Page 113 of 443
69
Wat te doen in een noodgeval
6. Wacht tot de motortemperatuur weernormaal is als u de oorzaak van de
oververhitting niet kunt vinden. Vul het
koelvloeistofreservoir voorzichtig bij tot
het merkteken halverwege als het
koelvloeistofniveau te laag is.
7. Rijd voorzichtig verder en wees alert op verdere tekenen van oververhitting.
We adviseren u contact op te nemen
met een officiële HYUNDAI-dealer als
de motor opnieuw oververhit raakt.OPMERKING
Als er veel koelvloeistof
verdwenen is, duidt dit op een
lekkage in het koelsysteem enadviseren we u contact op tenemen met een officiële HYUNDAI-dealer.
Wanneer de motor oververhit raakt door te weinig koelvloeistofkan het plotseling bijvullen vankoelvloeistof barsten in de motor
veroorzaken. Vul koelvloeistof langzaam en in kleinehoeveelheden bij om schade tevoorkomen.
Page 114 of 443

Wat te doen in een noodgeval
10
6
CONTROLESYSTEEM LAGE BANDENSPANNING (TPMS) (INDIEN VAN TOEPASSING)
(1) Waarschuwingslampje lage bandenspanning /
Controlelampje storing TPMS
(2) Waarschuwingslampje positie lage bandenspanning
(aangegeven op LCD-display) Controleer iedere maand bij koude
banden of de bandenspanning van
alle banden, inclusief het reservewiel
(indien van toepassing),
overeenkomt met de aanbevolen
spanning op het voertuigplaatje of
het bandenspanningslabel. (Als de
bandenmaat van uw auto niet
overeenkomt met de bandenmaat op
het voertuigplaatje of hetbandenspanningslabel, dient u de
juiste spanning voor deze banden tebepalen.)
Voor extra beveiliging is uw auto
uitgerust met een controlesysteemlage bandenspanning (TPMS) dat
ervoor zorgt dat een
waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
wanneer de bandenspanning vaneen of meerdere band(en)
aanmerkelijk te laag is.
Wanneer het waarschuwingslampje
lage bandenspanning brandt, dient u
de auto dus stil te zetten, de banden
zo snel mogelijk te controleren en zeop de juiste spanning te brengen.
Rijden op banden waarvan de
bandenspanning te laag is, heeft
oververhitte en mogelijk
beschadigde banden tot gevolg. Te
lage bandenspanning levert een
hoger brandstofverbruik op, verkort
de levensduur van de banden en
heeft mogelijk invloed op de
rijeigenschappen van de auto en de
remweg.
Het TPMS dient niet ter vervanging
van onderhoud van de banden te
worden gebruikt. Het is de
verantwoordelijkheid van debestuurder dat de banden op dejuiste spanning zijn, ook al is de
bandenspanning nog niet zo laag dat
het waarschuwingslampje gaat
branden.
Uw auto is tevens uitgerust met een
controlelampje storing TPMS dat
aangeeft wanneer het systeem niet
goed werkt.
OBK062024
OBK044281L
■
Type Supervision
Page 115 of 443

611
Wat te doen in een noodgeval
Het controlelampje storing TPMS is gecombineerd met het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning. Wanneer door het
systeem een storing wordt
gedetecteerd, knippert het
waarschuwingslampje gedurende
ongeveer een minuut en blijft daarna
branden.
Wanneer het controlelampje storing
TPMS continu brandt nadat het
ongeveer 1 minuut geknipperd heeft,kan het systeem mogelijk niet naarbehoren een te lage
bandenspanning vaststellen.
Storingen in het TPMS kunnen door
verschillende oorzaken ontstaan,
waaronder het plaatsen, vervangen
of wisselen van banden of velgen
waardoor het TPMS niet goed werkt.
Controleer na het vervangen van een
of meerdere band(en) of velg(en) het
controlelampje storing TPMS om
ervoor te zorgen dat het TPMS goed
werkt.✽✽AANWIJZING
In de volgende situaties raden we u
aan het systeem door een officiële
HYUNDAI-dealer na te laten
kijken.
1.Het waarschuwingslampje lage bandenspanning/storing TPMS
gaat niet gedurende 3 seconden
branden nadat het contact in
stand ON is gezet of de motor is
gestart.
2. Het controlelampje storing TPMS blijft branden nadat het
gedurende ongeveer 1 minuut
geknipperd heeft.
3. Het waarschuwingslampje positie lage bandenspanning blijft
branden.Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning
Wanneer de waarschuwingslampjes
van het controlesysteem lage
bandenspanning branden en een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven op het LCD-display in
het instrumentenpaneel, is de
bandenspanning van een of
meerdere band(en) te laag. Het
waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning geeft aan welkeband een te lage bandenspanningheeft doordat het bijbehorende
lampje gaat branden.
OBK044281L
Page 116 of 443

Wat te doen in een noodgeval
12
6
Wanneer een van deze
waarschuwingslampjes gaat
branden of wanneer een
waarschuwingsmelding verschijnt op
het LCD, verminder dan onmiddellijk
snelheid, vermijd scherp aansnijden
van bochten en anticipeer op een
langere remweg. Zet de auto zo snelmogelijk stil en controleer debanden. Breng de banden op de juiste
spanning zoals aangegeven op het
voertuigplaatje of hetbandenspanningslabel op de
middenstijl aan bestuurderszijde.
Vervang de band met een te lage bandenspanning door het
reservewiel als u geen tankstation
kunt bereiken of als de band lek is. Wanneer de band met lage
bandenspanning is vervangen door
de reserveband, gebeurt een van de
volgende dingen:
Het controlelampje storing TPMS
knippert gedurende ca. 1 minuut
en blijft daarna branden omdat deTPMS-sensor niet op het
reservewiel is gemonteerd.
✽✽ AANWIJZING
Het reservewiel is niet uitgerust met
een bandenspanningssensor.
OPMERKING
Mogelijk gaat het waarschuwingslampje lagebandenspanning in de winter ofbij koud weer branden als de banden bij warm weer op deaanbevolen spanning zijngebracht. Het betekent niet dat uw TPMS defect is, omdat delagere temperatuur eenevenredig lagere bandenspanning tot gevolgheeft.
Controleer de bandenspanningen stel deze af wanneer u vaneen warm gebied naar een koud gebied of vice versa rijdt, ofwanneer de buitentemperatuuraanmerkelijk toe- of afneemt.
Page 117 of 443

613
Wat te doen in een noodgeval
Controlelampje storing
TPMS (controlesysteem
lage bandenspanning)
Het controlelampje storing TPMS
gaat branden nadat het ongeveer 1
minuut heeft geknipperd wanneer er
een probleem is met het controle
-
systeem lage bandenspanning (TPMS).
We raden u aan het systeem door
een officiële HYUNDAI-dealer na te
laten kijken om het probleem te laten
vaststellen.
✽✽ AANWIJZING
In het geval van een storing in het
TPMS is het mogelijk dat het
waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning niet gaat branden,
ook al is de spanning van een band
te laag.
OPMERKING
Het controlelampje storing TPMS gaat mogelijkgedurende ongeveer 1 minuut knipperen en daarna continubranden als de auto in debuurt rijdt van elektrische kabels of zenders zoals in denabijheid van politiebureaus,kantoren, zendstations, militaire objecten,luchthavens, zendmasten,enz. die de normale werkingvan het controlesysteem lage bandenspanning (TPMS)kunnen storen. Dit kan denormale werking van het TPMS storen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING - Schade
door lage bandenspanning
Een te lage bandenspanning
zorgt ervoor dat de auto
instabiel wordt en kan ervoor
zorgen dat u de controle overde auto verliest en dat de
remweg wordt verlengd. Doorrijden op banden met een
te lage spanning heeft
oververhitte en defecte banden
tot gevolg.
Page 118 of 443

Wat te doen in een noodgeval
14
6
Een wiel wisselen met TPMS
Bij een lekke band gaan de
waarschuwingslampjes lagebandenspanning en positie lage
bandenspanning branden. We radenu aan het systeem door een officiële
HYUNDAI-dealer na te laten kijken.
Ieder wiel is uitgerust met een bandenspanningssensor achter het
ventiel in het wiel. Gebruik wielen die
speciaal geschikt zijn voor TPMS. Wij
raden u aan uw banden door een
officiële HYUNDAI-dealer te laten
nakijken. Wanneer u ongeveer 10 minuten rijdtmet een snelheid hoger dan 25 km/h
na het vervangen van de lekke band
door het reservewiel, doet zich het
volgende voor:
Het controlelampje storing TPMS
knippert gedurende ca. 1 minuut
en blijft daarna branden omdat deTPMS-sensor niet op het
reservewiel is gemonteerd.
OPMERKING
Gebruik NOOIT
bandenreparatiemiddel om deband met een te lage spanning te repareren of op spanning tebrengen. Het afdichtingsmiddelkan de bandenspanningssensor beschadigen. In dat geval moetu de bandenspanningssensorvervangen.
(Vervolg)
Het controlelampje storing TPMS kan gedurendeongeveer 1 minuut gaan knipperen en daarna continugaan branden als ersneeuwkettingen gebruikt worden of als er in de autobepaalde elektronischeapparatuur wordt gebruikt, zoals een notebook, een ladervoor een mobiele telefoon,een externe starthulp of een navigatiesysteem, enz.
Dit kan de normale werkingvan het TPMS storen.
Page 119 of 443

615
Wat te doen in een noodgeval
Mogelijk kunt u de bandenspanning niet beoordelen door alleen naar de
banden te kijken. Gebruik altijd een
bandenspanningsmeter van een
goede kwaliteit om de banden
-
spanning te meten. Een band die
warm is (door het rijden), heeft eenhogere bandenspanning dan een
band die koud is (doordat dezegedurende ten minste 3 uur heeftstilgestaan of niet meer dan 1,6 km
heeft gereden gedurende deze
periode).
Laat de band afkoelen alvorens de
bandenspanning te meten. Zorg er
altijd voor dat de band koud is
alvorens deze op de aanbevolen
spanning te brengen. Een koudeband houdt in dat de auto gedurende3 uur heeft stilgestaan of niet meerdan 1,6 km heeft gereden gedurende
deze periode.
WAARSCHUWING- TPMS
Het TPMS waarschuwt niet
voor ernstige en plotselinge
schade aan de banden
veroorzaakt door externe
factoren, zoals spijkers en
dergelijke.
Als de auto instabiel aanvoelt, haal dan onmiddellijk uw voet
van het gaspedaal, trap het
rempedaal licht in en breng
uw auto op een veilige plaatstot stilstand.
WAARSCHUWING - TPMS
beschermen
Het aanpassen, wijzigen of
uitschakelen van onderdelen
van het controlesysteem lagebandenspanning (TPMS)
verhindert mogelijk dat de
bestuurder door het systeem
wordt gewaarschuwd over een
te lage bandenspanning en/of
storingen in het TPMS. Door het
aanpassen, wijzigen of
uitschakelen van onderdelen
van het TPMS vervalt mogelijk
de garantie voor dat deel van deauto.
Page 120 of 443
Wat te doen in een noodgeval
16
6
WAARSCHUWING
- EUROPA
Voer geen wijzigingen door aan de auto, deze kunnen de
TPMS-functie beïnvloeden.
Op de markt leverbare velgen zijn niet voorzien van een
TPMS-sensor. Voor uw
veiligheid adviseren we u bij
het vervangen van onderdelen
deze aan te schaffen bij een
officiële HYUNDAI-dealer.
Als u op de markt leverbare velgen monteert, gebruik dan
door de HYUNDAI-dealer
goedgekeurde TPMS-
sensoren. Als uw auto niet is
voorzien van alle TPMS-
sensoren of als het TPMS niet
correct werkt, kan uw auto bij
de APK worden afgekeurd.
(Vervolg)(Vervolg)❈
❈ Alle gedurende de
onderstaande periode op de
EUROPESE markt verkochte
auto's moeten zijn voorzien
van het TPMS.
- Nieuw model auto: vanaf 1
november 2012
- Bestaand model auto: vanaf 1 november 2014 (op basis
van voertuigregistraties)