Page 529 of 610

Achterruitenwisser (→blz. 268)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Aan het openen van de ach-
terklep gekoppelde onder-
breking van de werking van
de achterruitenwisserUit Aan – – O
Ruitensproeiergekoppelde
werking achterruitenwisserAan Uit – – O
Schakelpositiegekoppelde
werking achterruitenwisser
(→blz. 269)Alleen één keerUit
––O
Continu
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*1(→blz. 281)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)*2Aan, uit – O –
Afstellen timing waarschu-
wingVroeg, gemiddeld, laat – O –
*1Indien aanwezig
*2Het systeem wordt automatisch ingeschakeld telkens wanneer het contact AAN wordt
gezet.
LTA (Lane Tracing Assist)
*(→blz. 289)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Functie midden rijstrook Aan, uit – O –
Stuurassistentiefunctie Aan, uit – O –
Soort waarschuwing Stuurwieltrillingsfunctie, zoemer – O –
Gevoeligheid waarschuwing Hoog, standaard – O –
Waarschuwingsfunctie slin-
geren autoAan, uit – O –
Gevoeligheid waarschuwing
voor slingerenHoog, standaard, laag – O –
*Indien aanwezig
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
527
9
Voertuigspecificaties
Page 530 of 610

RSA (Road Sign Assist)*1(→blz. 298)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
RSA (Road Sign Assist)*2Aan, uit – O –
Meldingsmethode snelheids-
overschrijding
*3Geen melding, alleen weergave, weergave
en zoemer–O–
Meldingsniveau snelheids-
overschrijding2 km/h (1 mph), 5 km/h (3 mph), 10 km/h
(5 mph)–O–
Meldingswijze inhaalverbodGeen melding, alleen weergave, weergave
en stuurwieltrillingsfunctie–O–
Andere meldingsmethode
(melding verboden in te rij-
den)
*4
Geen melding, alleen weergave, weergave
en zoemer–O–
*1Indien aanwezig
*2De RSA-functie wordt ingeschakeld wanneer het contact AAN wordt gezet.
*3Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de
waarschuwingszoemer niet.
*4Auto's met navigatiesysteem
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
*(→blz. 302)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist*Aan, uit – O –
*Indien aanwezig
BSM (Blind Spot Monitor)
*(→blz. 317)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
BSM (Blind Spot Monitor) Aan Uit – O –
Helderheid indicator in bui-
tenspiegelHelder Gedimd – O –
Timing waarschuwing voor
aanwezigheid van naderende
auto (gevoeligheid)GemiddeldVroeg
–O– Laat
Alleen wanneer een
auto wordt gesigna-
leerd in de dode
hoek
*Indien aanwezig
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
528
Page 531 of 610

RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)*1(→blz. 317)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)Aan Uit – O –
Zoemervolume
*2Niveau 2Niveau 1
–O–
Niveau 3
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de Toyota Parking
Assist-sensor.
Toyota Parking Assist-sensor
*1(→blz. 339)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Toyota Parking Assist-sensor Aan Uit – O O
Zoemervolume
*221
–OO
3
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de RCTA-functie (Rear Crossing
Traffic Alert).
PKSB (Parking Support Brake)
*(→blz. 347)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
PKSB-functie (Parking Sup-
port Brake)Aan Uit – O –
*Indien aanwezig
Airconditioning (→blz. 372)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Schakelen tussen buiten-
luchtmodus en de aan de
toets AUTO gekoppelde recir-
culatiemodusAan Uit O – O
Automatische bediening air-
coschakelaarAan Uit O – O
Schakelen naar de buiten-
luchtmodus als de auto ge-
parkeerd isAan Uit – – O
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
529
9
Voertuigspecificaties
Page 532 of 610

Stoelventilatoren*(→blz. 381)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Aanjagersnelheid Normaal Verlagen – – O
*Indien aanwezig
Op afstand bedienbare airconditioning (→blz. 379)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Werking starten via de toets
A/C van de afstandsbedie-
ning(Kort) ingedrukt
houdenEen keer indrukken
––O Twee keer indrukken
(Lang) ingedrukt
houden
Uit
Werking stoppen via de toets
A/C van de afstandsbedie-
ningTwee keer indrukkenEen keer indrukken
––O (Kort) ingedrukt
houden
(Lang) ingedrukt
houden
Uit
Verlichting (→blz. 384)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstellingABC
Tijd die verstrijkt voordat de
interieurverlichting uitgaat15 secondenUit
O–O 7,5 seconden
30 seconden
Werking nadat het contact
UIT is gezetAan Uit – – O
Werking als de portieren wor-
den ontgrendeldAan Uit – – O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektroni-
sche sleutel bij u draagtAan Uit – – O
Voetenruimteverlichting
*Aan Uit – – O
*Indien aanwezig
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
530
Page 533 of 610

Persoonlijke voorkeursinstellingen
auto
• Wanneer de functie koppeling van
portiervergrendeling aan rijsnelheid
en de functie koppeling van
portiervergrendeling aan stand
selectiehendel allebei zijn
ingeschakeld, werkt het portierslot als
volgt.
– Als de auto wordt gestart terwijl alle
portieren zijn vergrendeld, werkt de
functie koppeling van rijsnelheid
aan portiervergrendeling niet.
– Als de auto wordt gestart terwijl een
van de portieren is ontgrendeld,
werkt de functie koppeling van
rijsnelheid aan portiervergrendeling
wel.– Als de selectiehendel in een andere
stand dan P wordt gezet, worden
alle portieren vergrendeld.
• Als het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld, kan
selecteer te ontgrendelen portier niet
worden ingesteld.
• Als de portieren niet worden geopend
nadat de portieren zijn ontgrendeld
en de functie automatisch opnieuw
vergrendelen wordt geactiveerd,
worden er signalen gegenereerd
overeenkomstig de instellingen van
het bedieningssignaal
(alarmknipperlichten).
9.3 Initialisatie
9.3.1 Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-accu of onderhoud aan
de auto, moeten de volgende items worden geïnitialiseerd, zodat het systeem weer op de
juiste manier werkt:
Overzicht van te initialiseren onderdelen
Onderwerp Wanneer initialiseren Overzicht
Elektrisch bedienbare achterklep
*
■Na het aansluiten of vervangen
van de 12V-accu
■Na het vervangen van een
zekeringBlz. 195
Elektrisch bedienbare ruiten■Wanneer de werking abnormaal is Blz. 224
Panoramadak
*Blz. 228
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem■Bij het wisselen van wielen
■Als de band is gewisseld
■Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerdBlz. 428
Toyota Parking Assist Monitor
*
■Na het aansluiten of vervangen
van de 12V-accu
■Na het vervangen van een
zekeringRaadpleeg de
handleiding
voor het
navigatie- en
multimedia-
systeem of de
handleiding
voor het mul-
timediasys-
teem. Panoramic View Monitor
*
*Indien aanwezig
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
531
9
Voertuigspecificaties
Page 534 of 610
Page 535 of 610
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)..................534
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)................534
Verklaringen................537
Index
533
Page 536 of 610

Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)
Als u een probleem hebt, controleer dan
het volgende voordat u contact opneemt
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld, ontgrendeld, geopend of
gesloten
U bent uw sleutels
verloren
• Als u uw mechanische sleutels
verloren bent, kan een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige nieuwe originele
mechanische sleutels leveren.
(→Blz. 499)
• Als u uw elektronische sleutels bent
verloren, neemt de kans dat uw auto
wordt gestolen aanmerkelijk toe.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. (→Blz. 499)
De portieren kunnen niet
worden vergrendeld of
ontgrendeld
• Is de batterij van de sleutel zwak of
leeg? (→Blz. 446)
• Staat het contact AAN? Zorg dat het
contact UIT staat wanneer u de
portieren vergrendelt. (→Blz. 249)• Bevindt de elektronische sleutel zich
in de auto? Vergrendel de portieren
nadat u hebt gecontroleerd of u de
elektronische sleutel bij u hebt.
• De functie werkt mogelijk niet goed
als gevolg van de radiogolven.
(→Blz. 202)
Het achterportier kan niet
worden geopend
• Is het kinderslot geactiveerd? Het
achterportier kan niet vanaf de
binnenzijde van de auto worden
geopend wanneer het kinderslot is
geactiveerd. Open het achterportier
vanaf de buitenzijde en deactiveer het
kinderslot. (→Blz. 186)
Als u denkt dat er iets mis is
Het hybridesysteem start
niet
• Hebt u op de startknop gedrukt terwijl
u het rempedaal ingetrapt hield?
(→Blz. 246)
• Staat de selectiehendel in stand P?
(→Blz. 246)
• Kan de elektronische sleutel in de auto
worden gesignaleerd? (→Blz. 201)
• Is het stuurslot ontgrendeld?
(→Blz. 247)
• Is de batterij van de elektronische
sleutel zwak of leeg? Het
hybridesysteem kan in dit geval
worden gestart op een tijdelijke
manier. (→Blz. 501)
• Is de 12V-accu ontladen? (→Blz. 502)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
534