Page 369 of 443

33
Veiligheidsysteem van uw auto
WAARSCHUWING-
Bestuurdersstoel
• Probeer de stoel nooit tijdens het rijden te verstellen. Hierdoor kunt
u de controle verliezen waardoor
een ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kanstaan.
Als de rugleuning vanwege
hinderlijk geplaatste voorwerpenof andere oorzaken niet goed
vergrendeld kan worden, kan ditbij een noodstop of aanrijding
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Zet voor het wegrijden de
rugleuning altijd rechtop en plaats
de heupgordel strak en zo laag
mogelijk over de heupen. In deze
positie bent u in geval van een
aanrijding het beste beschermd.
Ga zo ver van het stuurwiel af zitten als mogelijk is zonder dat
dit ten koste gaat van het
bedieningscomfort om onnodig
en wellicht ernstig letsel door de
airbag te voorkomen.
Geadviseerd wordt een minimale
afstand van 25 cm tussen uw
bovenlichaam en het stuurwiel.
WAARSCHUWING -
Opklappen van de rugleuning
Zorg ervoor, indien u de rugleuning
weer rechtop zet, dat u deze
vasthoudt en rustig omhoog klapt.
Als u de rugleuning niet vasthoudt
tijdens het omhoog klappen, kan de
rugleuning terugschieten waardooru letsel kunt oplopen.
WAARSCHUWING -
Losliggende voorwerpen
Losliggende voorwerpen in de
voetenruimte van de bestuurder
kunnen de werking van de pedalen
nadelig beïnvloeden en mogelijk
een ongeval veroorzaken. Plaats
niets onder de voorstoelen.WAARSCHUWING -
Verantwoordelijkheid van
de bestuurder voorpassagier
Rijden met de rugleuning van een
stoel neergeklapt, kan bij eenaanrijding leiden tot ernstig letsel.
Als de rugleuning neergeklapt is,
kan de persoon op de
desbetreffende stoel bij een
aanrijding onder de gordel
doorglijden, waardoor de
onderbuik zwaar belast kan
worden. Hierdoor kan ernstig letsel
ontstaan. De bestuurder moet de
passagier erop wijzen tijdens hetrijden de rugleuning altijd zo
rechtop mogelijk te houden.
WAARSCHUWING
Gebruik geen zitkussen waardoor de wrijving tussen de stoel en de
passagier verminderd wordt. De
passagier kan bij een aanrijding of
een noodstop onder de gordel
doorglijden. Omdat de
veiligheidsgordel niet normaal kan
werken, kan ernstig letsel ontstaan.
Page 370 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
4
3
Afstellen van voorstoel - handmatig
Voorwaartse/achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de
langsverstelling omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en
controleer of de stoel goed vergrendeld
is door te proberen deze handmatig naar
voren of achteren te schuiven. Als de
stoel beweegt, dan is hij niet goed
vergrendeld.
Rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek de hendel van de rugleuningverstelling omhoog.
2. Leun vervolgens voorzichtig achterover en verstel de rugleuning in
de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is. (De
hendel MOET zijn oorspronkelijke
positie weer innemen om de
rugleuning te vergrendelen.)
WAARSCHUWING
Controleer na het afstellen van de
stoel altijd of deze goed is
vergrendeld, door te proberen deze
naar voren of achteren te schuivenzonder de ontgrendelhendel te
gebruiken. Als de bestuurdersstoel
plotseling in beweging komt, kunt u
de controle over de auto verliezen.
WAARSCHUWING
Let goed op dat er tijdens het verstellen van de stoel geen
handen of voorwerpen in het
mechanisme bekneld raken.
Leg geen aansteker op de vloer of de stoel. Wanneer u de stoel
verstelt, kan er gas uit de
aansteker ontsnappen waardoorbrand kan ontstaan.
Als er inzittenden aanwezig zijn op de achterstoelen, wees dan
voorzichtig bij het afstellen van
de voorstoelen.OBK032002OBK032003
Page 371 of 443

35
Veiligheidsysteem van uw auto
Afstellen van de zittinghoogte(bestuurdersstoel)
Duw de hendel omhoog of omlaag om de
hoogte van de zitting te veranderen.
• Duw de hendel een aantal maal omlaag om de zitting lager af te stellen.
Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af te stellen. Afstellen van voorstoel
- elektrisch (bestuurdersstoel)
(indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld met
de bedieningsschakelaar aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand zodathet stuurwiel, de pedalen en de
schakelaars op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.
OBK032004WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen
kunnen bediend worden met het
contact in stand OFF.
Laat kinderen daarom nooit alleen
achter in de auto.
OPMERKING
Elektrisch verstelbare stoelen worden aangedreven door
elektromotoren. Laat de schakelaar los als de stoel juistafgesteld is. Anders kunnen deelektrische onderdelen
beschadigd raken.
Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperkdaarom het verstellen van de
stoelen tot een minimum zolang de motor niet loopt.
Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anderskunnen de elektromotoren of
andere elektrische onderdelenbeschadigd raken.
Page 372 of 443
Veiligheidsysteem van uw auto
6
3
Voorwaartse/achterwaartse richting
Druk de knop naar voren of naar
achteren om de stoel in de gewenste
stand te zetten. Laat de knop los zodra
de zitting in de gewenste stand staat.
Rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek de hendel
van de rugleuningverstelling omhoog.
2. Leun vervolgens voorzichtig achterover en verstel de rugleuning in
de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is. (De
hendel MOET zijn oorspronkelijke
positie weer innemen om de
rugleuning te vergrendelen.)
Afstellen van de zittinghoogte
Druk het voorste deel van de knop naar
boven of naar beneden om de voorzijde
van de zitting omhoog of omlaag te
verstellen. Beweeg het achterste deel
van de knop naar boven of naar beneden
om de achterzijde van de zitting omhoog
of omlaag te verstellen. Laat de knop los
zodra de zitting in de gewenste standstaat.
OBK032060OBK032061OBK032062
Page 373 of 443

37
Veiligheidsysteem van uw auto
Lendensteun (bestuurdersstoel,indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld met
de schakelaar aan de zijkant van destoel.
Druk op de voorzijde van de schakelaar
voor meer steun en op de achterzijde
voor minder steun. Hoofdsteun
De stoelen van de bestuurder en
voorpassagier zijn voor extra veiligheid
en comfort voorzien van een hoofdsteun.
De hoofdsteun biedt niet alleen comfort,
maar helpt tevens bij de bescherming
van hoofd en nek van de inzittenden bij
een aanrijding.
OBK032063OBK039051N
WAARSCHUWING
Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet
de hoofdsteun zo afgesteld zijn
dat het midden van de
hoofdsteun zich op dezelfde
hoogte bevindt als het
zwaartepunt van het hoofd van
de inzittende. Over het algemeen
bevindt het zwaartepunt van het
hoofd zich op dezelfde hoogte als
de bovenzijde van de ogen. Zorg
dat de hoofdsteun zich zo dicht
mogelijk bij uw hoofd bevindt.
Gebruik daarom geen kussen
waardoor het lichaam verder van
de rugleuning af komt.
Gebruik de auto niet als de hoofdsteunen zijn verwijderd
omdat dan in geval van eenaanrijding ernstig letsel kan
ontstaan. Een goed afgesteldehoofdsteun biedt een zo optimaal
mogelijke bescherming tegennekletsel.
Verstel de hoofdsteun van de bestuurder niet als de auto rijdt.
Page 374 of 443
Veiligheidsysteem van uw auto
8
3
Verstellen in voorwaartse/achterwaartse
richting De hoofdsteun kan in vier standen naar
voren worden gedrukt. Druk de
hoofdsteun vanuit de voorste positie
nogmaals naar voren om de hoofdsteun
naar achteren te plaatsen. Zorg ervoordat de hoofdsteun hoofd en nek goedondersteunt. Afstellen van de hoogte
Hoger: trek de hoofdsteun omhoog om
hem in de gewenste positie (1) te zetten.
Lager: druk de ontgrendelknop (2) in en
laat de hoofdsteun in de gewenste
positie (3) zakken.
Verwijderen
Verwijderen van de hoofdsteun :
1. Zet de rugleuning (2) rechtop met de
rugleuningverstelling (1).
2. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog.
3. Druk de ontgrendelknop hoofdsteun (3) in terwijl u de hoofdsteun naar
boven (4) trekt.
OBK039005OBK039006OBK033069
WAARSCHUWING
Laat iemand tijdens het rijden
NOOIT zitten in een stoel waarvan
de hoofdsteun verwijderd is.
Page 375 of 443
39
Veiligheidsysteem van uw auto
Plaatsen
Plaatsen van de hoofdsteun :
1. top de pennen van de hoofdsteun (2)in de gaten terwijl u de ontgrendelknop
(1) indrukt.
2. Zet de rugleuning (4) rechtop met de rugleuningchakelaar (3).
3. Stel de hoofdsteun vervolgens af op de gewenste hoogte. Actieve hoofdsteun
(indien van toepassing)
De actieve hoofdsteun is ontworpen om
naar voren en boven te bewegen bij een
aanrijding van achteren. Dit voorkomt dat
het hoofd van de bestuurder of
voorpassagier naar achteren beweegt
waardoor nekletsel kan ontstaan.
OBK033070HNF2041-1
WAARSCHUWING
Wanneer er iemand op de stoel zit,
wanneer er tegen de stoel wordt
geduwd of wanneer er aan de stoel
wordt getrokken, kan er eenopening ontstaan tussen de stoel
en de ontgrendelknop voor de
hoofdsteun. Zorg ervoor dat uw
vingers, enz. niet klem komen tezitten in de opening.
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteunen
goed vergrendeld zijn nadat ze
opnieuw geplaatst zijn en of ze
goed zijn afgesteld.
Page 376 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
10
3
Stoelverwarming
(indien van toepassing)
Met de stoelverwarming kunnen de
voorstoelen bij lage buitentemperaturen
worden verwarmd. De stoelverwarming
kan worden ingeschakeld door op de
schakelaar te drukken voor debestuurdersstoel en/of de
voorpassagiersstoel terwijl de motor
draait.
Laat de schakelaars in stand UIT staan
als de stoelverwarming niet gebruikt
hoeft te worden.
Telkens als u op de schakelaar drukt, verandert de temperatuurinstelling
voor de stoel als volgt: De standaardinstelling voor de
stoelverwarming is UIT als het contact
in stand ON wordt gezet.
✽✽ AANWIJZING
Als de schakelaars voor de
stoelverwarming in stand AAN staan,
schakelt de stoelverwarming
automatisch aan of uit, afhankelijk van
de temperatuur van de stoel.
OBK034009
UIT HOOG( ) LAAG( )
OPMERKING
Gebruik voor het reinigen van de
stoelen geen organisch
oplosmiddel, zoals thinner, alcohol of wasbenzine. Hierdoorkan de stoelverwarming en destoel zelf beschadigd worden.
Plaats geen isolerende materialen zoals dekens, kussensof hoezen op de stoel wanneer de stoelverwarming is ingeschakeld.
Dit kan leiden tot oververhitting.
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op stoelen die zijnvoorzien van stoelverwarming. Hierdoor kunnen de onderdelen
van de stoelverwarmingbeschadigd raken.
Wijzig de bekleding van de stoel niet. Anders kan destoelverwarming of -ventilatie
beschadigd raken.