Page 329 of 443

Kenmerken van uw auto
62
4
(Draai stuur/druk op start) (indien van toepassing)
Als het stuurwiel niet normaal
ontgrendeld wordt wanneer de toets
engine start/stop wordt ingedrukt, brandt
de waarschuwing gedurende ongeveer
10 seconden op het LCD-scherm. Ook
klinkt de zoemer eenmaal en het lampje
van de toets engine start/stop knippertgedurende 10 seconden.
Druk op de toets engine start/stop terwijl
u het stuurwiel naar rechts en links draait
wanneer u een waarschuwing ontvangt.
(Stuurwielvergrendeling controleren)
(indien van toepassing)
Als het stuurwiel niet normaal
vergrendeld wordt wanneer de toets
engine start/stop naar de stand OFF
draait, brandt de waarschuwing
gedurende ongeveer 10 seconden op het
LCD-scherm. Ook klinkt de zoemergedurende 3 seconden en het lampje
van de toets engine start/stop knippertgedurende 10 seconden. Waarschuwingslampje glad
wegdek (indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje brandt om de
bestuurder te waarschuwen voor een
mogelijk glad wegdek als:
Het contact in stand ON staat
De temperatuur is ongeveer lager dan:
4°C (39,2°F)
Het waarschuwingslampje knippert
gedurende 10 seconden en brandt
daarna continu. Ook klinkt de
waarschuwingszoemer.
OBK042218LOBK042219LOBK042253
Page 330 of 443

463
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Als het waarschuwingslampje voor een
glad wegdek gaat branden tijdens het
rijden, moet u met meer aandacht en
veiliger rijden en te hoge snelheden,
snelle acceleratie, plotseling afremmen
en plotselinge stuurbewegingen
vermijden. Waarschuwings- en
controlelampjes
De waarschuwingslampjes kunnen
worden gecontroleerd door het contact in
stand ON te zetten (start de motor niet).
Als een van de lampen niet brandt,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer. Controleer nadat de motor aanslaat of
alle waarschuwingslampjes uit zijn.
Eventuele lampjes die nog branden,
kunnen op een storing duiden. Het
waarschuwingslampje van het
remsysteem moet uitgaan zodra de
parkeerrem vrij is. Het
waarschuwingslampje laag
brandstofniveau blijft branden als er nog
maar weinig brandstof in de tank zit.Waarschuwingslampje AIRBAG
Dit lampje zal ongeveer 6 seconden
gaan knipperen iedere keer dat het
contact in stand ON wordt gezet.
Dit lampje zal ook gaan branden als het
aanvullend veiligheidssysteem niet goed
werkt. Als het waarschuwingslampje
SRS AIR BAG niet gaat branden of als
het ook blijft branden als er na het in
stand ON zetten van het contact 6
seconden verstreken zijn of de motor
gestart is, of als het gaat branden tijdens
het rijden, adviseren we u het systeem telaten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Page 331 of 443

Kenmerken van uw auto
64
4
Waarschuwingslampje ABS
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden als het contact
in stand ON wordt gezet en gaat na
ongeveer 3 s uit als het systeem in orde
is.
Als het waarschuwingslampje ABS blijft
branden, gaat branden tijdens het rijden
of niet gaat branden als het contact in
stand ON wordt gezet, is er een storing in
het ABS aanwezig.
Als dit gebeurt adviseren we u het systeem te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer. Het normale
remsysteem werkt in dat geval nog wel
maar het antiblokkeersysteem niet. Waarschuwingslampje EBD
Als tijdens het rijden twee
waarschuwingslampjes gelijktijdig gaan
branden, dan zit er een probleem in hetABS- of EBD-systeem.
In dat geval werken het
antiblokkeersysteem en het remsysteem
misschien niet normaal. We adviseren uhet systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
✽✽
AANWIJZING
Wanneer het waarschuwingslampje
ABS of het waarschuwingslampje EBD
brandt en blijft branden, werken de
snelheidsmeter of de kilometerteller/
dagteller mogelijk niet. In dat geval
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Als zowel het
waarschuwingslampje ABS als het
waarschuwingslampje remsysteem
brandt en blijft branden, zal hetremsysteem niet normaal werken
bij plotseling remmen. Vermijd in
dit geval hard rijden en plotseling
remmen. We adviseren u het
systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Page 332 of 443

465
Kenmerken van uw auto
Waarschuwingssysteemvoor de veiligheidsgordels
Type A
Als herinnering voor de bestuurder
knippert telkens als het contact in stand
ON wordt gezet het
waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordels gedurende ongeveer6 seconden, ongeacht of de gordels zijn
vastgemaakt. Wanneer de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt nadat het contact in
stand ON is gezet, zal het
waarschuwingslampje nogmaals
gedurende ongeveer 6 seconden gaanknipperen.
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is vastgemaakt, als het
contact in stand ON wordt gezet of
wanneer hij wordt losgemaakt als hetcontact in stand ON staat, zal de
waarschuwingszoemer voor de
veiligheidsgordels ongeveer 6 seconden
klinken. In dat geval stopt de zoemer
onmiddellijk als de veiligheidsgordel
wordt vastgemaakt. Type B
Als herinnering voor de bestuurder licht
telkens als het contact in stand ON wordt
gezet het waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordels gedurende ongeveer
6 seconden op, ongeacht of de gordels
zijn vastgemaakt. Wanneer de
veiligheidsgordel van de bestuurder niet
is vastgemaakt als het contact in stand
ON wordt gezet of wanneer hij wordtlosgemaakt nadat het contact in stand
ON is gezet, zal het
waarschuwingslampje branden totdat de
gordel wordt vastgemaakt. Als u de
veiligheidsgordel nog steeds niet draagt
en de rijsnelheid hoger wordt dan 9 km/h,
zal het brandende waarschuwingslampje
gaan knipperen totdat de rijsnelheid
lager wordt dan 6 km/h.
Als u door blijft rijden zonder dat u de
veiligheidsgordel draagt en sneller gaat
rijden dan 20 km/h, zal de
waarschuwingszoemer gedurende
ongeveer 100 seconden klinken en zal
het waarschuwingslampje van de
desbetreffende gordel gaan knipperen.
Richtingaanwijzers
De knipperende groene pijlen geven aan
aan welke kant van de auto de
richtingaanwijzers knipperen. Als de pijl
gaat branden maar niet knippert, sneller
knippert dan normaal of helemaal niet
gaat branden, is er een defect in het
richtingaanwijzersysteem aanwezig.
Neem voor reparatie contact op met uw
dealer. Dit controlelampje gaat ook knipperen
wanneer de schakelaar voor de
alarmknipperlichten ingedrukt wordt.
Page 333 of 443

Kenmerken van uw auto
66
4
Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden als het
grootlicht wordt ingeschakeld of een
lichtsignaal wordt gegeven.
Controlelampje achterlicht
(indien van toepassing)
Het lampje gaat branden wanneer de
achterlichten of koplampen branden.
Oliedruklampje
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat
de oliedruk van de motor laag is.
Als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg en breng de auto tot stilstand.
2. Controleer het motoroliepeil wanneer de motor uit is. Vul indien nodig olie bij
wanneer het peil laag is.
Neem contact op met een officiële
HYUNDAI-dealer als het
waarschuwingslampje na het bijvullen
blijft branden of als er geen olie
beschikbaar is.
OPMERKING
Als de motor niet direct uit wordt gezet nadat het oliedruklampje isgaan branden, kan er ernstigemotorschade ontstaan.
OPMERKING
Als het oliedruklampje blijftbranden terwijl de motor draait, kan
er ernstige motorschade ontstaan. Het oliedruklampje gaat brandenals de oliedruk te laag is. Onder normale omstandigheden moet het
lampje gaan branden als hetcontact in stand ON gezet wordt en moet het uit gaan als de motor
gestart is. Als het oliedruklampje blijft branden terwijl de motordraait, is er sprake van een ernstigdefect.
Breng in dat geval de auto zo snelmogelijk op een veilige plaats totstilstand, zet de motor uit en controleer het motoroliepeil. Vulindien nodig olie bij tot het juiste
niveau en start de motor. Zet demotor direct weer uit als het lampjeblijft branden. Als het oliedruklampje blijft branden terwijl
de motor draait, adviseren we u hetsysteem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer telaten controleren.
Page 334 of 443

467
Kenmerken van uw auto
Waarschuwingslampjeremsysteem
Waarschuwing ingeschakelde parkeerrem
Dit lampje gaat branden wanneer de
parkeerrem is geactiveerd terwijl het
contact in stand START of ON staat. Het
waarschuwingslampje moet uitgaan als
de parkeerrem wordt gedeactiveerd
terwijl de motor draait.
Waarschuwing laag remvloeistofniveau
Als het waarschuwingslampje blijft
branden, kan dit duiden op een laag
remvloeistofpeil in het reservoir.
Handel als volgt wanneer het
waarschuwingslampje blijft branden:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
2. Schakel de motor uit en controleer het remvloeistofpeil direct. Vul indien
nodig remvloeistof bij. Controleer alle
onderdelen van het remsysteem op
lekkage. 3. Rijd niet met de auto als het
waarschuwingslampje aan blijft of als
de remmen niet goed werken. Weadviseren u contact op te nemen met
een officiële HYUNDAI-dealer.
Uw auto is uitgerust met een diagonaal
gescheiden remsysteem. Dat betekent
dat als er in een van de remcircuits een
probleem optreedt, u de auto met het
overgebleven remcircuit tot stilstand kunt
brengen. Als er een van de remcircuits is
uitgevallen, wordt de slag van het
rempedaal groter en moet er meer druk
op het rempedaal worden uitgeoefendom de auto tot stilstand te brengen. Verder zal in dat geval de remweg
toenemen. Schakel bij een defect in het
remsysteem terug om sterker op demotor af te kunnen remmen en breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand.
Controleer of het waarschuwingslampje
van het remsysteem in orde is en brandtals het contact in stand ON staat.
WAARSCHUWING
Rijden met een auto waarvan het
waarschuwingslampje brandt, is
gevaarlijk. Als het
waarschuwingslampje voor het
remsysteem blijft branden,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Page 335 of 443

Kenmerken van uw auto
68
4
Schakelstandindicator
(indien van toepassing)
Schakelstandindicator
automatische transmissie
In het display wordt weergegeven welke
van de stand van de selectiehendel
geselecteerd is.
Schakelstandindicator
handgeschakelde transmissie
Dit controlelampje geeft aan in welke
versnelling u het beste kunt rijden om
brandstof te besparen.
Bijvoorbeeld
: Geeft aan dat opschakelen naar de 3eversnelling wenselijk is.
(De selectiehendel staat in de 2e
versnelling.)
: Geeft aan dat terugschakelen naar de 3e versnelling wenselijk is.
(De selectiehendel staat in de 4e
versnelling.)
Als het systeem niet goed werkt, wordt
de indicator niet weergegeven.
Controlelampje mistlampen vóór (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden als de
mistlampen vóór worden ingeschakeld.
Controlelampje mistlampen achter
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden als de
mistlampen achter worden ingeschakeld.
Mistachterlicht bevindt zich alleen aan de bestuurderskant.
Waarschuwingslampjelaadsysteem
Dit waarschuwingslampje duidt op een
storing in de dynamo of in hetlaadsysteem.
Handel als volgt als het lampje gaat
branden tijdens het rijden:
1. Rijd naar de dichtstbijzijnde veilige locatie.
2. Schakel de motor uit en controleer of de dynamoriem onvoldoende
spanning heeft of gebroken is.
3. Als de dynamoriem in orde is, bevindt het probleem zich in het laadsysteem.
We adviseren u het systeem te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Page 336 of 443

469
Kenmerken van uw auto
Waarschuwingslampjeopen achterklep
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als de achterklep niet goed is gesloten
(in alle standen van het contact).
Waarschuwingslampjeopen portier
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als een portier niet goed gesloten is (in
alle standen van het contact).
Controlelampjestartblokkeersysteem(indien van toepassing)
Zonder Smart Key-systeem
Dit lampje gaat branden als de sleutel in
het contact gestoken wordt en naar
stand ON wordt gedraaid.
Op dat moment kunt u de motor starten. Het lampje dooft nadat de motor isaangeslagen. Als het lampje gaat knipperen als het contact in stand ON staat en de motor
nog niet is gestart, adviseren we u hetsysteem te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Met Smart Key-systeem
(indien van toepassing)
Als een van de volgende situaties zich
voordoet bij uitvoeringen met de Smart
Key, gaat het controlelampje van het
startblokkeersysteem branden,knipperen of uit. Wanneer de Smart Key zich in de auto
bevindt, als de toets ENGINE START/
STOP in stand ACC of ON staat, zal
het lampje ongeveer 30 seconden
branden om aan te geven dat u de
motor kunt starten. Wanneer de Smart
Key zich echter niet in de auto bevindt,
knippert het lampje een paarseconden als u op de toets ENGINE
START/STOP drukt, om aan te geven
dat u de motor niet kunt starten.
Wanneer het contact in stand ON wordt gezet en het controlelampje na 2seconden dooft, zit er mogelijk een
storing in het systeem. Wij raden u aanom het systeem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer.
Wanneer de accu bijna leeg is, en als de toets ENGINE START/STOP wordt
ingedrukt, knippert het lampje en kunt
u de motor niet starten. U kunt de
motor echter wel starten door de
Smart Key in de Smart Key-houder te
plaatsen. Als er een storing zit in
onderdelen van het Smart Key-
systeem, knippert het controlelampje.