Uconnect TOUCH™ INSTELLINGEN
TOETSEN
De toetsen bevinden zich aan de linker- en rechterzijde
van het Uconnect Touch™ 4.3 scherm. Bovendien
bevindt zich in het midden van het instrumentenpaneel,
rechts van de klimaatregelingsbediening, een Scroll/
Enter-draaiknop. Draai aan de knop om door de me-
nu's te bladeren en instellingen te veranderen (bijv. 30,
60, 90), druk een of meerdere keren op het midden van
de draaiknop voor het wijzigen van een instelling (bijv.
ON/OFF (aan/uit)).
SCHERMTOETSEN
Schermtoetsen bevinden zich op het Uconnect
Touch™ scherm.
PERSOONLIJK TE PROGRAMMEREN
FUNCTIES — INSTELLINGEN Uconnect
Touch™ 4.3
In deze modus kunt u de toetsen en schermtoetsen
gebruiken om via het Uconnect Touch™ systeem toe-
gang te krijgen tot de programmeerbare functies waar-
mee het voertuig kan zijn uitgerust, zoals Display
(Scherm), Clock (Klok), Safety/Assistance (Veiligheid/
hulp), Lights (Verlichting), Doors & Locks (Portieren en
sloten), Heated Seats (Stoelverwarming), Engine Off
Operation (Stroom bij uitgeschakelde motor), Com-
pass Settings (Kompasinstellingen), Audio and Phone/
Bluetooth settings (Audio- en telefoon-/Bluetooth-
instellingen).OPMERKING:
Er kan telkens slechts één gebied van
het aanraakscherm worden geselecteerd.
Druk op de toets "Settings" om toegang te krijgen tot
het Settings scherm, gebruik de schermtoetsen Page
Up / Down om door de volgende instellingen te scrol-
len. Kies de gewenste insteltoets om aan de hand van
de beschrijving op de volgende pagina's de instelling te
wijzigen. (afb. 11) (afb. 12)
Display
Brightness (Helderheid) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Brightness om dit scherm te
veranderen. Wanneer u toegang tot dit scherm hebt
kunt u de helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde
koplampen regelen. Stel de helderheid in met de
(afb. 11)
1 — Uconnect Touch™ 4.3 instellingentoets
29
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Calibration (Kalibratie) (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Druk op de knop Calibration om deze instelling te
veranderen. Het kompas is zelfijkend, zodat u het niet
handmatig hoeft terug te stellen. Mogelijk geeft het
kompas onjuiste waarden weer wanneer de auto nieuw
is. In dat geval geeft het EVIC het bericht CAL weer tot
het kompas wordt geijkt. U kunt ook het kompas
kalibreren door op de schermtoets ON te drukken en
een of meerdere keren in een cirkel van 360 graden te
rijden (in een gebied zonder grote metalen of metaal-
houdende objecten) tot de CAL indicator in het EVIC
uitgaat. Het kompas werkt nu normaal. OPMERKING: Voor juiste ijking is een vlak wegdek
en een omgeving zonder grote metalen voorwerpen
zoals gebouwen, bruggen, ondergrondse kabels, spoor-
rails enz. vereist. Audio
Equalizer (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Equalizer om dit scherm te
veranderen. Als u toegang tot dit scherm hebt kunt u
de Bass (bas), Mid (middentonen) en Treble (hogeto-
nen) instellen. Wijzig de instellingen met de scherm-
toetsen + en - of door een punt op de schaal tussen de
schermtoetsen + en - te selecteren en op schermtoets
met de pijl naar links te drukken. OPMERKING:
Met Bass/mid/treble kunt u door
eenvoudig uw vinger naar boven/beneden te schuiven
de instelling veranderen. U kunt ook direct op de
gewenste instelling drukken.
Balance / Fade (Balans links/rechts - voor/achter) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Druk op de schermtoets Balance / Fade om dit scherm
te veranderen. Wanneer u toegang tot dit scherm hebt,
kunt u de balans links/rechts en de balans voor/achter
veranderen.
Snelheidsafhankelijke volumeregeling (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Speed Adjusted Volume om
dit scherm te veranderen. Geluid wordt zachter afhan-
kelijk van de rijsnelheid. Druk op de schermtoets Off,
1, 2 of 3 om de snelheidsafhankelijke volumeregeling te
veranderen. Druk daarna op de schermtoets met de
pijl naar links.
Surround Sound (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Druk op de schermtoets Surround Sound om dit
scherm te veranderen. Er wordt een ruimtelijke sur-
round sound gesimuleerd. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Surround Sound. Druk
vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links.
36
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Telefoon / Bluetooth
Gekoppelde apparaten (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Deze functie toont welke telefoons zijn gekoppeld aan
het telefoon / Bluetooth systeem. Raadpleeg voor
meer informatie het Uconnect Touch™ supplement.
PERSOONLIJK TE PROGRAMMEREN
FUNCTIES — INSTELLINGEN Uconnect
Touch™ 8.4
In deze modus geeft het Uconnect Touch™ systeem u
toegang tot de programmeerbare functies waarmee
het voertuig kan zijn uitgerust, zoals Display (Scherm),
Clock (Klok), Safety/Assistance (Veiligheid/hulp),
Lights (Verlichting), Doors & Locks (Portieren en slo-
ten), Auto-On Comfort (Comfort automatisch aan),
Engine Off Operation (Stroom bij uitgeschakelde mo-
tor), Compass Settings (Kompasinstellingen), Audio
and Phone Bluetooth settings (Audio- en telefoon-/
Bluetooth-instellingen). OPMERKING: Er kan telkens slechts één gebied van
het aanraakscherm worden geselecteerd. (afb. 14)
Als u een selectie wilt aanbrengen, bladert u omhoog
en omlaag tot de gewenste instelling wordt gemarkeerd
en drukt u daarna kort op deze instelling totdat naast
de instelling een vinkje verschijnt, dat aanduidt dat de
instelling is geselecteerd. Display
Schermmodus (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
In dit scherm kunt u een van de automatische
weergave-instellingen selecteren. Om de status van de
modus te veranderen drukt u op de schermtoets Day,
Night of Auto en laat deze weer los. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naar links.
Display Brightness with Headlights ON (Helderheid van de weergave bij ingeschakelde
koplampen) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde koplampen
regelen. Stel de helderheid in met de schermtoetsen +
(afb. 14)
Uconnect Touch™ 8.4 schermtoetsen
37
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Compaskalibratie uitvoeren (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Druk op de knop Calibration om deze instelling te
veranderen. Het kompas is zelfijkend, zodat u het niet
handmatig hoeft terug te stellen. Mogelijk geeft het
kompas onjuiste waarden weer wanneer de auto nieuw
is. In dat geval geeft het EVIC het bericht CAL weer tot
het kompas wordt geijkt. U kunt ook het kompas
kalibreren door op de schermtoets ON te drukken en
een of meerdere keren in een cirkel van 360 graden te
rijden (in een gebied zonder grote metalen of metaal-
houdende objecten) tot de CAL indicator in het EVIC
uitgaat. Het kompas werkt nu normaal. Audio
Balance/Fade (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u de
balans links/rechts en de balans voor/achter verande-
ren.
Equalizer (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u toegang tot dit scherm hebt kunt u de Bass (bas),
Mid (middentonen) en Treble (hogetonen) instellen.
Wijzig de instellingen met de schermtoetsen + en - of
door een punt op de schaal tussen de schermtoetsen +
en - te selecteren en op schermtoets met de pijl naar
links te drukken. OPMERKING:
Met Bass/mid/treble kunt u door
eenvoudig uw vinger naar boven/beneden te schuiven
de instelling veranderen. U kunt ook direct op de
gewenste instelling drukken.
Snelheidsafhankelijke volumeregeling (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Geluid wordt zachter afhankelijk van de rijsnelheid.
Druk op de schermtoets Off, 1, 2 of 3 om de snelheids-
afhankelijke volumeregeling te veranderen. Druk
daarna op de schermtoets met de pijl naar links.
Muziekinformatie opruimen (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Deze functie is behulpzaam bij het organiseren van
muziekbestanden voor een optimale navigatie. Maak
uw uw keuze door op de schermtoets Music Info
Cleanup te drukken en vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links.
Phone/Bluetooth (telefoon/Bluetooth)
Gekoppelde apparaten (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze functie toont welke telefoons zijn gekoppeld aan
het telefoon / Bluetooth systeem. Raadpleeg voor
meer informatie het Uconnect Touch™ supplement.
44
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
PARKVIEW® ACHTERUITRIJCAMERA
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Uw auto is mogelijk voorzien van een ParkView
®
achteruitrijcamera. Hiermee kunt u het gebied achter
de auto op het scherm zien wanneer de schakelhendel
in de stand REVERSE (achteruit) wordt gezet. De
afbeelding wordt aan de bovenzijde van het aanraak-
scherm van de radio weergegeven, samen met de
waarschuwing "Controleer de gehele omgeving". Na
vijf seconden verdwijnt deze opmerking. De Park-
View
®camera bevindt zich aan de achterzijde van het
voertuig boven de kentekenplaat. Als u uit de achteruitversnelling schakelt, wordt de
achteruitrijcamera uitgeschakeld en verschijnt het
navigatie- of audioscherm.
Indien weergegeven, geven statische rasterlijnen de
breedte van het voertuig aan, terwijl een onderbroken
lijn de middellijn van het voertuig aangeeft. Deze lijnen
kunnen bijv. van dienst zijn bij het uitlijnen van het
voertuig voor een aanhanger. De statische rasterlijnen
geven verschillende zones aan waarmee u de afstand
tot de achterzijde van het voertuig kunt inschatten. De
onderstaande tabel geeft bij benadering de afstanden
weer voor elk van deze zones:
Zone Afstand tot de achterzijde van het voertuig
Rood 0 - 30 cm
Geel 30 cm - 1 m
Groen 1 m of meer
145
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
STUURBEDIENING VOOR AUDIO
De knoppen van de afstandsbediening van het audio-
systeem bevinden zich achter op het stuur. De regel-
knoppen rechts en links zijn tuimelschakelaars met een
druktoets in het midden van elke schakelaar. Reik met
uw vingers achter het stuur om de knoppen te bedie-
nen. (afb. 108)
FUNCTIES RECHTERSCHAKELAAR
Druk de bovenkant van de schakelaar in om degeluidssterkte hoger te zetten.
Druk de onderkant van de schakelaar in om de geluidssterkte lager te zetten.
Druk op de toets midden op de schakelaar om van modus te veranderen (d.w.z. AM, FM, enz). FUNCTIES LINKERSCHAKELAAR VOOR RADIOBEDIENING
Druk de bovenkant van de schakelaar in om de
volgende radiozender in opgaande richting te ZOE-
KEN vanaf de huidige instelling.
Druk de onderkant van de schakelaar in om de volgende radiozender in neergaande richting te
ZOEKEN vanaf de huidige instelling.
Druk op de toets midden op de schakelaar om op de volgende vooringestelde zender die u heeft gepro-
grammeerd af te stemmen.
FUNCTIES LINKERSCHAKELAAR VOOR
BEDIENING VAN DE MEDIA (BIJV. CD)
Druk eenmaal op de bovenkant van de schakelaar om het volgende nummer te beluisteren.
Druk eenmaal op de onderkant van de schakelaar om het begin van het huidige nummer of het begin van
het vorige nummer te beluisteren. Doe dit binnen
één seconde nadat het huidige nummer is begonnen.
Druk de schakelaar tweemaal naar boven of naar beneden om het tweede nummer te horen, drie keer
om het derde nummer te horen, enzovoort.
Druk op de toets midden op de schakelaar om over te gaan naar de volgende voorinstelling die u heeft
geprogrammeerd.(afb. 108) Afstandsbediening geluidssysteem (achteraanzicht stuurwiel)
148
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
UCONNECT™ MULTIMEDIA VIDEO
ENTERTAINMENT SYSTEM (VES)™
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het Video Entertainment Systeem (VES)™ achterin is
een systeem waaraan u en uw gezin jarenlang plezier
kunnen beleven. U kunt uw lievelings-cd's en dvd's
afspelen, luisteren naar muziek via de draadloze hoofd-
telefoons of er allerlei spelcomputers of audio-
apparatuur op aansluiten. U wordt verzocht deze ge-
bruikershandleiding door te lezen om uzelf vertrouwd
te maken met de functies en bediening van het systeem.
Systeemoverzicht
Het Video Entertainment System (VES)™ achterin
bestaat uit:
Uw auto kan zijn uitgerust met een enkel LCD-scherm in de dakconsole.
Een infrarode afstandsbediening biedt audio- en vi- deobediening van het VES™ vanaf de achterbank.
Twee infrarode draadloze tweekanaal- hoofdtelefoons voor de passagiers achterin.
Extra RCA-audio/video-ingangsaansluitingen (AUX- aansluitingen) voor het luisteren en kijken naar media
op elektronische apparaten van derden, zoals MP3-
spelers en spelcomputers.
Radio die dvd's kan afspelen. Video Entertainment System (VES)™
Deze handleiding is bedoeld als hulpmiddel bij de be-
diening van het Video Entertainment System (VES)™
achter in uw auto.
Het Video Entertainment System (VES)™ vergroot de
audio- en videomogelijkheden van uw auto, zodat de
achterpassagiers kunnen genieten van films, muziek en
externe audio/video-apparaten, zoals spelcomputers
en MP3-spelers. Het VES™ is naadloos in de autoradio
geïntegreerd zodat men de audio via de autoluidspre-
kers en/of de hoofdtelefoons kan horen. Het systeem
kan worden bediend met behulp van de radio door de
inzittenden voorin of met behulp van de afstandsbedie-
ning door de inzittenden achterin.
Het VES™ is een systeem met twee kanalen. Het
videoscherm toont informatie in een gedeeld scherm-
formaat. De linkerkant van het scherm is kanaal 1 en de
rechterkant van het scherm is kanaal 2. Alle modi,
behalve de videomodi (DVD-video, Aux-video) wor-
den getoond op een gedeeld scherm. Als een videomo-
dus wordt getoond, wordt het op het hele scherm
getoond. De afstandsbediening kan elk van beide kana-
len bedienen door de keuzeschakelaar aan de rechter-
kant van de afstandsbediening te gebruiken. De hoofd-
telefoons zijn gemaakt om naar elk van beide kanalen te
luisteren door de keuzeschakelaar op de rechter-
oordop te gebruiken.
149
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Met de bijgeleverde draadloze tweekanaals hoofdtele-
foons stelt het VES™ de passagiers achterin in staat om
tegelijkertijd naar twee verschillende geluidskanalen te
luisteren. Dankzij de draadloze afstandsbediening kun-
nen de passagiers achterin wisselen van zender, mu-
zieknummer en cd en omschakelen van geluids- naar
beeldfunctie of omgekeerd.Werking afstandsbediening
Kaart met beknopte informatie
Deze kaart geeft beknopte informatie over de functies
van de regelknoppen op de afstandsbediening voor de
verschillende radiomodi en menuschermen. OPMERKING:
Zorg dat de kanaal/schermkeuzeschakelaar ingesteld
is op het scherm of kanaal dat bediend moet worden.
Zorg dat de kanaalkeuzeschakelaar op de hoofdtele-
foon ingesteld is op het scherm of kanaal waar u naar
wilt luisteren.Knop voor
de afstands- bediening Standaard schermen Menuschermen
AM/FM/
MW/LW SAT–
Audio HDD–
HardDisc
Drive DISC/
DVD AUX/AUX1/
AUX2
Menuvoor
modus- selec- tie
Instellenscherm
Voeding Scherm AAN/UIT
Verlichting Achtergrondverlichting afstandsbediening AAN/UIT
Pijl
omhoog,
volgende Omhoog
zoeken*
Volgende
zender *VolgendezenderVolgende
nummerAudio:
Volgende
nummerNiet be-
schik-baarSelectieomhoog
Selectieomhoog
Videoafspelen: Volgend
hoofd-stuk
Video-
menu: Selectieomhoog
150
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD