Page 137 of 610

groter. Als het energieverbruik hoger is
dan de energievoorziening, wordt
Agroter.
Als de energievoorziening en het
energieverbruik in balans zijn (als wordt
geoordeeld dat de energiebalans nul is),
worden
AenBeven groot
weergegeven.
Als een portier wordt ontgrendeld bij
het gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
De laadstekker wordt ontgrendeld, het
laden wordt onderbroken en de “Mijn
ruimte-modus” wordt uitgeschakeld.
Sluit de AC-laadkabel weer aan en schakel
de “Mijn ruimte-modus” in om de “Mijn
ruimte-modus” weer te gebruiken
(→blz. 134). Als u gebruikmaakt van de
“Mijn ruimte-modus” bij een openbaar
laadstation, moet de procedure voor het
beginnen met laden met behulp van de
lader mogelijk opnieuw worden
uitgevoerd vóór het inschakelen van de
“Mijn ruimte-modus”.
Weergave op het instrumentenpaneel
tijdens het laden
Als tijdens het laden ongeveer
100 seconden verstreken zijn nadat het
contact AAN is gezet en de “Mijn
ruimte-modus” niet is ingeschakeld, gaat
het contact automatisch UIT.
Bij gebruik van de “Mijn ruimte-modus”
De volgende zaken kunnen zich
voordoen.
• Als de resterende lading in het
batterijpakket (tractiebatterij) de
onderlimiet bereikt, wordt de
airconditioning automatisch
uitgeschakeld. In dat geval kan de
airconditioning niet worden gebruikt
totdat de resterende lading in het
batterijpakket (tractiebatterij)
toeneemt. Zet het contact UIT en
schakel de “Mijn ruimte-modus” in als
de resterende lading van het
batterijpakket (tractiebatterij) weer
op peil is.• Als de buitentemperatuur laag is, is
het vermogen van de verwarming
mogelijk beperkt doordat de werking
van de airconditioning beperkt is.
• Er worden mogelijk waarschuwings-
en controlelampjes, zoals het
waarschuwingslampje elektrische
stuurbekrachtiging en het
motorcontrolelampje (geel)
ingeschakeld, maar dat duidt niet op
een storing. Tevens worden de
koplampen ingeschakeld als de
omgeving donker is. (→Blz. 260)
Wanneer er een laadschema is
geregistreerd
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
ingeschakeld terwijl het laadschema
stand-by staat, worden laadschema's
genegeerd en wordt met laden
begonnen.
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt terwijl het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig geladen is
Als het contact AAN wordt gezet terwijl
het batterijpakket (tractiebatterij)
volledig geladen is en de laadstekker die
energie levert, aangesloten is, wordt
“Charging Port Lid is Open” (klep
oplaadpoort is open) weergegeven op
het multi-informatiedisplay. Druk in dat
geval op
van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel om het
instelscherm van de “Mijn
ruimte-modus” weer te geven en
selecteer vervolgens “Mijn
ruimte-modus”.
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt terwijl het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig geladen is,
wordt de energie van het batterijpakket
(tractiebatterij) mogelijk verbruikt. In
dat geval wordt er mogelijk opnieuw
geladen.
2.2 Laden
135
2
Plug-in hybridesysteem
Page 138 of 610

Wanneer er een melding met
betrekking tot de “Mijn ruimte-
modus” wordt weergegeven
Volg de volgende correctieprocedures
als er een melding wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay terwijl de
“Mijn ruimte-modus” wordt gebruikt of
wordt geprobeerd deze in te schakelen.
• “Traction battery is too low for “My
Room Mode”” (lading tractiebatterij te
laag voor “Mijn ruimte-modus”)
Er is niet voldoende resterende lading
in het batterijpakket (tractiebatterij)
om de “Mijn ruimte-modus” in te
schakelen.
Wacht totdat de lading van het
batterijpakket (tractiebatterij)
toeneemt en schakel vervolgens de
“Mijn ruimte-modus” in.
• ““My Room Mode” has stopped due to
low traction battery” (“Mijn
ruimte-modus” is uitgeschakeld ten
gevolge van ontladen tractiebatterij)
De resterende lading in het
batterijpakket (tractiebatterij) is
onvoldoende.
Schakel de “Mijn ruimte-modus” uit
en laad het batterijpakket
(tractiebatterij).
• ““My Room Mode” will stop when
traction battery is too low Reduce
power usage to continue using “My
Room Mode”” (“Mijn ruimte-modus
wordt uitgeschakeld als lading
tractiebatterij te laag is, beperk
energieverbruik om “Mijn
ruimte-modus” te blijven gebruiken)
Het energieverbruik in de auto is
hoger dan de energie waarmee het
batterijpakket (tractiebatterij) wordt
geladen en de resterende lading van
het batterijpakket (tractiebatterij) is
te laag.
*
– De “Mijn ruimte-modus” wordt
uitgeschakeld, tenzij het
energieverbruik in de auto wordt
verlaagd.
– Schakel, om de “Mijn ruimte-
modus” te blijven gebruiken,
systemen als de airconditioning en
het audiosysteem uit om de
resterende lading van het
batterijpakket (tractiebatterij) te
verhogen.
*De status van de energiebalans
tijdens het gebruik van de “Mijn
ruimte-modus” kan worden
gecontroleerd op het scherm voor de
weergave van de resterende lading
voor het batterijpakket
(tractiebatterij) dat wordt
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kan dat zeer
schadelijk zijn voor de gezondheid en
zelfs dodelijk zijn.
• Laat nooit kinderen,
hulpbehoevenden of dieren in de
auto achter. Het systeem wordt
mogelijk automatisch uitgeschakeld,
zodat de temperatuur in de auto kan
stijgen of dalen, wat kan resulteren in
een zonnesteek, uitdroging of
onderkoeling. Systemen, zoals de
ruitenwissers, kunnen ook worden
gebruikt, hetgeen kan leiden tot
onbedoelde werking en ongevallen.
• Controleer vóór gebruik zorgvuldig
of de omgeving van de auto veilig is.
2.2 Laden
136
Page 139 of 610

2.2.11 Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden
uitgevoerd
Als het laden niet start, ook al is de normale procedure gevolgd, controleer dan elk van de
onderstaande items.
Als er een waarschuwingsmelding verschijnt op het multi-informatiedisplay, raadpleeg
dan ook blz. 140.
Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden uitgevoerd
Raadpleeg de volgende tabel en voer de desbetreffende correctieprocedure uit.
Het controlelampje Power op het CCID (Charging Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem) gaat niet branden, zelfs niet als de stekker is
aangesloten op een externe voedingsbron.
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De stekker is niet goed aangesloten op de
contactdoosControleer of de stekker goed is aangesloten
op de contactdoos.
De elektriciteit is uitgevallenVoer de laadprocedure nogmaals uit als er
weer elektriciteit beschikbaar is.
De op afstand bedienbare schakelaar is uitge-
schakeldSchakel de op afstand bedienbare schakelaar,
indien aanwezig, in.
De zekering in het gebouw is doorgeslagen en
de elektriciteit is uitgevallenControleer of de zekering in orde is en, als dat
het geval is, of de auto geladen kan worden
via een andere contactdoos.
Als laden mogelijk is, kan de eerste contact-
doos defect zijn. Neem contact op met de be-
heerder of een elektricien.
Kortsluiting tussen het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) en de stekkerStop onmiddellijk met laden en neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar be-
horen gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Het waarschuwingslampje storing van het CCID (Charging Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem) knippert.
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Lekstroomdetectiefunctie of zelfdiagnose-
functie in werking en voeding onderbrokenAls de spanning te laag is, kan het waarschu-
wingslampje storing gaan knipperen als er
interferentie is. Voer een resetprocedure uit
en sluit aan op een geschikte voedingsbron.
(→Blz. 97)
Als het laden niet start, stop dan onmiddellijk
met laden en neem contact op met een er-
kende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
2.2 Laden
137
2
Plug-in hybridesysteem
Page 140 of 610

De laadindicator van de laadaansluiting gaat niet branden, ook al is de laadstekker
aangesloten.
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De stekker zit niet goed in de contactdoosControleer of de stekker goed is aangesloten
op de contactdoos.
De laadstekker is niet goed aangesloten op
het AC-laadcontactControleer de aansluitstatus van de laadstek-
ker.
■Plaats de laadstekker bij het aansluiten
goed.
■Controleer na het aansluiten van de
laadstekker of de laadindicator van de
laadaansluiting gaat branden.
Als de laadindicator van de laadaansluiting
niet gaat branden, zelfs niet wanneer de
laadstekker goed is aangesloten, kan er
sprake zijn van een storing in het systeem.
Stop onmiddellijk met laden en neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Het batterijpakket (tractiebatterij) is al volle-
dig geladenAls het batterijpakket (tractiebatterij) volle-
dig geladen is, wordt de laadprocedure niet
uitgevoerd.
De lader werkt nietNeem contact op met de beheerder als er een
probleem is met de lader.
De laadindicator van de laadaansluiting knippert en de laadprocedure kan niet worden
uitgevoerd.
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Als de laadindicator van de laadaansluiting
knippert
*: er is een laadschema geregistreerdWacht tot het ingestelde tijdstip als u wilt
laden volgens het laadschema.
Stel “Charge Now” (nu opladen) in op “On”
(aan) om te beginnen met laden. (→Blz. 131)
Als de laadindicator van de laadaansluiting
snel knippert
*: Er is een storing opgetreden in
een externe voedingsbron of de autoStart het hybridesysteem en volg de instruc-
ties in de melding op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 137)
*Raadpleeg blz. 91 voor informatie over het branden en knipperen van de laadindicator
van de laadaansluiting.
Als de laadschemafunctie niet normaal werkt
Raadpleeg de volgende tabel en voer de desbetreffende correctieprocedure uit.
Kan niet laden op het gewenste tijdstip
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De klok van de auto is niet juist ingesteldControleer de klokinstelling en stel hem in op
de juiste tijd. (→Blz. 156)
De voertuigkalender is niet juist ingesteld.Controleer de kalenderinstelling en stel de
juiste datum in. (→Blz. 163)
2.2 Laden
138
Page 141 of 610

Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De AC-laadkabel is niet aangesloten op de
autoSluit de AC-laadkabel aan alvorens het laad-
schema te gebruiken.
Onjuiste laadmodus geselecteerdControleer de instelling van de laadmodus.
(→Blz. 125)
Als de laadmodus is ingesteld op “Start”, be-
gint het laden op het ingestelde tijdstip, maar
als “Departure” (vertrek) is ingesteld, is het
laden voltooid op het ingestelde tijdstip. (De
starttijd voor het laden wordt automatisch
geregeld door het systeem.)
Het laden begint, ook al is er een laadschema geregistreerd
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
“Charge Now” (nu opladen) is ingesteld op
“On” (aan)Stel “Charge Now” (nu opladen) in op “Off”
(uit) om te laden overeenkomstig het laad-
schema. (→Blz. 131)
laadschema is ingesteld op “Off” (uit)Controleer of laadschema niet is ingesteld op
“Off” (uit). (→Blz. 131)
De laadmodus is ingesteld op “Departure”
(vertrek) en de geplande vertrektijd ligt dicht
bij het huidige tijdstipAls het systeem vaststelt dat er geen tijd is
om het laden te voltooien op de geplande ver-
trektijd, begint het met laden. Controleer de
laadschema's.
De AC-laadkabel was verwijderd en opnieuw
aangesloten terwijl de laadindicator van de
laadaansluiting knipperdeAls de AC-laadkabel was verwijderd en op-
nieuw aangesloten terwijl de laadindicator
knipperde, wordt het laadschema geannu-
leerd (→blz. 120).
Verwijder de AC-laadkabel tijdelijk en sluit
hem weer aan.
De “Mijn ruimte-modus” of de op afstand be-
dienbare airconditioning was in werkingAls de “Mijn ruimte-modus” of de op afstand
bedienbare airconditioning wordt ingescha-
keld, start het systeem met laden, ook al is er
een laadschema geregistreerd. Stop de “Mijn
ruimte-modus” of de op afstand bedienbare
airconditioning en sluit vervolgens de AC-
laadkabel opnieuw aan om te laden met be-
hulp van het laadschema.
De “Battery Heater” (batterijverwarming)
(→blz. 111) is in werkingAls de laadmodus is ingesteld op “Departure”
(vertrek), kan de “Battery Heater” (batterij-
verwarming) in werking treden voordat het
laden begint. Controleer de status van de
laadindicator van de laadaansluiting.
(→Blz. 91)
De buitentemperatuur is laag en de opwarm-
regeling van het batterijpakket (tractiebatte-
rij) (→blz. 111) is in werking (alleen Groen-
land)Als de opwarmregeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) in werking is, worden de laad-
schema's genegeerd en wordt met laden be-
gonnen. Ga door met laden om het batte-
rijpakket (tractiebatterij) te beschermen.
2.2 Laden
139
2
Plug-in hybridesysteem
Page 142 of 610

Het laden stopt eerder dan het tijdstip dat is ingesteld bij “Departure” (vertrek)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Het tijdstip waarop het laden stopt, komt niet
overeen met het geschatte eindtijdstip door
de conditie van de voedingsbron of de buiten-
temperatuurAls er plotselinge veranderingen in tempera-
tuur of veranderingen in de conditie van de
voedingsbron optreden tijdens het laden, kan
het laden eerder beëindigd worden dan het
tijdstip dat berekend is door het systeem.
Het laden is niet voltooid, hoewel het tijdstip is ingesteld op “Departure” (vertrek)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
“Climate Prep” (aircovoorbereiding) is inge-
steld op “On” (aan)Als “Climate Prep” (aircovoorbereiding) is
ingesteld op “On” (aan), werkt de airconditio-
ning tot aan het vertrektijdstip.
Daarom kan het laden wellicht niet voltooid
zijn op het ingestelde tijdstip vanwege de
laadcondities.
Ga door met laden om het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig te laden.
Het tijdstip waarop het laden stopt, komt niet
overeen met het geschatte eindtijdstip door
de conditie van de voedingsbron of de buiten-
temperatuurAls er plotselinge veranderingen in tempera-
tuur of veranderingen in de conditie van de
voedingsbron optreden tijdens het laden, kan
het laden beëindigd worden op een ander
tijdstip dan het tijdstip dat berekend is door
het systeem.
Het laden start niet, hoewel het tijdstip dat is ingesteld in “Start” is bereikt
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De AC-laadkabel is aangesloten na het instel-
len van het tijdstipSluit de AC-laadkabel aan vóór het instellen
van het tijdstip in “Start”.
Als er een laadgerelateerde melding wordt weergegeven
Als een portier wordt geopend en het contact UIT staat, wordt na het laden een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Volg, als dit gebeurt, de instructies op het scherm.
2.2 Laden
140
Page 143 of 610

Als “Charging Stopped Due to Pulled Charging Connector” wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De laadstekker is verwijderd tijdens het laden
Als de laadstekker verwijderd wordt tijdens
het laden, wordt het laden gestopt. Sluit de
laadstekker weer aan als u het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig wilt laden. Nadat het batterijpakket (tractiebatterij) vol-
ledig is geladen, wordt de laadstekker verwij-
derd terwijl het batterijpakket (tractiebatte-
rij) opnieuw wordt geladen doordat functies
die stroom verbruiken
*gebruikt zijn en de
resterende lading afgenomen is.
De laadstekker is niet goed aangeslotenControleer de aansluitstatus van de laadstek-
ker.
■Plaats de laadstekker bij het aansluiten
goed.
■Controleer na het aansluiten van de
laadstekker of de laadindicator van de
laadaansluiting gaat branden.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als er niet geladen kan
worden hoewel de juiste procedures gevolgd
zijn.
De laadstekker is ontgrendeld tijdens het la-
denAls de laadstekker ontgrendeld wordt tijdens
het laden, wordt het laden gestopt. Sluit de
laadstekker weer aan om verder te gaan met
laden.
*Er wordt stroom verbruikt als de “Battery Heater” (verwarming batterijpakket)
(→blz. 111), de aircogekoppelde functie (→blz. 126) of de op afstand bedienbare
airconditioning wordt bediend (→blz. 379).
Als “Charging Complete Limited Due to Battery Temp” (laden voltooid, beperkt door
temperatuur batterijpakket) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Het laden is gestopt om het batterijpakket
(tractiebatterij) te beschermen omdat de
temperatuur gedurende een bepaalde peri-
ode hoog was.Laat het batterijpakket (tractiebatterij) af-
koelen en laad het nogmaals als de lading nog
niet het gewenste niveau heeft bereikt.
2.2 Laden
141
2
Plug-in hybridesysteem
Page 144 of 610

Als “Charging Stopped Check Charging Source” (laden gestopt, controleer laadsysteem)
wordt weergegeven (1)
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Probleem in voeding externe voedingsbronControleer het volgende.
■Of de stekker niet is losgekoppeld
■Of de op afstand bedienbare schakelaar
niet is uitgeschakeld
■Of het controlelampje Power van het CCID
(Charging Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem)
brandt
■Of de stroomonderbreker is geactiveerd
Als er geen probleem is met een van
bovenstaande items, kan er een probleem zijn
met de contactdoos van het gebouw. Neem
contact op met een elektricien en vraag om
een controle. (Neem contact op met de
beheerder van het laadstation als er een
probleem is met het laadstation.)
Als er niet geladen kan worden hoewel er
geen probleem is met de stroomtoevoer, kan
er een storing in het systeem aanwezig zijn.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Verder kan er, als het waarschuwingslampje
storing van het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) knippert, sprake zijn van een
lekstroom. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Lader is gestopt met ladenHet laden kan geannuleerd zijn door een on-
derbreking in de stroomvoorziening, afhan-
kelijk van de specificaties van de lader. Raad-
pleeg de instructies die zijn meegeleverd met
de lader.
■Als het laden gestopt is bij gebruik van de
lader
■Lader met laadschemafunctie
■Lader die niet compatibel is met de
laadschemafunctie van de auto
Controleer of laden mogelijk is met de
AC-laadkabel die meegeleverd is met de auto.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als er niet geladen kan
worden, zelfs niet met de originele
AC-laadkabel.
2.2 Laden
142