Page 377 of 443

311
Veiligheidsysteem van uw auto
Opbergvak in rugleuning
In de rugleuning van beide voorstoelen
bevindt zich een opbergvak.Toegang tot de achterbank (walk-in-functie)
Klap de rugleuning van de bestuurders-
of voorpassagiersstoel naar voren voortoegang tot de achterbank.
Bestuurdersstoel
Trek de hendel van de
rugleuningverstelling of de walk-in-
hendel (1) omhoog om de rugleuning
naar voren te klappen. Trek vervolgens
de hendel van de langsverstelling
omhoog of druk de
bedieningsschakelaar naar voren om de
stoel naar voren te schuiven. Nadat u bent in- of uitgestapt, klapt u de
rugleuning en schuift u de stoel terug in
de oorspronkelijke positie. Controleer of
de stoel vergrendeld is.
OBK032068
WAARSCHUWING
-
Verbranding door de stoelverwarming
Wees erg voorzichtig bij het
gebruik van de stoelverwarming
vanwege het gevaar voor
oververhitting, waardoor brand kan
ontstaan. De passagiers moeten
kunnen voelen of de stoel te warm
wordt en de stoelverwarming uit
kunnen schakelen. De
stoelverwarming kan zelfs bij lage
temperaturen brandwonden
veroorzaken, vooral als de functie
gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Vooral de volgende
categorieën personen dienen erg
voorzichtig te zijn:
1. Kinderen, ouderen, gehandicapten en ziekenhuispatiënten
2. Personen met een gevoelige huid
3. Vermoeide personen
4. Dronken personen
5. Personen die onder invloed zijn van medicijnen die het
reactievermogen verminderen ofslaap opwekken (Sleeping pills,
cold tablets, etc.)
WAARSCHUWING -
Opbergvakken rugleuning
Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen in de opbergvakken.
Bij een ongeval kunnen ze uit de
opbergvakken geslingerd worden
en inzittenden verwonden.
OBK032066
Page 378 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
12
3
Voorpassagiersstoel
Wanneer u de walk-in-hendel (1) aan de
achterzijde van de rugleuning van de
voorpassagiersstoel omhoogtrekt, klapt
de rugleuning naar voren. Duw de stoel
vervolgens naar voren om de passagierste laten instappen.
Wanneer u de rugleuning omhoogtrekt,
keert deze terug naar de oorspronkelijke
positie. Afstellen van de achterbank
Neerklapbare achterbank
De rugleuning achter kan worden
opgeklapt om het vervoer van langere
voorwerpen mogelijk te maken of de
bagageruimte te vergroten.
WAARSCHUWING
Verstel de stoel nooit terwijl de auto rijdt of als er mensen op de
voorstoelen zitten, omdat
hierdoor de stoel plotseling in
beweging kan komen, waardoor
de passagier letsel kan oplopen.
Houd uw handen niet onder de stoel terwijl u deze verstelt.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de rugleuning van de
passagiersstoel neergeklapt. Het is
gevaarlijk om deze tijdens het
rijden te verstellen. Controleer of
de rugleuning goed is vergrendeld
alvorens te gaan rijden.
WAARSCHUWING
Het doel van de opklapbare
rugleuning is het vervoer van
langere voorwerpen mogelijk te
maken waarvoor anders geenruimte is. Laat nooit iemand op een
neergeklapte rugleuning zitten als
de auto rijdt omdat dat geen veiligepositie is en omdat dan de
veiligheidsgordels niet gebruikt
kunnen worden. Hierdoor kan bijeen aanrijding of een noodstop
ernstig letsel ontstaan. Voorwerpen
die op de neergeklapte rugleuning
vervoerd worden mogen niet boven
de bovenzijde van de voorstoelen
uitsteken. Als dat wel het geval iskan de lading bij een noodstop naar
voren schuiven en letsel of schade
veroorzaken.
OBK032017
Page 379 of 443
313
Veiligheidsysteem van uw auto
Neerklappen van de rugleuning achter:
1. Zet de rugleuning zo veel mogelijkrechtop en schuif indien nodig de
voorste stoel naar voren.
2. Trek de vergrendelschakelaar van de rugleuning (1) in de bagageruimte of
de gordel (2) in het midden van de
achterbank naar buiten. 3. Haal bij de schoudergordels de
gordels uit de geleiders en verplaats
ze naar de buitenzijde van de
achterbank, zodat ze bij het
neerklappen van de rugleuning niet in
de weg zitten.
OPMERKING
Gebruik om diefstal te ontmoedigen
de vergrendelgordel van de
rugleuning (2) in het midden van deachterbank alleen in noodgevallen(bij een ontladen accu) en berg hem onder normale omstandigheden
buiten het zicht op.
OBK032067
OBK039014
OBK039032
Page 380 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
14
3
4. Klap de rugleuning naar de voorzijde
van de auto.
5. Controleer na het rechtop zetten van de rugleuning altijd of de rugleuning
goed is vergrendeld door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken.
6. Plaats de gordel in de geleider.
✽✽ AANWIJZING
Als de veiligheidsgordel tijdens het
neerklappen van de rugleuning
blokkeert, laat dan de veiligheidsgordel
af- en oprollen om de blokkering op te
heffen.
WAARSCHUWING
Bij het terugzetten van de
achterbank in zijn oorspronkelijkepositie nadat de bank is
neergeklapt:
Let erop dat het materiaal van de
gordel of de gesp niet beschadigd
worden. Zorg ervoor dat de gordel of
gesp niet klem komen te zitten.
Controleer of de rugleuning goed
vergrendeld is door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken. Anders kan bij eenaanrijding of noodstop de
rugleuning naar voren klappen,
waardoor de bagage in het
passagierscompartiment terecht
kan komen en de inzittenden ernstigletsel zouden kunnen oplopen.
OBK032015
OPMERKING
- Veiligheidsgordels achter
Vergeet niet bij het omhoog klappen van de rugleuning de
schoudergordels in de juistepositie te plaatsen.
Controleer na het omhoog klappen van de rugleuning achter
of de achterbank is vergrendeld.
Page 381 of 443
315
Veiligheidsysteem van uw auto
OPMERKING
Zorg ervoor dat de motor uitstaat, de automatische
transmissie in stand P staat en deparkeerrem geacitveerd isalvorens bagage in of uit te laden. Anders zou de auto kunnen gaan
rijden als de selectiehendel perongeluk in een andere stand wordt gezet.
Wees voorzichtig bij het plaatsen van bagage op de achterbank omschade aan het interieur tevoorkomen.
Als via de achterbank bagage in de auto wordt geladen, zet de
bagage dan goed vast om tevoorkomen dat deze tijdens hetrijden gaat schuiven. Losliggende bagage kan persoonlijk letsel en
schade aan de auto veroorzaken.WAARSCHUWING
- Bagage
Bagage moet altijd worden
vastgezet om te voorkomen dat
deze bij een aanrijding door de auto
wordt geslingerd, waardoor deinzittenden letsel kunnen oplopen.
Wees extra voorzichtig met het
plaatsen van voorwerpen op de
achterbank, omdat ze inzittenden
voorin kunnen raken bij een
frontale aanrijding.
Page 382 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
16
3
Veiligheidsgordels VEILIGHEIDSGORDELS
WAARSCHUWING
Voor een optimale bescherming moeten de veiligheidsgordels
tijdens het rijden altijd gedragen
worden.
De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als de
rugleuningen rechtop staan.
Kinderen tot en met 12 jaar moeten altijd plaatsnemen op de
achterbank en de gordel op de
juiste manier dragen. Laatkinderen nooit op de
passagiersstoel meerijden. Als
een kind van 13 jaar of ouder op
de voorpassagiersstoel vervoerd
moet worden, moet hij of zij de
veiligheidsgordel op de juiste
manier dragen en moet de stoel
zover mogelijk naar achteren
worden gezet.
(Vervolg)
(Vervolg)
Draag nooit de schoudergordelonder de arm door of achter uw
rug. Het niet op de juiste manier
gebruiken van de schoudergordelkan bij een aanrijding resulteren
in ernstig letsel. De
schoudergordel moet over het
midden van uw schouder worden
gedragen, over uw sleutelbeen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet gedraaid
zitten. Als de gordel gedraaid is,
werkt hij minder effectief. Bij een
aanrijding kan een gedraaide
veiligheidsgordel zelfs
snijwonden veroorzaken. Zorg er
daarom voor dat de gordel niet
verdraaid zit.
Let erop dat het materiaal van de gordel niet beschadigd wordt.
Laat een beschadigde
veiligheidsgordel vervangen.
Zet breekbare voorwerpen nooit vast met een veiligheidsgordel.
Bij krachtig remmen of een
aanrijding kunnen ze beschadigd
raken door de veiligheidsgordel.WAARSCHUWING
Veiligheidsgordels zijn ontworpen
om aan te liggen tegen de
botstructuur in het lichaam en
moeten daarom zo laag mogelijk
over het bekken of het bekken, de
borst en de schouder, afhankelijk
van het type gordel, gedragen
worden; het dragen van het
heupgedeelte over de onderbuik
moet voorkomen worden.
De veiligheidsgordel moet zo strak
mogelijk tegen het lichaam aan
gedragen worden, voor zover het
comfort het toelaat, om een
maximale bescherming te kunnenbieden.
Een loshangende veiligheidsgordel
biedt veel minder bescherming.
Voorkomen moet worden dat de
gordel in aanraking komt met
polijstmiddelen, olie en chemicaliën,
in het bijzonder accuzuur. De
veiligheidsgordels kunnen op een
veilige manier gereinigd worden met
een milde zeepoplossing.
(Vervolg)
Page 383 of 443

317
Veiligheidsysteem van uw auto
Waarschuwingssysteem voor deveiligheidsgordels
Type A
Als herinnering voor bestuurder licht
telkens als het contact in stand ON wordt
gezet het waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordels gedurende 6
seconden op, ongeacht of de gordels zijn
vastgemaakt.
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet vastgemaakt is nadat het
contact in stand ON is gezet, zal het
waarschuwingslampje nogmaalsgedurende 6 seconden gaan knipperen.
(Vervolg)
De veiligheidsgordel moet worden
vervangen als hij gerafeld,
verontreinigd of beschadigd is. De
veiligheidsgordel moet ook worden
vervangen als hij gedragen is
tijdens een zware aanrijding, ook al
is de gordel niet zichtbaar
beschadigd. Bij het dragen mag de
gordel niet gedraaid zitten. Elke
veiligheidsgordel mag maar door
één persoon gedragen worden; het
is gevaarlijk een kind op schoot te
vervoeren met de gordel om beide
personen heen.WAARSCHUWING
Er mogen geen wijzigingen aan de gordel worden aangebracht of
hulpmiddelen worden gebruikt
die voorkomen dat het
gordelmechanisme de gordel
strak tegen het lichaam aan kan
trekken of die het verstellen van
de gordel onmogelijk maken.
Zorg er bij het vastmaken van de veiligheidsgordel voor dat u de
gordel niet in de gordelsluiting
van een andere stoel steekt. Dit is
erg gevaarlijk omdat u mogelijk
niet volledig door de
veiligheidsgordel wordt
beschermd.
Maak de veiligheidsgordel tijdens het rijden niet (herhaaldelijk) los
en vast. Hierdoor kunt u de
controle verliezen waardoor een
ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
Zorg er bij het vastmaken van de veiligheidsgordel voor dat de
gordel niet over harde of
breekbare voorwerpen ligt.
Controleer of er geen voorwerpen in de gordelsluiting aanwezig zijn.
Anders kan de veiligheidsgordel
niet goed vastgemaakt worden.
1GQA2083
Page 384 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
18
3
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet vastgemaakt is, zal
gedurende ongeveer 6 seconden een
waarschuwingszoemer klinken zodra het
contact in stand ON wordt gezet. Dit
gebeurt ook als de veiligheidsgordel
weer losgemaakt wordt als het contact in
stand ON staat. In dat geval stopt de
zoemer onmiddellijk als de
veiligheidsgordel is vastgemaakt. Type B
Als herinnering voor bestuurder en
voorpassagier brandt telkens als het
contact in stand ON wordt gezet het
waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordels gedurende 6seconden, ongeacht of de gordels zijn
vastgemaakt.
Wanneer de veiligheidsgordel van de
bestuurder of voorpassagier niet
vastgemaakt is als het contact in stand ON
wordt gezet, zal het waarschuwingslampje
gaan branden.
Dit gebeurt ook als de veiligheidsgordel
weer losgemaakt wordt als het contact instand ON staat.
Als u de veiligheidsgordel nog steeds
niet draagt en de rijsnelheid hoger wordt
dan 9 km/h, zal het brandende
waarschuwingslampje gaan knipperen
totdat de rijsnelheid lager wordt dan 6km/h.
Als u door blijft rijden zonder dat u de
veiligheidsgordel draagt en sneller gaat
rijden dan 20 km/h, zal de
waarschuwingszoemer gedurende
ongeveer 100 seconden klinken en zal het
desbetreffende waarschuwingslampje
gaan knipperen.
Driepuntsgordel
Vastmaken van uw gordel:
Trek de gordel uit de blokkeerautomaat en plaats de metalen gesp (1) in de
gordelsluiting (2). Wanneer de gesp in de
gordelsluiting vergrendelt, is een klik
hoorbaar.
De veiligheidsgordel kan zich alleen automatisch tot de juiste lengte oprollenals u eerst handmatig het heupgedeelte
van de gordel strak over uw heupen trekt.
Als u zich langzaam voorover beweegt,rolt de gordel af en heeft u een maximale
bewegingsruimte. Bij een noodstop of
een aanrijding echter zal de gordel
geblokkeerd worden. Daarnaast zal de
gordel blokkeren wanneer u te snel naar
voren buigt.
B180A01NF-1