Page 281 of 356

2. Maak de lamp los uit de bevestigingsconnector ensluit de nieuwe lamp aan. (afb. 169)
3. Steek de rechterhaak van de zijrichtingaanwijzer in het plaatwerk (let op de juiste positie van de letters
op de lens).
4. Draai de zijrichtingaanwijzer rond tot de linkerkant op zijn plaats klikt (u hoort een lichte klik).
RICHTINGAANWIJZER ACHTER EN
ACHTERUITRIJLAMP
De achterlichtunits bestaan uit twee delen. De achter-
lichten / richtingaanwijzers bevinden zich in de units op
de hoeken. De achterlichten en achteruitrijlampen be-
vinden zich in de achterklep. Gloeilamp van richtingaanwijzer, achter,
vervangen
1. Open de achterklep.
2. Verwijder de twee klemmen van de binnenzijde van
het achterlichthuis. (afb. 170)
3. Breng voorzichtig met één hand een bekledingspatel (plastic spatelvormig stuk gereedschap) aan tussen
het carrosseriepaneel en de buitenzijde van het
achterlichthuis en pak de flens aan de binnenzijde
van het achterlichthuis met de andere hand vast.
Druk met de spatel en uw hand het achterlichthuislos.
4. Draai de fitting van de betreffende gloeilamp een kwart slag linksom en neem de gloeilamp uit het
achterlichthuis.(afb. 169)
Verwijdering lamp zijknipperlicht
(afb. 170)
275
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 282 of 356

5. Verwijder de lamp uit het contact en breng denieuwe gloeilamp aan.
6. Breng de gloeilamp met de fitting in het achterlicht- huis aan en draai het geheel een kwart slag
rechtsom.
7. Breng het achterlichthuis en de bevestigingen aan.
Gloeilamp van achteruitrijlamp vervangen
1. Open de achterklep.
2. Verwijder de twee klemmen waarmee het achter- lichthuis aan de binnenzijde van de achterklep is
bevestigd. (afb. 171)
3. Breng voorzichtig een bekledingspatel (plastic spa- telvormig stuk gereedschap) aan tussen het achter-
lichthuis en de achterklep. Druk met de spatel en uw
hand het achterlichthuis los van de achterklep.
(afb. 172) 4. Draai de elektrische fitting van de overeenkomstige
lamp een kwart slag naar links en verwijder deze uit
de behuizing.
5. Verwijder de lamp uit het contact en breng de nieuwe gloeilamp aan.
6. Installeer de gloeilamp met fitting in de behuizing en draai de fitting een kwart slag naar rechts om deze
op zijn plaats te vergrendelen.
7. Breng het achterlichthuis en de bevestigingen aan.
LAMPJE KENTEKENPLAAT
1. Duw het kleine grendellipje dat uit de lens steekt in de richting van de auto en houd het in die stand vast.
2. Breng een klein spatelvormig stuk gereedschap aan tussen het einde van de lens met het grendellipje en
de behuizing en draai het stuk gereedschap zodanig
dat de lens loskomt van de behuizing.(afb. 171)
(afb. 172)
276
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 283 of 356

3. Houd de lens met één hand vast en draai de elek-trische aansluiting van de gloeilamp een kwart slag
naar links met de andere hand en neem dan de
gloeilamp en de fitting uit de lens.
4. Verwijder de lamp uit het contact en breng de nieuwe gloeilamp aan.
5. Installeer de gloeilamp met fitting in de lens en draai de fitting een kwart slag naar rechts om deze op zijn
plaats te vergrendelen.
6. Breng het uiteinde van de lens zonder het grendel- lipje aan in de behuizing op de achterklep en duw
dan het andere uiteinde van de lens in de behuizing
tot deze vastklikt in de behuizing. ZEKERINGEN
ZEKERINGEN INTERIEUR
Het zekeringenkastje voor de interieurzekeringen be-
vindt zich onder het instrumentenpaneel aan de passa-
gierszijde.
Locatie
Patroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F100 30 A roze 110V wisselspanning-
somvormer – Voorbepaalde
uitvoeringen/
markten
F101 10 A rood Interieurverlichting
F102 20 A geel Aansteker in instru-
mentenpaneel / aan-
sluitcontact linksach-
ter
F103 20 A geel Aansluitcontact in
console bekerhouder
/ aansluitcontact in
console achter
F105 20 A geel Stoelverwarming –
Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F106 20 A geel Aansluitcontact ach-
terin
277
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 284 of 356

LocatiePatroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F107 10 A rood Achteruitrijcamera –
Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F108 15 A
blauw Instrumentenpaneel
F109 10 A rood Airconditioning /
HVAC
F110 10 A rood Regelaar voor vast-
houden inzittende
F112 10 A rood Reserve
F114 20 A geel Aanjager / motor
airconditioning ach-
terin
F115 20 A geel Motor achterruitwis-ser
F116 30 A roze Achteruitverwarming(EBL)
F117 10 A rood Verwarmde spiegels
F118 10 A rood Regelaar voor vast-
houden inzittende
F119 10 A rood Regelmodule stuur-
kolom
LocatiePatroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F120 10 A rood Vierwielaandrijving –
Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F121 15 A
blauw Draadloze ontste-kingsnode
F122 25 amp
Blanco Module bestuur-
dersportier
F123 25 amp
Blanco Module passagier-
sportier
F124 10 A rood Spiegels
F125 10 A rood Regelmodule stuur-
kolom
F126 10 A rood Audioversterker
F127 20 A geel Trekhaak – Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F128 15 A
blauw Radio
F129 15 A
blauw Video/dvd – Voorbepaalde
uitvoeringen/
markten
F130 15 A
blauw Klimaatregeling /
instrumentenpaneel
278
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 285 of 356

LocatiePatroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F131 10 A rood Passagiersassistentie
/ handsfreesysteem –
Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F132 10 A rood Module bandenspan-ning
F133 10 A rood Reserve
ZEKERINGEN ONDER MOTORKAP VOOR
STROOMVERDEELKAST
In de motorruimte bevindt zich een stroomverdeel-
kast. (afb. 173)
Locatie Patroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F101 60 A geel Rail stroomverdeel-
kast interieur
F102 60 A geel Rail stroomverdeel-
kast interieur
F103 60 A geel Rail stroomverdeel-
kast interieur
F105 60 A geel Rail stroomverdeel-
kast interieur, relais
ontsteking
F106 60 A geel Rail stroomverdeel-
kast interieur, relais
contact aan / acces-
soires
F139 40 A
groen Aanjager klimaatre-geling
F140 30 A roze Centrale portierver-
grendeling
F141 40 A
groen ABS-systeem
F142 40 A
groen Gloeibougies – Voorbepaalde
uitvoeringen/
markten
F143 40 A
groen Exterieurverlichting1
F144 40 A
groen Exterieurverlichting2
(afb. 173)
279
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 286 of 356

LocatiePatroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F145 30 A roze Naar carrosserie-
computer – lamp
F146 30 A roze Reserve
F147 30 A roze Reserve F148 40 A
groen Motor koelventilator
F149 30 A roze Elektromagnetische
startschakelaar
F150 25 amp
Blanco Modules aandrijflijn
F151 30 A roze Koplampsproeiermo-
tor – Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F152 25 amp
Blanco Dieselbrandstofver-
warming – Voor be-
paalde uitvoeringen/
markten
F153 20 A geel Brandstofpomp
F156 10 A rood Module rem / elek-
tronische stabiliteits-
regeling (ESC)
F157 10 A rood Module verdeelbak –
Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
Locatie
Patroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F158 10 A rood Module actieve mo-
torkap – Voor be-
paalde uitvoeringen/
markten
F159 10 A rood Reserve
F160 20 A geel Interieurverlichting
F161 20 A geel Claxon
F162 50 A rood Interieurverwarming
1 / vacuümpomp –
Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F163 50 A rood Interieurverwarming
2 – Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F164 25 amp
Blanco Automatisch uitscha-
kelen aandrijflijn
F165 20 A geel Uitschakelen aan-
drijflijn
F166 20 A geel Reserve F167 30 amp
Groen Uitschakelen aan-
drijflijn
F168 10 A rood Koppeling airconditi-oning
280
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 287 of 356
LocatiePatroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F169 40 A
groen Emissie – Gedeelte-
lijk nul emissie mo-
tor
F170 15 A
blauw Emissie – Gedeelte-
lijk nul emissie actua-
tors
F172 20 A geel Reserve F173 25 amp
Blanco Kleppen ABS
F174 20 A geel Sirene – Voor be-
paalde uitvoeringen/
markten
F175 30 amp
Groen Reserve
F176 10 A rood Modules aandrijflijn
F177 20 A geel Module vierwielaan-
drijving – Voor be-
paalde uitvoeringen/
markten
F178 25 amp
Blanco Zonnedak – Voorbepaalde
uitvoeringen/
markten
F179 10 A rood Sensor accu
Locatie Patroon-
zekering Minize-
kering Omschrijving
F181 100 A
blauw Elektrohydraulische stuurinrichting
(EHPS) – Voor be-
paalde uitvoeringen/
markten
F182 50 A rood Interieurverwarming
3 – Voor bepaalde
uitvoeringen/
markten
F184 30 A roze Ruitenwissermotor,
voor
281
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 288 of 356

EEN VASTZITTENDE AUTO WEER VRIJKRIJGEN
Wanneer u met de auto vast komt te zitten in modder
of sneeuw, kunt u de auto meestal door een heen en
weer gaande beweging los krijgen. Draai het stuurwiel
links- en rechtsom om de voorwielen vrij te maken.
Schakel vervolgens op en neer tussen DRIVE en RE-
VERSE (in geval van een automatisch versnellingsbak)
of tussen de 1e versnelling en REVERSE (in geval van
een handgeschakelde versnellingsbak). Druk het gaspe-
daal net voldoende in om de heen en weer gaande
beweging van de auto op gang te houden, zonder dat de
wielen doorslippen.
Het overmatig laten oplopen van het
toerental van de motor of het laten door-
slippen van de wielen kan leiden tot over-
verhitting en beschadiging van de transmissie.
Laat de motor minstens één minuut stationair
draaien met de keuzehendel in NEUTRAL na de
auto vijf keer heen en weer bewogen te hebben. U
voorkomt zo oververhitting en vermindert het
risico op een versnellingsbakdefect terwijl u lange
tijd bezig bent een auto vrij te krijgen. OPMERKING:
Als uw auto is uitgerust
met tractieregeling, zet dan dit systeem uit
voordat u probeert om de auto in een "heen-
en-weer gaande" beweging vrij te maken.
Raadpleeg "Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)"
in "Uw auto" voor meer informatie.
Wanneer u een vastzittende auto heen
en weer beweegt door snel te schakelen
tussen DRIVE/1e versnelling en RE-
VERSE, mogen de wielen nooit sneller rond-
draaien dan 24 km/u, omdat anders schade kan
ontstaan aan de aandrijflijn.
Te veel gas geven leidt tot doorslippen van de
wielen, waardoor de versnellingsbak beschadigd
kan raken en de auto zichzelf verder ingraaft .
Bovendien kunnen de banden schade oplopen.
Laat de wielen niet met meer dan 48 km/u door-
slippen (de transmissie schakelt niet op).
282UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD