Page 89 of 443
Onderhoud
72
7
Mistlamp vóór
1. Stel de mistlampen af zonder dat er iemand in de auto zit.
2. De begrenzingslijn moet in het toegestane gebied vallen (gearceerde gedeelte).
OMD051056L_UB_Q
60
Verticale lijn door hart gloeilamp linker mistlamp
Horizontale lijn door hart gloeilamp mistlamp
Verticale lijn door hart gloeilamp rechter mistlamp
Bovenste limiet
Begrenzingslijn
W3 (Mistlamp vóór)
Grond
H3 (Mistlamp vóór)
Hartlijn auto
Page 90 of 443
773
Onderhoud
Lamp richtingaanwijzer opzij
vervangen (indien vantoepassing)
Als de lamp niet brandt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.Lamp achterlichtunit vervangen
(1) Mistachterlicht (indien van
toepassing, alleen bestuurderszijde)
of achteruitrijlicht
(2) Richtingaanwijzer achter
(3) Rem-/achterlicht 1. Open de achterklep.
2. Verwijder het afdekkapje van de
serviceopening door het naar buiten te
trekken.
OBK049023OBK072028OBK072029
Page 91 of 443

Onderhoud
74
7
3. Draai de bevestigingsmoeren los.
4. Verwijder de achterlichtunit uit de
carrosserie.
Richtingaanwijzer
5. Verwijder de fitting uit de lichtunit doordeze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
6. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en deze een
willekeurige kant op te draaien tot de
nokjes van de lamp in lijn liggen met
de uitsparingen van de fitting. Trek delamp uit de fitting.
7. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en draai de lamp een willekeurige kant op
tot hij vastzit.
8. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Duw de fitting in de lichtunit en draai
de fitting een kwartslag rechtsom.
Achteruitrijlicht of mistachterlicht* 1
5. Verwijder de fitting uit de lichtunit door
deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
6. Trek de lamp naar buiten.
7. Plaats een nieuwe gloeilamp door hem in de fitting te steken.
8. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Duw de fitting in de lichtunit en draaide fitting rechtsom.
* 1
: indien van toepassing, mistachterlicht, alleen
bestuurderszijde
OBK072063
Achteruitrijlicht of
mistachterlicht Richtingaanwijzer
OBK072061
OBK072062
Page 92 of 443
775
Onderhoud
Rem-/achterlicht (LED) (indien van toepassing)
Als de lamp niet brandt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
Gloeilamp derde remlicht
vervangen
Als de lamp niet brandt, adviseren we u contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.Lamp kentekenplaatverlichting
vervangen
1. Verwijder het lampglas door de nokjes
in te drukken.
2. Verwijder de fitting door deze linksom te draaien.
3. Trek de lamp recht naar buiten.
4. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en plaats de fitting op het lampglas.
5. Plaats het lampglas zorgvuldig.
OBK079031
OBK072031
■ Type A
■Type BOFD067030
Page 93 of 443
Onderhoud
76
7
Lamp interieurverlichting
vervangen
1. Wrik de lens (Kaartleeslampjes) of
lamp (bagageruimteverlichting, lamp
dashboardkastje en lampjes make-upspiegel) met een platte
schroevendraaier voorzichtig los uit
het huis van de interieurverlichting.
2. Trek de lamp naar buiten.
3. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
4. Breng de lipjes van de lens in lijn met de uitsparingen in het huis van de
interieurverlichting en klik de lens vast.
WAARSCHUWING
Controleer, voordat u de lamp gaat
vervangen, of toets OFF is
ingedrukt om te voorkomen dat u
zich brandt of een schok krijgt.
OPMERKING
Zorg dat de lens, het lipje van de lens en de kunststof behuizing nietvuil worden of beschadigd raken.
■ Lampjes make-upspiegel
■Bagageruimteverlichting ((indien van toepassing)
■Kaartleeslampjes
■Lamp dashboardkastje
OBK079033/OTD079035/OBK079032/OBK079049
Page 94 of 443

777
Onderhoud
ONDERHOUD EXTERIEUR
Exterieur, onderhoud
Onderhoud exterieur - Algemeen
IHet is van groot belang bij gebruik van chemische reinigingsmiddelen of polish
de aanwijzingen op het etiket van het
desbetreffende product op te volgen.
Lees de waarschuwingen en
opmerkingen op het etiket.
Onderhoud van de lak
Wassen
Was uw auto minimaal eenmaal per
maand grondig met lauw of koud water
om de lak tegen roest en veroudering te
beschermen.
Was, nadat u op een stoffige of
modderige weg gereden heeft, de auto
zo snel mogelijk. Besteed hierbij de
nodige zorg aan het verwijderen van
opeengehoopt zout, vuil of modder.
Controleer of de afvoeropeningen aan de
onderzijde van de portieren en de
dorpels open en schoon blijven.
Insecten, teer, sap van bomen,
uitwerpselen van vogels, industrieel vuil
en dergelijke kunnen de lak van uw auto
aantasten als ze niet direct verwijderd
worden.
Zelfs bij het direct verwijderen kan blijken
dat water alleen niet toereikend is.
Gebruik in dat geval een speciale
autoshampoo.
Spoel de auto na het wassen grondig af
met lauw of koud water. Laat deshampoo niet op de lak opdrogen.
WAARSCHUWING - Natte
remmen
Test na het wassen de remmen van
uw auto bij lage snelheid om te
controleren of de remwerking door
binnengedrongen water beïnvloed
is. Droog de remmen door het
rempedaal bij lage snelheid licht inte trappen wanneer de remprestaties
verminderd zijn.
OPMERKING
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen of te heet water en was de auto niet in de volle zon ofwanneer de carrosserie warm is.
Spuit de zijruiten niet van dichtbij schoon wanneer u eenhogedrukreiniger gebruikt.Hierdoor kan water in het interieur terechtkomen.
Reinig kunststof onderdelen niet met chemische oplosmiddelen ofsterke reinigingsmiddelen, ombeschadiging ervan te voorkomen.
Page 95 of 443

Onderhoud
78
7
In de was zetten
Zet de auto in de was wanneer het water
niet langer druppels op de lak vormt.
Was en droog de auto altijd eerst voordat
u hem in de was zet. Gebruik een goede
kwaliteit vaste of vloeibare was en volg
de aanwijzingen van de fabrikant. Zet de
sierlijsten in de was om deze te
beschermen en hun glans te latenbehouden.
Het verwijderen van olie, teer en
dergelijke stoff en met een
vlekkenverwijderaar verwijdert gewoonlijk
ook de was van de lak. Zet deze delen
daarom na het verwijderen van de
verontreiniging opnieuw in de was.OPMERKING
Als u stof of vuil met een droge
doek wegveegt, komen er
krassen op de lak.
Gebruik geen staalwol, schuurmiddelen of sterkalkalische of bijtende
oplosmiddelen op onderdelen die verchroomd zijn of op onderdelendie vervaardigd zijn van geanodiseerd aluminium. Het
gebruik van deze middelen kan de beschermlaag aantastenwaardoor verkleuring of glansverlies kan optreden.
OPMERKING
Water in de motorruimte, inclusief water onder hoge druk, kanstoringen veroorzaken in de
elektrische circuits.
Zorg ervoor dat water en andere vloeistoffen nooit in contact komenmet elektrische/elektronischecomponenten in de auto omdat ze
dan beschadigd kunnen raken.
OJB037800
Page 96 of 443

779
Onderhoud
Bijwerken van lakbeschadigingen
Repareer diepe krassen en steenslagbeschadigingen in de lak
direct. Het blanke metaal gaat snel
roesten waardoor ingrijpendere
reparatiekosten noodzakelijk worden.
✽✽AANWIJZING
Wanneer uw auto beschadigd is en
reparatie of vervanging van metalen
delen nodig is, let er dan op dat de
garage anti-corrosiemiddel aanbrengt
op de gerepareerde of vervangen
onderdelen.
Onderhoud van verchroomde onderdelen
Gebruik een teerverwijderaar en geen schraper of ander scherp voorwerp
voor het verwijderen van teer ofinsecten.
Breng ter bescherming een waslaag aan op verchroomde onderdelen of
bescherm ze met een speciaal
conserveringsmiddel.
Bescherm de verchroomde onderdelen onder winterse
omstandigheden of bij gebruik van de
auto in kustgebieden met een dikkere
laag was of conserveringsmiddel. U
kunt eventueel vaseline of een ander
beschermingsmiddel gebruiken.
Onderhoud van de onderzijde
Zand en pekel kunnen zich ophopen aan
de onderzijde van de carrosserie. Als
deze middelen niet verwijderd worden,
kan versnelde roestvorming optreden
aan onderdelen aan de onderzijde van
de carrosserie zoals brandstofleidingen,
subframes, bodemplaat en
uitlaatsysteem, ook al zijn deze
onderdelen tegen corrosie beschermd.
Spoel daarom de onderzijde van de
carrosserie en de wielkuipen eenmaal
per maand, na het rijden op stoffige of
modderige wegen en aan het eind van
de winter grondig schoon met lauw of
koud water. Besteed hieraan de nodige
zorg; de opeenhopingen zijn niet altijd
even gemakkelijk te zien. Als u het vuil
alleen maar nat maakt zonder het te
verwijderen, is het effect averechts. Houd
ook de afvoeropeningen in portieren en
dorpels te allen tijde open. Water dat in
portieren en dorpels blijft staan,
veroorzaakt roestvorming van binnenuit.