Page 161 of 356

Knop voor
de afstands- bediening Standaard schermen Menuschermen
AM/FM/
MW/LW SAT–
Audio HDD–
HardDisc
Drive DISC/
DVD AUX/AUX1/
AUX2
Menuvoor
modus- selec- tie
Instellenscherm
Slow
(Vertraagd) Niet beschik-baarNiet be-
schikbaarNiet be-
schikbaarNiet be-
schikbaarAudio:
Niet be-
schikbaarNiet be-
schik-baarNiet be-
schik-baarNiet be-
schikbaar
Videoafspelen: Ver-traagdafspelen/
hervat-
ten
Video-
menu: Niet be-
schikbaar
Status Niet beschik-baarNiet be-
schikbaarVer-traagde
modus en
info overinhoudNiet be-
schikbaar
Audio:
Niet be-
schikbaarAudio:
Niet be- schikbaar
Niet be-
schik-baarNiet be-
schikbaar
Videoafspelen: Info-modus
tonenVideo:
Info- modustonen
Modus
Menu voor modusselectie tonen Naar
vol- gendemodus
gaanItem mo-dusselectie
tonen
Prog
omhoog Volgende
voorkeur-
zender *Volgende
voorkeur-
zender *Niet be-
schikbaar
Niet be-
schikbaarVolgende disk (als
speler wisselaar is) Niet be-
schik-baarNiet be-
schik-baarNiet be-
schikbaar
155
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 162 of 356

Knop voor
de afstands- bediening Standaard schermen Menuschermen
AM/FM/
MW/LW SAT–
Audio HDD–
HardDisc
Drive DISC/
DVD AUX/AUX1/
AUX2
Menuvoor
modus- selec- tie
Instellenscherm
Prog om-
laag Vorige voor-
keurzender *Vorige
voorkeur-
zender *Niet be-
schikbaar
Niet be-
schikbaarVorige disk (als spe-
ler wisselaar is) Niet be-
schik-baarNiet be-
schik-baarNiet be-
schikbaar
Zorg dat de schakelaar voor de afstandsbediening in-
gesteld is op het scherm of kanaal dat bediend moet
worden: 1 of 2.
Zorg dat de schakelaar voor de hoofdtelefoon inge-
steld is op het scherm of kanaal dat bediend moet
worden: 1 of 2.
*Geen actie als de modus gedeeld wordt met de
autoluidsprekers. (afb. 109)
1. Aan/uit – Het scherm en de zender voor de draad- loze hoofdtelefoons voor het betreffende kanaal in-
of uitschakelen. Om audio te beluisteren als het
scherm is gesloten, drukt u op de Aan/uit-knop om
de zender van de hoofdtelefoon in te schakelen.
2. Indicatielampjes kanaalkiezer – Als er een knop wordt ingedrukt, wordt het huidige kanaal of de
huidige kanaalknop kortstondig verlicht.
3. Licht – De verlichting van de afstandsbediening in- of uitschakelen. De verlichting van de afstandsbedie-
ning gaat na vijf seconden automatisch uit. 4. Keuzeschakelaar kanaal/scherm - geeft aan welk
kanaal wordt geregeld met de afstandsbediening. Als
de keuzeschakelaar op kanaal 1 staat, regelt de
afstandsbediening de functies van kanaal 1 van de
hoofdtelefoon (rechterkant van het scherm). Als de
(afb. 109) Afbeelding 1: afstandsbediening
156
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 163 of 356

keuzeschakelaar op kanaal 2 staat, regelt de af-
standsbediening de functies van kanaal 2 van de
hoofdtelefoon (linkerkant van het scherm).
5. ▸▸ – In radiomodus: druk hierop om de volgende
zender te zoeken. In diskmodi: druk hierop en houd
de toets ingedrukt om snel vooruit te spoelen door
het huidige audionummer of videohoofdstuk. In
menumodi: gebruik deze toets voor menunavigatie.
6. ▾/ Prev – In radiomodus: druk hierop om de vorige
zender te selecteren. In diskmodi: druk hierop om
terug te gaan naar het begin van het huidige of vorige
audionummer of videohoofdstuk. In menumodi: ge-
bruik deze toets voor menunavigatie.
7. MENU – Druk hierop om terug te keren naar het hoofdmenu van de dvd-disk, om een audio- of vi-
deosatellietzender uit de lijst zenders te kiezen of
de afspeelfuncties (RANDOM (scannen of willekeu-
rig afspelen) van een cd) te kiezen.
8. ▸/|| (Afspelen/Pauzeren) – afspelen van disk
starten/hervatten of pauzeren.
9. ■(Stop) – Stoppen met afspelen van de disk
10. PROG Up/Down – Bij het luisteren naar de radio wordt de volgende of vorige voorkeurzender op
de radio geselecteerd als u op PROG Up resp.
PROG Down drukt. Bij het beluisteren van gecom-
primeerde audio op een gegevensdisk kiest u met
PROG Up de volgende map en met PROG Down
de vorige map. Bij het beluisteren van een cd op een radio met cd-wisselaar, kiest u met PROG Up
de volgende cd en met PROG Down de vorige cd.
11. MUTE – Druk hierop om het geluid van het gese- lecteerde kanaal naar de hoofdtelefoon te dempen.
12. SLOW – Druk hierop om een dvd langzaam af te spelen. Druk op afspelen ( ▸) om het afspelen met
de normale snelheid te hervatten.
13. STATUS – Druk hierop om de huidige status te tonen.
14. MODE – Druk hierop om de modus van het geselecteerde kanaal te veranderen. Zie het hoofd-
stuk "Moduskeuze" van deze handleiding voor
meer informatie over het wijzigen van modi.
15. SETUP – Druk terwijl een videomodus actief is op de toets SETUP om toegang te krijgen tot de
scherminstellingen te gaan (zie hoofdstuk over de
scherminstellingen) en vervolgens het menu voor
dvd-instellingen te openen door op de menutoets
op de radio te drukken. Wanneer een disk in de
dvd-speler (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
zit, de modus VES™ is gekozen en de disk is
gestopt, druk dan op de toets SETUP om het menu
met dvd-instellingen te openen. (zie Menu voor
dvd-instellingen in deze handleiding.)
16. BACK – Druk bij menunavigatie op deze toets om terug te gaan naar het vorige scherm. Bij het
navigeren door een dvd-menu is de werking afhan-
kelijk van de inhoud van de disk.
157
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 164 of 356

17.◂◂– In radiomodi: druk hierop om de vorige
zender te zoeken. In diskmodi: druk hierop en
houd de toets ingedrukt om snel terug te spoelen
door het huidige audionummer of videohoofdstuk.
In menumodi: gebruik deze toets voor menunavi-
gatie.
18. ENTER – Druk op deze knop om de gemarkeerde optie in een menu te selecteren.
19. ▴/ NEXT – In radiomodus: druk hierop om de
volgende zender te selecteren. In diskmodi: druk
hierop om naar het volgende nummer of video-
hoofdstuk te gaan. In menumodi: gebruik deze
toets voor menunavigatie.
Opbergen van afstandsbediening
De beeldschermen worden geleverd met een inge-
bouwd opbergvakje voor de afstandsbediening. Dit
vakje is toegankelijk als het scherm is geopend. Om de
afstandsbediening te verwijderen, gebruikt u uw wijs-
vinger om de afstandsbediening naar u toe te trekken
en te draaien. Probeer de afstandsbediening niet recht
naar beneden te trekken, want op die manier is het
moeilijk om hem te verwijderen. Om de afstandsbedie-
ning terug in het opbergvakje te plaatsen brengt u eerst
de lange kant van de afstandsbediening aan in twee
klemmetjes en draait u de afstandsbediening vervol-
gens weer omhoog op zijn plaats in de twee andere
klemmetjes. (afb. 110) De afstandsbediening vergrendelen
Alle functies van de afstandsbediening kunnen uitge-
schakeld als kinderslot.
Om de afstandsbediening uit te schakelen zodat
hiermee geen wijzigingen kunnen worden aange-
bracht, drukt u op de toets voor het videoslot en
volgt u de instructies van de radio (menu selecteren,
VES achterin, vergrendelen). Als de auto niet is uit-
gerust met een dvd-speler, volgt dan de aanwijzingen
van de radio om het videoslot in te schakelen. De
radio en de beeldschermen geven aan of het video-
slot actief is.
Als de toets voor het videoslot nogmaals wordt ingedrukt of de motor wordt uitgezet, wordt het
videoslot uitgeschakeld en is bediening van het
VES™ met de afstandsbediening weer mogelijk.
(afb. 110)
De afstandsbediening opbergen
158
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 165 of 356

Vervangen van de batterijen
De afstandsbediening werkt op twee batterijen van het
type AAA. Vervangen van de batterijen:
Schuif het klepje van het batterijvak aan de achter-kant van de afstandsbediening omlaag.
Vervang de batterijen en breng ze aan in de richting die staat aangegeven aan de binnenkant van het vak.
Breng het klepje van het batterijvak weer aan.
Gebruik van hoofdtelefoons
De hoofdtelefoons ontvangen twee aparte audiokana-
len via een infraroodzender van het beeldscherm.
Personen die voorin zitten, kunnen het volume volume
van de hoofdtelefoons instellen voor kinderen op de
achterbank die dit niet niet zelf kunnen.
Als u geen geluid hoort nadat het volume is verhoogd,
controleer dan of het scherm is ingeschakeld en omlaag
is gezet. Controleer ook of het kanaal niet gedempt is
en de keuzeschakelaar voor het kanaal van de hoofdte-
lefoon op het gewenste kanaal staat. Indien u nog
steeds niets hoort, controleer dan of de batterijen in
de hoofdtelefoons niet leeg zijn. (afb. 111)
Bedieningselementen
Het voedingslampje en de bedieningselementen van de
hoofdtelefoon bevinden zich op de rechter oorschelp. OPMERKING:
Het videosysteem achterin moet zijn
ingeschakeld om geluid te kunnen horen via de hoofd-
telefoons. Om de batterijstroom te besparen worden
de hoofdtelefoons automatisch uitgeschakeld na onge-
veer drie minuten nadat het videosysteem achterin is
uitgeschakeld.
De audiomodus veranderen voor de hoofdtele-
foons
1. Controleer of de keuzeschakelaar voor kanaal/ scherm van de afstandsbediening in dezelfde stand
staat als de keuzeschakelaar van de hoofdtelefoon. .
(afb. 111)
1. Volumeregeling
2. Aan/uit-toets
3. Kanaalkeuzeschakelaar
4. Voedingslampje
159
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 166 of 356

OPMERKING:
Als beide schakelaars op kanaal 1 staan, regelt de
afstandsbediening kanaal 1 en worden de hoofdtele-
foons op het geluid van kanaal 1 van het VES™ afge-
stemd.
Als beide schakelaars op kanaal 2 staan, regelt de
afstandsbediening kanaal 2 en worden de hoofdtele-
foons op het geluid van kanaal 2 van het VES™
afgestemd.
2. Druk op de toets MODE van de afstandsbediening.
3. Als het videoscherm een video toont (bijvoorbeeldeen dvd-video), verschijnt de status in een balk
onderaan in het scherm wanneer u op STATUS
drukt. Als u nogmaals op de toets MODUS drukt,
wordt de volgende modus geactiveerd. Als een
modus actief is met alleen een audiobron (bijvoor-
beeld FM), verschijnt het menu Mode Selection
(Modus kiezen) op het scherm.
4. Wanneer het menu Mode Selection (Modus kiezen) op het scherm verschijnt, kunt u met de cursortoet-
sen op de afstandsbediening naar de beschikbare
modi navigeren en drukt u op de toets ENTER om
de nieuwe modus te selecteren.
5. Om het menu Mode Selection (Modus kiezen) te sluiten drukt u op de toets BACK van de
afstandsbediening. Vervangen van de batterijen
Elke hoofdtelefoon werkt op twee batterijen van het
type AAA. Vervangen van de batterijen:
Schuif het klepje van het batterijvak op de linker
oorschelp van de hoofdtelefoon omlaag.
Vervang de batterijen en breng ze aan in de richting die staat aangegeven aan de binnenkant van het vak.
Breng het klepje van het batterijvak weer aan.
Levenslange standaardgarantie Unwired
®
stereohoofdtelefoon
Voor wie geldt deze garantie? Deze garantie geldt
voor de eerste gebruiker of koper van deze specifieke
hoofdtelefoon ("product") met met Unwired Techno-
logy LLC ("Unwired"). De garantie is niet overdraag-
baar.
Hoe lang geldt de garantie? Deze garantie duurt
zolang het product in uw bezit is.
Wat wordt door deze garantie gedekt? Met uit-
zondering van de hieronder beschreven gevallen, dekt
deze garantie ieder product dat bij normaal gebruik een
tekortkoming wat betreft fabricage of materiaal ver-
toont.
Wat wordt niet door deze garantie gedekt?
Deze garantie dekt geen schade of defect als gevolg van
verkeerd gebruik, misbruik, of wijziging van het pro-
duct door anderen dan Unwired. Oorstukken gemaakt
van schuim, die in de loop van de tijd slijten bij normaal
gebruik, zijn specifiek niet gedekt (vervangende
160
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 167 of 356

schuimstukken zijn verkrijgbaar voor een klein bedrag).
UNWIRED TECHNOLOGY IS NIET AANSPRAKE-
LIJK VOOR LETSEL OF SCHADE ALS GEVOLG VAN
HET GEBRUIK OF EEN STORING OF DEFECT VAN
HET PRODUCT, NOCH IS UNWIRED AANSPRAKE-
LIJK VOOR ENIGE ALGEMENE, BIJZONDERE, DI-
RECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, VOORTVLOEI-
ENDE, MORELE, STRAFRECHTELIJKE SCHADE OF
SCHADE VAN ENIGE ANDERE SOORT OF AARD.
In bepaalde landen en jurisdicties is uitsluiting van
aansprakelijkheid voor incidentele of gevolgschade mo-
gelijk niet toegestaan, waardoor de bovenstaande be-
perking mogelijk niet op u van toepassing is. Deze
garantie geeft u specifieke wettelijke rechten. Mogelijk
heeft u ook andere rechten, die per jurisdictie kunnen
verschillen.
Wat doet Unwired
®?Unwired
®
zal, naar keuze,
ieder product met gebreken repareren of vervangen.
United
®
behoudt zich het recht voor elk niet meer
leverbaar product te vervangen door een vergelijkbaar
model. DEZE GARANTIE IS DE ENIGE GARANTIE
VOOR DIT PRODUCT, BESCHRIJFT UW EXCLU-
SIEVE REMEDIE MET BETREKKING TOT DEFECTE
PRODUCTEN EN VERVANGT ALLE ANDERE GA-
RANTIES (UITDRUKKELIJK OF STILZWIJGEND),
INCLUSIEF IEDERE GARANTIE OF WAARBORG
TEN AANZIEN VAN DEUGDELIJKHEID OF GE-
SCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Bediening beeldscherm
Videoweergave
Het videoscherm heeft twee verschillende werkings-
modi: een videomodus (voor videoweergave, zoals
dvd-video, Aux-video enz.) en een informatiemodus,
zoals getoond in afbeelding 113. Omdat het VES™ een
tweekanaals-schermsysteem is, wordt de informatie-
modus getoond in een gedeeld scherm-formaat. In
Informatiemodus, wordt de linkerkant van het scherm
Kanaal 1 genoemd, en de rechterkant van het scherm
Kanaal 2.
Alleen Kanaal 1 toont de videobeelden. In de videomo-
dus wordt het beeld op het volledige scherm getoond,
maar de functionaliteit van kanaal 2 is nog steeds
beschikbaar. Een balk aan de onderkant van het scherm
wordt kort over het videobeeld getoond (zie afbeel-
ding 112). Als het systeem zich in videomodus bevindt
en kanaal 2 op de afstandsbedieningsschakelaar wordt
gekozen, activeert de eerste druk op de regeltoets van
de afstandsbediening de balk die de status van kanaal 2
aangeeft. Als de banner nog zichtbaar is, zal elke vol-
gende druk op de toets van de afstandsbediening voor
kanaal 2 het gevraagde afstandsbedieningscommando
beginnen. (afb. 112)
In een systeem met twee schermen wordt de video
voor kanaal 1 getoond op het scherm van de eerste
stoel achterin en de video voor kanaal 2 wordt getoond
op het scherm van de tweede stoel achterin. De Infor-
matiemodus wordt op een gedeeld scherm getoond,
161
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 168 of 356

de linkerkant van het scherm (kanaal 1) toont de
status/modus van het scherm van de eerste stoel ach-
terin en de rechterkant van het scherm (kanaal 2)
toont de status/modus van het scherm van de tweede
stoel achterin.
Als kanaal 1 zich in een videomodus bevindt, wordt het
beeld getoond op het scherm van de eerste stoel
achterin als een beeld op het hele scherm. Een balk
wordt kort aan de onderkant van het scherm getoond
over het videobeeld heen en het toont elke verande-
ring in de status van kanaal 2.
Als kanaal 2 zich in een videomodus bevindt, wordt het
beeld getoond op het scherm van de tweede stoel
achterin als een beeld op het hele scherm. Een balk
wordt kort over het videobeeld heen aan de onderkant
van het scherm getoond en het toont elke verandering
in de status van kanaal 1.Een cd of dvd afspelen op het VES™
Het volgende gebeurt automatisch als een disk in de
radio wordt gestoken bij een systeem met één scherm
en in de dvd-speler met afstandsbediening bij een
systeem met twee schermen:
Als het beeldscherm open staat (het LCD-scherm is
zichtbaar), worden het scherm en de zender van de
draadloze hoofdtelefoon ingeschakeld. Als het video-
scherm gesloten is, moet de zender voor de draad-
loze hoofdtelefoon ingeschakeld worden door mid-
del van de aan/uit-knop op de afstandsbediening
(hoofdtelefoons ontvangen alleen audiosignalen als
de stroom naar de hoofdtelefoon is ingeschakeld).
Nadat de disk is geplaatst, wordt de inhoud ervan afgespeeld door de autoluidsprekers, de draadloze
hoofdtelefoons en de beeldschermen achterin.
Gedeelde modussen
Het VES™ en de radio kunnen met elkaar communi-
ceren. Daardoor kan het VES™ de radio ontvangen via
de hoofdtelefoons en kan de radio de audio van het
VES™ ontvangen via de autoluidsprekers. Als de radio
en het VES™ in dezelfde (gedeelde) modus staan, is
een VES™ pictogram zichtbaar op het weergaveven-
ster van de radio en zal het pictogram voor gedeelde
modus te zien zijn op het VES™ scherm. In de gedeelde
modus is dezelfde audiobron tegelijkertijd te horen in
de hoofdtelefoon en de autoluidsprekers.
Als de radiofuncties (FM, AM of SAT) zicht in de
gedeelde modus met VES™ bevinden, kan alleen de(afb. 112) Balk
162
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD