Page 313 of 356

Het mengen van koelvloeistoffen met
andere dan de gespecificeerde koelvloei-
stof (antivries) kan beschadiging van de
motor veroorzaken en de bescherming tegen
roest verminderen. Als u in een noodsituatie een
ander type koelvloeistof (antivries) aan het koel-
systeem hebt toegevoegd, is het verstandig deze
zo snel mogelijk te vervangen door de gespecifi-
ceerde koelvloeistof (antivries).
Gebruik geen gewoon water of koelvloeistof
(antivries) op basis van alcohol. Gebruik geen
anticorrosie-additieven of andere producten, om-
dat deze mogelijk niet geschikt zijn voor de ge-
bruikte koelvloeistof (antivries) en verstopping
van de radiator kunnen veroorzaken.
Deze auto is niet ontworpen voor gebruik met
koelvloeistoffen op basis van propyleenglycol. De
toepassing van koelvloeistof op propyleenglycol-
basis wordt afgeraden.
Soort koelvloeistof – Dieselmotor
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen koel-
vloeistof (antivries). Raadpleeg "Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderdelen" in "Technische ge-
gevens" voor meer informatie.
Gebruik geen HOAT (Hybride Organi-
sche Additief Technologie) producten in
dieselmotoren.
Gebruik geen OAT-producten (Organische ad-
ditieventechnologie) die 2-EH (2–ethylhexanol)
bevatten.
Gebruik niet gewoon water of een product op
basis van alcohol (antivries). Gebruik geen anti-
corrosieadditieven of andere corrosiewerende
middelen, omdat deze producten mogelijk niet
geschikt zijn voor de koelvloeistof en de radiator
kunnen verstoppen.
Deze auto is niet ontworpen voor gebruik met
koelvloeistoffen op basis van propyleenglycol. De
toepassing van koelvloeistof op propyleenglycol-
basis wordt afgeraden.
Koelvloeistof bijvullen – Benzinemotor
De motor van uw auto wordt gekoeld met een verbe-
terde koelvloeistof (antivries) die grotere onderhouds-
intervallen mogelijk maakt. Deze koelvloeistof (anti-
vries) kan maximaal vijf jaar of 168.000 km gebruikt
worden vóór verversing. Om te vermijden dat dit
grotere onderhoudsinterval wordt verkleind, moet u
altijd dezelfde koelvloeistof gebruiken.
De fabrikant raadt aan een mengsel van gedeminera- liseerd water en PARAFLU UP* te gebruiken in een
307
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 314 of 356

mengverhouding van 50% dat voldoet aan kwalifica-
tie FIAT 9.55523 antivries/koelvloeistof of een gelijk-
waardig product.
Gebruik hogere concentraties (maximaal 70 %) als temperaturen lager dan -37 °C worden verwacht.
Gebruik uitsluitend zeer zuiver water, zoals gedistil- leerd of gede-ioniseerd water, voor het verdunnen
van de koelvloeistof (antivries). Water van lagere
kwaliteit kan de corrosiebescherming van het motor-
koelsysteem verminderen.
Het is de taak van de eigenaar van de auto om de
concentratie van de koelvloeistof aan te passen aan de
buitentemperatuur. OPMERKING: Als verschillende koelvloeistoffen
worden gemengd, neemt de levensduur van de koel-
vloeistof (antivries) af en moet de koelvloeistof vaker
worden ververst.
Koelvloeistof bijvullen – Dieselmotor
De motor van uw auto wordt gekoeld met een verbe-
terde koelvloeistof (antivries) die grotere onderhouds-
intervallen mogelijk maakt. Om te vermijden dat dit
grotere onderhoudsinterval wordt verkleind, moet u
altijd dezelfde koelvloeistof gebruiken.
Het is de taak van de eigenaar van de auto om de
concentratie van de koelvloeistof aan te passen aan de
buitentemperatuur. OPMERKING:
Als verschillende koelvloeistoffen
worden gemengd, neemt de levensduur van de koel-
vloeistof (antivries) af en moet de koelvloeistof vaker
worden ververst.
Radiatordop
Draai de vuldop altijd goed vast om te voorkomen dat
er koelvloeistof wordt gemorst en om zeker te zijn dat
de koelvloeistof terugloopt naar de radiator van het
expansiereservoir.
Controleer de vuldop en reinig deze grondig wanneer
er afzettingen zijn op het sluitvlak.
WAARSCHUWING!
De waarschuwing "DO NOT OPEN
HOT" (NIET OPENEN, HEET) vormt
een veiligheidsaanduiding.Vul nooit koelvloeistof
bij als de motor oververhit is. Draai nooit de
vuldop los om een oververhitte motor te laten
afkoelen. Door de hitte komt het koelsysteem
onder druk te staan. Om brandwonden en ander
letsel te vermijden, mag u nooit de vuldop verwij-
deren van een koelcircuit dat heet is of onder
druk staat .
Gebruik geen andere radiatordop dan degene
die voor uw auto is gespecificeerd. Dit kan leiden
tot persoonlijk letsel of motorschade.
308
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 315 of 356

Afvoeren van gebruikte koelvloeistof
Gebruikte koelvloeistof met ethyleenglycol is een spe-
ciale afvalstof die volgens de voorschriften afgevoerd
moet worden. Raadpleeg de gemeentelijke instanties
over de juiste wijze van afvoeren. Om inslikken door
kinderen of dieren te voorkomen, dient u koelvloeistof
met ethyleenglycol nooit in open vaten of houders te
bewaren. Laat de vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Wanneer een kind koelvloeistof
binnenkrijgt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Verwijder gemorste vloeistof onmiddellijk.
Koelvloeistofpeil
De radiator is normaliter helemaal gevuld. Het is dus
niet nodig de radiatordop te openen, behalve om de
antivriesconcentratie te controleren of de koelvloei-
stof te verversen. Maak uw monteur hierop attent.
Zolang de bedrijfstemperatuur van de motor in orde is,
hoeft u het expansiereservoir slechts eenmaal per
maand te controleren. Wanneer u koelvloeistof moet
bijvullen, moet u dat doen via de vulopening van het
expansiereservoir. Vul nooit te veel vloeistof bij.
VoorzorgsmaatregelenOPMERKING:Wanneer u na enkele kilometers de
auto tot stilstand brengt, ziet u mogelijk waterdamp
opstijgen vanuit de voorzijde van het motorruimte. Dat
is gewoonlijk het gevolg van een hoge luchtvochtigheid,
of van regen of sneeuw die bij de radiator is achterge-
bleven en die verdampt zodra de thermostaatklep opengaat en hete koelvloeistof de radiator binnen-
stroomt.
Wanneer bij een inspectie van de motorruimte blijkt
dat de radiator en de slangen geen defecten vertonen,
kunt u gerust met de auto gaan rijden. De damp zal snel
verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in het expansiereservoir.
Controleer het antivriesgehalte in de radiator en het
expansiereservoir. Als koelvloeistof moet worden
bijgevuld, moet ook de inhoud van het expansiere-
servoir tegen bevriezing worden beschermd.
Als u regelmatig koelvloeistof moet bijvullen of het peil in het expansiereservoir niet daalt zodra de
motor afkoelt, dient het koelsysteem via een druk-
test op lekkage te worden gecontroleerd.
Controleer of de overloopslangen van de radiator en het expansiereservoir niet gedeukt of geblokkeerdzijn.
Houd de voorzijde van de radiator schoon. Als uw auto is uitgerust met airconditioning, reinigt u de
voorzijde van de condensor.
Vervang nooit de thermostaat voor een zomer- of wintertype. Wanneer vervanging noodzakelijk is,
mag UITSLUITEND het gespecificeerde type ther-
mostaat worden ingebouwd. Andere modellen kun-
nen onvoldoende koelprestaties leveren en een ho-
ger brandstofverbruik en hogere emissiewaarden
teweegbrengen.
309
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 316 of 356

REMSYSTEEM
Om altijd optimale remprestaties te waarborgen, moe-
ten alle onderdelen van het remsysteem regelmatig
worden gecontroleerd. Raadpleeg "Onderhouds-
schema" voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met ‘slippend rempedaal’ is ge-
vaarlijk en kan ongevallen veroorzaken.
Rijden met de voet op het rempedaal veroor-
zaakt abnormaal hoge remtemperaturen, ver-
hoogt de slijtage van de remblokken en kan
leiden tot het uitvallen van het remsysteem. Dan
heeft u in noodgevallen niet het volledige remver-
mogen tot uw beschikking.
Hoofdremcilinder – Controle van
remvloeistofpeil
Controleer onmiddellijk het vloeistofpeil in de hoofd-
remcilinder als het waarschuwingslampje van het rem-
systeem gaat branden.
Controleer het vloeistofpeil telkens wanneer u werk-
zaamheden onder de motorkap uitvoert.
Maak de bovenzijde van de hoofdremcilinder schoon
voordat u de reservoirdop van de hoofdremcilinder
verwijdert. Vul indien nodig vloeistof bij tot aan het
vereiste merkteken op het remoliereservoir. Overvullen van remvloeistof moet worden voorko-
men, omdat de vloeistof dan naar het remsysteem kan
weglekken.
Het vloeistofpeil daalt naarmate de remblokken slijten.
Controleer het remvloeistofpeil wanneer de remblok-
ken worden vervangen. Een laag vloeistofpeil kan ech-
ter ook worden veroorzaakt door lekkage. Controle is
in elk geval noodzakelijk.
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen rem-
vloeistof. Raadpleeg "Vloeistoffen, smeermiddelen en
originele onderdelen" in "Technische gegevens" voor
meer informatie.
WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen remvloeistof. Raadpleeg
"Vloeistoffen, smeermiddelen en originele onder-
delen" in "Technische gegevens" voor meer infor-
matie. Gebruik van de verkeerde remvloeistof
kan ernstige schade veroorzaken aan uw remsys-
teem en/of de werking ervan nadelig beïnvloe-
den. Het juiste type remvloeistof is ook aangege-
ven op het reservoir van de originele
hoofdremcilinder die in de fabriek geïnstalleerd
is.
(Vervolgd)
310
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 317 of 356

(Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen door materiaal of
vocht van buitenaf, dient u alleen nieuwe rem-
vloeistof te gebruiken, of remvloeistof uit een
hermetisch afgesloten vat . Houd de dop op het
reservoir van de hoofdremcilinder altijd vergren-
deld. Remvloeistof in een open vat neemt vocht
op uit de lucht , waardoor de remvloeistof een
lager kookpunt krijgt . De remvloeistof kan hier-
door gaan koken tijdens hard of lang remmen,
waardoor de remmen niet meer werken. Dit kan
leiden tot een ongeval.
Het bijvullen van het vloeistofreservoir met te
veel remolie kan leiden tot het morsen van vloei-
stof op hete motoronderdelen, waardoor de rem-
olie vlam kan vatten. Remvloeistof kan ook
schade toebrengen aan gelakte oppervlakken en
vinyl. Let daarom op dat er geen remvloeistof op
deze oppervlakken terecht komt .
Zorg dat er geen vloeistof op basis van aardolie
in de remvloeistof terechtkomt . De afdichtingen
van het remsysteem kunnen hierdoor worden
aangetast , waardoor de remmen hun werking
gedeeltelijk of geheel kunnen verliezen. Dit kan
leiden tot een ongeval. AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De automatische versnellingsbak en de differentiee-
leenheid bevinden zich in een enkele behuizing.
Het vloeistofpeil in de automatische versnellingsbak
moet bij elke onderhoudsbeurt worden gecontroleerd.
Wanneer met een te laag vloeistofniveau wordt gere-
den, kan dat de levensduur van de transmissie en de
vloeistof sterk bekorten.
Keuze van smeermiddel
Het is belangrijk het juiste smeermiddel voor de ver-
snellingsbak te kiezen, om een optimale werking van de
transmissie te garanderen. Gebruik uitsluitend de door
de fabrikant aanbevolen transmissievloeistof. Raad-
pleeg "Vloeistoffen, smeermiddelen en originele onder-
delen" in "Technische gegevens" voor meer informatie.
Het is belangrijk dat de transmissievloeistof het ver-
eiste peil heeft en dat u de aanbevolen vloeistof ge-
bruikt. Er mogen geen chemicaliën door de versnel-
lingsbak worden gespoeld; uitsluitend het
goedgekeurde smeermiddel mag worden gebruikt.
Speciale additieven
Automatische transmissievloeistof (ATF) is een hoog-
waardig product waarvan de prestaties door additieven
nadelig kunnen worden beïnvloed. Daarom raden we u
aan geen additieven aan de transmissievloeistof toe te
voegen. De enige uitzondering op deze regel vormt het
toevoegen van speciale kleurstof om lekkage op te
sporen. Gebruik ook geen vloeibare afdichtmiddelen
311
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 318 of 356

omdat die juist schade aan afdichtingen kunnen toe-
brengen.
Spoel uw versnellingsbak niet met chemi-
caliën, omdat die de versnellingsbak kun-
nen beschadigen. Dergelijke schade
wordt niet gedekt door de beperkte garantie van
een nieuw voertuig.
Vloeistofpeil controleren - Zestraps
automatische transmissie
Het is niet nodig om het vloeistofpeil regelmatig te
controleren, en om die reden is geen peilstok aanwezig.
Uw erkende dealer kan het vloeistofpeil in uw automa-
tische transmissie controleren met behulp van een
speciale peilstok. Als u een vloeistoflek opmerkt of de
transmissie defect raakt, gaat u onmiddellijk naar uw
erkende dealer om het vloeistofpeil in de automatische
transmissie te laten controleren. Als het voertuig
wordt gebruikt met een verkeerd vloeistofpeil, kan
ernstige schade aan de automatische transmissie wor-
den toegebracht.
Vloeistof verversen en filter vervangen
Raadpleeg "Onderhoudsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
Ververs de vloeistof en vervang het filter als de versnel-
lingsbak om welke reden dan ook wordt
gedemonteerd. HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Vloeistofpeil controleren
Inspecteer de handgeschakelde versnellingsbak op lek-
kage iedere keer wanneer de olie wordt ververst.
Indien nodig moet vloeistof worden bijgevuld tot aan
het juiste niveau.
Controleer het vloeistofpeil door de vuldop te verwij-
deren. Het vloeistofniveau moet liggen tussen de on-
derkant van de vulopening tot maximaal 4,7 mm
daaronder.
Keuze van smeermiddel
Gebruik alleen transmissievloeistof goedgekeurd door
de fabrikant. Geen andere stoffen toevoegen (behalve
kleurstoffen om lekken op te sporen). Raadpleeg
"Vloeistoffen, smeermiddelen en originele onderdelen"
in "Technische gegevens" voor meer informatie.
Verversingsinterval vloeistoffen
Ververs de vloeistof van de handgeschakelde versnel-
lingsbak volgens de intervallen die staan vermeld in het
"Onderhoudsschema" in deze handleiding.
ACHTERDIFFERENTIEEL (RDA) – ALLEEN
MODELLEN MET AWD
Keuze van smeermiddel
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbevolen
vloeistof. Raadpleeg "Vloeistoffen, smeermiddelen en
312
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 319 of 356

originele onderdelen" in "Technische gegevens" voor
meer informatie.
Vloeistofpeil controleren
Controleer de unit visueel na iedere olieverversing op
lekkage. Indien u lekkage ziet, controleer dan het vloei-
stofniveau door de vuldop te verwijderen. Het vloei-
stofniveau moet gehandhaafd worden tussen de bodem
van de vulopening tot 4 mm onder de vulopening.
Indien nodig moet vloeistof worden bijgevuld tot aan
het juiste niveau.
Verversingsinterval vloeistoffen
Raadpleeg "Onderhoudsschema" voor de juiste
onderhoudsintervallen.
VERDEELBAK (PTU) – ALLEEN MODELLEN
MET AWD
Keuze van smeermiddel
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant aanbevolen
vloeistof. Raadpleeg "Vloeistoffen, smeermiddelen en
originele onderdelen" in "Technische gegevens" voor
meer informatie.
Vloeistofpeil controleren
Controleer de unit visueel na iedere olieverversing op
lekkage. Indien u lekkage ziet, controleer dan het vloei-
stofniveau door de vuldop te verwijderen. Het vloei-
stofniveau moet gehandhaafd worden tussen de bodem
van de vulopening tot 4 mm onder de vulopening.Indien nodig moet vloeistof worden bijgevuld tot aan
het juiste niveau.
Verversingsinterval vloeistoffen
Raadpleeg "Onderhoudsschema" voor de juiste
onderhoudsintervallen.
VERZORGING VAN DE AUTO EN
BESCHERMING TEGEN ROEST
Carrosserie en lak beschermen tegen roest
De aandacht die aan de carrosserie moet worden
besteed is sterk afhankelijk van de weersinvloeden en
het gebruik van de auto. Strooizout in de winter en
chemische producten die in andere seizoenen op bo-
men en in wegbermen gespoten worden hebben een
sterk corrosieve invloed op de carrosserie. Buiten
parkeren en blootstelling aan schadelijke stoffen in de
atmosfeer en op de wegen, extreem warm of koud
weer en andere uitersten kunnen de lak, de sierlijsten
en de beschermende laag aan de onderzijde van de auto
beschadigen.
De onderstaande onderhoudsadviezen helpen om de
carrosserie van uw auto gedurende lange tijd in opti-
male conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat door blootstelling van het metaal
aan weersinvloeden, doordat de lak en beschermende
coatings op uw auto werden beschadigd of loslieten.
313
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 320 of 356

De meest voorkomende oorzaken zijn:
strooizout, vuil en achterblijven van vocht.
steenslag.
insectenresten, teer en boomvocht.
zilte lucht in kuststreken.
zure regen en industriële vervuiling.
Wassen
Was uw auto regelmatig. Was de auto steeds in deschaduw en gebruik een mild reinigingsmiddel dat
geschikt is voor auto's. Spoel de auto zorgvuldig af
met schoon water.
Gebruiker een hoogwaardige was voor de bescher- ming van uw lakwerk. Zorg dat u geen krassen maakt
op de lak.
Gebruik geen bijtende producten en polijstmiddelen die de glans of de dikte van het lakwerk kunnen
aantasten.
Gebruik nooit schurende of sterke reini-
gingsmiddelen zoals staalwol of schuur-
poeder, deze veroorzaken krassen op het
metaal en de lak.
Speciale verzorging
Spuit de onderzijde van de auto regelmatig schoon (minstens één keer per maand) wanneer u op bepe-
kelde of stoffige wegen rijdt. Houd de afvoergaatjes aan de onderzijde van de
portieren, de schermen en de laadruimte schoon enopen.
Als u steenslag of krassen in de lak ontdekt, werk dergelijke plekjes dan meteen bij. Voor de kosten van
dergelijke reparaties is de eigenaar van de auto ver-
antwoordelijk.
Wanneer de auto door bijvoorbeeld een ongeval schade heeft opgelopen aan de lak en de bescher-
mende coating, moet u deze zo spoedig mogelijk
laten repareren. Voor de kosten van dergelijke repa-
raties is de eigenaar van de auto verantwoordelijk.
Wanneer u speciale ladingen met chemicaliën, kunst- mest, zout, enz., vervoert, let dan goed op of alles
goed is verpakt en afgesloten.
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, adviseren wij om bij uw dealer spatlappen te laten monteren.
Verzorging van velgen en wieldoppen
Alle wielen en wieldoppen moeten regelmatig worden
gereinigd met een milde zeep en water om corrosie
tegen te gaan. Dit geldt vooral wanneer een coating van
aluminium of chroom is aangebracht. Gebruik een
niet-schurend en zuurvrij reinigingsmiddel om hard-
nekkige modder en/of overvloedige remstof te verwij-
deren. Gebruik geen schuurblokjes, staalwol, een
harde borstel of metaalpoets. Gebruik geen ovenreini-
ger. Maak geen gebruik van automatische wasstraten
waarin bijtende reinigingsproducten of harde borstels
314
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD