Page 9 of 356

Uw garantie biedt geen dekking voor onderdelen die
niet door de fabrikant zijn geleverd. Daarnaast biedt uw
garantie geen dekking voor de kosten van reparaties of
aanpassingen als gevolg van, of noodzakelijk geworden
door het monteren of gebruiken van onderdelen, com-
ponenten, uitrusting, materialen of toevoegingen die
niet afkomstig zijn van de fabrikant. Ook biedt uw
garantie geen dekking voor de kosten voor het repare-
ren van schade als gevolg van aanpassingen aan uw auto
die niet voldoen aan de specificaties van de fabrikant.
Bij uw erkende dealer zijn originele onderdelen, acces-
soires en andere door de fabrikant goedgekeurde pro-
ducten verkrijgbaar, inclusief de adviezen van gekwali-
ficeerde medewerkers.
Wanneer het aankomt op service en onderhoud, is het
van belang te bedenken dat uw erkende dealer uw auto
niet alleen het beste kent, maar ook beschikt over de
originele onderdelen en door de fabrikant opgeleide
monteurs, terwijl hij er bovendien belang bij heeft dat u
volkomen tevreden bent over uw auto.
Copyright © 2011 FIAT Group Automobiles S.p.A.3
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 10 of 356
HOE GEBRUIKT U DEZE HANDLEIDING?
Raadpleeg de inhoudsopgave om te weten in welk
hoofdstuk de informatie staat die u zoekt.
Omdat de specificatie van uw auto afhankelijk is van de
bestelde uitvoering, kunnen sommige beschrijvingen en
afbeeldingen verschillen van de uitrusting van uw auto.In de gedetailleerde inhoudsopgave, achter in deze
handleiding, vindt u een volledig overzicht van alle
onderwerpen.
Raadpleeg de volgende tabel voor een beschrijving van
de symbolen die mogelijk aanwezig zijn in uw auto of
worden gebruikt in deze gebruikershandleiding.
(afb. 1)(afb. 1)
4
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 11 of 356
WIJZIGINGEN/AANPASSINGEN
VAN HET VOERTUIG
WAARSCHUWING!
Wijzigingen en aanpassingen kunnen de
rijeigenschappen en veiligheid van dit
voertuig in ernstige mate beïnvloeden en leiden
tot ongevallen met ernstig of fataal letsel.
5
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 12 of 356
INSTRUMENTENPANEEL (afb. 2)(afb. 2)1 — Uitstroomopening ontwasemen zijruit 6 — Rij schakelaars 11 — Knop Engine Start/Stop (Motor
Aan/Uit)
2 — Luchtrooster 7 — Toetsen Uconnect Touch™ 12 — Ontgrendelhendel motorkap
3 — Instrumentengroep 8 — Sleuf voor SD geheugenkaart 13 — Dimschakelaars
4 — Uconnect Touch™ systeem 9 — Aansluitcontact 14 — Lichtschakelaar
5 — Handschoenenkastje 10 — Sleuf voor cd/dvd
6
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 13 of 356
INSTRUMENTEN (afb. 3)
1. Toerenteller
Deze meter telt het aantal omwentelingen per minuut
van de motor (omw/min x 1000). Voordat de meter-
naald het rode gedeelte bereikt moet u gas terugnemen
om schade aan de motor te voorkomen.2. Snelheidsmeter
Geeft de snelheid van het voertuig aan.
3. Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft het brandstofpeil in de tank
aan wanneer de contactschakelaar zich in de stand
ON/RUN bevindt.(afb. 3)
7
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 14 of 356

4. Koelvloeistoftemperatuurmeter
De thermometer geeft de temperatuur van de koel-
vloeistof aan. Als de meternaald binnen het normale
bereik aanwijst, werkt het koelsysteem naar behoren.
De naald op de meter geeft waarschijnlijk een hoge
temperatuur aan bij warm weer, op berghellingen, in
druk verkeer of bij het trekken van een aanhanger. Als
de naald oploopt tot het teken “H”, moet u de auto zo
snel mogelijk aan de kant zetten. Als de airco (A/C)
aanstaat, zet deze dan uit. Zet de versnellingsbak ook in
NEUTRAAL en laat de motor stationair draaien. Als de
naald op "H" blijft staan, moet u de motor onmiddellijk
uitzetten en de wegenwacht bellen.
Laat de auto niet onbewaakt achter als
de motor draait , omdat u de thermome-
ter niet in de gaten kunt houden in geval
van oververhitting van de motor. UW SLEUTELS
Uw auto werkt met een startcontact zonder sleutel.
Dit systeem bestaat uit een sleutelhouder met een
afstandsbediening (RKE) en een Keyless Ignition Node(KIN).
Keyless Enter-N-Go-functie
Deze auto is uitgerust met de Keyless Enter-N-Go-
functie (sleutelloze toegang en starten), zie "Startpro-
cedure" in "Starten en rijden" voor meer informatie.
KEYLESS IGNITION NODE (KIN) (Starten
zonder sleutel)
Met deze functie kan de bestuurder via een druk op de
toets de contactschakelaar bedienen, mits de afstands-
bediening (RKE) zich in het passagierscompartiment
bevindt.
De Keyless Ignition Node (KIN) heeft vier bedienings-
standen, drie ervan zijn van een opschrift voorzien en
gaan bij activering branden. De drie standen zijn OFF,
ACC en ON/RUN. De vierde stand is START, tijdens
het starten gaat RUN branden. OPMERKING:
Als de contactschakelaar na het in-
drukken van een toets niet reageert, is de batterij van
de afstandsbediening (sleutelhouder) mogelijk bijna
leeg of leeg. Als dit het geval is, kan een alternatieve
methode worden toegepast om de contactschakelaar
te bedienen. Druk de voorzijde (zijde tegenover de
8
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 15 of 356

noodsleutel) van de sleutelhouder tegen de knop EN-
GINE START/STOP (Motor aan/uit) om de contact-
schakelaar te bedienen. (afb. 4) SLEUTELHOUDER
De sleutelhouder bevat ook de afstandsbediening
(RKE) en de noodsleutel, die in de achterzijde van de
sleutelhouder is ondergebracht.
Met de noodsleutel kan men in de auto zelfs als de accu
leeg is of als de sleutelhouder weigert. Met de nood-
sleutel kan ook het handschoenvakje worden afgeslo-
ten. U kunt de noodsleutel bij u houden als iemand
anders de auto voor u parkeert.Schuif, om de noodsleutel te verwijderen, de mechani-
sche vergrendeling aan de zijkant van de sleutelhouder
met uw duim opzij en trek de sleutel vervolgens met
uw andere hand uit de houder. (afb. 5) OPMERKING:
U kunt de tweezijdige noodsleutel in
de slotcilinders steken met eender welke kant naar
boven.
BERICHT IGNITION OR ACCESSORY ON
(CONTACTSCHAKELAAR OP ON OF ACC)
Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl het
contactslot in de stand ACC of ON staat (motor draait
niet), klinkt een gong om u eraan te herinneren het
contact uit (OFF) te zetten. Naast de gong verschijnt
op het display in de instrumentengroep het bericht(afb. 4)
Keyless Ignition Node (KIN)
1 — OFF
2 — ACC (ACCESSOIRESTAND)
3 — ON/RUN
(afb. 5) Verwijderen van de noodsleutel
9
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 16 of 356

Ignition On of Accessory On (Contactschakelaar op
ON of ACC). OPMERKING:Met het Uconnect Touch™ systeem
blijven de schakelaars voor de elektrische ruitbedie-
ning, de radio, het elektrisch bedienbaar zonnedak
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) en de aansluit-
contacten nog maximaal 10 minuten werken nadat de
contactschakelaar in de stand OFF is gezet. Door het
openen van een voorportier wordt deze functie uitge-
schakeld. De tijdsduur van deze functie is program-
meerbaar. Raadpleeg "Uconnect Touch™ instellingen"
in "Uw auto" voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Zet , voordat u de auto verlaat , altijd
de versnellingshendel in de stand PARK,
trek de handrem aan en neem de sleutelhouder
uit het contact . Sluit altijd de auto af wanneer u
de auto verlaat .
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter
of daar waar ze toegang tot een niet afgesloten
auto hebben.
(Vervolgd)(Vervolgd)
Kinderen zonder toezicht in een auto achterla-
ten is om verschillende redenen gevaarlijk. Kin-
deren of derden kunnen ernstige of dodelijke
verwondingen oplopen.Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal of de
versnellingspook mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van de auto en laat Keyless Enter-N-Go
niet in de stand ACC of ON/RUN staan. Een kind
zou de elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto in be-
weging kunnen brengen.
Laat nooit kinderen of dieren achter in een in
de zon geparkeerde en afgesloten auto. De hitte
in het interieur kan ernstige gezondheidsproble-
men veroorzaken en zelfs dodelijk zijn.
Een niet-vergrendelde auto is een prima
uitnodiging voor dieven. Neem altijd de
sleutelhouder uit de auto, zet het con-
tactslot in de stand OFF en sluit alle portieren af
wanneer u de auto zonder toezicht achterlaat .
10
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD