Page 336 of 443

469
Kenmerken van uw auto
Waarschuwingslampjeopen achterklep
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als de achterklep niet goed is gesloten
(in alle standen van het contact).
Waarschuwingslampjeopen portier
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als een portier niet goed gesloten is (in
alle standen van het contact).
Controlelampjestartblokkeersysteem(indien van toepassing)
Zonder Smart Key-systeem
Dit lampje gaat branden als de sleutel in
het contact gestoken wordt en naar
stand ON wordt gedraaid.
Op dat moment kunt u de motor starten. Het lampje dooft nadat de motor isaangeslagen. Als het lampje gaat knipperen als het contact in stand ON staat en de motor
nog niet is gestart, adviseren we u hetsysteem te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Met Smart Key-systeem
(indien van toepassing)
Als een van de volgende situaties zich
voordoet bij uitvoeringen met de Smart
Key, gaat het controlelampje van het
startblokkeersysteem branden,knipperen of uit. Wanneer de Smart Key zich in de auto
bevindt, als de toets ENGINE START/
STOP in stand ACC of ON staat, zal
het lampje ongeveer 30 seconden
branden om aan te geven dat u de
motor kunt starten. Wanneer de Smart
Key zich echter niet in de auto bevindt,
knippert het lampje een paarseconden als u op de toets ENGINE
START/STOP drukt, om aan te geven
dat u de motor niet kunt starten.
Wanneer het contact in stand ON wordt gezet en het controlelampje na 2seconden dooft, zit er mogelijk een
storing in het systeem. Wij raden u aanom het systeem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer.
Wanneer de accu bijna leeg is, en als de toets ENGINE START/STOP wordt
ingedrukt, knippert het lampje en kunt
u de motor niet starten. U kunt de
motor echter wel starten door de
Smart Key in de Smart Key-houder te
plaatsen. Als er een storing zit in
onderdelen van het Smart Key-
systeem, knippert het controlelampje.
Page 340 of 443
473
Kenmerken van uw auto
Waarschuwing te hogesnelheid (indien vantoepassing)
Waarschuwingslampje te hoge snelheid
Als u harder dan 120 km/h rijdt, gaat het
waarschuwingslampje voor een te hoge
snelheid knipperen. Dit dient om te
voorkomen dat u te hard rijdt.
Waarschuwingszoemer te hoge snelheid
Als u harder dan 120 km/h rijdt, klinkt
gedurende ongeveer 5 seconden de
waarschuwingszoemer voor een te hoge
snelheid. Dit dient om te voorkomen dat
u te hard rijdt.
Controlelampje KEY OUT(indien van toepassing)
Wanneer de toets ENGINE START/
STOP in stand ACC of ON staat, wordtdoor het systeem gecontroleerd of de
Smart Key aanwezig is als een portier
open is. Als de Smart Key zich niet in de
auto bevindt, gaat het lampje knipperen
en als alle portieren zijn gesloten, klinkt
de zoemer ook gedurende ongeveer 5
seconden. Het lampje gaat uit terwijl de
auto rijdt. Houd de Smart Key in de auto.
KEY
OUT120 km/h
Page 422 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
56
3
Aanvullende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid Vervoer nooit mensen in de
bagageruimte of op een
neergeklapte rugleuning. Laat
iedereen rechtop zitten, met zijn rug
tegen de rugleuning van de stoel, de
veiligheidsgordel om en de voeten op
de vloer.
De inzittenden moeten tijdens het
rijden niet uit hun stoel komen of
van plaats wisselen. Een inzittende
die zijn veiligheidsgordel niet draagt
kan tijdens een aanrijding of eennoodstop door de auto geslingerd
worden, tegen andere inzittenden aan,
of zelfs uit de auto geslingerd worden.
Elke veiligheidsgordel is bestemd
voor één persoon. Als er meerdere
personen van dezelfde
veiligheidsgordel gebruik maken,
kunnen ze bij een aanrijding ernstigletsel oplopen.
Maak geen gebruik van accessoires
die aan de veiligheidsgordels
bevestigd moeten worden.
Accessoires die claimen het comfort
voor de inzittenden te verbeteren of diede gordel anders geleiden, kunnen de
beschermende werking van de
veiligheidsgordel in negatieve zin
beïnvloeden en de kans op letsel bij
een aanrijding vergroten.
De inzittenden moeten geen harde
of scherpe voorwerpen plaatsen
tussen henzelf en de airbags. Het
dragen van harde of scherpe
voorwerpen rond uw middel of het in
uw mond houden van dergelijke
voorwerpen kan ernstig letsel
veroorzaken als een airbag
geactiveerd wordt.
Blijf op veilige afstand van de
afdekkappen van de airbags. Laat
iedereen rechtop zitten, met zijn rug
tegen de rugleuning van de stoel, de
veiligheidsgordel om en de voeten op
de vloer. Als inzittenden zich te dicht bij
een airbag bevinden, kunnen ze letsel
oplopen als de airbags geactiveerd
worden.(Vervolg)
Als onderdelen van het airbagsysteem moeten worden
afgevoerd of als de auto in zijn
geheel moet worden afgevoerd,moeten bepaalde
voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot de veiligheid in
acht worden genomen. Een
officiële HYUNDAI-dealer kent
deze voorzorgsmaatregelen en
kan u de benodigde informatie
verstrekken. Het niet opvolgen
van deze voorzorgsmaatregelen
en procedures vergroot de kans
op persoonlijk letsel.
Als uw auto in te diep water terechtgekomen is, waardoor devloerbedekking doorweekt is ofer water op de bodemplaats
staat, probeer dan niet uw auto te
starten; we adviseren u contactop te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
Page 429 of 443
25
Uw auto in één oogopslag
DASHBOARD, OVERZICHT
OBK012002
1. Instrumentenpaneel ...........................4-43
2. Claxon ................................................4-38
3. Airbag bestuurder ..............................3-44
4. Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers...........................................4-94
5. Contactslot of toets ENGINE START/STOP ................................5-5, 5-8
6.
Schakelaar alarmknipperlichten ...4-85, 6-2
7. Verwarmings- en ventilatiesysteem .............................................4-100, 4-110
8. Selectiehendel .........................5-13, 5-18
9. Stoelverwarming ................................3-10
10. Parkeerrem.......................................5-28
11. Airbag voorpassagier .......................3-44
12. Dashboardkastje ............................4-128
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24