2013 Hyundai Genesis Coupe Handleiding (in Dutch)

Page 49 of 443

Hyundai Genesis Coupe 2013  Handleiding (in Dutch) Onderhoud
32
7
ACCU
Voor een optimale werking van de accu 
 Zorg ervoor dat de accu altijd goed vastzit.
 Houd de bovenzijde van de accu schoon en droog.
 Houd de accupolen en de accupoolklemmen schoo

Page 50 of 443

Hyundai Genesis Coupe 2013  Handleiding (in Dutch) 733
Onderhoud
(Vervolg) 
 Bij het optillen van een accu meteen kunststof behuizing kan door 
de druk accuzuur naar buiten
komen, waardoor persoonlijk
letsel optreedt. Houd bij hetoptillen uw handen aa

Page 51 of 443

Hyundai Genesis Coupe 2013  Handleiding (in Dutch) Onderhoud
34
7
❈ De werkelijke sticker op de accu kan 
afwijken van de afbeelding.
Accucapaciteitsticker  
(zie het voorbeeld) 
CMF65L-BCI : De  door HYUNDAI
gebruikte naam van de accu
2. 12V : De n

Page 52 of 443

Hyundai Genesis Coupe 2013  Handleiding (in Dutch) 735
Onderhoud
Te resetten onderdelen 
Te resetten onderdelen nadat de accu is 
ontladen of na het weer aansluiten van
de accukabels. 
 Schuif-/kanteldak (zie hoofdstuk 4)
 Boordcomputer (zie hoofdstuk

Page 53 of 443

Hyundai Genesis Coupe 2013  Handleiding (in Dutch) Onderhoud
36
7
BANDEN EN WIELEN
Onderhoud van de banden 
Voor uw veiligheid, een maximale 
levensduur van de banden en een zo
laag mogelijk brandstofverbruik,dient u de banden steeds op de
aanbevolen

Page 54 of 443

Hyundai Genesis Coupe 2013  Handleiding (in Dutch) 737
Onderhoud
OPMERKING
 Een te lage bandenspanningresulteert ook in overmatigeslijtage, slechterijeigenschappen en eenverhoogd brandstofverbruik. Vervorming van de band isook mogelijk. Houd de banden

Page 55 of 443

Hyundai Genesis Coupe 2013  Handleiding (in Dutch) Onderhoud
38
7
Controleren bandenspanning Controleer de bandenspanning minstens eenmaal per maand. 
Controleer ook de spanning van het 
reservewiel.
Controle
Gebruik een goed kwaliteit meter om 
de ba

Page 56 of 443

Hyundai Genesis Coupe 2013  Handleiding (in Dutch) 739
Onderhoud
Wielen verwisselen 
Om de banden zo gelijkmatig 
mogelijk te laten slijten wordt
aangeraden de wielen iedere 12.000
km (7.500 mijl) of eerder, indien het
slijtagepatroon daartoe aanleidi