Page 233 of 332

Dubbele cabine
Type 1
A. Gereedschap (wielmoersleutel)
B. Krikhandgreep
C. Krik
Type 2
A. Gereedschap
B. Krikhandgreep
C. KrikGereedschap
Type 1
Enkele cabine, dubbele cabine
1. Wielmoersleutel
Anderhalve cabine
1. Gereedschapstas
2. Wielmoersleutel
Type 2
1. Gereedschapstas2. Wielmoersleutel 3. Tang
4. Bestuurder 5. Spanner
Krik
De krik mag alleen gebruikt worden om
lekke banden te vervangen.
Opmerking De krik is onderhoudsvrij.
Opmerking De krik voldoet aan de
EG-voorschriften, zoals uiteengezet in
de Machinerichtlijn 2006/42/EG.
Opmerking De EG-verklaring van
conformiteit is bijgevoegd in het
hoofdstuk "Conformiteitsverklaring" aan
het eind van dit Instructieboek. De
bedrijfsnaam, het volledige adres van
de fabrikant en van zijn geautoriseerde
vertegenwoordiger, en de bestemming
van de krik worden beschreven in de
EG-verklaring van conformiteit.
Gereedschap, krik en
krikhandgreep verwijderen en
opbergen
Enkele cabine
Het gereedschap, de krik en de
krikhandgreep bevinden zich achter de
stoel.
1. Kantel de rugleuning naar voren
(raadpleeg "Stoelen").
2. Type 1: verwijder de wielmoersleutel
(A) uit de houder (B) en neem de sleutel
uit.
Type 2: verwijder de bevestigingsband
(C) en neem het gereedschap uit (D).
366AHA102120
367AHA104081
368AHA104094
369AHA105873
231
Page 234 of 332
3. Verwijder de borgmoer (E) en neem
de krik (F) uit.
4. Verwijder de krikhandgreep (G) uit de
houder (H) en neem de handgreep uit.5. Volg dezelfde procedure in
omgekeerde volgorde om het
gereedschap, de krik en de
krikhandgreep op te bergen.
Lijn bij het opbergen van de
krikhandgreep het zwart gemarkeerde
gedeelte (I) van de krikhandgreep uit
met de houder (H).Anderhalve cabine
Het gereedschap wordt onder de vloer
aan de linkerkant van de achterbank
bewaard. De krik en de krikhandgreep
worden onder de vloer aan de
rechterkant van de achterbank
bewaard.
1. Doe het stoelkussen omhoog.
Raadpleeg "Het stoelkussen opklappen
(anderhalve cabine)". Open het
achterportier. Raadpleeg "Het
achterportier openen of sluiten
(anderhalve cabine)".
2. Open het deksel.
3. Verwijder de bevestigingsband (A) en
neem het gereedschap (B) aan de
linkerkant uit.
370AHA104111
371AHA104124
372AHA104140
373AHA104137
374AHA104153
232
NOODGEVALLEN
Page 235 of 332

4. Verwijder de borgmoer (C) en neem
de krik (D) aan de rechterkant uit.
5. Verwijder de krikhandgreep (E) uit de
houder (F), en neem de krikhandgreep
aan de rechterkant uit.6. Volg dezelfde procedure in
omgekeerde volgorde om het
gereedschap, de krik en de
krikhandgreep op te bergen.
Opmerking Lijn bij het opbergen van de
krikhandgreep, de gekleurde markering
op de krikhandgreep uit met die op de
houder, en plaats de krik in de houder.
Dubbele cabine
Het gereedschap, de krik en de
krikhandgreep bevinden zich achter de
achterbank.
1. Klap de rugleuning van de
achterbank naar voren. Raadpleeg "De
rugleuning naar voren klappen (dubbele
cabine)".
2. Type 1: verwijder de wielmoersleutel
(A) uit de houder (B) en neem de sleutel
uit. Type 2: verwijder de
bevestigingsband (C) en neem het
gereedschap uit (D).3. Verwijder de borgmoer (E) en neem
de krik (F) uit.
4. Verwijder de krikhandgreep (G) uit de
houder (H) en neem de handgreep uit.
375AHA104166
376AHA104179
377AHA104182378AHA104195
379AHA104209
233
Page 236 of 332
5. Volg dezelfde procedure in
omgekeerde volgorde om het
gereedschap, de krik en de
krikhandgreep op te bergen.
Opmerking Lijn bij het opbergen van de
krikhandgreep het zwart gemarkeerde
gedeelte (I) van de krikhandgreep uit
met de houder (H).Gebruik van de krikhandgreep
(anderhalve cabine)
1. Houd de klikbevestiging (A) op het
zwart gemarkeerde gedeelte van de
handgreep ingedrukt, verwijder de
binnenste handgreep (B) en neem de
handgreep uit.
2. Houd de klikbevestiging (C)
ingedrukt, draai de binnenste
handgreep (B) om en plaats hem in de
buitenste handgreep (D) tot hij vastklikt
met de klikbevestiging, zoals
weergegeven.3. Houd de klikbevestiging (F) op de
samengestelde handgreep (E) ingedrukt
en introduceer het wit gemarkeerde
gedeelte van de handgreep (G), zoals
weergegeven, tot die vastklikt met de
klikbevestiging.
380AHA104140
381AHA104137
382AHA104212
383AHA104225
384AHA104238
234
NOODGEVALLEN
Page 237 of 332

EEN BAND
VERVANGEN
302)
166) 167)
Zet uw voertuig op een veilige, vlakke
plek stil, voordat u een band vervangt.
1. Zet het voertuig op een vlakke en
stabiele ondergrond, zonder grind, enz.
2. Zet het voertuig stevig op de
parkeerrem.
3. Draai op voertuigen met een
handgeschakelde versnellingsbak de
contactschakelaar naar de stand
"LOCK" of zet de bedieningsmodus op
"OFF", en zet de versnellingspook in de
stand "R" (achteruit). Zet op voertuigen
met een automatische versnellingsbak
de versnellingspook in de stand "P"
(parkeren) en draai de
contactschakelaar naar de stand
"LOCK" of zet de bedieningsmodus op
"OFF".
4. Schakel de alarmknipperlichten in en
zet een gevarendriehoek, zwaailicht,
enz. op een geschikte afstand van het
voertuig en laat al uw passagiers uit het
voertuig stappen.
5. Plaats wielkeggen of blokken (A)
onder het wiel schuin tegenover de te
vervangen band (B), om te voorkomen
dat het voertuig wegrolt terwijl het
wordt opgekrikt.
303) 304) 305) 306) 307) 308)
Opmerking De wielkeggen die op de
afbeelding worden weergegeven,
worden niet met uw voertuig
meegeleverd. We raden u aan
wielkeggen in uw voertuig te bewaren,
voor als u die nodig hebt.
Opmerking Als geen wielkeggen
beschikbaar zijn, gebruik dan stenen of
andere objecten die groot genoeg zijn
om het wiel op zijn plaats te houden.
6. Bereid de krik, krikhandgreep en
wielmoersleutel voor. Raadpleeg
"Gereedschap, krik en krikhandgreep".
Informatie over het reservewiel
Het reservewiel is opgeborgen onder de
vloer van het laadbed. Controleer
regelmatig de bandenspanning van het
reservewiel en zorg ervoor dat het te
allen tijde klaar is voor gebruik in
noodgevallen.Als het reservewiel op de hoogst
gespecificeerde bandenspanning wordt
gehouden, kan het altijd en onder alle
omstandigheden worden gebruikt
(stadsverkeer/rijden met hoge
snelheid/rijden met ladingen met
verschillende gewichten, enz.).
Het reservewiel verwijderen
1. Zet de krikhandgreep in elkaar.
(Anderhalve cabine) (Raadpleeg
"Gebruik van de krikhandgreep
(anderhalve cabine)".
2. Introduceer de krikhandgreep (A) in
de opening (B) onder de achterklep.
3. Breng de pen (C) op de
krikhandgreep stevig in de houder (D)
van de reservewielhouder aan.
385AHA102162
386AHA102263
235
Page 238 of 332
4. Introduceer de wielmoersleutel (E)
door het gat (F) in het uiteinde van de
krikhandgreep en draai hem linksom
om het reservewiel volledig op de grond
te laten zakken en de spanning van de
ketting te halen.
168)
5. Verwijder de wielhouder (G) van het
reservewiel.Opmerking Zet het reservewiel in de
buurt van de lekke band onder de
carrosserie. Dit is veiliger als de krik van
zijn plaats schiet.
Een band vervangen
1. Draai de wielmoeren een kwartslag
los met de wielmoersleutel. Verwijder de
wielmoeren nog niet.2. Zet de krik onder een van de
krikpunten, zoals weergegeven in de
afbeelding. Gebruik het krikpunt het
dichtst in de buurt van de band die
moet worden vervangen.
A — Voorste krikpunt
387AHA102276
388AHA102289
389AHA102292
390AHA102322
391AHA102335
392AHA105730
236
NOODGEVALLEN
Page 239 of 332

B — Achterste krikpunt
309) 310)
Opmerking Draai voor het opkrikken
van de achterkant van het voertuig, de
punt van de krik zo dat het gegroefde
gedeelte (C) naar behoren samenkomt
met het daarvoor bestemde punt.
3. Draai het ontluchtingsventiel (D) met
de krik rechtsom tot het niet verder kan.4. Steek de krikhandgreep in de beugel
van de krik en haak de nok (E) op het
uiteinde van de krikhandgreep in de
klauw (F) van de beugel.
5. Beweeg de krikhandgreep omhoog
en omlaag om de stang omhoog te
brengen tot net voor het punt waar de
krik contact maakt met het krikpunt van
het voertuig. Zorg ervoor dat de krik
naar behoren contact maakt met het
krikpunt van het voertuig. Beweeg de
krikhandgreep omhoog en omlaag om
het voertuig omhoog te brengen.Opmerking Deze krik is een 2-trapskrik.
311) 312) 313) 314) 315) 316) 317) 318)
6. Verwijder de wielmoeren met de
wielmoersleutel en neem het wiel af.
7. Verwijder eventuele modder, enz. van
het oppervlak van de naaf (G), de
naafbouten (H) of de montagegaten (I)
in het wiel en monteer het reservewiel.
319)
320)
393AHA105743
C
394AHZ101102
395AHA105756396AHA105769
397AHA105772
237
Page 240 of 332

8. Draai de wielmoeren met de hand
rechtsom om ze voorlopig vast te
zetten.
Type 1: Op voertuigen met stalen
wielenHaal de wielmoeren tijdelijk met
de hand aan tot het conische deel van
de wielmoer licht contact maakt met de
gaten in het wiel en het wiel niet meer
los zit.
Type 2: Op voertuigen met
aluminium wielenHaal de wielmoeren
tijdelijk met de hand aan tot de
flensdelen van de wielmoer licht contact
maakt met het wiel en het wiel niet
meer los zit.Opmerking Op het stalen reservewiel
kunnen tijdelijk flensmoeren worden
gebruikt, zoals weergegeven in de
onderstaande afbeelding, maar zet het
originele wiel en de originele band zo
snel mogelijk weer terug.169)
Opmerking Als alle aluminium wielen
zijn vervangen door stalen wielen, als
bijv. winterbanden zijn aangebracht,
gebruik dan conische moeren.
9. Zet nok (K) aan het uiteinde van de
krikhandgreep op ventiel (L) van de krik.
Draai het ontluchtingsventiel langzaam
met de krik linksom om het voertuig
omlaag te brengen, tot de band de
grond raakt.
398AHA105785399AA0027931
400AHA102364
401AHZ100596
402AHA105798
238
NOODGEVALLEN