Index
8
I
Sloten ·············································································4-17
Schakelaar portiervergrendeling ·······························4-19
Smart key ········································································4-6
Smeermiddelen en hoeveelheden ····································8-4
Sneeuwkettingen ····························································5-50
Snelheidsmeter ·······························································4-47
Spiegels ··········································································4-39 Afstellen ····································································4-41
Binnenspiegel ····························································4-39
Binnenspiegel met dag-/nachtstand ··························4-39
Buitenspiegel ·····························································4-40
Buitenspiegel inklappen ············································4-41
Elektrochromatische binnenspiegel (ECM) ·············4-39
Sportstand ······································································5-21
Standen contactslot ··························································5-5
Startblokkeersysteem ·······················································4-4
Starten met een hulpaccu ·················································6-5
Aanduwen of aanslepen ··············································6-7
Starten met een hulpaccu ············································6-5
Starten van de motor ··············································5-6, 5-10
Stoelen ·············································································3-2 Actieve hoofdsteun······················································3-9
Afstellen van de achterbank ······································3-12
Afstellen van voorstoel - elektrisch ····························3-5
Afstellen van voorstoel - handmatig ···························3-4
Hoofdsteun ··································································3-7
Lendensteun ································································3-7
Neerklapbare achterbank···········································3-12 Opbergvak in rugleuning···········································3-11
Stoelverwarming ·······················································3-10
Toegang tot de achterbank (walk-in-functie) ············3-11
Stoelverwarming ····························································3-10
Stuurbekrachtiging ·························································4-37
Stuurbekrachtigingsvloeistof ·········································7-22
Stuurwiel ········································································4-37 Claxon ·······································································4-38
Verstelbare stuurkolom··············································4-37
Tankdopklep···································································4-29
Temperatuurmeter ··························································4-49
Toegang tot de achterbank ·············································3-11
Toerenteller ····································································4-49
Toets Engine Start/Stop ···················································5-8
Transmissie Automatische transmissie··········································5-18
Handgeschakelde transmissie····································5-13
Uitleg bij onderhoudsschema ········································7-10
Uitlijnen en balanceren van de wielen ··························7-40
T
U
757
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterktezekeringBeveiligd onderdeel
MODULE 310AMotor-ECU, PDM, Smart Key-module, regelunit injectoren (G6DJ)
MODULE 17,5AAMP, audiosysteem, A/V- en navigatiesysteem, multimonitor, monitor vóór, leeslampje,
schakelaar elektrisch verstelbare buitenspiegel
POWER OUTLET15A12V-aansluiting achterste deel middenconsole
MODULE 610ABCM, PDM, Smart Key-module
MODULE 27,5A
IPS-module, instrumentenpaneel (IND, MICOM), BCM, controlelampje selectiehendel
automatische transmissie, multifunctionele schakelaar (afstandsbediening), multimeter,
koppelingsschakelaar cruise control, regelunit automatische koplampverstelling,
module klimaatregeling, module stoelverwarming bestuurders-/voorpassagiersstoel,
remlichtschakelaar, schakelaar en servo koplamphoogteverstelling links/rechts,
sensor parkeerhulp voor links/rechts, sensor parkeerhulp achter en midden links/rechts
MODULE 57,5ASchakelaar sportmodus (AT), sleutelsolenoid
STOP LP15ARelais remlichtsignaal
MODULE 77,5AAanjagerrelais, module schuif-/kanteldak, module klimaatregeling, ionisator dashboard (automatische airconditioning), elektrochromatische binnenspiegel
MODULE 47,5ABCM, PDM, IPS-module, vacuümschakelaar,
verbindingsblok E/R links (relais vacuümpomp)
WIPER FRT25AMultifunctionele schakelaar (ruitenwisser), motor ruitenwisser voor,
verbindingsblok E/R links (relais ruitenwisser voor, relais koplampsproeier)
START10AVerbindingsblok E/R links (startrelais), contactslot, transmissiestandschakelaar,
motor-ECU (G6DJ), relais claxon alarmsysteem
BLOWER7,5AModule klimaatregeling
Onderhoud
58
7
Naam zekeringSymboolStroomsterkte
zekeringBeveiligd onderdeel
HTD MIRR7,5AModule klimaatregeling,
elektrisch verstelbare buitenspiegel bestuurderszijde/voorpassagierszijde
TRUNK10ASchakelaar achterklep en tankdopklep, relaiskast interieur (relais achterklep)
PDM 210APDM, Smart Key-module, start/stoptoets, sleutelhouder
SAFETY POWER
WINDOW RH25AModule elektrisch bedienbare ruit voorpassagierszijde met klembeveiliging
FOG LP RR10AICM-relaiskast (relais mistachterlicht)
S/HEATER15AModule stoelverwarming bestuurders-/passagiersstoel
AMP25AAMP
SAFETY POWER
WINDOW LH25AModule elektrisch bedienbare ruit bestuurderszijde met klembeveiliging
5
Vóór het rijden / 5-3
Standen contactslot / 5-5
Toets ENGINE START/STOP / 5-8
Handgeschakelde transmissie / 5-13
Automatische transmissie / 5-18
Remsysteem / 5-26
Cruise control-systeem / 5-38
Brandstofbesparing / 5-42
Rijden onder speciale rijomstandigheden / 5-44
Rijden in de winter / 5-49
Massa van de auto / 5-54
Rijden met een aanhanger / 5-55
Rijden met uw auto
Rijden met uw auto
8
5
Verlichte toets ENGINE
START/STOP (indien vantoepassing)
Wanneer het voorportier wordt geopend,
gaat de verlichting van de startknop
branden. De verlichting gaat direct uit als
het contact in stand ON wordt gezet of 30
seconden nadat het portier is gesloten. Stand startknop
OFF
Met handgeschakelde transmissie
Breng om de motor uit te schakelen de
auto tot stilstand en druk op de startknopterwijl het contact in de stand ON staat.
Met automatische transmissie
Druk om de motor uit te schakelen op de
startknop terwijl het contact in de stand
ON staat en zet de selectiehendel in de
parkeerstand. Wanneer u de startknop
indrukt terwijl de selectiehendel niet in
stand P (parkeren) staat, gaat het
contact niet naar stand OFF, maar naar
stand ACC.
Stuurslotsysteem (indien van toepassing)
Het stuurwiel wordt ook vergrendeld
wanneer het contact in stand OFF staat,
om de auto tegen diefstal te beveiligen.
Het wordt vergrendeld wanneer het
portier wordt geopend, wanneer u de
Smart Key uit de Smart Key-houder
neemt of wanneer u het portier
vergrendelt met de afstandsbediening (of
de Smart Key).
✽✽
AANWIJZING
Als het contact moeilijk in stand ACC is te zetten, draai dan het stuurwiel
naar rechts en naar links terwijl u de
startknop indrukt om de spanning te
verminderen.
Schakel de motor pas uit wanneer de auto tot stilstand is gekomen.
TOETS ENGINE START/STOP
OBK059001
WAARSCHUWING
In een noodsituatie kunt u, terwijl
de auto rijdt, de motor uitschakelen
en het contact in stand ACC zetten
door de startknop gedurende ten
minste 2 seconden ingedrukt tehouden of binnen 3 seconden 3
keer na elkaar in te drukken. Als de
auto rijdt, kunt u de motor weer
starten zonder het rempedaal in te
trappen door de startknop in tedrukken met de selectiehendel instand N (vrijstand).
59
Rijden met uw auto
ACC (Accessoires)
Met handgeschakelde transmissie
Druk de toets ENGINE START/STOP als
deze in stand OFF staat in zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
Met automatische transmissie
Druk de toets ENGINE START/STOP als
deze in stand OFF staat in zonder het
rempedaal in te trappen.
Het stuurwiel wordt ontgrendeld en de
elektrische accessoires kunnen bediend
worden.
Als de toets ENGINE START/STOP
langer dan 1 uur in stand ACC staat,
wordt de toets automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de
accu leegraakt.
ON
Met handgeschakelde transmissie
Druk de toets ENGINE START/STOP als
deze in stand ACC staat in zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
Met automatische transmissie
Druk de toets ENGINE START/STOP als
deze in stand ACC staat in zonder het
rempedaal in te trappen.
Voordat de motor wordt gestart, gaan de
waarschuwingslampjes ter controle
branden. Laat de toets ENGINE
START/STOP niet lang in stand ON
staan. De batterij kan leegraken, omdat
de motor uitgeschakeld is.
START
Met handgeschakelde transmissie
Om de motor te starten trapt u het
koppelingspedaal en het rempedaal in en
drukt u de toets ENGINE START/STOPin met de selectiehendel in stand N
(vrijstand).
Met automatische transmissie
Om de motor te starten trapt u het
rempedaal in drukt u de toets ENGINE
START/STOP in met de selectiehendel in
stand P (parkeren) of N (vrijstand).
✽✽
AANWIJZING
Als u de toets ENGINE START/STOP indrukt zonder het koppelingspedaal
(handgeschakelde transmissies) of
zonder het rempedaal (automatische
transmissies) in te trappen, zal de
motor zal niet aanslaan. De stand van
de toets ENGINE START/STOP
verandert dan als volgt:
OFF ➔
➔
ACC ➔➔
ON ➔➔
OFF
Als u de toets ENGINE START/STOP
lang in stand ACC of ON laat staan,
zal de accu ontladen raken.
Rijden met uw auto
10
5
Starten van de motor
WAARSCHUWING
Druk de toets ENGINE START/STOP nooit in terwijl de
auto rijdt. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen
en neemt de remkracht af, wat tot
een ongeval kan leiden.
Het stuurslot dient niet ter vervanging van de parkeerrem.
Controleer altijd of stand P is
ingeschakeld, trek de parkeerrem
volledig aan en zet de motor uit
voordat u de auto verlaat. Als
deze voorzorgsmaatregelen niet
worden opgevolgd, kan de auto
onverwacht en plotseling in
beweging komen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal enhet gaspedaal bemoeilijken.
Start de auto niet terwijl het gaspedaal wordt ingetrapt. De
auto kan in beweging komen, wat
kan leiden tot een ongeval.
Wacht totdat het motortoerental normaal is. De auto kan
plotseling in beweging komen als
het rempedaal wordt losgelatenbij een hoog toerental.
(Vervolg)
Steek nooit tijdens het rijden uwhand door het stuurwiel om de
toets ENGINE START/STOP of
andere bedieningsorganen te
bedienen. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen,
wat kan leiden tot een ongeval enernstig letsel.
Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.
511
Rijden met uw auto
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij uhebt of laat deze in de auto.
2. Controleer of de parkeerrem goed is geactiveerd.
3. Handgeschakelde transmissie - Tr a p
het koppelingspedaal volledig in en zet
de versnellingspook in de vrijstand.
Houd het koppelingspedaal en het
rempedaal ingetrapt terwijl u de motor
start.
Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P. Trap het
rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met de selectiehendel in stand N.
4. Druk de toets ENGINE START/STOP in.
5. Laat bij extreme kou (lager dan -18ºC) of wanneer de auto een aantal dagen
niet is gebruikt, de motor warmdraaien
zonder het gaspedaal in te trappen.
Of de motor nu warm is of koud, hij
dient gestart te worden zonder het
gaspedaal in te trappen. Zelfs als de Smart Key zich in de auto
bevindt, maar op enige afstand van u,zal de motor mogelijk niet aanslaan.
Als het contact in de stand ACC of ON staat terwijl een portier geopend is,
controleert het systeem of de Smart
Key aanwezig is. Als de Smart Key niet
in de auto aanwezig is en alle portierenzijn gesloten, zal de
waarschuwingszoemer gedurende
ongeveer 5 seconden klinken. Zorg dat
de Smart Key in de auto is wanneer
stand ACC is ingeschakeld of de motor
draait.
WAARSCHUWING
De motor zal starten wanneer u op
de startknop drukt, maar alleen
wanneer de Smart Key zich in de
auto bevindt. Laat kinderen enmensen die niet bekend zijn met de
auto de startknop en aanverwante
onderdelen niet aanraken.OPMERKING
Probeer de selectiehendel niet in stand P te zetten wanneer de motor
tijdens het rijden afslaat. Als deverkeersomstandigheden hettoelaten kunt u de selectiehendel in stand N (vrijstand) zetten terwijl de
auto nog rijdt en vervolgens de toetsENGINE START/STOP indrukken omte proberen de motor opnieuw te
starten.