Page 281 of 443

Kenmerken van uw auto
14
4
Dit systeem is ontworpen om inbraak in
de auto te voorkomen. Het systeem heeft
drie standen: in de eerste is het alarm
ingeschakeld, in de tweede stand klinkt
het alarm en in de derde stand is het
alarm uitgeschakeld. Als het systeem
wordt geactiveerd, klinkt er een alarm en
knipperen de alarmknipperlichten. Antidiefstalsysteem ingeschakeld
Parkeer de auto en zet de motor uit.
Schakel het alarm in zoals hieronder
beschreven is.
1. Verwijder de sleutel uit het contact (of
zet de motor uit.).
2. Controleer of alle portieren, de motorkap goed gesloten zijn.
3. afstandsbediening (of smart key).
Na het voltooien van bovenstaande stappen knipperen de
alarmknipperlichten eenmaal om aan
te geven dat het alarm is
ingeschakeld.
Als een portier, de achterklep of de
motorkap is geopend, werken de
alarmknipperlichten niet en wordt hetantidiefstalsysteem niet
ingeschakeld. Als vervolgens alle
portieren, de achterklep en de
motorkap zijn gesloten, zullen de
alarmknipperlichten eenmaalknipperen.
Vergrendel de portieren door de toets op de portiergreep aan de buitenzijde
in te drukken terwijl u de Smart Key
bij u hebt. Na het voltooien van
bovenstaande stappen knipperen de
alarmknipperlichten eenmaal om aan
te geven dat het antidiefstalsysteem
is ingeschakeld. Als een portier, de achterklep of de
motorkap is geopend, werken de
alarmknipperlichten niet en wordt het
antidiefstalsysteem niet ingeschakeld.
Sluit alle portieren, de achterklep en
de motorkap en probeer de portieren
opnieuw te vergrendelen om het
systeem in te schakelen.
Schakel het alarm pas in als alle passagiers de auto hebben verlaten.
Als het alarm wordt ingeschakeldterwijl er nog iemand in de auto zit,
wordt het alarm geactiveerd als
diegene de auto verlaat. Als binnen
30 seconden na het inschakelen van
het alarm een portier, de achterklep
of de motorkap wordt geopend,
wordt het systeem uitgeschakeld
om onnodig activeren van het alarm
te voorkomen.
ANTIDIEFSTALSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
Antidiefstal
systeem
ingescha
-keld
Alarm
geacti-veerd
Alarm
uitgescha-keld
Page 282 of 443

415
Kenmerken van uw auto
Alarm geactiveerd
Het alarm wordt geactiveerd als een van
de volgende situaties zich voordoet
terwijl het alarm is ingeschakeld.
Een portier wordt zonder deafstandsbediening (of de Smart Key) geopend.
De achterklep wordt zonder de afstandsbediening (of de Smart Key)geopend.
✽✽ AANWIJZING
Als de achterklep wordt geopend met de
afstandsbediening (of de Smart Key),
wordt het alarm niet geactiveerd, maar
blijft het alarmsysteem ingeschakeld.
Als de achterklep wordt geopend en
gesloten, wordt de achterklep
vergrendeld en het alarm automatisch
ingeschakeld.
De motorkap wordt geopend. De claxon klinkt en de
alarmknipperlichten knipperen
gedurende ongeveer 30 seconden. Het
alarm kan worden uitgeschakeld door de
portieren te ontgrendelen met de
afstandsbediening (of de Smart Key). Alarm uitgeschakeld
Het systeem wordt uitgeschakeld
wanneer de portieren worden
ontgrendeld met de afstandsbediening
(of de Smart Key).
Nadat de portieren zijn ontgrendeld,
knipperen de alarmknipperlichten
tweemaal om aan te geven dat het alarm
is uitgeschakeld.
Als er op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening wordt gedrukt en er
binnen 30 seconden geen portier wordt
geopend, wordt het alarm weer
ingeschakeld.
✽✽
AANWIJZING
Probeer de motor niet te starten als het alarm is ingeschakeld. De
startmotor wordt uitgeschakeld als
het alarm is geactiveerd.
Steek, als het alarm niet met de
afstandsbediening is uitgeschakeld, de
contactsleutel in het contact, zet het
contact in stand ON en wacht 30
seconden. Daarna zal het alarm
worden uitgeschakeld. (behalve
China)
Als u uw sleutels verloren bent, adviseren we u contact op te nemen
met een officiële HYUNDAI-dealer.
OPMERKING
Breng geen wijzigingen aan in het
antidiefstalsysteem. Hierdoor kanhet systeem defect raken. We adviseren u het systeem te laten
repareren door een officiële HYUNDAI-dealer.
Storingen veroorzaakt dooronjuiste afstelling of eigenhandige
aanpassingen van hetantidiefstalsysteem vallen nietonder de fabrieksgarantie.
Page 283 of 443
Kenmerken van uw auto
16
4
Controlelampje beveiliging
(indien van toepassing)
Wanneer u het alarm inschakelt, gaat het
controlelampje van de beveiliging (1)
gedurende ongeveer 30 seconden
branden. Vervolgens knippert het
controlelampje van de beveiliging
continu. Wanneer u het systeem
uitschakelt en het contact in stand ACC
of ON zet, dooft het controlelampje van
de beveiliging.
OBK049133N
Page 284 of 443

417
Kenmerken van uw auto
Portiersloten van buitenaf
vergrendelen/ontgrendelen
Draai de sleutel naar de achterzijdevan de auto om het portier te
ontgrendelen en naar de voorzijde om
het portier te vergrendelen. Als het bestuurdersportier met de
sleutel wordt vergrendeld/ontgrendeld,
zullen alle overige portieren en de
achterklep gelijktijdig vergrendeld/
ontgrendeld worden.
De portieren kunnen ook met de afstandsbediening (indien van
toepassing) worden vergrendeld en
ontgrendeld.
Als de Smart Key niet normaal werkt, kunt u de portieren met de
mechanische sleutel vergrendelen of
ontgrendelen. Houd de
ontgrendelknop (1) ingedrukt en
verwijder de mechanische sleutel (2).
Trek de portiergreep na het ontgrendelen omhoog om het portier teopenen.
Druk het portier met de hand dicht om het te sluiten. Zorg ervoor dat de
portieren goed dicht zitten.
✽✽ AANWIJZING
In een koud en nat klimaat werken de portiervergrendeling en
portiermechanismen mogelijk niet
door bevriezingsverschijnselen.
Als het portier een aantal keren snel achter elkaar wordt vergrendeld en
weer ontgrendeld, ofwel met de sleutel
ofwel met de schakelaar
portiervergrendeling, zal de werking
van het systeem tijdelijk worden
onderbroken om beschadiging van de
onderdelen te voorkomen.
Als de Smart Key niet normaal werkt, kunt u de portieren met de
mechanische sleutel vergrendelen of
ontgrendelen. Houd de
ontgrendelknop (1) ingedrukt en
verwijder de mechanische sleutel (2).
SLOTEN
WAARSCHUWING
Als u het portier niet goed sluit, kan het portier weer opengaan.
Wees voorzichtig bij het sluiten van het portier en let erop dat er
geen lichaamsdelen bekneldkunnen raken.
OBK049003N
OTA040001
indien van toepassing
Type A
Type B
Vergrendeld
Vergrendeld
Ontgrendelen
Ontgrendelen
Page 285 of 443

Kenmerken van uw auto
18
4
Druk om een portier zonder sleutel te
vergrendelen de vergrendelknop (1)
aan de binnenzijde in of zet de
schakelaar portiervergrendeling (2) in
stand Vergrendeld en sluit het portier(3).
Als het voorportier met de centrale vergrendelknop (2) wordt vergrendeld,
worden alle overige portieren
gelijktijdig vergrendeld.
✽✽ AANWIJZING
Verwijder altijd de contactsleutel,
bedien de parkeerrem, sluit alle ruiten
en vergrendel alle portieren als u uw
auto onbeheerd achterlaat.
Portiersloten van binnenuit
vergrendelen/ontgrendelen
Met de vergrendelknop
Zet de vergrendelknop (1) in stand ONTGRENDELD om het portier te
ontgrendelen. Het rode merkteken (2)
op de knop zal zichtbaar worden.
Zet de vergrendelknop (1) in stand VERGRENDELD om het portier te
vergrendelen. Als het portier juist
vergrendeld is, zal het rode merkteken(2) op de knop niet zichtbaar zijn.
Trek aan de portiergreep (3) om het portier te openen. Als aan de binnenste portiergreep van
het bestuurdersportier (of het
passagiersportier voor) wordt getrokken
terwijl de vergrendelknop in de
vergrendelde stand staat, wordt het
portier ontgrendeld en kan het geopend
worden. (indien van toepassing)
Als de contactsleutel in het contactslot zit (of de Smart Key zich in de auto
bevindt) en een portier is geopend,
kunnen de portieren niet worden
vergrendeld.
WAARSCHUWING -
Storing portiervergrendeling
Als de portierontgrendeling niet werkt terwijl u in de auto zit,
probeer dan een van onderstaande
mogelijkheden:
Ontgrendel de portieren herhaaldelijk (zowel elektronisch als handmatig) en trek
tegelijkertijd aan de portiergreep.
Ontgrendel de overige portieren en trek aan de grepen, voor en
achter.
Open een portierruit en gebruik de sleutel om het portier vanaf de
buitenzijde te ontgrendelen.
OBK049005
Vergrendeld
Ontgrendelen
OBK042004
Page 286 of 443

419
Kenmerken van uw auto
Met schakelaar portiervergrendeling
Schakel deze in door de toets
portiervergrendeling in te drukken.
Als op het rechter deel (1) van deschakelaar wordt gedrukt, worden alle
portieren vergrendeld.
Als op het linker deel (2) van de schakelaar wordt gedrukt, worden alle
portieren ontgrendeld.
Als de contactsleutel in het contactslot zit (of de Smart Key zich in de auto
bevindt) en een portier is geopend,
kunnen de portieren niet worden
vergrendeld met het rechter deel (1)
van de schakelaar centrale
vergrendeling.
WAARSCHUWING -
Portieren
De portieren moeten tijdens het rijden altijd volledig gesloten en
vergrendeld blijven om het
onverwachts openen van de
portieren te voorkomen.
Vergrendelde portieren schrikken
ook mogelijke indringers afwanneer de auto langzaam rijdtof stopt.
Let bij het openen van portieren goed op of er geen ander verkeer
aankomt. Anders kan er schadeof letsel ontstaan.
OBK049006
Bestuurdersportier
WAARSCHUWING -
Ontgrendelde auto
Als u de auto niet vergrendeld
achterlaat, geeft u gelegenheid tot
diefstal. Verwijder altijd de
contactsleutel, bedien de
parkeerrem, sluit alle ruiten en
vergrendel alle portieren als u uw
auto onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING -
Kinderen alleen achterlaten
Een afgesloten auto kan binnenin
erg warm worden, waardoor
achtergelaten kinderen ofhuisdieren die niet uit de auto
kunnen komen, letsel kunnen
oplopen. Bovendien kunnen
kinderen ernstig gewond raken
door het bedienen van bepaalde
systemen in de auto. Laat kinderen
en huisdieren nooit zonder toezicht
achter in de auto.
Page 287 of 443
Kenmerken van uw auto
20
4
Portierontgrendelsysteem
Alle portieren worden automatisch
ontgrendeld wanneer de airbags door
een aanrijding worden geactiveerd. Snelheidsafhankelijk
portiervergrendelsysteem
(indien van toepassing)
Type A
Alle portieren zullen automatisch worden
vergrendeld als een snelheid van 40
km/h wordt bereikt.
Type B
Alle portieren zullen automatisch worden
vergrendeld als een snelheid van 15
km/h wordt bereikt.
Alle portieren zullen automatisch worden
ontgrendeld wanneer de motor wordt
uitgeschakeld of wanneer de
contactsleutel wordt verwijderd (indien
van toepassing).
Page 288 of 443

421
Kenmerken van uw auto
Openen van de achterklep
Druk gedurende ten minste 1 secondeop de achterklepontgrendelknop van
de afstandsbediening (of de Smart
Key) om de achterklep te openen.
Trek aan de ontgrendelhendel in de auto om de achterklep van binnenuit teopenen.
Als de achterklep is ontgrendeld, kan deze worden geopend door de hendel
omhoog te trekken.
Als de achterklep wordt geopend en gesloten, zal hij automatisch worden
vergrendeld.
✽✽ AANWIJZING
In een koud en nat klimaat werken de
portiervergrendeling en
portiermechanismen mogelijk niet door
bevriezingsverschijnselen.Sluiten van de achterklep
Laat de achterklep, om hem te sluiten,
zakken en druk hem vervolgens aan
totdat hij wordt vergrendeld. Probeer de
achterklep omhoog te trekken om tecontroleren of hij goed dichtzit.
ACHTERKLEP
WAARSCHUWING
De achterklep klapt naar boven
open. Zorg dat er zich geen
voorwerpen of personen bij de
achterzijde van de auto bevinden
als u de achterklep opent.
OPMERKING
Controleer of de achterklep is gesloten voordat u met de auto gaatrijden. Er kan schade ontstaan aande gasdempers van de achterklep
en de bevestigingsmaterialen, als ude achterklep niet sluit voordat ugaat rijden.
OPMERKING
Wanneer de auto rijdt, dient deachterklep altijd volledig gesloten te zijn. Als met een (half) geopende
achterklep wordt gereden, kunnen schadelijke uitlaatgassen in hetinterieur binnendringen.
OBK049007