Page 33 of 356

100 l/km
Dit toont de actuele staafgrafiek van 100l/km tijdens
het rijden. Hierdoor wordt het brandstofverbruik con-
stant tijdens het rijden bewaakt, zodat u uw rijstijl kunt
aanpassen om minder brandstof te verbruiken.
VOERTUIGSNELHEID
Druk op de toets OMHOOG of OMLAAG en houd
deze vast totdat de melding "Vehicle Speed" (Voertuig-
snelheid) verschijnt in het EVIC. Druk op de toets
SELECTEER om de huidige snelheid weer te geven in
mph of km/h. Door nogmaals op de toets SELECT
(Selecteer) te drukken schakelt u tussen weergave in
mph of km/u. OPMERKING:Door de maateenheid te wijzigen in
het menu Voertuigsnelheid wijzigt u niet de maateen-
heid in het EVIC.
RITINFORMATIE
Druk de toets OMHOOG of OMLAAG en houd deze
vast totdat de melding "Trip info" (ritinformatie) ver-
schijnt in het EVIC en druk dan SELECTEER. Door op
SELECTEER te drukken terwijl "Trip Info" (Ritinforma-
tie) wordt gemarkeerd, zal het EVIC op één scherm
zowel Trip A (Rit A), als Trip B (Rit B), als de Elapsed
Time (Verstreken tijd) tonen. Als u één van deze drie
functies wilt terugstellen, drukt u op OMHOOG of
OMLAAG om de functie die u wilt terugstellen te
markeren (selecteren). Door op SELECTEER te druk-
ken wordt alleen de geselecteerde functie teruggesteld.
De drie functies kunnen alleen één voor één worden teruggesteld. De volgende ritfuncties worden getoond
in het EVIC:
Trip A (Rit A)
Trip B (Rit B)
Elapsed Time (Verstreken tijd)
De modus Tripfuncties toont de volgende informatie:
Trip A (Rit A)
Toont de totale afstand voor Trip A die werd afgelegd
sinds de laatste reset.
Trip B (Rit B)
Toont de totale afstand voor Trip B die werd afgelegd
sinds de laatste reset.
Elapsed Time (Verstreken tijd)
Geeft de totale reistijd aan die is verstreken sinds de
laatste reset. De verstreken tijd neemt toe wanneer
het contact in de stand ON/RUN staat.
Het scherm terugstellen op nul
Reset vindt alleen plaats als er een resetbare functie
wordt getoond. Druk eenmaal kort op de toets SE-
LECT (selecteren) om de terugstelbare functie terug te
stellen.
BANDENSPANNING
Druk de toets OMHOOG of OMLAAG en houd deze
vast totdat het bericht "Tire BAR" (Bandenspanning in
BAR) verschijnt in het EVIC. Druk op de toets SELECT
om een grafiek van de auto weer te geven waar in de
hoeken de waarde van de bandenspanning is
aangegeven.
27
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 34 of 356

VOERTUIGINFORMATIE
(INFORMATIEFUNCTIES VOOR DE KLANT)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk de toets OMHOOG of OMLAAG en houd deze
vast totdat de melding "Vehicle Info" (informatie over
de auto) verschijnt in het EVIC en druk dan op de
SELECT toets. Druk op de toetsen OMHOOG en
OMLAAG om door de beschikbare informatiescher-
men te bladeren.
Temperatuur koelvloeistof
Toont de daadwerkelijke temperatuur van de koel-
vloeistof.
Olietemperatuur
Toont de daadwerkelijke temperatuur van de olie.
Oliedruk
Toont de daadwerkelijke druk van de olie.
Temperatuur transmissie
Toont de daadwerkelijke temperatuur van de transmis-
sie.
Bedrijfsuren motor
Geeft het aantal uren weer dat de motor in bedrijf is
geweest.BERICHTEN
Druk in het hoofdmenu op de toets OMHOOG of
OMLAAG en houd deze vast totdat het bericht "Mes-
sages: XX" (Berichten: XX) gemarkeerd verschijnt in
het EVIC. Als er meer dan één bericht is, kunt u door
op de toets SELECT te drukken een opgeslagen waar-
schuwingsbericht weergeven. Druk op de toets OM-
HOOG en OMLAAG als er meer dan één bericht is om
de overige opgeslagen berichten weer te geven. Als er
geen berichten zijn, gebeurt er niets als u op de toets
SELECT drukt.
MENU UITSCHAKELEN
Selecteer in het hoofdmenu met de toets OMLAAG.
Door op de toets SELECT te drukken verdwijnt het
menuscherm uit het beeld. Als u op een van de vier
stuurwieltoetsen drukt, verschijnt het menu weer inbeeld.
28
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 35 of 356

Uconnect TOUCH™ INSTELLINGEN
TOETSEN
De toetsen bevinden zich aan de linker- en rechterzijde
van het Uconnect Touch™ 4.3 scherm. Bovendien
bevindt zich in het midden van het instrumentenpaneel,
rechts van de klimaatregelingsbediening, een Scroll/
Enter-draaiknop. Draai aan de knop om door de me-
nu's te bladeren en instellingen te veranderen (bijv. 30,
60, 90), druk een of meerdere keren op het midden van
de draaiknop voor het wijzigen van een instelling (bijv.
ON/OFF (aan/uit)).
SCHERMTOETSEN
Schermtoetsen bevinden zich op het Uconnect
Touch™ scherm.
PERSOONLIJK TE PROGRAMMEREN
FUNCTIES — INSTELLINGEN Uconnect
Touch™ 4.3
In deze modus kunt u de toetsen en schermtoetsen
gebruiken om via het Uconnect Touch™ systeem toe-
gang te krijgen tot de programmeerbare functies waar-
mee het voertuig kan zijn uitgerust, zoals Display
(Scherm), Clock (Klok), Safety/Assistance (Veiligheid/
hulp), Lights (Verlichting), Doors & Locks (Portieren en
sloten), Heated Seats (Stoelverwarming), Engine Off
Operation (Stroom bij uitgeschakelde motor), Com-
pass Settings (Kompasinstellingen), Audio and Phone/
Bluetooth settings (Audio- en telefoon-/Bluetooth-
instellingen).OPMERKING:
Er kan telkens slechts één gebied van
het aanraakscherm worden geselecteerd.
Druk op de toets "Settings" om toegang te krijgen tot
het Settings scherm, gebruik de schermtoetsen Page
Up / Down om door de volgende instellingen te scrol-
len. Kies de gewenste insteltoets om aan de hand van
de beschrijving op de volgende pagina's de instelling te
wijzigen. (afb. 11) (afb. 12)
Display
Brightness (Helderheid) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Brightness om dit scherm te
veranderen. Wanneer u toegang tot dit scherm hebt
kunt u de helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde
koplampen regelen. Stel de helderheid in met de
(afb. 11)
1 — Uconnect Touch™ 4.3 instellingentoets
29
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 36 of 356

schermtoetsen + en - of door een punt op de schaal
tussen de schermtoetsen + en - te selecteren en op de
schermtoets met de pijl naar links te drukken.
Mode (Modus) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Mode om dit scherm te
veranderen. In dit scherm kunt u een van de automati-
sche weergave-instellingen selecteren. Om de status
van de modus te veranderen drukt u op de scherm-
toets Day, Night of Auto en laat deze weer los. Druk
vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links.
Language (Taal) (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Druk op de schermtoets Language om dit scherm te
veranderen. In dit scherm kunt u een van de drie talen voor de schermweergave selecteren, met inbegrip van
de ritfuncties en het navigatiesysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/markten). Druk op de toets German,
French, Spanish, Italian, Dutch of English om de ge-
wenste taal te selecteren. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links. Alle verdere infor-
matie wordt getoond in de taal van uw keuze.
Eenheden (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Druk op de schermtoets Units om dit scherm te
veranderen. Wanneer u toegang hebt tot dit scherm
kunt u de eenheden van het EVIC, kilometerteller en
het navigatiesysteem (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) van Amerikaanse in metrische eenheden ver-
anderen en omgekeerd. Druk op US of Metric; druk
vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links. Als
u doorgaat wordt de geselecteerde eenheid weergege-
ven.
Voice Response (Gesproken antwoord) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Voice Response om dit
scherm te veranderen. Wanneer u toegang tot dit
scherm hebt, kunt u de Voice Response Length instel-
lingen veranderen. Druk om de Voice Response Length
te veranderen op de schermtoets Brief of Long en druk
vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links.(afb. 12)
Uconnect Touch™ 4.3 schermtoetsen
30
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 37 of 356

Touch Screen Beep (Pieptonen aanraakscherm)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Touch Screen Beep om dit
scherm te veranderen. Wanneer u toegang tot dit
scherm hebt, kunt u schermtoetstonen in- of uitscha-
kelen. Druk, om het geluid bij aanraking te veranderen,
op de schermtoets On of Off. Druk daarna op de
schermtoets met de pijl naar links. Klok
Set Time (Tijd instellen) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Set Time om dit scherm te
veranderen. Wanneer u toegang tot dit scherm hebt
kunt u de weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw
keuze te maken, op de schermtoets Set Time, stel de
uren en minuten met de schermtoetsen 'omhoog' en
'omlaag', selecteer AM ('s ochtends) of PM ('s middags),
selecteer 12 hr of 24 hr en druk tot slot op de
schermtoets met de pijl naar links wanneer alle keuzes
zijn gemaakt.
Show Time Status (Tijdstatus tonen) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Show Time Status om dit
scherm te veranderen. Wanneer u toegang tot dit
scherm hebt kunt u de digitale klok in de statusbalk in-
of uitschakelen. Als u de instelling Show Time Status
wilt wijzigen, drukt u kort op de schermtoets On of Off
en daarna op de schermtoets met de pijl naar links. Sync Time (Tijdsaanduiding synchroniseren)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Sync Time om dit scherm te
veranderen. Wanneer u toegang tot dit scherm hebt,
kunt u de tijd automatisch door de radio laten instellen.
Druk, om de Sync Time instelling te veranderen, op de
schermtoets On of Off. Druk daarna op de scherm-
toets met de pijl naar links.
Veiligheid / Hulp
Parkeerhulp (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Druk op de schermtoets Park Assist om dit scherm te
veranderen. De parkeersensoren achter tasten het
gebied achter de auto af op obstakels indien de versnel-
lingspook in de achteruitversnelling staat en de snel-
heid lager is dan 18 km/u. Het systeem kan worden
ingesteld met Sound Only (alleen geluid), Sound and
Display (geluid en beeld) of worden uitgeschakeld
(OFF). Als u de Park Assist-status wilt wijzigen, drukt u
kort op de knop Off, Sound Only of Sounds and Display
en daarna op de schermtoets met de pijl naar links.
Wegrijhulp op hellingen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Hill Start Assist om dit
scherm te veranderen. Wanneer deze functie is gese-
lecteerd, is het Hill Start Assist (HSA) systeem actief.
Raadpleeg "Elektronisch remsysteem in "Starten en
rijden" voor de werking van het systeem en de bedie-
ningsinformatie. Druk, om uw keuze te maken, op de
31
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 38 of 356

schermtoets Hill Start Assist. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links. Lampjes
Uitschakelvertraging koplampen (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Headlight Off Delay om dit
scherm te veranderen. Als u deze functie selecteert,
kunt u kiezen of bij uitstappen de koplampen nog 30, 60
of 90 seconden blijven branden. Druk, om de status van
de Headlight Off Delay te veranderen op de scherm-
toets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna op de schermtoets
met de pijl naar links.
Illuminated Approach (Verlichting bij nadering) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Illuminated Approach om dit
scherm te veranderen. Als deze functie is geselecteerd,
zullen de koplampen worden ingeschakeld en gedu-
rende 0, 30, 60, of 90 seconden blijven branden wan-
neer de portieren worden ontgrendeld via de afstands-
bediening. Druk, om de status van de Illuminated
Approach te veranderen op de schermtoets 0, 30, 60 of
90. Druk daarna op de schermtoets met de pijl naarlinks.
Headlights with Wipers (Koplampen met ruitenwissers) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Druk op de schermtoets Headlights with Wipers om
dit scherm te veranderen. Wanneer deze functie gese- lecteerd is en de koplampschakelaar in de stand AUTO
staat, schakelen de koplampen in ca. 10 seconden nadat
de ruitenwissers zijn ingeschakeld. Als de koplampen
zijn ingeschakeld door middel van deze functie, worden
ze ook uitgeschakeld wanneer de ruitenwissers wor-
den uitgeschakeld. Druk, om uw keuze te maken, op de
schermtoets Headlights with Wipers. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naar links.
Auto High Beams (Automatisch grootlicht)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Auto High Beams om dit
scherm te veranderen. Wanneer u deze functie selec-
teert, zal het grootlicht onder bepaalde omstandighe-
den automatisch uitgeschakeld worden. Druk, om uw
keuze te maken, op de schermtoets Auto High Beams.
Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl naar
links. Raadpleeg "Verlichting/SmartBeam™(voor be-
paalde uitvoeringen/markten)” in “Uw auto” voor
meer informatie.
Flash Headlights with Lock (Knipperen bij vergrendelen) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Druk op de schermtoets Flash Headlights with Lock
om dit scherm te veranderen. Wanneer deze functie
geselecteerd is, knipperen de richtingaanwijzers voor
en achter wanneer u de portieren vergrendelt of ont-
grendelt via de afstandsbediening. Druk, om uw keuze
te maken, op de schermtoets Flash Headlights with
Lock. Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl
naar links.
32
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 39 of 356

Doors & Locks (portieren en sloten)
Auto Unlock on Exit (Portieren ontgrendelen bijverlaten) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Auto Unlock on Exit om dit
scherm te veranderen. Wanneer u deze functie selec-
teert, worden alle portieren ontgrendeld wanneer het
voertuig stopt, de transmissie in de stand PARK of
NEUTRAL geschakeld wordt en het bestuurderspor-
tier geopend wordt. Druk, om uw keuze te maken, op
de schermtoets Auto Unlock on Exit. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naar links.
Flash Lights with Lock (Lichten knipperen bij vergrendelen) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Druk op de schermtoets Flash Lights with Lock om dit
scherm te veranderen. Wanneer deze functie geselec-
teerd is, knipperen de richtingaanwijzers voor en ach-
ter wanneer u de portieren vergrendelt of ontgrendelt
via de afstandsbediening. Druk, om uw keuze te maken,
op de schermtoets Flash Lights with Lock. Druk ver-
volgens op de schermtoets met de pijl naar links.
Remote Door Unlock Order (Volgorde van portieren ontgrendelen met afstandsbediening)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Remote Door Unlock Order
om dit scherm te veranderen. Wanneer de optie Un-
lock Driver Door Only On 1st Press is geselec-
teerd, wordt alleen het bestuurdersportier ontgren-
deld bij de eerste druk op de toets UNLOCK van de afstandsbediening. Als u Driver Door 1st Press selec-
teert, moet u twee keer op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening drukken om de andere portieren te
ontgrendelen. Wanneer u
All Doors 1st Pressselec-
teert, ontgrendelen alle portieren bij de eerste keer
indrukken op de UNLOCK-toets op de afstandsbedie-ning. OPMERKING: Wanneer het voertuig is uitgerust
met het "Enter-N-Go-systeem" voor sleutelloze toe-
gang en het EVIC is geprogrammeerd om alle portieren
na eenmaal drukken te ontgrendelen, dan zullen alle
portieren worden ontgrendeld, ongeacht welke por-
tierhandgreep wordt vastgepakt. Als "Driver Door 1st
Press" (Ontgrendel bestuurdersportier na één keer
drukken) is geprogrammeerd, wordt alleen het be-
stuurdersportier ontgrendeld wanneer dit wordt vast-
gepakt. Wanneer bij Passive Entry de functie "Driver
Door 1st Press" (Ontgrendel bestuurdersportier na
één keer drukken) is geprogrammeerd en de hand-
greep meer dan één keer wordt aangeraakt, wordt het
bestuurdersportier geopend. Wanneer de functie
"Ontgrendel bestuurdersportier na één keer drukken"
is geselecteerd en het bestuurdersportier is geopend,
dan kunnen de overige portieren ontgrendeld worden
met behulp van de ontgrendel-/vergrendelschakelaar in
het voertuig (of gebruik de afstandsbediening).
33
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 40 of 356

Passive Entry (Keyless Enter-N-Go) (voorbepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Passive Entry om dit scherm
te veranderen. Met deze functie kunt u de portieren
van uw auto vergrendelen en ontgrendelen zonder dat
u op de afstandbediening de vergrendel- en ontgren-
delknoppen hoeft in te drukken. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Passive Entry. Druk vervol-
gens op de schermtoets met de pijl naar links. Raad-
pleeg “Keyless Enter-N-Go” in “Uw auto”.
Verwarmde stoelen
Auto Heated Seats (Automatische stoelverwarming) (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Auto Heated Seats om dit
scherm te veranderen. Als deze functie is ingeschakeld,
zal de verwarming van de bestuurdersstoel automa-
tisch inschakelen wanneer de temperatuur lager dan
4,4°C is. Druk om deze functie te selecteren op de
schermtoets Auto Heated Seats, kies On (Aan) of Off
(Uit) en druk vervolgens op de schermtoets met de pijl
naar links. Opties bij stilstaande motor
Uitschakelvertraging koplampen (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Headlight Off Delay om dit
scherm te veranderen. Als u deze functie selecteert,
kunt u kiezen of bij uitstappen de koplampen nog 30, 60
of 90 seconden blijven branden. Druk, om de status van
de Headlight Off Delay te veranderen op de scherm-
toets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna op de schermtoets
met de pijl naar links.
Stroom bij stilstaande motor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Engine Off Power Delay om
dit scherm te veranderen. Als deze functie is geselec-
teerd, blijven de elektrisch bedienbare ruiten, de radio,
het Uconnect™ telefoonsysteem (voor bepaalde
uitvoeringen/markten), het dvd-videosysteem (voor
bepaalde uitvoeringen/markten), het elektrisch bedien-
bare schuifdak (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
en de aansluitcontacten nog maximaal 10 minuten
werken nadat de contactschakelaar in de stand OFF is
gezet. Door het openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld. Druk, om de status van de
Engine Off Power Delay functie te veranderen, op de
schermtoets 0 seconden, 45 seconden, 5 minuten of
10 minuten. Druk daarna op de schermtoets met de pijl
naar links.
34
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD