Page 145 of 610

Als “Charging Stopped Check Charging Source” (laden gestopt, controleer laadsysteem)
wordt weergegeven (2)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Lader is niet compatibel met de autoControleer of laden mogelijk is met de AC-
laadkabel die meegeleverd is met de auto.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als er niet geladen kan worden,
zelfs niet met de originele AC-laadkabel. Lader is gestopt met laden
Als “Charging Stopped Check Charging Source” (laden gestopt, controleer laadsysteem)
wordt weergegeven (3)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Probleem in voeding externe voedingsbronControleer het volgende.
■Stekker is goed aangesloten
■Er wordt geen verlengkabel gebruikt en de
contactdoos is niet overbelast
■Aangesloten op een speciaal
voedingscircuit
■Er is geen lekstroom
Als er geen probleem is met een van
bovenstaande items, kan er een probleem zijn
met de contactdoos van het gebouw. Neem
contact op met een elektricien en vraag om
een controle.
Als er niet geladen kan worden hoewel er
geen probleem is met de stroomtoevoer, kan
er een storing in het systeem aanwezig zijn.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Lader is gestopt met ladenControleer of laden mogelijk is met de AC-
laadkabel die meegeleverd is met de auto.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als er niet geladen kan worden,
zelfs niet met de originele AC-laadkabel.
2.2 Laden
143
2
Plug-in hybridesysteem
Page 146 of 610

Als “Charging Stopped High Energy Use See Owner’s Manual” (laden gestopt, hoog
energieverbruik, zie handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Er wordt vermogen verbruikt door elektrische
componenten van de autoControleer de volgende items en voer de
laadprocedure nogmaals uit.
■Als de koplampen en het audiosysteem
ingeschakeld zijn, schakel ze dan uit.
■Zet het contact UIT.
Als het laden niet kan worden uitgevoerd,
zelfs niet na het uitvoeren van bovenstaande
stappen, is de accu mogelijk onvoldoende
geladen. Laat het hybridesysteem ongeveer
15 minuten of langer werken om de accu op
te laden.
Als “Charging System Malfunction See Owner’s Manual” (storing laadsysteem,
raadpleeg handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Storing opgetreden in laadsysteemLaat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als “The Traction Battery Temp is low System put priority on charging to preserve
battery condition” (temperatuur tractiebatterij is laag, systeem geeft prioriteit aan
laden om conditie batterij op peil te houden) wordt weergegeven (alleen Groenland)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De opwarmregeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) was in werking (→blz. 111)Als de opwarmregeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) in werking is, wordt het laad-
schema niet gebruikt en wordt er geladen.
Dit is een regeling om het batterijpakket
(tractiebatterij) te beschermen en geen
storing.
2.2 Laden
144
Page 147 of 610
3.1 Instrumentenpaneel...........146
3.1.1 Waarschuwingslampjes en
controlelampjes..........146
3.1.2 Meters en tellers..........151
3.1.3 Multi-informatiedisplay......156
3.1.4 Head-up display
*.........167
3.1.5 Energiemonitor/
verbruiksscherm..........171
Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes3
145
Page 148 of 610
3.1 Instrumentenpaneel
3.1.1 Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instrumentenpaneel, het
middenpaneel en de buitenspiegels informeren de bestuurder over de status van de
diverse systemen van de auto.
Instrumentenpaneel
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding alle
waarschuwingslampjes en controlelampjes brandend afgebeeld.
Voor de weergave kan worden gekozen uit een analoge en een digitale snelheidsmeter.
(→Blz. 163)
Wanneer de analoge snelheidsmeter wordt weergegeven
De eenheden op de tellers en enkele indicatoren kunnen per regio verschillen.
3.1 Instrumentenpaneel
146
Page 149 of 610

Wanneer de digitale snelheidsmeter wordt weergegeven
Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de
aangegeven systemen van de auto.
(Rood)Waarschuwingslampje
remsysteem
*1
(→blz. 466)
(Geel)Waarschuwingslampje
remsysteem
*1
(→blz. 466)
Laadstroomcontrole-
lampje*1(→blz. 466)
Waarschuwingslampje
hoge koelvloeistoftempe-
ratuur
*2(→blz. 466)
Waarschuwingslampje
hybridesysteem overver-
hit
*2(→blz. 467)
Waarschuwingslampje
lage oliedruk*2
(→blz. 467)
Motorcontrolelampje*1
(→blz. 467)
Waarschuwingslampje
SRS*1(→blz. 467)
Waarschuwingslampje
ABS*1(→blz. 467)
(Rood/geel)Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrach-
tiging*1(→blz. 468)
(Knippert of
brandt)Waarschuwingslampje
PCS
*1(indien aanwezig)
(→blz. 468)
(Oranje)Controlelampje LTA (in-
dien aanwezig)
(→blz. 468)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
OFF
*3(→blz. 468)
De eenheden op de tellers en enkele indicatoren kunnen per regio verschillen.
3.1 Instrumentenpaneel
147
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 150 of 610

Controlelampje PKSB
OFF*1(indien aanwezig)
(→blz. 469)
Controlelampje BSM
OFF*1(indien aanwezig)
(→blz. 469)
Controlelampje RCTA
OFF*1(indien aanwezig)
(→blz. 469)
Controlelampje Traction
Control*1(→blz. 470)
Waarschuwingslampje
onjuiste bediening pe-
daal
*2(→blz. 470)
(Knippert)Controlelampje Brake
Hold-systeem in wer-
king*1(→blz. 470)
(Knippert)Waarschuwingslampje
parkeerrem (→blz. 470)
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning*1
(→blz. 471)
Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(→blz. 471)
Controlelampje
bestuurders- en voorpas-
sagiersgordel (→blz. 471)
Controlelampjes achter-
passagiersgordels
(→blz. 471)
*1Deze lampjes gaan branden als het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
hybridesysteem is ingeschakeld of na
enkele seconden. Er kan een storing in
een systeem aanwezig zijn als het lampje
niet gaat branden of uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealerof hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*2Dit lampje brandt op het multi-
informatiedisplay en er wordt een
melding weergegeven.
*3Het controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF gaat branden wanneer
het contact AAN wordt gezet, terwijl de
Toyota Parking Assist-sensor is
ingeschakeld. Het gaat na enkele
seconden uit.
WAARSCHUWING!
Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een
veiligheidssysteem zoals het ABS of het
waarschuwingslampje SRS niet gaat
branden als u het hybridesysteem start,
kan dat betekenen dat deze systemen
niet beschikbaar zijn om u te
beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen
ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Controlelampjes
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van de
verschillende systemen van de auto.
Controlelampje richting-
aanwijzers (→blz. 254)
Controlelampje achter-
licht (→blz. 260)
Controlelampje groot-
licht (→blz. 262)
3.1 Instrumentenpaneel
148
Page 151 of 610

Controlelampje Automa-
tic High Beam-systeem
(indien aanwezig)
(→blz. 262)
Controlelampje mistlam-
pen voor (→blz. 265)
Controlelampje mistach-
terlicht (→blz. 265)
Controlelampje Smart
entry-systeem met start-
knop
*1(→blz. 246)
Controlelampje cruise
control (→blz. 303,
blz. 313)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control (in-
dien aanwezig)
(→blz. 303)
Controlelampje cruise
control SET (→blz. 303,
blz. 313)
Controlelampje snel-
heidsbegrenzer (indien
aanwezig) (→blz. 315)
Controlelampje LTA*2
(indien aanwezig)
(→blz. 294)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
OFF
*3, 4(→blz. 340)
Controlelampje PKSB
OFF*3, 5(indien aanwe-
zig) (→blz. 348)
(Knippert)Controlelampje Traction
Control
*5(→blz. 359)
Controlelampje VSC
OFF*3, 5(→blz. 360)
Waarschuwingslampje
PCS*3, 5(indien aanwe-
zig) (→blz. 283)
BSM-indicatoren in de
buitenspiegels*5, 6(in-
dien aanwezig)
(→blz. 317)
Controlelampje BSM
OFF*3, 5(indien aanwe-
zig) (→blz. 317)
Controlelampje RCTA
OFF*3, 5(indien aanwe-
zig) (→blz. 317)
Controlelampje stand-
bystand Brake Hold-
systeem
*5(→blz. 258)
Controlelampje Brake
Hold-systeem in wer-
king
*5(→blz. 258)
Controlelampje antidief-
stalsysteem (→blz. 62,
blz. 63)
Controlelampje READY
(→blz. 246)
Controlelampje lage
buitentemperatuur*7
(→blz. 155)
EV-controlelampje
(→blz. 76)
Waarschuwingslampje
parkeerrem (→blz. 255)
Controlelampje EV
MODE*8(→blz. 72)
Controlelampje AUTO
EV/HV*8(→blz. 72)
3.1 Instrumentenpaneel
149
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 152 of 610

Controlelampje HV
MODE*8(→blz. 72)
Controlelampje laadmo-
dus batterijpakket*8
(→blz. 73)
Controlelampje ECO-
rijmodus (→blz. 355)
Controlelampje SPORT-
modus (→blz. 355)
Controlelampje TRAIL-
modus (→blz. 356)
Controlelampje
PASSENGER AIR BAG*5, 9
(indien aanwezig)
(→blz. 38)
*1Dit lampje brandt op het multi-
informatiedisplay en er wordt een
melding weergegeven.
*2Afhankelijk van de bedrijfsconditie
wijzigen de kleur en de manier waarop
het controlelampje brandt/knippert.
*3Het lampje gaat branden wanneer het
systeem wordt uitgeschakeld.
*4Het controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF gaat branden wanneer
het contact AAN wordt gezet, terwijl de
Toyota Parking Assist-sensor is
ingeschakeld. Het gaat na enkele
seconden uit.
*5Deze lampjes gaan branden als het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
hybridesysteem is ingeschakeld of na
enkele seconden. Er kan een storing in
een systeem aanwezig zijn als de lampjes
niet gaan branden of niet uitgaan. Laat de
auto nakijken door een erkendeToyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
*6Dit lampje gaat branden in de
buitenspiegels.
*7Wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 3°C of lager is, gaat het
controlelampje gedurende 10 seconden
knipperen en blijft daarna branden.
*8Het weergegeven controlelampje
verandert overeenkomstig de huidige
werkingsmodus van het plug-in
hybridesysteem.
*9Dit lampje brandt in het centrale
paneel.
BSM-indicatoren (Blind Spot Monitor)
in de buitenspiegels (indien aanwezig)
Om aan te geven dat het systeem werkt,
gaan de BSM-indicatoren in de
buitenspiegels branden wanneer het
contact AAN wordt gezet of wanneer de
BSM-functie/RCTA wordt ingeschakeld
terwijl het contact AAN staat.
Wanneer het systeem correct werkt, gaan
de BSM-indicatoren in de buitenspiegels
na enkele seconden uit.
Wanneer de BSM-indicatoren in de
buitenspiegels niet gaan branden of niet
uitgaan, kan er een storing in het systeem
aanwezig zijn.
Laat, als dit gebeurt, de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
3.1 Instrumentenpaneel
150