Page 185 of 443

Rijden met uw auto
52
5
Gebruik hoogwaardige
ethyleenglycol koelvloeistof
Uw auto wordt afgeleverd met een
koelsysteem dat gevuld is met
hoogwaardige ethyleenglycol
koelvloeistof. Alleen dit type koelvloeistof
helpt corrosie in het koelsysteem te
voorkomen, smeert de waterpomp
afdoende en voorkomt bevriezing van
het koelsysteem. Vervang de
koelvloeistof periodiek en vul het op de
juiste manier bij. Zie hiervoor hetonderhoudsschema in hoofdstuk 7.
Laat voor de winter controleren of de
koelvloeistof voldoende bescherming
tegen bevriezing biedt voor de te
verwachten winterse temperaturen.
Controleer de accu en de accukabels
In de winter krijgt de accu het extra
zwaar. Controleer de accu en de
accukabels en -klemmen visueel zoals
beschreven staat in hoofdstuk 7.
We adviseren u de ladingstoestand van de accu te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer. Laat de motor indien nodig vullen
met een speciale “winterolie”
In sommige landen wordt geadviseerd in de winter speciale winterolie te
gebruiken met een lagere viscositeit. Zie
hoofdstuk 8 voor meer informatie. Neem
contact op met een officiële HYUNDAI-
dealer als u niet weet wat voor soort olie
u moet gebruiken.
Controleer de bougies en het ontstekingssysteem
Controleer de bougies zoals beschreven
staat in hoofdstuk 7 en vervang ze indien
nodig. Controleer ook de bedrading en de
onderdelen van het ontstekingssysteem
op scheuren, slijtage en andere vormen
van beschadiging.
Voorkom bevriezing van de sloten
Spuit een goedgekeurde slotontdooier of
glycerine in het sleutelgat om bevriezing
van de sloten te voorkomen. Verwijder
het ijs van een bevroren slot door het in
te spuiten met een goedgekeurde
slotontdooier. Een inwendig bevroren slotkunt u proberen te ontdooien met behulp
van een verwarmde sleutel. Zorg ervoor
dat u zich niet brandt aan de verwarmdesleutel.
Gebruik goedgekeurde
ruitensproeiervloeistof
Vul het ruitensproeierreservoir met
ruitensproeierantivries volgens de
aanwijzingen op de verpakking om
bevriezing van het ruitensproeiersysteem
te voorkomen. Ruitensproeierantivries is
verkrijgbaar bij een officiële HYUNDAI-dealer en de meeste
automaterialenzaken. Gebruik geen
koelvloeistof of andere middelen omdat
deze de lak kunnen beschadigen.
Page 186 of 443

553
Rijden met uw auto
Voorkom vastvriezen van de parkeerrem Onder bepaalde omstandigheden kan de
parkeerrem in geactiveerde toestand
vastvriezen. De kans daar op is het
grootst als er rond de achterremmen
sprake is van een opeenhoping vansneeuw of ijs of als de remmen nat zijn.
Als de kans bestaat dat de parkeerrem
vast gaat vriezen, gebruik hem danalleen maar tijdelijk tijdens het in stand P
zetten van de transmissie (automatische
transmissie) of in de 1e versnelling of
achteruit zetten (handgeschakelde
transmissie) en het blokkeren van de
wielen. Deactiveer daarna de parkeerrem.Voorkom dat ijs en sneeuw zich
ophopen aan de onderzijde vande auto
In sommige gevallen kunnen sneeuw en
ijs zich ophopen onder de schermen en de
bewegingen van de stuurinrichting
belemmeren. Controleer regelmatig of de
onderdelen van de stuurinrichting vrij
kunnen bewegen als u in omstandigheden
rijdt waarin opeenhoping van sneeuw of ijs
het geval zou kunnen zijn Neem de benodigde uitrusting
voor noodgevallen mee
Afhankelijk van de weersomstandigheden
waaronder u rijdt, kan het nodig zijn de
juiste voorzorgsmaatregelen te treffen enbepaa
lde zaken mee te nemen. Onder
deze zaken vallen bijvoorbeeld
sneeuwkettingen, een sleepkabel of -
ketting, een zaklantaarn, een
alarmknipperlicht, zand, een schep,
hulpstartkabels, een ruitenkrabber,
handschoenen, een stuk zeil of een
kleed, een deken, enz.
Page 187 of 443

Rijden met uw auto
54
5
MASSA VAN DE AUTO
In dit deel vindt u informatie over de
juiste manier van beladen van uw auto
en/of aanhanger, zodat u ervoor kunt
zorgen dat u het maximaal toelaatbaar
totaalgewicht, met of zonder aanhanger,
niet overschrijdt. Een juiste manier van
beladen zorgt ervoor dat de prestaties
van de auto zo min mogelijk in negatieve
zin beïnvloed worden. Zorg ervoor dat u,
voordat u uw auto gaat beladen, weet
wat de volgende termen betekenen,
zodat u uw auto, met of zonder
aanhanger, op de juiste manier kunt
beladen. De informatie vindt u bij despecificaties en op het typeplaatje:
Rijklaar gewicht
Dit is het gewicht van de auto met een
volle brandstoftank en de complete
standaarduitrusting. Dit gewicht is zonder
passagiers, lading en extra uitrusting.
Leeggewicht
Dit is het gewicht van de auto bij
aflevering plus het gewicht van de
achteraf gemonteerde uitrusting. Belading Dit getal heeft betrekking op al het
gewicht dat opgeteld wordt bij het rijklaar
gewicht, dus het gewicht van de lading
en de extra uitrusting.
GAW (maximale asbelasting)
Dit is het totaalgewicht op elke as (voor
en achter) - opgebouwd uit het rijklaar
gewicht en de totale belasting.
GAWR
(maximale toelaatbare asbelasting)
Dit is de maximale toegestane belasting
op een enkele as (voor of achter). Deze
cijfers staan op het typeplaatje. De totale belasting op een as mag de
GAWR nooit overschrijden. GVW
(maximaal toelaatbaar totaalgewicht)
Dit is het rijklaar gewicht plus het gewicht
van de lading en van de passagiers.
GVWR (maximale massa voertuig)
Dit is het maximaal toelaatbaar gewicht
van de volledig belaste auto (inclusief
opties, uitrusting, passagiers en lading).De GVWR staat op het typeplaatje op de
dorpel van het bestuurdersportier (of
voorpassagiersportier). Overbeladen
WAARSCHUWING -
Maximale gewichten
De maximale asbelasting en de
maximale massa van het voertuigstaan vermeld op het typeplaatje
bevestigd aan het bestuurdersportier
(of voorpassagiersportier).
Het overschrijden van deze
waardes kan een ongeval of schade
aan de auto veroorzaken. U kunt
het gewicht van uw lading
berekenen door de voorwerpen (en
personen) vooraf te wegen. Wees
voorzichtig uw auto niet te
overbeladen.
Page 188 of 443
555
Rijden met uw auto
Het rijden met een aanhanger
wordt voor deze auto niet
aanbevolen.RIJDEN MET EEN AANHANGER
Page 189 of 443
4137
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Als u achteraf een HID-koplamp monteert, treden er mogelijk
storingen op in het audiosysteem en
de elektronische onderdelen van auto.
Voorkom dat chemicaliën als parfum,
cosmetische oliën, zonnebrandcrème,
handenreiniger en luchtverfrisser in
aanraking komen met onderdelen van
het interieur, omdat deze
beschadiging of verkleuring kunnen
veroorzaken.
Antenne
Ruitantenne (indien van toepassing)
Als de radio wordt ingeschakeld terwijl
het contact in stand ON of ACC staat,
worden AM- en FM-radiosignalen
ontvangen via de in de achterruit
geïntegreerde antenne.
Haaienvin-antenne
(indien van toepassing)
De haaienvin-antenne ontvangt
gegevens.
AUDIOSYSTEEM
OBK042090
OBH048206
■
Type A
■ Type B
Page 190 of 443

Kenmerken van uw auto
138
4
Toets audioafstandsbediening
(indien van toepassing)
Het stuurwiel is mogelijk uitgerust met
toetsen voor de bediening van hetaudiosysteem.
VOLUME (VOL +/-) (1)
Druk op de toets (+) om het volume te
verhogen.
Druk op de toets (-) om het volume te verlagen.
SEEK/PRESET ( / ) (2)
Als de toets SEEK/PRESET gedurende
0,8 seconden of langer wordt ingedrukt,
werkt hij in elke stand als volgt.
Radiostand
Werkt als de toets AUTO SEEK. Er zal
worden gezocht totdat u de toets loslaat.
CD/USB/iPod-stand
Werkt als de toets FF/REW.
OPMERKING
Bedien nooit meerdere schakelaars
van het audio-schakelaarpaneeltegelijkertijd.
OBK042091L
OPMERKING
• Reinig de binnenzijde van de achterruit niet met een agressief
reinigingsmiddel of een hardvoorwerp. Hierdoor kan deantenne beschadigd raken.
Breng geen metaalhoudende (nikkel, cadmium, enz.) coatingsaan op de achterruit. Dit kan deontvangst van signalen verstoren.
Gebruik om beschadiging van de antenne van de achterruit tevoorkomen nooit scherpevoorwerpen of ruitenreiniger metschurende bestanddelen om de
ruit te reinigen. Reinig debinnenzijde van de achterruit meteen zachte doek.
Wanneer u een sticker op de binnenzijde van de achterruit
plakt, zorg er dan voor dat deantenne van de achterruit nietbeschadigd raakt.
Plaats geen scherpe voorwerpen in de buurt van de antenne van deachterruit.
Een getinte achterruit kan de juiste werking van de antennenegatief beïnvloeden.
Page 191 of 443

4139
Kenmerken van uw auto
Als de toets SEEK/PRESET gedurende
korter dan 0,8 seconden wordt ingedrukt,
werkt hij in elke stand als volgt.
Radiostand
Werkt als toets PRESET STATION.
CD/USB/iPod-stand
Werkt als toets TRACK UP/DOWN.
MODE (3)
Druk op MODE-schakelaar om Radio of CD (Compact Disc).
MUTE ( ) (4, indien van toepassing)
Druk op de toets om het geluid uit teschakelen.
Druk op de toets om de microfoon tijdens een telefoongesprek uit te
schakelen.
Meer informatie over de
bedieningstoetsen van het audiosysteem
vindt u op de volgende bladzijden in dithoofdstuk. De werking van een autoradio
AM en FM radiosignalen worden door
het radiostation uitgezonden. Deze
signalen worden ontvangen door de
radioantenne op het spatscherm van uw
wagen. Dit signaal wordt dan ontvangen
door de radio en doorgestuurd naar de
luidsprekers. Als een krachtig
radiosignaal uw wagen bereikt zorgt de
moderne techniek van uw
geluidsinstallatie voor een hoge kwaliteit
van de geluidsweergave. In sommige
gevallen is het ontvangen signaal echter
niet krachtig en helder.
Dit kan worden veroorzaakt door
bijvoorbeeld de afstand tot het
radiostation, andere krachtige stations of
de aanwezigheid van gebouwen,
bruggen of grotere obstakels in het
desbetreffende gebied.In het algemeen is de ontvangst van AM
(MW, LW) signalen beter dan van FM
signalen. Dit komt doordat AM (MW, LW)
radiogolven met een lage frequentie
worden uitgezonden. Deze lange golven
met een lage frequentie volgen het
aardoppervlak en verplaatsen zich niet
recht in de atmosfeer. Bovendien
ontwijken ze obstakels zodat over het
algemeen een betere signaal weergave
het gevolg is. Daarom kan een AM
uitzending over een grotere afstand dan
een FM uitzending worden ontvangen.
JBM001
FM-ontvangstJBM002
AM (MW, LM) -ontvangst
Page 192 of 443

Kenmerken van uw auto
140
4
FM signalen worden met een hoge
frequentie uitgezonden en volgen hierbij
niet het aardoppervlak. Daarom ontstaat
bij FM uitzendingen op een relatief korte
afstand van het radiostation vervorming.
Bovendien ondervinden FM signalen
nadelige invloeden door gebouwen,
bergen of andere obstakels. Dit kan een
geluidsweergave tot gevolg hebben
waardoor u veronderstelt dat uw
geluidsinstallatie niet in orde is. De
volgende condities zijn normaal en
duiden niet op een storing: Vervorming. Tijdens het rijden kan de
afstand ten opzichte van het
radiostation gewijzigd worden, het
signaal wordt zwakker en er treedt
vervorming op. In een dergelijk gevaladviseren wij u op een ander en
krachtiger station af te stemmen.
"Flutter" - Zwakke FM signalen of grote obstakels tussen de zenden en de
radio vervormen het signaal waardoor
er flutter ontstaat. Deze storing kan iets
worden onderdrukt door de hoge tonen
te verminderen. Bij het zwakker worden van het FM
signaal is het mogelijk dat het signaal
van een nabij gelegen, krachtige
zender op dezelfde frequentie wordt
ontvangen. Dit komt omdat uw radio is
ontworpen om op het sterkste signaal
af te stemmen. In dit geval adviseren
wij u een andere zender op te zoeken.
Als radiosignalen vanuit diverse richtingen worden ontvangen heeft dit
vervorming tot gevolg. Dit kan worden
veroorzaakt door een direct en een
gereflecteerd signaal van hetzelfde
station of door signalen van tweestations met dicht bij elkaar liggende
frequenties.
In dit geval adviseren wij u op een
andere zender af te stemmen.:
JBM004JBM003
FM radiostation
Bergen
Ijzeren bruggen
GebouwenOnbelemmerd
gebied
JBM005
Station 2 88,1MhzStation 2 88,3Mhz