Page 337 of 443

Kenmerken van uw auto
70
4
Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat
de brandstoftank bijna leeg is. Als dit
lampje gaat branden, moet u zo spoedig
mogelijk tanken. Doorrijden met een
brandend waarschuwingslampje voor
een laag brandstofniveau of een lager
brandstofniveau dan "E" op de
brandstofmeter, kan leiden tot overslaan
van de motor en beschadiging van de
katalysator (indien van toepassing).
Controlelampje laag niveauruitensproeiervloeistof
Dit controlelampje geeft aan dat het
sproeierreservoir bijna leeg is. Vul zo snel
mogelijk ruitensproeiervloeistof bij.
Controlelampjemotormanagement (MIL)
Dit controlelampje maakt deel uit van het
motorregelsysteem dat verschillende
onderdelen van het emissieregelsysteem
in de gaten houdt. Als dit lampje tijdens
het rijden gaat branden, geeft het aan dat
een mogelijk probleem gesignaleerd is inde emissieregelsystemen.
Dit lampje gaat ook branden als het
contact in stand ON wordt gezet en gaateen paar seconden nadat de motor
gestart is weer uit. Als het lampje tijdens
het rijden gaat branden of als het lampje
niet gaat branden wanneer het contact in
stand ON wordt gezet, adviseren we uhet systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
U kunt nog rijden met uw auto maar we adviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Page 338 of 443

471
Kenmerken van uw auto
Controlelampje ESP(voertuigstabiliteitsregeling)
Het controlelampje EPS gaat branden op het moment dat het contact in stand
ON wordt gezet en moet na ongeveer 3
seconden weer doven. Als de
voertuigstabiliteitsregeling is
ingeschakeld, registreert dit systeem de
rijomstandigheden. Zolang deze normaal
zijn, blijft het controlelampje ESP uit.
Zodra het systeem registreert dat de
wielen door willen gaan slippen, wordt de
voertuigstabiliteitsregeling geactiveerden gaat het controlelampje ESP knipperen.
Maar als het ESP-systeem defect is, gaat
het controlelampje branden en blijft aan.
We adviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Controlelampje ESP OFF
Het controlelampje EPS OFF gaat
branden op het moment dat het contact
in stand ON wordt gezet en moet na
ongeveer 3 seconden weer doven. Druk
op de schakelaar ESP OFF om de
voertuigstabiliteitsregeling uit te
schakelen. Het controlelampje ESP OFF gaat branden om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
Als u de parkeerrem gebruikt om de auto tot stilstand te brengen met het ESP-
systeem in de stand-bystand terwijl de
remmen niet goed werken, wordt het
ESP-systeem uitgeschakeld en gaat hetcontrolelampje ESP OFF mogelijk
gedurende ongeveer 5 minuten branden.
OPMERKING
Gebruik de parkeerrem niet om de
auto tot stilstand te brengen. Doe
dit alleen in een noodgeval.
OPMERKING
Wanneer u langere tijd met een brandend controlelampje
motormanagement blijft doorrijden,kan schade aan deemissieregelsystemen ontstaan. Dit kan een nadelige invloed hebben op
de rijprestaties en/of hetbrandstofverbruik.
OPMERKING
Wanneer het controlelampjemotormanagement gaat branden,
kan de katalysator beschadigd zijn.Hierdoor kan het motorvermogenteruglopen.
We adviseren u het systeem te latencontroleren door een officiëleHYUNDAI-dealer.
Page 339 of 443

Kenmerken van uw auto
72
4
Controlelampje CRUISE
(indien van toepassing)
Controlelampje CRUISE
Het controlelampje gaat branden
wanneer het cruise control-systeem
wordt ingeschakeld.
Het controlelampje CRUISE in het
instrumentenpaneel gaat branden als de
cruise control-schakelaar op het
stuurwiel wordt ingedrukt. Het controlelampje gaat uit als de
schakelaar nogmaals wordt ingedrukt.
Raadpleeg voor meer informatie over het
gebruik van de cruise control "Cruisecontrol-systeem" in hoofdstuk 5. Controlelampje SET
Het controlelampje gaat branden als de functie
(SET- of RES+)van de cruise
control is ingeschakeld. Het controlelampje SET in het
instrumentenpaneel gaat branden als de
cruise control-schakelaar
(SET- of RES+)wordt ingedrukt.
Het controlelampje SET brandt niet als
de cruise control-schakelaar (CANCEL)
is ingedrukt of als het systeem is
uitgeschakeld.
Waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot" (indien van toepassing)
Zonder Smart Key-systeem
Als het bestuurdersportier wordt geopend en de contactsleutel zich nog in
het contactslot bevindt (stand ACC of
LOCK), zal de waarschuwingszoemer
"sleutel in contactslot" klinken. Dit om te
voorkomen dat u de auto afsluit en de
sleutel in het contactslot laat zitten. De
zoemer klinkt totdat de sleutel wordt
verwijderd, het contact in stand ON wordt
gezet of het bestuurdersportier wordtgesloten.
Met Smart Key-systeem
Als het bestuurdersportier wordt
geopend en de Smart Key zich nog in de
auto bevindt terwijl de startknop in de
stand ACC staat of nog in de Smart Key-
houder is geplaatst terwijl de startknop inde stand OFF staat, zal de
waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot" klinken. De zoemer klinkt
totdat de Smart Key uit de houder wordt
verwijderd of het bestuurdersportier
wordt gesloten.
CRUISE
SET
Page 340 of 443
473
Kenmerken van uw auto
Waarschuwing te hogesnelheid (indien vantoepassing)
Waarschuwingslampje te hoge snelheid
Als u harder dan 120 km/h rijdt, gaat het
waarschuwingslampje voor een te hoge
snelheid knipperen. Dit dient om te
voorkomen dat u te hard rijdt.
Waarschuwingszoemer te hoge snelheid
Als u harder dan 120 km/h rijdt, klinkt
gedurende ongeveer 5 seconden de
waarschuwingszoemer voor een te hoge
snelheid. Dit dient om te voorkomen dat
u te hard rijdt.
Controlelampje KEY OUT(indien van toepassing)
Wanneer de toets ENGINE START/
STOP in stand ACC of ON staat, wordtdoor het systeem gecontroleerd of de
Smart Key aanwezig is als een portier
open is. Als de Smart Key zich niet in de
auto bevindt, gaat het lampje knipperen
en als alle portieren zijn gesloten, klinkt
de zoemer ook gedurende ongeveer 5
seconden. Het lampje gaat uit terwijl de
auto rijdt. Houd de Smart Key in de auto.
KEY
OUT120 km/h
Page 341 of 443
Kenmerken van uw auto
74
4
De multimeter bestaat uit een
gaspedaalpositiemeter, turbodrukmeter
(2,0-liter motor), motorkoppelmeter (3,8-liter motor) en een
motorolietemperatuurmeter
MULTIMETER
1. Gaspedaalmeter
2. Turbodrukmeter
3. Motorkoppelmeter
4. Motorolietemperatuurmeter
OBK042245/OBK042246L
2,0L Motor
3,8L Motor
Page 342 of 443
475
Kenmerken van uw auto
Gaspedaalmeter
Deze geeft aan hoever het gaspedaal is
ingetrapt.Turbodrukmeter (2,0L Motor)
Hij geeft direct de verandering van de
laaddruk weer.Motorkoppelmeter (3,8L Motor)
Hij geeft direct de verandering van het
motorkoppel per toerental weer.
OBK042247OBK042248OBK042249L
Page 343 of 443
Kenmerken van uw auto
76
4
Motorolietemperatuurmeter
Hij geeft direct de verandering van de
motorolietemperatuur weer.
OBK042250
Page 344 of 443

477
Kenmerken van uw auto
De parkeerhulp waarschuwt de
bestuurder tijdens het achteruitrijden met
een signaal zodra de afstand tussen de
auto en een voorwerp achter de auto
minder dan 120 cm wordt. Het systeemdient slechts als hulpmiddel en
vermindert niet de noodzaak om
voorzichtig te rijden. Het bereik van de
parkeersensoren is beperkt en niet alle
voorwerpen worden even goed
opgemerkt. Blijf daarom altijd alert
tijdens het achteruitrijden.Werking van de parkeerhulp
Werking
Het systeem wordt ingeschakeld als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld en het contact in stand ON staat.
Bij een snelheid van meer dan 10 km/h
wordt het systeem mogelijk niet juist
geactiveerd.
Het bereik van de parkeersensoren bedraagt ongeveer 120 cm.
Als er zich meerdere voorwerpen achter de auto bevinden, zal het dichtstbijzijnde
als eerste worden geregistreerd.
Waarschuwingssignalen
Wanneer een voorwerp zich 120 - 61cm van de achterbumper bevindt:
Zoemer klinkt met tussenpozen.
Wanneer een voorwerp zich 60 - 31 cm van de achterbumper bevindt:
Zoemer klinkt vaker.
Wanneer een voorwerp zich binnen 30 cm van de achterbumper bevindt:
Zoemer klinkt onafgebroken.
PARKEERHULP (INDIEN VAN TOEPASSING)
WAARSCHUWING
De parkeerhulp dient slechts als
hulpmiddel. De werking van de
parkeerhulp kan worden beïnvloed
door verschillende factoren
(inclusief de luchtverontreiniging).
Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder om het gebied achter
de auto te controleren alvorens
achteruit te rijden.
OBK042131
Parkeerhulp