Page 273 of 356

(Vervolgd)
Een losse TIREFIT -set kan bij een noodstop of
ongeval naar voren schieten en zo de inzittenden
ernstig letsel toebrengen. DeTIREFIT-set altijd op
de daarvoor voorziene plaats opbergen. Als geen
gehoor wordt gegeven aan deze waarschuwin-
gen, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg
hebben voor u, de inzittenden en anderen in uw
omgeving.
Voorkom dat TIREFIT in contact komt met
haar, ogen of kleding. TIREFIT is schadelijk bij
inademen, inslikken en huidcontact . Het veroor-
zaakt irritatie van de huid, ogen en luchtwegen.
Spoel onmiddellijk met veel water na eventuele
aanraking met de ogen of de huid.Verkleed u zo
snel mogelijk als TIREFIT in aanraking is geko-
men met de kleding.
De afdichtingsoplossing van TIREFIT bevat la-
texrubber. Bij een allergische reactie of huiduit-
slag onmiddellijk een arts raadplegen. Houd TI-
REFIT buiten het bereik van kinderen. Bij
inslikken de mond met veel water uitspoelen en
veel water drinken. Braken niet opwekken! Di-
rect een arts raadplegen. Een band repareren met TIREFIT
(A) Wanneer u stopt om TIREFIT aan te
brengen:
1. Parkeer de auto op een veilige plaats en schakel de
waarschuwingsknipperlichten in.
2. Zorg dat het ventiel (op het wiel van de lekke band) zich vlakbij de grond bevindt. In die stand reiken de
TIREFIT-slangen (6) en (7) tot het ventiel en kan de
TIREFIT-set plat op de grond staan. Hierdoor be-
vindt het pakket zich in de beste positie voor het
inspuiten van het afdichtingsmiddel in de lekke band
en het bedienen van de luchtpomp. Verplaats de
auto zonodig om het ventiel in die positie te
brengen voordat u begint.
3. Zet de versnellingsbak in PARK (automatische ver- snellingsbak) of in een versnelling (handmatige ver-
snellingsbak) en zet het contact uit.
4. Trek de handrem aan.
(B) Voorbereiding op het gebruik van TIREFIT:
1. Draai de functieregelknop (5) in de stand voor de afdichtingsfunctie.
2. Rol de afdichtingsslang (6) uit en verwijder de dop van de fitting aan het uiteinde van de slang.
3. Zet de TIREFIT-set plat op de grond naast de lekke band.
4. Verwijder het dopje van het ventiel en schroef de fitting aan het uiteinde van de afdichtingsslang (6) op
het ventiel.
267
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 274 of 356

5. Maak de stekker (8) los en steek de stekker in de 12Volt-aansluiting van de auto.
OPMERKING: Geen vreemde voorwerpen (bij-
voorbeeld schroeven of spijkers) uit de band
verwijderen.
(C) Afdichtingsmiddel TIREFIT in de lekke
band spuiten:
Altijd de motor starten voordat u de TIREFIT-set
inschakelt.
OPMERKING: Bij auto's met handbediende versnel-
lingsbak moet de parkeerrem zijn ingeschakeld en de
versnellingspook in de stand NEUTRAL staan.
Nadat op de aan/uit-knop (4) wordt gedrukt, stroomt het afdichtingsmiddel (witte vloeistof ) van
de fles (1) naar de afdichtingsslang (6) en in de band.
OPMERKING: Het is mogelijk dat afdichtingsmiddel
uit het gaatje in de band lekt.
Als het afdichtingsmiddel (witte vloeistof ) niet
binnen 0 tot 10 seconden door de slang (6) stroomt:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om de TIREFIT-set uit te schakelen. Maak de afdichtingsslang (6) los van
het ventiel. Zorg dat het ventiel schoon is. Sluit de
afdichtingsslang (6) weer op het ventiel. Controleer
of de functieregelknop (5) in de stand voor de
afdichtingsfunctie staat en niet in de stand voor de
luchtfunctie. Druk op de aan/uit-knop (4) om de
TIREFIT-set in te schakelen. 2. Sluit de stekker (8) aan op een andere 12 Volt-
aansluiting in uw auto of, indien mogelijk, in een
andere auto. Zorg dat de motor draait voordat u de
TIREFIT-set inschakelt.
3. De fles (1) met afdichtingsmiddel is mogelijk eerder gebruikt en daarom leeg. Schakel hulp in.
OPMERKING: Als de functieregelknop (5) in de
stand voor de luchtfunctie staat en de pomp in bedrijf
is, wordt lucht alleen via de luchtpompslang (7) gedo-
seerd, niet via de afdichtingsslang (6).
Als er afdichtingsmiddel (witte vloeistof ) door
de afdichtingsslang (6) stroomt:
1. Laat de pomp werken totdat er geen afdichtingsmid-
del meer door de slang stroomt (dit duurt meestal
30 tot 70 seconden). Terwijl het afdichtingsmiddel
door de afdichtingsslang (6) stroomt, kan de druk-
meter (3) een waarde tot 5 bar aangeven. De
waarde van de drukmeter (3) neemt snel af van
ongeveer 5 bar tot de werkelijke bandenspanning
wanneer de fles met afdichtingsmiddel (1) leeg is.
2. Als de fles met afdichtingsmiddel leeg is, begint de pomp onmiddellijk met het inspuiten van lucht in de
band. Laat de pomp werken en vul de band totdat de
bandenspanning is bereikt die op het etiket op de
B-stijl aan de bestuurderszijde is vermeld (aanbevo-
len bandenspanning). Controleer de bandenspan-
ning op de drukmeter (3).
268
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 275 of 356

Als de band niet binnen 15 minuten wordt ge-
vuld tot een druk van ten minste 1,8 bar:
De schade aan de band is te groot. Probeer niet doorte rijden. Schakel hulp in.
OPMERKING: Druk, als de band een te hoge span-
ning heeft, op de knop voor leeglopen om de banden-
spanning te verlagen tot de voorgeschreven banden-
spanning voordat u verder gaat.
Als de band binnen 15 minuten is gevuld tot de
aanbevolen bandenspanning of tot een druk van
ten minste 1,8 bar:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om de TIREFIT-set uit te schakelen.
2. Verwijder de sticker met de snelheidslimiet van de bovenkant van de fles met afdichtingsmiddel (1) en
breng de sticker aan op het instrumentenpaneel.
3. Maak de afdichtingsslang (6) onmiddellijk los van het ventiel, breng de dop weer aan op de fitting aan het
uiteinde van de slang, en berg de TIREFIT-set op de
daarvoor bestemde plaats in de auto op. Ga snel
door naar (D) "Rijden met de auto".
De metalen fitting van de stekker (8)
kan na gebruikt heet zijn en moet
daarom voorzichtig worden gehanteerd.
Als u de dop niet op de fitting aan het uiteinde
van de afdichtingsslang (6) aanbrengt , kan afdich-
tingsmiddel in aanraking komen met uw huid,
kleiding en het interieur van de auto. Ook kan dan
afdichtingsmiddel in contact komen met interne
onderdelen van de TIREFIT-set , waardoor de set
onherstelbaar beschadigd kan raken.
(D) Rijden met de auto:
Rijd onmiddellijk na het inspuiten van het afdichtings-
middel en het vullen van de band ongeveer 8 km of
10 minuten om ervoor te zorgen dat het TIREFIT-
afdichtingsmiddel goed in de band wordt verdeeld. Rijd
niet sneller dan 88 km/u.
WAARSCHUWING!
Met TIREFIT kunt u een lekke band niet
permanent repareren. Laat de band con-
troleren, repareren of vervangen na gebruik van
TIREFIT. Rijd niet sneller dan 88 km/u totdat de
band is gerepareerd of vervangen. Als geen acht
wordt geslagen op deze waarschuwingen, kan dit
ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben voor
u, de inzittenden en anderen in uw omgeving.
269
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 276 of 356

(E) Na het rijden:
Parkeer op een veilige plaats. Lees eerst "(A) Wanneer
u stopt om TIREFIT aan te brengen" voordat u verder
gaat.
1. Draai de functieregelknop (5) in de stand luchtfunc-tie.
2. Maak de stekker los en steek de stekker in de 12 Volt-aansluiting van de auto.
3. Maak de luchtpompslang (7) (zwart) los en schroef de fitting aan het uiteinde van de slang (7) op het
ventiel.
4. Controleer de bandenspanning met behulp van de manometer (3).
Als de bandenspanning lager is dan 1,3 bar , is de
schade aan de band te groot. Probeer niet door te
rijden. Schakel hulp in.
Als de bandenspanning 1,3 bar of hoger is:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om TIREFIT in te schakelen en vul de band totdat de bandenspanning
is bereikt die op de band en op het etiket met
informatie over belasting in de portieropening aan
de bestuurderszijde is vermeld.
OPMERKING: Druk, als de band een te hoge span-
ning heeft, op de knop voor leeglopen om de banden-
spanning te verlagen tot de voorgeschreven banden-
spanning voordat u verder gaat. 2. Koppel de TIREFIT-set los van het ventiel, breng de
dop weer aan op het ventiel en verwijder de stekker
uit de 12 Volt-aansluiting.
3. Berg de TIREFIT-set terug op de juiste plaats in het voertuig.
4. Laat de band bij de eerste gelegenheid repareren of vervangen door een erkende dealer of een banden-
servicebedrijf.
5. Laat de fles met afdichtingsmiddel (1) en de afdich- tingsslang (6) zo snel mogelijk vervangen door uw
erkende dealer. Zie "(F) Fles met afdichtingsmiddel
en slang vervangen".
OPMERKING: Als u de band laat repareren, laat de
erkende dealer of het garagebedrijf dan weten dat de
band is afgedicht met de TIREFIT-set.
(F) Fles met afdichtingsmiddel en slang
vervangen:
1. Maak de afdichtingsslang (6) (doorzichtig) los.
2. Zoek de ronde knop voor het losmaken van de fles in het verzonken gedeelte onder de fles.
3. Druk op de knop voor het losmaken van de fles met afdichtingsmiddel. De fles met afdichtingsmiddel (1)
springt omhoog. Verwijder de fles en voer deze
volgens de voorschriften af.
4. De TIREFIT-houder reinigen van eventuele resten afdichtingsmiddel.
270
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 277 of 356

5. Breng de nieuwe fles met afdichtingsmiddel (1) zoaan in de behuizing dat de afdichtingsslang (6) wordt
uitgelijnd met de slangsleuf in de voorzijde van de
behuizing. Druk de fles in de behuizing. U hoort een
klik die aangeeft dat de fles goed op zijn plaats zit.
6. Controleer of de dop op de fitting aan het uiteinde van de afdichtingsslang (6) is aangebracht en berg de
slang op (aan de onderzijde van de luchtpomp).
7. Berg de TIREFIT-set terug op zijn plaats in de auto. VERVANGINGSLAMPEN
Alle interieurlampjes hebben een messing of glazen
wigvormige fitting. Gloeilampjes met aluminium fitting
zijn niet goedgekeurd en moeten bij vervanging niet
worden gebruikt.
GLOEILAMPEN – Interieur Gloeilampnummer
Verlichting make-upspiegel / kaartleeslampen
(gloeilamp) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 578
Verlichting make-upspiegel / kaartleeslampen
(optioneel LED) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LED
(onderhoud bij erkende dealer)
Verlichting handschoenenkastje . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Bagageruimteverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 579
Optioneel portierbak / bekerhouder . . . . . . . . . . . . LED (onderhoud bij erkende dealer)
OPMERKING: Informeer bij uw dealer voor in-
structies over het vervangen van verlichte schakelaars.
271
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 278 of 356

GLOEILAMPEN – Exterieur Lampje nr.
Dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . H1
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HB3/9005
Richtingaanwijzer voor . . . . . . . . . . . . . PY27W/3757AK
Parkeerlicht vóór . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . W5W
Mistlamp vóór . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PSX24W
Mistlamp achter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PS19W
Zijknipperlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . WY5W
Derde remlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LED(onderhoud bij erkende dealer)
Achter/Stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LED (onderhoud bij erkende dealer)
Achterlicht achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LED (onderhoud bij erkende dealer)
Richtingaanwijzer achter . . . . . . . . . . . . . . . . . WY21W
Achteruitrijlamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . W21W
Kentekenverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168 GLOEILAMPEN VERVANGEN
DIMLICHT/GROOTLICHT/
RICHTINGAANWIJZER VÓÓR EN
PARKEERLICHT VÓÓR
1. Open de motorkap. OPMERKING:
Het kan nodig zijn het luchtfilterhuis
uit te bouwen en de Volledig geïntegreerde vermogens-
module (TIPM) opzij te leggen om bepaalde gloeilam-
pen in het linker koplamphuis te vervangen.
2. Draai de betreffende gloeilamp en aansluitfitting een kwart slag naar links en verwijder het geheel uit het
koplamphuis. (afb. 165)
(afb. 165)
1 — Gloeilamp voorste richtingaanwijzer
2 — Gloeilamp dimlicht
3 — Gloeilamp contourverlichting vóór
4 — Gloeilamp van grootlicht
272
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 279 of 356

3. Maak de lamp los uit de bevestigingsconnector ensluit de nieuwe lamp aan.
Raak de nieuwe gloeilamp niet met de
vingers aan. Oliecontaminatie verkort de
levensduur van de lamp. Wanneer de
lamp in contact komt met vettigheid, reinig dan
eerst met reinigingsalcohol.
4. Breng de gloeilamp met de fitting in het koplamphuis aan en draai het geheel een kwart slag rechtsom.
MISTLAMP VÓÓR OPMERKING: Draai het stuur naar rechts als de
mistlamp linksvoor wordt vervangen of naar links als de
mistlamp rechtsvoor wordt vervangen zodat u makke-
lijker bij de voorkant van de wielkuip kunt.
1. Verwijder de houders waarmee het onderpaneel aan de voorkant van de wielholte zijn bevestigd en
verwijder het toegangspaneel.
2. Trek de stekker los van het mistlamphuis. (afb. 166)
3. Pak nu de lamp stevig vast bij de twee klemveren aan de zijkant en knijp de veren samen om de lamp los te
maken uit de achterzijde van het mistlamphuis.
4. Trek de lamp recht uit de opening met sleuf in het lamphuis. 5. Houd de lipjes op de nieuwe mistlamp gelijk aan de
sleuven in de kraag van de lampopening in de ach-
terzijde van het mistlamphuis.
Raak de nieuwe gloeilamp niet met de
vingers aan. Oliecontaminatie verkort de
levensduur van de lamp. Wanneer de
lamp in contact komt met vettigheid, reinig dan
eerst met reinigingsalcohol.
6. Steek de lamp in het lamphuis totdat de lipjes aanliggen in de sleuven van de kraag.
7. Druk de lamp stevig en gelijkmatig in het lamphuis tot de beide klemveren de lamp stevig op zijn plaats houden.
(afb. 166)
273
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 280 of 356

MISTLAMP ACHTER
1. Ga met uw hand achter de bumper boven de bum-perversterking en druk op de houderklemmetjes op
de mistlampbehuizing. (afb. 167)
2. Neem de mistlampbehuizing van de bumper.
3. Ontkoppel de aansluiting van de bedradingsbundel. (afb. 168)
4. Pak nu de lamp stevig vast bij de twee klemveren aan de zijkant en knijp de veren samen om de lamp los te
maken uit de achterzijde van het mistlamphuis.
5. Trek de lamp recht uit de opening in het mistlamp- huis.
6. Verwijder de lamp uit het contact en breng de nieuwe gloeilamp aan. 7. Houd de lipjes op de nieuwe achtermistlamp gelijk
aan de sleuven in de kraag van de lampopening in de
achterzijde van het mistlamphuis.
8. Steek de lamp in het lamphuis totdat de lipjes aanliggen in de sleuven van de kraag.
9. Druk de lamp stevig en gelijkmatig in het lamphuis tot de beide klemveren de lamp stevig op zijn plaatshouden.
10. Plaats de mistlampbehuizing weer terug. ZIJKNIPPERLICHT
De zijknipperlichten bevinden zich aan weerszijden in
de spatbordpanelen vóór.
1. Duw de lens van de zijrichtingaanwijzer naar links en laat de veer vrijkomen en trek de lens daarna naar u
toe.(afb. 167)
Houderklemmetjes
(afb. 168)Elektrische aansluiting
274
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD