laat de
schakelaar los zodra u de gewenste
snelheid hebt bereikt. Uw nieuwe
rijsnelheid is nu ingesteld.Type 1
Type 2
Druk minder dan ca. 1 seconde op de
schakelaar RES + (C) en laat hem los,
om uw snelheid in kleine stappen te
verhogen. Iedere keer dat u de
schakelaar RES + (C) omhoog duwt,
neemt uw voertuigsnelheid met
ongeveer 1,6 km/u toe.
293AHA112846
294AA0110624
295AHA108441296AA0110637
297AHA108454
199
Page 202 of 332

Gaspedaal
Gebruik het gaspedaal terwijl u op de
instelsnelheid rijdt, om de gewenste
snelheid te behalen en druk vervolgens
op de schakelaar SET - (B) en laat de
schakelaar gelijk weer los om een
nieuwe gewenste rijsnelheid in te
stellen.
Type 1
Type 2De instelsnelheid verlagen
Er zijn twee manieren om de
instelsnelheid te verlagen.
Schakelaar SET -
Druk op de schakelaar SET - (B) en
houd hem ingedrukt terwijl u op de
instelsnelheid rijdt; uw snelheid zal
geleidelijk afnemen. Laat de schakelaar
los zodra u de gewenste snelheid hebt
bereikt. Uw nieuwe rijsnelheid is nu
ingesteld.
Type 1Type 2
Druk minder dan ca. 1 seconde op de
schakelaar SET - (B) en laat hem los,
om uw snelheid in kleine stappen te
verlagen. Iedere keer dat u de
schakelaar SET - (B) indrukt, neemt uw
voertuigsnelheid met ongeveer
1,6 km/u af.
Rempedaal
Gebruik het rempedaal terwijl u op de
instelsnelheid rijdt, om de CRUISE
CONTROL uit te schakelen en druk
vervolgens op de schakelaar SET - (B)
en laat de schakelaar gelijk weer los om
een nieuwe gewenste rijsnelheid in te
stellen.
298AA0110640
299AHA108467
300AA0110624
301AHA108441
200
STARTEN EN RIJDEN
Page 203 of 332
Type 1
Type 2
De snelheid tijdelijk verhogen
Trap het gaspedaal in zoals u dat
normaal zou doen. Zodra u het pedaal
loslaat, keert het voertuig terug naar de
instelsnelheid.De snelheid tijdelijk verlagen
Trap het rempedaal in om de snelheid
te verlagen. Druk op de schakelaar RES
+ (C), om de vorige instelsnelheid te
hervatten. Raadpleeg "De instelsnelheid
hervatten".
Type 1Type 2
Uitschakelen
De ingestelde rijsnelheid kan als volgt
worden uitgeschakeld:
Druk op de aan-/uitschakelaar van
de CRUISE CONTROL (A) (de Cruise
control wordt uitgeschakeld).
Druk op de schakelaar CANCEL (D).
Trap het rempedaal in.
Type 1
302AA0110653
303AHA108483
304AA0001395
305AA0110666
306AHA108496
307AA0110679
201
Page 204 of 332

Type 2
De ingestelde rijsnelheid wordt als volgt
automatisch uitgeschakeld.
Als het koppelingspedaal wordt
ingetrapt (op voertuigen met een
handgeschakelde versnellingsbak).
Als de snelheid daalt tot ongeveer
15 km/u of meer onder de
instelsnelheid, als bijv. heuvelopwaarts
wordt gereden, enz.
Als de snelheid daalt tot ongeveer
40 km/u of minder.
Als de Electronic Stability Control
(ESC) in werking treedt (indien zo
uitgerust). Raadpleeg "Elektronische
stabiliteitsregeling (ESC)".
252)
De ingestelde rijsnelheid kan worden
gedeactiveerd als het motortoerental
oploopt en de rode zone van de
toerenteller nadert (het roodkleurige
gedeelte van de toerenteller).
155)
De instelsnelheid hervatten
Als de ingestelde rijsnelheid wordt
uitgeschakeld door de handeling
beschreven in "Uitschakelen", kunt u de
vorige instelsnelheid hervatten door op
de schakelaar RES + (C) te drukken
terwijl u met een snelheid van ongeveer
40 km/u of hoger rijdt.
Type 1Type 2
Onder de volgende omstandigheden
kunt u de vorige instelsnelheid echter
niet hervatten. Herhaal in deze situaties
de procedure voor de instelling van de
snelheid:
De aan-/uitschakelaar van de
CRUISE CONTROL wordt ingedrukt.
De contactschakelaar of de
bedieningsmodus wordt op "OFF"
gezet.
Het indicatielampje gaat uit.
BELANGRIJK
250)Draai bij een defect van het systeem
de draaischakelaar A naar O, controleer de
zekering en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
251)Als met actieve cruise-control wordt
gereden, mag de versnellingspook nooit in
de vrijstand worden gezet.
308AHA108438
309AA0110637
310AHA108454
202
STARTEN EN RIJDEN
Page 205 of 332

252)Hoewel op voertuigen met een
automatische versnellingsbak de ingestelde
rijsnelheid wordt uitgeschakeld als naar de
stand "N" (vrijstand) wordt geschakeld,
mag de versnellingspook tijdens het rijden
nooit in de stand "N" (vrijstand) worden
gezet. Hierdoor zou niet op de motor
kunnen worden geremd, wat kan leiden tot
een ernstig ongeval.
BELANGRIJK
152)Zet de CRUISE CONTROL uit
veiligheidsoverwegingen uit als u niet op de
instelsnelheid wilt rijden.
153)Zet de versnellingspook op voertuigen
met een handgeschakelde versnellingsbak
niet in de stand "N" (vrijstand), terwijl u op
de instelsnelheid rijdt, zonder het
koppelingspedaal in te trappen. De motor
draait te snel en zou kunnen beschadigen.
154)Gebruik de CRUISE CONTROL niet
als de rijomstandigheden het niet toestaan
dat u op dezelfde snelheid blijft rijden, op
bijv. drukke wegen, slingerwegen, bevroren
of besneeuwde wegen, natte of gladde
wegen, of een steile helling omlaag.
155)Als de ingestelde rijsnelheid
automatisch wordt uitgeschakeld in
situaties anders dan de situaties die
hierboven zijn beschreven, zou er sprake
kunnen zijn van een storing in het systeem.
Druk op de aan-/uitschakelaar van de
CRUISE CONTROL om de CRUISE
CONTROL uit te schakelen en laat uw
voertuig nakijken bij een Fiat Servicepunt.
SNELHEIDS-
BEGRENZER
De snelheidsbegrenzer (Speed Limiter)
is een hulpfunctie voor de bestuurder
om te voorkomen dat de snelheid
ingesteld door de bestuurder met de
motorvermogensregeling wordt
overschreden.
156)
Opmerking Als het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak)
wordt ingetrapt, wordt de
snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) niet
ingeschakeld.
Als de voertuigsnelheid de
instelsnelheid overschrijdt, gaan de
symbolen van de controlestatus "LIMIT"
en van de snelheidsbegrenzer (Speed
Limiter) op de combinatiemeter
knipperen.
Als de voertuigsnelheid de
instelsnelheid overschrijdt, na het
aangeven van de controlestatus
"LIMIT", klinkt er een bepaalde periode
een piepgeluid.
Als de symbolen van de controlestatus
"LIMIT" en de snelheidsbegrenzer
(Speed Limiter) niet knipperen, u de
instelsnelheid verlaagt en het voertuig
sneller gaat dan de instelsnelheid, gaan
de symbolen van de controlestatus
"LIMIT" en van de snelheidsbegrenzer
(Speed Limiter) knipperen, maar wordt
het geluidssignaal uitgesteld.Als de voertuigsnelheid in dit geval de
instelsnelheid gedurende ongeveer
30 seconden blijft overschrijden, nadat
de symbolen van de controlestatus
"LIMIT" en van de snelheidsbegrenzer
(Speed Limiter) zijn gaan knipperen,
klinkt er een bepaalde periode een
piepgeluid.
Als de voertuigsnelheid afneemt tot
minder dan de instelsnelheid, stoppen
de symbolen van de controlestatus
"LIMIT" en van de snelheidsbegrenzer
(Speed Limiter) met knipperen. Als het
piepgeluid afging, gaat dat ook uit.
Opmerking Uit veiligheidsoverwegingen
of op verzoek van de bestuurder, wordt
echter prioriteit gegeven aan de
audiovisuele waarschuwingen. Als de
instelsnelheid is bedoeld om de huidige
schakelstand te verlagen, zou het
kunnen dat de snelheidsbegrenzer
(Speed Limiter) de voertuigsnelheid niet
beperkt om te voorkomen dat de motor
afslaat.
203
Page 206 of 332

Bedieningsschakelaars
snelheidsbegrenzer (Speed Limiter)
Op het stuurwiel zitten 4 schakelaars
om de snelheidsbegrenzer (Speed
Limiter) mee te bedienen.
Type 1
Type 2A - Aan-/uitschakelaar SPEED
LIMITER
Om de snelheidsbegrenzer (Speed
Limiter) in/uit te schakelen.
B — Schakelaar - SET
Om de huidige voertuigsnelheid op een
vaste snelheid in te stellen of de
instelsnelheid te verlagen.
C — Schakelaar RES +
Om met de snelheidsbegrenzer (Speed
Limiter) de opgeslagen snelheid te
hervatten of de instelsnelheid te
verhogen.
D — CANCEL-schakelaar
Om de snelheidsbegrenzer (Speed
Limiter) te annuleren.
Opmerking Druk de schakelaars één
voor één in. De snelheidsbegrenzer
(Speed Limiter) kan automatisch
worden uitgeschakeld als twee of meer
schakelaars tegelijkertijd worden
ingedrukt.
Informatie snelheidsbegrenzer
(Speed Limiter) in gedeelte
multi-informatiedisplay
De informatie van de
snelheidsbegrenzer (Speed Limiter)
wordt weergegeven op de
combinatiemeter in het gedeelte van
het multi-informatiedisplay.A - Controlestatus
Er zijn twee controlestatussen, zoals
hieronder weergegeven.
LIMIT OFF
Als de snelheidsbegrenzer (Speed
Limiter) op STAND-BY staat, mag de
voertuigsnelheid de instelsnelheid
overschrijden.
LIMIT
Als de snelheidsbegrenzer (Speed Limiter)
is ingeschakeld. De voertuigsnelheid wordt
zo geregeld dat de instelsnelheid niet
wordt overschreden.
B - Aanduiding SPEED LIMITER
AAN
Als de snelheidsbegrenzer (Speed
Limiter) wordt opgestart, wordt het
symbool van de snelheidsbegrenzer
(Speed Limiter) weergegeven.
C - Instelsnelheid
Als een instelsnelheid is opgeslagen,
wordt deze weergegeven.
311AA0113771
312AHA110510
313AHA105004
204
STARTEN EN RIJDEN
Page 207 of 332

Opstarten
Druk eerst, met de contactschakelaar
of de bedieningsmodus op "ON", op de
aan-/uitschakelaar, om de
snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) op
te starten.
De aanduiding van de
snelheidsbegrenzer (Speed Limiter)
wordt op de combinatiemeter
weergegeven.
Inschakelen
Versnel of vertraag tot de gewenste
snelheid en druk op de schakelaar SET
- (B). De snelheidsbegrenzer (Speed
Limiter) slaat de huidige
voertuigsnelheid op, zodra u de
schakelaar SET - (B) loslaat. De
snelheidsbegrenzer (Speed Limiter)
regelt de voertuigsnelheid nu zo dat de
instelsnelheid niet wordt overschreden.Type 1
Type 2
Als de huidige snelheid lager is dan
30 km/u (minimaal instelbare snelheid),
wordt de instelsnelheid op ongeveer
30 km/u ingesteld. De instelsnelheid
wordt weergegeven op de
combinatiemeter. Bovendien wordt de
controlestatus "LIMIT" weergegeven op
de combinatiemeter.De instelsnelheid wordt weergegeven
op de combinatiemeter.
Bovendien wordt de controlestatus
"LIMIT" weergegeven op de
combinatiemeter.
De instelsnelheid verhogen
Met gebruik van de schakelaar RES
+
Houd de schakelaar RES + (C)
ingedrukt.
De instelsnelheid die op de
combinatiemeter wordt weergegeven,
wordt geleidelijk verhoogd. Laat de
schakelaar RES + (C) los, zodra de
instelsnelheid de gewenste snelheid
heeft behaald.
314AHA105020
315AA0113784
316AHA110523
317AHA105017
205
Page 208 of 332
Type 1
Type 2
De instelsnelheid neemt iedere keer met
ca. 5 km/u toe. Druk op de schakelaar
RES + (C) en laat hem gelijk weer los,
als u de instelsnelheid slechts een klein
beetje wilt verhogen. Iedere keer dat u
de schakelaar indrukt, neemt de
instelsnelheid met ca. 1 km/u toeMet gebruik van de CANCEL-
schakelaar, het gaspedaal en de
schakelaar SET -
Druk op de CANCEL-schakelaar (D) om
de snelheidsbegrenzer (Speed Limiter)
uit te schakelen.
De controlestatus "LIMIT" op de
combinatiemeter verdwijnt en verandert
in de controlestatus "LIMIT OFF"
Type 1
Type 2Verhoog de voertuigsnelheid tot de
gewenste snelheid, druk op de
schakelaar SET - (B) en laat hem los.
Type 1
318AA0113797
319AHA110536
320AHA114303
321AHA110578
322AHA114316
323AA0113814
206
STARTEN EN RIJDEN