Touch Screen Beep (Pieptonen aanraakscherm)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Touch Screen Beep om dit
scherm te veranderen. Wanneer u toegang tot dit
scherm hebt, kunt u schermtoetstonen in- of uitscha-
kelen. Druk, om het geluid bij aanraking te veranderen,
op de schermtoets On of Off. Druk daarna op de
schermtoets met de pijl naar links. Klok
Set Time (Tijd instellen) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Set Time om dit scherm te
veranderen. Wanneer u toegang tot dit scherm hebt
kunt u de weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw
keuze te maken, op de schermtoets Set Time, stel de
uren en minuten met de schermtoetsen 'omhoog' en
'omlaag', selecteer AM ('s ochtends) of PM ('s middags),
selecteer 12 hr of 24 hr en druk tot slot op de
schermtoets met de pijl naar links wanneer alle keuzes
zijn gemaakt.
Show Time Status (Tijdstatus tonen) (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Show Time Status om dit
scherm te veranderen. Wanneer u toegang tot dit
scherm hebt kunt u de digitale klok in de statusbalk in-
of uitschakelen. Als u de instelling Show Time Status
wilt wijzigen, drukt u kort op de schermtoets On of Off
en daarna op de schermtoets met de pijl naar links. Sync Time (Tijdsaanduiding synchroniseren)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Sync Time om dit scherm te
veranderen. Wanneer u toegang tot dit scherm hebt,
kunt u de tijd automatisch door de radio laten instellen.
Druk, om de Sync Time instelling te veranderen, op de
schermtoets On of Off. Druk daarna op de scherm-
toets met de pijl naar links.
Veiligheid / Hulp
Parkeerhulp (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Druk op de schermtoets Park Assist om dit scherm te
veranderen. De parkeersensoren achter tasten het
gebied achter de auto af op obstakels indien de versnel-
lingspook in de achteruitversnelling staat en de snel-
heid lager is dan 18 km/u. Het systeem kan worden
ingesteld met Sound Only (alleen geluid), Sound and
Display (geluid en beeld) of worden uitgeschakeld
(OFF). Als u de Park Assist-status wilt wijzigen, drukt u
kort op de knop Off, Sound Only of Sounds and Display
en daarna op de schermtoets met de pijl naar links.
Wegrijhulp op hellingen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk op de schermtoets Hill Start Assist om dit
scherm te veranderen. Wanneer deze functie is gese-
lecteerd, is het Hill Start Assist (HSA) systeem actief.
Raadpleeg "Elektronisch remsysteem in "Starten en
rijden" voor de werking van het systeem en de bedie-
ningsinformatie. Druk, om uw keuze te maken, op de
31
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Klok
Sync Time with GPS (Tijdsaanduidingsynchroniseren met GPS) (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt, kunt u de tijd
automatisch door de radio laten instellen. Druk, om de
Sync Time instelling te veranderen, op de schermtoets
On of Off. Druk daarna op de schermtoets met de pijl
naar links.
Uren instellen (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Set Time (stel tijd in), stel
de uren in met de schermtoetsen up (omhoog) en
down (omlaag) en druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links wanneer alle keuzes zijn gemaakt.
Minuten instellen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Set Time (stel tijd in), stel
de minuten in met de schermtoetsen up (omhoog) en
down (omlaag) en druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links wanneer alle keuzes zijn gemaakt. Tijdformaat (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
weergegeven tijd veranderen. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Set Time (stel tijd in), kies
12 hr of 24 hr en druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links wanneer alle keuzes zijn gemaakt.
Show Time in Status Bar (Tijd in statusbalk
weergeven) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
digitale klok in de statusbalk in- of uitschakelen. Als u
de instelling Show Time Status wilt wijzigen, drukt u
kort op de schermtoets On of Off en daarna op de
schermtoets met de pijl naar links.
Veiligheid / Hulp
Parkeerhulp (voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
De parkeersensoren achter tasten het gebied achter de
auto af op obstakels indien de versnellingspook in de
achteruitversnelling staat en de snelheid lager is dan
18 km/u. Het systeem kan worden ingesteld met Sound
Only (alleen geluid), Sound and Display (geluid en
beeld) of worden uitgeschakeld (OFF). Als u de Park
Assist-status wilt wijzigen, drukt u kort op de knop Off,
Sound Only of Sounds and Display en daarna op de
schermtoets met de pijl naar links.
39
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Parkview Backup Camera (Achteruitrijcamera)(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Uw auto is mogelijk voorzien van een ParkView
®
achteruitrijcamera. Hiermee kunt u het gebied achter
de auto op het scherm zien wanneer de schakelhendel
in de stand REVERSE (achteruit) wordt gezet. De
afbeelding wordt aan de bovenzijde van het aanraak-
scherm van de radio weergegeven, samen met de
waarschuwing "Controleer de gehele omgeving". Na
vijf seconden verdwijnt deze opmerking. De Park-
View
®camera bevindt zich aan de achterzijde van het
voertuig boven de kentekenplaat. Druk, om uw keuze
te maken, op de schermtoets Parkview Backup Camera
(achteruitrijcamera), kies On (Aan) of Off (Uit) en druk
vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links.
Wegrijhulp op hellingen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wanneer deze functie is geselecteerd, is het Hill Start
Assist (HSA) systeem actief. Raadpleeg "Elektronisch
remsysteem in "Starten en rijden" voor de werking van
het systeem en de bedieningsinformatie. Druk, om uw
keuze te maken, op de schermtoets Hill Start Assist.
Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl naarlinks. Lampjes
Uitschakelvertraging koplampen (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u deze functie selecteert, kunt u kiezen of bij
uitstappen de koplampen nog 30, 60 of 90 seconden blijven branden. Druk, om de status van de Headlight
Off Delay te veranderen op de schermtoets 0, 30, 60 of
90. Druk daarna op de schermtoets met de pijl naarlinks.
Headlight Illumination on Approach
(Koplampen inschakelen bij nadering) (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Als deze functie is geselecteerd, zullen de koplampen
worden ingeschakeld en gedurende 0, 30, 60, of 90 se-
conden blijven branden wanneer de portieren worden
ontgrendeld via de afstandsbediening. Druk, om de
status van de Illuminated Approach te veranderen op
de schermtoets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna op de
schermtoets met de pijl naar links.
Headlights with Wipers (Koplampen met ruitenwissers) (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer deze functie geselecteerd is en de koplamp-
schakelaar in de stand AUTO staat, schakelen de kop-
lampen in ca. 10 seconden nadat de ruitenwissers zijn
ingeschakeld. Als de koplampen zijn ingeschakeld door
middel van deze functie, worden ze ook uitgeschakeld
wanneer de ruitenwissers worden uitgeschakeld. Druk,
om uw keuze te maken, op de schermtoets Headlights
with Wipers. Druk vervolgens op de schermtoets met
de pijl naar links.
40
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Signal On" (Richtingaanwijzer aan) op de EVIC (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) en klinkt er een con-
tinu geluidssignaal.
LANE CHANGE ASSIST (Makkelijk van
rijstrook veranderen)
Tik de hendel eenmaal naar boven of beneden zonder
hem in de klikstand te duwen; het knipperlicht (rechts
of links) knippert driemaal en schakelt dan automatischuit.
DIMLICHT/GROOTLICHTSCHAKELAAR
Druk de multifunctionele hendel van u weg om het
grootlicht in te schakelen. Trek de multifunctionele
hendel naar u toe om terug om het dimlicht weer in te
schakelen.
PASSEERSIGNAAL
U kunt met uw koplampen een lichtsignaal geven aan
een ander voertuig door de multifunctionele hendel
heel even naar u toe te trekken. Hierdoor wordt het
grootlicht ingeschakeld tot u de hendel weer loslaat. BINNENVERLICHTING
De interieurverlichting wordt ingeschakeld wanneer
een portier wordt geopend.
Om te voorkomen dat de accu leegraakt, wordt de
interieurverlichting automatisch uitgeschakeld 10 mi-
nuten nadat u de contactschakelaar in de stand LOCK
hebt gezet. Dit gebeurt als de interieurverlichting met
de hand werd ingeschakeld of als er een portier open-
staat. Dit geldt ook voor de verlichting in het hand-schoenenkastje, maar niet voor de verlichting in de
bagageruimte. Als u de interieurverlichting weer wilt
inschakelen, zet u de contactschakelaar in de stand ON
of zet u de schakelaar van de interieurverlichting uit en
daarna weer aan. DIMSCHAKELAARS
De dimmerknop maakt deel uit van de koplampscha-
kelaar en bevindt zich aan de linkerzijde van het instru-
mentenpaneel. (afb. 52)
Door bij ingeschakelde parkeerlichten of koplampen de
linker dimschakelaar naar boven te draaien neemt de
intensiteit van de instrumentenverlichting toe.
(afb. 52)
Dimschakelaar
81
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
De auto is dichtbij het obstakel als het EVIC-display
een knipperende boog laat zien en een ononderbroken
toon laat horen. De volgende tabel illustreert de wer-
king van het waarschuwingssysteem wanneer een ob-
stakel wordt waargenomen:
WAARSCHUWINGEN
Afstand achter (cm) Meer dan
200 cm 200-100 cm 100-65 cm 65-30 cm Minder dan
30 cm
Hoorbare waar- schuwinggong Geen Eerste 1/2
tweede toon Slow (Vertraagd) Snel Continu
Displaybericht Parkeerhulp aan Waarschuwing voorwerp gede-tecteerd Waarschuwing
voorwerp gede- tecteerd Waarschuwing
voorwerp gede- tecteerd Waarschuwing
voorwerp gede- tecteerd
Boogjes Geen 3 brandend (continu)3 langzaam
knipperend 2 langzaam
knipperend 1 langzaam
knipperend
PARKSENSE
®IN- EN UITSCHAKELEN
ParkSense
®kan m.b.v. het Uconnect Touch™ systeem
worden in- en uitgeschakeld. De beschikbare keuzes
zijn: OFF (uit), Sound Only (alleen geluid) of Sound and
Display (geluid en beeld). Raadpleeg “Uconnect
Touch™ instellingen” voor meer informatie.
Wanneer de schermtoets ParkSense
®
wordt inge-
drukt om het systeem uit te schakelen, verschijnt op
het EVIC-display gedurende vijf seconden het bericht
"PARK ASSIST OFF". Raadpleeg “Elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC)” voor meer informatie.
Als de keuzehendel in de stand REVERSE (achteruit) wordt gezet en het systeem is uitgeschakeld, verschijnt
op het EVIC het bericht "PARK ASSIST OFF" (parkeer-
hulp uitgeschakeld) zolang de keuzehendel in REVERSE
staat.
Het ParkSense
®systeem werkt met vier sensoren in
de achterbumper en kan obstakels waarnemen tot op
200 cm afstand van de bumper. ParkSense
®zorgt voor
zowel zichtbare als hoorbare waarschuwingen om de
afstand tot het obstakel aan te duiden.
142
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
ONDERHOUD VAN DE PARKSENSE
®
PARKEERSENSOREN ACHTER
Wanneer de ParkSense
®parkeersensoren achter niet
correct werken, laat het Elektronisch Voertuig Infor-
matie Centrum (EVIC) de gong eenmaal per contact-
cyclus klinken en verschijnt op de display het bericht
"CLEAN PARK ASSIST SENSORS" (parkeersensoren
reinigen) of "SERVICE PARK ASSIST SYSTEM" (laat
parkeersensoren repareren). Raadpleeg “Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)” voor meer infor-
matie. Wanneer het keuzehendel in de stand REVERSE
wordt gezet en het systeem heeft een storing gedetec-
teerd, wordt het bericht "CLEAN PARK ASSIST SEN-
SORS" (parkeersensoren reinigen) of "SERVICE PARK
ASSIST SYSTEM" (laat parkeersensoren repareren)
vertoond zolang de keuzehendel in de stand REVERSE
staat. In een dergelijk geval werkt ParkSense
®niet.
Als "CLEAN PARK ASSIST SENSORS" verschijnt en de
achterzijde / achterbumper is schoon en vrij van
sneeuw, ijs, modder, vuil e.d., raadpleeg dan uw er-
kende dealer.
Wanneer de melding "SERVICE PARK ASSIST SYS-
TEM" (laat parkeersensoren repareren) op het EVIC
verschijnt, dient u contact op te nemen met een er-
kende dealer.
PARKSENSE
®SYSTEEM REINIGEN
Reinig de ParkSense
®
sensoren met water, een
schoonmaakmiddel voor auto's en een zachte doek.
Gebruik geen ruwe of harde doek. Steek geen voor- werpen in de sensors en bekras deze niet. Hierdoor
kunnen de sensors beschadigd raken.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
VAN HET PARKSENSE
®SYSTEEM
OPMERKING:
Zorg ervoor dat de achterbumper vrij is van sneeuw,
ijs. modder, vuil e.d. om het ParkSense
®
systeem
correct te laten werken.
Drilboren, grote vrachtwagens en andere bronnen
van trillingen kunnen de werking van ParkSense
®na-
delig beïnvloeden.
Wanneer u de ParkSense
®parkeerhulp uitschakelt,
verschijnt op de EVIC het bericht "PARK ASSIST OFF"
(parkeerhulp uitgeschakeld). Wanneer u ParkSense
®
uitgeschakeld, blijft deze uitgeschakeld, ook wanneer u
het contact weer aanzet, totdat u het systeem opnieuw
inschakelt.
Als u de keuzehendel in de stand REVERSE (achter-
uit) zet en ParkSense
®is uitgeschakeld, zal het EVIC
het bericht "PARK ASSIST DISABLED" (Parkeerhulp
uitgeschakeld) weergeven zolang de transmissie in RE-
VERSE staat.
Reinig de ParkSense®sensoren regelmatig, maar let
daarbij op dat u geen krassen of schade toebrengt. De
sensors mogen niet bedekt raken met ijs, sneeuw,
modder, vuil of afval. Verontreiniging van de sensors
143
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
kan leiden tot een slechte systeemwerking. Het Park- Sense
®systeem kan obstakels achter de auto/bumper
over het hoofd zien of abusievelijk aangeven dat er een
obstakel achter de auto/bumper aanwezig is.
Voorwerpen zoals fietsendragers, trekhaken, etc.
mogen tijdens het rijden niet binnen 30 cm van de
achterbumper zijn geplaatst. Als dit wel het geval is, zal
het systeem een nabijgelegen voorwerp mogelijk inter-
preteren als een sensorprobleem en de melding "SER-
VICE PARK ASSIST SYSTEM" (laat parkeersensoren
repareren) tonen op het EVIC. ParkSense
®
is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is niet
in staat ieder voorwerp, inclusief kleine
obstakels, waar te nemen. Stoepranden kunnen
tijdelijk of helemaal niet worden gedetecteerd.
Op kleine afstanden worden obstakels boven of
onder de sensors niet gedetecteerd.
Bij gebruik van ParkSense
®moet u langzaam
rijden, zodat u tijdig kunt stoppen wanneer een
obstakel wordt gedetecteerd. Het is raadzaam om
over uw schouder te kijken tijdens het gebruik van
ParkSense
®.
WAARSCHUWING!
De bestuurder moet altijd voorzichtig
blijven bij het achteruitrijden, zelfs bij
het gebruik van de ParkSense
®parkeersensoren.
Controleer het gebied achter de auto altijd zorg-
vuldig, kijk naar achteren en wees bedacht op
voetgangers, dieren, andere voertuigen, obstakels
en dode hoeken. U bent verantwoordelijk voor de
veiligheid en dient uw aandacht voortdurend bij
de omgeving te houden. Anders bestaat er een
risico op ernstig of dodelijk letsel.
Het wordt sterk aanbevolen om voordat u de
ParkSense
®parkeersensoren achter gaat gebrui-
ken de trekhaak van de auto te verwijderen als
deze niet wordt gebruikt . Als u dit niet doet , kan
persoonlijk letsel of schade aan voertuigen ont-
staan doordat de trekhaak zich veel dichter bij
het obstakel bevindt dan de achterbumper als
het waarschuwingsdisplay de knipperende boog
laat zien en de aanhoudende toon laat horen.
Afhankelijk van de afmetingen en vorm van de
trekhaak is het ook mogelijk dat de sensors de
trekhaak detecteren en abusievelijk aangeven
dat er een obstakel achter de auto aanwezig is.
144
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Koplampschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Koplampverstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Langzaam-rijdenfunctie (instrumentenverlichting
overdag) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Leeslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Licentie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Make-upspiegeltje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Mistlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80,248,273
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271,272
Parkeerlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
Reserve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
Richtingaanwijzer . . . . . . . . . . . . 80,213,248,272,275
Service Engine Soon (storingslampje) . . . . . . . . . 247
Service, achter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272,275
Storingslampje (motorcontrole) . . . . . . . . . . . . . 247
Tractiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
Vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
Waarschuwing (Beschrijving
instrumentenpaneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247
Waarschuwing aan koplampen . . . . . . . . . . . . . . . 79
Waarschuwing brandstofniveau . . . . . . . . . . . . . 7,23
Waarschuwing lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . 249
Waarschuwing lichten aan . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Waarschuwing rembekrachtiging . . . . . . . . . . . . 128
Waarschuwing remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
Waarschuwing veiligheidsgordel . . . . . . . . . . . . . 250
Zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Zijknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
Lampjes vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271,272
Lampjes, vervanging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213,271
Lane Change Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
LATCH-systeem (Onderste bevestigingspunten
en -banden voor kinderzitjes) . . . . . . . . . . . . . . . . 193 Lekke band vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 256
Lekken, vloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
Levensduur van de banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
Ligtoestand stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56,59
Loodvrije benzine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
Luchtfilter, motor (luchtreinigingsfilter motor) . . . . . 299
Make-upspiegeltjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Maximaal voertuiggewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
Maximale asbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
Meters
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Temperatuur koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Methanol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
Methanolbrandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
Mini-Trip Computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Mistlamp bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273,274
Mistlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80,248,273,274
Mobiele telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214,296 Aanbevelingen voor inrijden . . . . . . . . . . . . . . . 214
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Brandstofvereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
Chassisnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
Interval olieverversing . . . . . . . . . . . . . . . . . 25,298
Keuze van de motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329
Koeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 306
Koelvloeistof (antivries) . . . . . . . . . . . . . . . 306,330
Luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
Olie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297,329,330
340
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD