Page 41 of 356

Compass Settings (instellingen van het
kompas)
Afwijking (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Variance om dit scherm te
veranderen. De kompasafwijking is het verschil tussen
het magnetische noorden en het geografische noorden.
Ter compensatie van de verschillen moet de kompas-
afwijking aan de hand van de zonekaart worden inge-
steld voor de zone waarin de auto wordt gebruikt.
Nadat u het kompas correct heeft ingesteld, worden deverschillen automatisch gecompenseerd, zodat de
nauwkeurigheid van de kompasrichting optimaal is. OPMERKING:
Zorg dat er geen magnetische voor-
werpen, zoals iPod's, mobiele telefoons, laptops en
radardetectors, op het dashboard liggen. Omdat zich
hier de kompasmodule bevindt, zou er interferentie
met de sensor van het kompas kunnen optreden,
waardoor de weergegeven waarden onbetrouwbaar
worden. (afb. 13)(afb. 13)
Kaart kompasafwijking
35
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 42 of 356

Calibration (Kalibratie) (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Druk op de knop Calibration om deze instelling te
veranderen. Het kompas is zelfijkend, zodat u het niet
handmatig hoeft terug te stellen. Mogelijk geeft het
kompas onjuiste waarden weer wanneer de auto nieuw
is. In dat geval geeft het EVIC het bericht CAL weer tot
het kompas wordt geijkt. U kunt ook het kompas
kalibreren door op de schermtoets ON te drukken en
een of meerdere keren in een cirkel van 360 graden te
rijden (in een gebied zonder grote metalen of metaal-
houdende objecten) tot de CAL indicator in het EVIC
uitgaat. Het kompas werkt nu normaal. OPMERKING: Voor juiste ijking is een vlak wegdek
en een omgeving zonder grote metalen voorwerpen
zoals gebouwen, bruggen, ondergrondse kabels, spoor-
rails enz. vereist. Audio
Equalizer (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Equalizer om dit scherm te
veranderen. Als u toegang tot dit scherm hebt kunt u
de Bass (bas), Mid (middentonen) en Treble (hogeto-
nen) instellen. Wijzig de instellingen met de scherm-
toetsen + en - of door een punt op de schaal tussen de
schermtoetsen + en - te selecteren en op schermtoets
met de pijl naar links te drukken. OPMERKING:
Met Bass/mid/treble kunt u door
eenvoudig uw vinger naar boven/beneden te schuiven
de instelling veranderen. U kunt ook direct op de
gewenste instelling drukken.
Balance / Fade (Balans links/rechts - voor/achter) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Druk op de schermtoets Balance / Fade om dit scherm
te veranderen. Wanneer u toegang tot dit scherm hebt,
kunt u de balans links/rechts en de balans voor/achter
veranderen.
Snelheidsafhankelijke volumeregeling (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Speed Adjusted Volume om
dit scherm te veranderen. Geluid wordt zachter afhan-
kelijk van de rijsnelheid. Druk op de schermtoets Off,
1, 2 of 3 om de snelheidsafhankelijke volumeregeling te
veranderen. Druk daarna op de schermtoets met de
pijl naar links.
Surround Sound (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Druk op de schermtoets Surround Sound om dit
scherm te veranderen. Er wordt een ruimtelijke sur-
round sound gesimuleerd. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Surround Sound. Druk
vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links.
36
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 43 of 356

Telefoon / Bluetooth
Gekoppelde apparaten (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Deze functie toont welke telefoons zijn gekoppeld aan
het telefoon / Bluetooth systeem. Raadpleeg voor
meer informatie het Uconnect Touch™ supplement.
PERSOONLIJK TE PROGRAMMEREN
FUNCTIES — INSTELLINGEN Uconnect
Touch™ 8.4
In deze modus geeft het Uconnect Touch™ systeem u
toegang tot de programmeerbare functies waarmee
het voertuig kan zijn uitgerust, zoals Display (Scherm),
Clock (Klok), Safety/Assistance (Veiligheid/hulp),
Lights (Verlichting), Doors & Locks (Portieren en slo-
ten), Auto-On Comfort (Comfort automatisch aan),
Engine Off Operation (Stroom bij uitgeschakelde mo-
tor), Compass Settings (Kompasinstellingen), Audio
and Phone Bluetooth settings (Audio- en telefoon-/
Bluetooth-instellingen). OPMERKING: Er kan telkens slechts één gebied van
het aanraakscherm worden geselecteerd. (afb. 14)
Als u een selectie wilt aanbrengen, bladert u omhoog
en omlaag tot de gewenste instelling wordt gemarkeerd
en drukt u daarna kort op deze instelling totdat naast
de instelling een vinkje verschijnt, dat aanduidt dat de
instelling is geselecteerd. Display
Schermmodus (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
In dit scherm kunt u een van de automatische
weergave-instellingen selecteren. Om de status van de
modus te veranderen drukt u op de schermtoets Day,
Night of Auto en laat deze weer los. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naar links.
Display Brightness with Headlights ON (Helderheid van de weergave bij ingeschakelde
koplampen) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde koplampen
regelen. Stel de helderheid in met de schermtoetsen +
(afb. 14)
Uconnect Touch™ 8.4 schermtoetsen
37
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 44 of 356

en - of door een punt op de schaal tussen de scherm-
toetsen + en - te selecteren en op de schermtoets met
de pijl naar links te drukken.
Display Brightness with Headlights OFF(Helderheid van de weergave bij uitgeschakelde
koplampen) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde koplampen
regelen. Stel de helderheid in met de schermtoetsen +
en - of door een punt op de schaal tussen de scherm-
toetsen + en - te selecteren en op de schermtoets met
de pijl naar links te drukken.
Taal instellen (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
In dit scherm kunt u een van de drie talen voor de
schermweergave selecteren, met inbegrip van de rit-
functies en het navigatiesysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/markten). Druk op de toets German,
French, Spanish, Italian, Dutch of English om de ge-
wenste taal te selecteren. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links. Alle verdere infor-
matie wordt getoond in de taal van uw keuze.
Eenheden (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Wanneer u toegang hebt tot dit scherm kunt u de
eenheden van het EVIC, kilometerteller en het naviga-
tiesysteem (voor bepaalde uitvoeringen/markten) van
Amerikaanse in metrische eenheden veranderen en omgekeerd. Druk op US of Metric; druk vervolgens op
de schermtoets met de pijl naar links. Als u doorgaat
wordt de geselecteerde eenheid weergegeven.
Voice Response Length (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u de
Voice Response Length instellingen veranderen. Druk
om de Voice Response Length te veranderen op de
schermtoets Brief (kort) of Detailed (uitgebreid) en
druk vervolgens op de schermtoets met de pijl naarlinks.
Pieptonen aanraakscherm (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u
schermtoetstonen in- of uitschakelen. Druk, om het
geluid bij aanraking te veranderen, op de schermtoets
On of Off. Druk daarna op de schermtoets met de pijl
naar links.
Navigation Turn-By-Turn in Cluster (Navigatie van afslag naar afslag in instrumentengroep)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als deze functie is geselecteerd, verschijnen precieze
richtingaanwijzingen op het scherm wanneer de auto
een afslag in een geprogrammeerde route nadert.
Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets
Navigation Turn-By-Turn in Cluster (Turn-by-turn na-
vigatie in instrumentengroep), selecteer ON of OFF
(aan of uit) en druk vervolgens op de schermtoets met
de pijl naar links.
38
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 45 of 356

Klok
Sync Time with GPS (Tijdsaanduidingsynchroniseren met GPS) (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u de tijd
automatisch door de radio laten instellen. Druk, om de
Sync Time instelling te veranderen, op de schermtoets
On of Off. Druk daarna op de schermtoets met de pijl
naar links.
Uren instellen (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Set Time (stel tijd in), stel
de uren in met de schermtoetsen up (omhoog) en
down (omlaag) en druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links wanneer alle keuzes zijn gemaakt.
Minuten instellen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Set Time (stel tijd in), stel
de minuten in met de schermtoetsen up (omhoog) en
down (omlaag) en druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links wanneer alle keuzes zijn gemaakt. Tijdformaat (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Set Time (stel tijd in), kies
12 hr of 24 hr en druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links wanneer alle keuzes zijn gemaakt.
Show Time in Status Bar (Tijd in statusbalk
weergeven) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
digitale klok in de statusbalk in- of uitschakelen. Als u
de instelling Show Time Status wilt wijzigen, drukt u
kort op de schermtoets On of Off en daarna op de
schermtoets met de pijl naar links.
Veiligheid / Hulp
Parkeerhulp (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
De parkeersensoren achter tasten het gebied achter de
auto af op obstakels indien de versnellingspook in de
achteruitversnelling staat en de snelheid lager is dan
18 km/u. Het systeem kan worden ingesteld met Sound
Only (alleen geluid), Sound and Display (geluid en
beeld) of worden uitgeschakeld (OFF). Als u de Park
Assist-status wilt wijzigen, drukt u kort op de knop Off,
Sound Only of Sounds and Display en daarna op de
schermtoets met de pijl naar links.
39
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 46 of 356

Parkview Backup Camera (Achteruitrijcamera)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Uw auto is mogelijk voorzien van een ParkView
®
achteruitrijcamera. Hiermee kunt u het gebied achter
de auto op het scherm zien wanneer de schakelhendel
in de stand REVERSE (achteruit) wordt gezet. De
afbeelding wordt aan de bovenzijde van het aanraak-
scherm van de radio weergegeven, samen met de
waarschuwing "Controleer de gehele omgeving". Na
vijf seconden verdwijnt deze opmerking. De Park-
View
®camera bevindt zich aan de achterzijde van het
voertuig boven de kentekenplaat. Druk, om uw keuze
te maken, op de schermtoets Parkview Backup Camera
(achteruitrijcamera), kies On (Aan) of Off (Uit) en druk
vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links.
Wegrijhulp op hellingen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer deze functie is geselecteerd, is het Hill Start
Assist (HSA) systeem actief. Raadpleeg "Elektronisch
remsysteem in "Starten en rijden" voor de werking van
het systeem en de bedieningsinformatie. Druk, om uw
keuze te maken, op de schermtoets Hill Start Assist.
Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl naarlinks. Lampjes
Uitschakelvertraging koplampen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u deze functie selecteert, kunt u kiezen of bij
uitstappen de koplampen nog 30, 60 of 90 seconden blijven branden. Druk, om de status van de Headlight
Off Delay te veranderen op de schermtoets 0, 30, 60 of
90. Druk daarna op de schermtoets met de pijl naarlinks.
Headlight Illumination on Approach
(Koplampen inschakelen bij nadering) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Als deze functie is geselecteerd, zullen de koplampen
worden ingeschakeld en gedurende 0, 30, 60, of 90 se-
conden blijven branden wanneer de portieren worden
ontgrendeld via de afstandsbediening. Druk, om de
status van de Illuminated Approach te veranderen op
de schermtoets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna op de
schermtoets met de pijl naar links.
Headlights with Wipers (Koplampen met ruitenwissers) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer deze functie geselecteerd is en de koplamp-
schakelaar in de stand AUTO staat, schakelen de kop-
lampen in ca. 10 seconden nadat de ruitenwissers zijn
ingeschakeld. Als de koplampen zijn ingeschakeld door
middel van deze functie, worden ze ook uitgeschakeld
wanneer de ruitenwissers worden uitgeschakeld. Druk,
om uw keuze te maken, op de schermtoets Headlights
with Wipers. Druk vervolgens op de schermtoets met
de pijl naar links.
40
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 47 of 356

Grootlicht automatisch dimmen (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Wanneer u deze functie selecteert, zal het grootlicht
onder bepaalde omstandigheden automatisch uitge-
schakeld worden. Druk, om uw keuze te maken, op de
schermtoets Auto High Beams. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links. Raadpleeg
"Verlichting/SmartBeam™(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)” in “Uw auto” voor meer infor-
matie.
Headlight Dip (Traffic Changeover)
(Koplampafstelling (links-/rechtsrijdend
verkeer)) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De lichtbundels van het dimlicht worden aan de boven-
zijde afgeschermd. De lichtbundels zijn het meest naar
beneden gericht en afgestemd op links- of rechtsrij-
dend verkeer om verblinding zoveel mogelijk te voor-
komen.
Flash Headlights with Lock (Knipperen bij vergrendelen) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer deze functie geselecteerd is, knipperen de
richtingaanwijzers voor en achter wanneer u de por-
tieren vergrendelt of ontgrendelt via de afstandsbedie-
ning. Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets
Flash Headlights with Lock. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links. Doors & Locks (portieren en sloten)
Auto Unlock on Exit (Portieren ontgrendelen bij
verlaten) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer u deze functie selecteert, worden alle portie-
ren ontgrendeld wanneer het voertuig stopt, de trans-
missie in de stand PARK of NEUTRAL geschakeld
wordt en het bestuurdersportier geopend wordt.
Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets Auto
Unlock on Exit. Druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links.
Flash Headlight with Lock (Knipperen bij
vergrendelen) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer deze functie geselecteerd is, knipperen de
richtingaanwijzers voor en achter wanneer u de por-
tieren vergrendelt of ontgrendelt via de afstandsbedie-
ning. Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets
Flash Lights with Lock. Druk vervolgens op de scherm-
toets met de pijl naar links.
1st Press of Key Fob Unlocks (Ontgrendelen door eenmaal te drukken op de sleutelhouder)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer de optie Unlock Driver Door Only On
1st Press is geselecteerd, wordt alleen het bestuur-
dersportier ontgrendeld bij de eerste druk op de toets
UNLOCK van de afstandsbediening. Als u Driver Door
1st Press selecteert, moet u twee keer op de ontgren-
deltoets van de afstandsbediening drukken om de an-
dere portieren te ontgrendelen. Wanneer u All Doors
41
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 48 of 356

1st Pressselecteert, ontgrendelen alle portieren bij
de eerste keer indrukken op de UNLOCK-toets op de
afstandsbediening. OPMERKING: Wanneer het voertuig is uitgerust
met het "Enter-N-Go-systeem" voor sleutelloze toe-
gang en het EVIC is geprogrammeerd om alle portieren
na eenmaal drukken te ontgrendelen, dan zullen alle
portieren worden ontgrendeld, ongeacht welke por-
tierhandgreep wordt vastgepakt. Als "Driver Door 1st
Press" (Ontgrendel bestuurdersportier na één keer
drukken) is geprogrammeerd, wordt alleen het be-
stuurdersportier ontgrendeld wanneer dit wordt vast-
gepakt. Wanneer bij Passive Entry de functie "Driver
Door 1st Press" (Ontgrendel bestuurdersportier na
één keer drukken) is geprogrammeerd en de hand-
greep meer dan één keer wordt aangeraakt, wordt het
bestuurdersportier geopend. Wanneer de functie
"Ontgrendel bestuurdersportier na één keer drukken"
is geselecteerd en het bestuurdersportier is geopend,
dan kunnen de overige portieren ontgrendeld worden
met behulp van de ontgrendel-/vergrendelschakelaar in
het voertuig (of gebruik de afstandsbediening).
Passive Entry (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Met deze functie kunt u de portieren van uw auto
vergrendelen en ontgrendelen zonder dat u op de
afstandbediening de vergrendel- en ontgrendelknop-
pen hoeft in te drukken. Druk, om uw keuze te maken,
op de schermtoets Passive Entry. Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links. Raadpleeg
“Keyless Enter-N-Go” in “Uw auto”.
Opties bij stilstaande motor
Stroom bij stilstaande motor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wanneer deze functie is geselecteerd, blijven de elek-
trisch bedienbare ruiten, de radio, het Uconnect™
telefoonsysteem (voor bepaalde uitvoeringen/
markten), DVD-videosysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/markten), het elektrisch bedienbare
schuifdak (voor bepaalde uitvoeringen/markten) en de
aansluitcontacten nog maximaal 10 minuten werken
nadat de contactschakelaar in de stand OFF is gezet.
Door het openen van een voorportier wordt deze
functie uitgeschakeld. Druk, om de status van de En-
gine Off Power Delay functie te veranderen, op de
schermtoets 0 seconden, 45 seconden, 5 minuten of
10 minuten. Druk daarna op de schermtoets met de pijl
naar links.
Uitschakelvertraging koplampen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u deze functie selecteert, kunt u kiezen of bij
uitstappen de koplampen nog 30, 60 of 90 seconden
blijven branden. Druk, om de status van de Headlight
Off Delay te veranderen op de schermtoets 0, 30, 60 of
90. Druk daarna op de schermtoets met de pijl naarlinks.
42
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD