Page 289 of 443
Kenmerken van uw auto
22
4
Noodontgrendeling bagageruimte
Uw auto is uitgerust met een
noodontgrendelingshendel van de
bagageruimte, die zich binnen in de
bagageruimte bevindt. Als er iemand per
ongeluk in de bagageruimte wordt
opgesloten, kan de achterklep worden
geopend door de hendel in de richting
van de pijl te bewegen.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u weet waar deze noodontgrendelingshendel van
de bagageruimte zich bevindt,
zodat u zich in noodgevallen kunt
bevrijden uit de bagageruimte.
Vervoer nooit personen in de bagageruimte. De bagageruimte
is een uiterst gevaarlijke plek in
geval van een aanrijding.
Gebruik de ontgrendelingshendel alleen in noodgevallen. Wees
uiterst voorzichtig bij het gebruik,
vooral tijdens het rijden.
OBK042008
Page 290 of 443
423
Kenmerken van uw auto
(1) Schakelaar ruitbedieningbestuurdersportier
(2) Schakelaar ruitbediening passagiersportier
(3) Ruiten openen en sluiten
(4) Automatische ruitbediening
✽✽ AANWIJZING
In een koud en nat klimaat werken de
elektrisch bedienbare ruiten mogelijk
niet door bevriezingsverschijnselen.
RUITEN
OBK049009
Page 291 of 443

Kenmerken van uw auto
24
4
Elektrisch bedienbare ruiten Het contact moet in stand ON staan om
de ruiten elektrisch te kunnen bedienen.
Ieder portier is voorzien van een
schakelaar voor de bediening van de
desbetreffende ruit. De ruiten kunnen
worden bediend tot ongeveer 30seconden nadat het contact in stand
ACC of LOCK is gezet of de
contactsleutel is verwijderd. Als echter
een voorportier is geopend, kunnen de
elektrisch bedienbare ruiten niet binnen
30 seconden worden bediend als de
sleutel uit het contact wordt verwijderd, of
als het contact in stand ACC of LOCK is
gezet.
✽✽
AANWIJZING
Wanneer tijdens het rijden het schuif-
/kanteldak (gedeeltelijk) is geopend,
ondervindt u mogelijk hinderlijk
windgeruis. Dit is normaal en kan
worden verminderd of ongedaan
worden gemaakt door het schuif-
/kanteldak iets verder dicht te doen.
Ruiten openen en sluiten
Het bestuurdersportier beschikt over een
hoofdschakelaar, waarmee alle ruiten
van de auto kunnen worden bediend.
Druk de desbetreffende schakelaar aan
de voorzijde in of trek deze omhoog om
een ruit te openen of te sluiten tot het
eerste zware punt (3).
Automatische ruitbediening
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken of omhoog te trekken tot de
tweede stand (4), wordt de ruitautomatisch helemaal geopend of
gesloten, zelfs als de schakelaar wordt
losgelaten. Om de ruitbeweging te
stoppen, kan de schakelaar kortstondig
in tegenovergestelde richting wordenbediend.
OBK049138N
Page 292 of 443

425
Kenmerken van uw auto
Als de elektrisch bedienbare ruit niet
goed werkt, kan de elektrische
ruitbediening als volgt worden gereset:
1. Zet het contact in stand ON.
2. Open de ruit volledig door deschakelaar in te drukken (druk het
voorste gedeelte van de schakelaar intot de eerste stand).
3. Zet het contact binnen 2 seconden in stand OFF en vervolgens in stand ON.
4. Druk binnen 5 seconden driemaal op het voorste gedeelte van de
schakelaar.
5. Sluit de ruit en houd de schakelaar van de ruitbediening nog minstens 1
seconde omhoog nadat de ruit volledigis gesloten. Klembeveiliging
Als er tijdens de opwaartse beweging
van de ruit een voorwerp of lichaamsdeel
tussen de ruit en het portier komt, wordt
de extra weerstand opgemerkt door het
systeem en zal de ruit stoppen.
Vervolgens zal de ruit ongeveer 30 cm
zakken, zodat het voorwerp kan worden
verwijderd.
Als de ruit weerstand ondervindt terwijl
de schakelaar ruitbediening
omhooggetrokken blijft, stopt de
omhooggaande beweging van de ruit en
zakt de ruit ongeveer 2,5 cm. Als de
schakelaar opnieuw omhoog getrokken
wordt binnen 5 s nadat de ruitautomatisch naar beneden is gegaan,
zal de klembeveiliging niet werken.✽✽
AANWIJZING
De klembeveiliging voor de portierruit
werkt alleen als de automatische
sluitfunctie wordt geactiveerd door de
schakelaar geheel omhoog te trekken.
De klembeveiliging werkt niet als de ruit
handmatig, met de schakelaar van de
ruitbediening in de eerste stand, wordt
bediend.
OBK049095WAARSCHUWING
Controleer altijd of er niets tussen
de ruit en het portier aanwezig is
alvorens een ruit te sluiten om
letsel en schade aan de auto te
voorkomen. Als een voorwerp meteen diameter kleiner dan 4 mmtussen de ruit en de sponning
terechtkomt, wordt de extra
weerstand mogelijk niet
opgemerkt, waardoor de
klembeveiliging niet werkt.
Page 293 of 443

Kenmerken van uw auto
26
4
OPMERKING
Open of sluit telkens maar één
ruit tegelijk. Anders kan de
elektrische ruitbedieningbeschadigd raken. Hierdoor zalbovendien de zekering langer meegaan.
Probeer nooit tegelijkertijd de hoofdschakelaar voor deruitbediening in het bestuurdersportier en de
afzonderlijke schakelaar voor deruitbediening in tegengestelderichting in te drukken. In dat gevalstopt de ruit en kan deze niet
meer worden geopend of gesloten.WAARSCHUWING - Ruiten
Laat kinderen nooit zonder toezicht achter met de sleutels in de auto terwijl de motor draait.
Laat een kind NOOIT zonder toezicht achter in de auto. Ook
zeer jonge kinderen kunnen per
ongeluk de auto in beweging
zetten, bekneld raken tussen de
portierruiten of zichzelf of
anderen letsel toebrengen.
Controleer altijd zorgvuldig of er zich geen armen, handen of
andere belemmeringen in de
buurt bevinden voordat een ruit
gesloten wordt.
Laat kinderen niet met de ruitbediening spelen. Het
onbedoeld bedienen van een ruit
kan vooral bij kinderen tot letselleiden.
Steek tijdens het rijden de armen en het gezicht niet naar buiten.
Page 294 of 443
427
Kenmerken van uw auto
Motorkap openen van
1. Trek aan de ontgrendelknop om demotorkap te ontgrendelen. De
motorkap komt iets omhoog. 2. Ga naar de voorzijde van de auto en til
de motorkap iets op. Druk de
veiligheidshaak (1) in het midden van
de motorkap naar u toe en til de
motorkap omhoog (2).
3. Open de motorkap. Deze zal automatisch volledig openen nadat hij
tot halverwege geopend is. Sluiten van motorkap
1. Controleer de volgende punten
alvorens de motorkap te sluiten:
teruggeplaatst zijn.
andere brandbare materialen in de
motorruimte zijn achtergebleven.
2. Laat de motorkap zakken en druk deze stevig in het slot.
MOTORKAP
WAARSCHUWING
Open de motorkap nadat u de
motor uit hebt gezet terwijl de auto
op een vlakke ondergrond staat, de
selectiehendel in stand P (Park)
(automatische transmissie) of R
(achteruit) (handgeschakeldetransmissie) staat en de
parkeerrem is aangetrokken.
OBK049010OBK042011L
Page 295 of 443
Kenmerken van uw auto
28
4
WAARSCHUWING
Controleer voor het sluiten van de motorkap of er geen zaken in de motorruimte zijn
achtergebleven die het sluiten
zouden kunnen hinderen. Als
geprobeerd wordt de motorkap tesluiten terwijl er nog iets in de
motorruimte is achtergebleven,
kan dat schade aan de motorkap
of letsel veroorzaken.
Laat geen handschoenen, doeken of andere brandbare
materialen achter in de
motorruimte. Deze zouden door
de hitte in brand kunnen vliegen.WAARSCHUWING
Controleer altijd nogmaals of de motorkap goed vergrendeld is
alvorens met de auto te gaan
rijden. Als de motorkap niet goed
vergrendeld is, zou hij tijdens hetrijden open kunnen gaan,
waardoor het zicht voor de
bestuurder belemmerd wordt en
een aanrijding het gevolg kanzijn.
Verplaats de auto niet als de motorkap omhoog staat omdat
dan het zicht belemmerd wordten de motorkap naar beneden
kan vallen of beschadigd kan
worden.
Page 296 of 443

429
Kenmerken van uw auto
Openen van de tankdopklep
De tankdopklep moet van binnenuit
worden geopend door op de knop voor
het openen van de tankdopklep op het
bestuurdersportier te drukken.
✽✽AANWIJZING
Tik zachtjes op de tankdopklep of druk er
voorzichtig tegenaan als deze is
vastgevroren om het ijs te breken en open
daarna de tankdopklep. Wrik de
tankdopklep niet los. Spuit de
tankdopklep indien nodig in met
ruitontdooier (gebruik geen koelvloeistof)
of zet de auto op een warme plaats om het
ijs te laten smelten.
1. Zet de motor uit.
2. Druk op de knop om de tankdopklep te openen.
3. Open de tankdopklep (1) volledig.
4. Draai de tankdop (2) linksom om deze te verwijderen.
5. Vul de tank met brandstof. Sluiten van de tankdopklep
1. Plaats de dop terug en draai hem
rechtsom totdat deze klikt. Dat geeft
aan dat de dop goed vastzit.
2. Sluit de tankdopklep en druk deze goed dicht.
TANKDOPKLEP
WAARSCHUWING
-
Tanken
Als de onder druk staande brandstof naar buiten spuit, kan
deze op uw kleding of huid
terechtkomen en kan er
brandgevaar ontstaan. Verwijder
de tankdop altijd voorzichtig en
langzaam. Als er brandstof naar
buiten komt of er een sissend
geluid hoorbaar wordt, moet u
even wachten voordat u de dop
verder losdraait.
Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool
automatisch is afgeslagen.
Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen
van brandstof in geval van een
aanrijding te voorkomen.
OBK049012OBK049013