Page 81 of 610

branden, kan het contact UIT worden
gezet zonder dat verdere actie
ondernomen hoeft te worden.)
Raadpleeg “Als de 12V-accu is
ontladen” (→blz. 502) als de
12V-accu ontladen is en voer de
correctieprocedure uit.
• Als de auto achtergelaten wordt met
aangesloten AC-laadkabel, neemt het
elektriciteitsverbruik van de 12V-accu
toe omdat er controles, zoals een
systeemcontrole, worden uitgevoerd.
Als de AC-laadkabel niet meer nodig
is, moet hij worden losgekoppeld van
de auto.
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
Als u rijdt met uitgeschakelde
benzinemotor, wordt er een geluid, dat
aangepast wordt aan de rijsnelheid,
afgespeeld om mensen in de buurt te
waarschuwen dat de auto nadert. Het
geluid stopt als de rijsnelheid hoger
wordt dan ongeveer 25 km/h.
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
In de volgende gevallen is het
akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem mogelijk
moeilijk te horen voor mensen in de
buurt.
• In gebieden met harde
omgevingsgeluiden
• In de wind of regen
Ook is het akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem achter
de auto mogelijk moeilijker te horen dan
vóór de auto omdat het systeem aan de
voorzijde van de auto is geïnstalleerd.Als “Acoustic Vehicle Alerting System
Malfunction Visit your Dealer” (storing
in akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem, ga
naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing aanwezig in
het akoestische
voertuigwaarschuwingssysteem. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
2.1 Plug-in hybridesysteem
79
2
Plug-in hybridesysteem
Page 82 of 610

2.1.2 Voorzorgsmaatregelen plug-in hybridesysteem
Wees voorzichtig met het hybridesysteem, aangezien dit een hoogspanningssysteem
(max. ongeveer 650 V) bevat, evenals onderdelen die extreem heet worden als het
hybridesysteem in werking is. Volg de aanwijzingen op de waarschuwingslabels op.
Systeemonderdelen
AWaarschuwingslabel
BHoogspanningskabels (oranje)
CVermogensregeleenheid
DDC/DC-converter
EElektromotor achter (tractiemotor)
FAC-laadcontact
GServicestekker
HIngebouwde tractiebatterijlader
IBatterijpakket (tractiebatterij)
JElektromotor voor (tractiemotor)
KAircocompressor
LContactdoos
Als de brandstof opraakt
Als de brandstof op is en het
hybridesysteem niet kan worden gestart,
vult u de tank met ten minste de
hoeveelheid brandstof die nodig is om
het waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (→blz. 471) uit te laten
gaan. Als er slechts een kleine
hoeveelheid brandstof in de tank zit, kan
het hybridesysteem mogelijk niet wordengestart. (De standaardhoeveelheid
brandstof is ongeveer 8,8 liter, als de auto
op een vlakke ondergrond staat. Deze
waarde kan afwijken als de auto op een
helling staat. Vul brandstof bij wanneer
de auto schuin staat.)
Elektromagnetische golven
• De hoogspanningsonderdelen en
-kabels van plug-in hybrideauto's zijn
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
2.1 Plug-in hybridesysteem
80
Page 83 of 610

voorzien van een afscherming voor
elektromagnetische golven en zenden
ongeveer net zo veel
elektromagnetische golven uit als
conventionele auto's met een
benzinemotor, of elektronische
huishoudapparatuur.
• Uw auto kan storingen veroorzaken in
niet-originele audio-onderdelen.
Effect van magnetische krachten
Als objecten die sterke magnetische
krachten genereren, zoals grote
luidsprekers, in de bagageruimte worden
geplaatst of in de buurt ervan worden
geïnstalleerd, kunnen de gegenereerde
magnetische krachten het
hybridesysteem negatief beïnvloeden.
Batterijpakket (tractiebatterij)
(lithium-ionbatterij)
De levensduur van het batterijpakket
(tractiebatterij) is niet onbeperkt.
De capaciteit van het batterijpakket
(tractiebatterij) (de mogelijkheid om
geladen te blijven) neemt op den duur
door het gebruik af, net als bij gewone
oplaadbare batterijen. De mate waarin
de capaciteit afneemt, hangt
grotendeels af van de omgeving
(omgevingstemperatuur, enz.) en de
gebruiksomstandigheden, zoals hoe er
met de auto wordt gereden en hoe het
batterijpakket (tractiebatterij) wordt
geladen. Dit is een natuurlijk kenmerk
van lithium-ionbatterijen en duidt niet
op een defect. Hoewel de actieradius in
de EV-modus afneemt als de capaciteit
van het batterijpakket (tractiebatterij)
afneemt, nemen de prestaties van de
auto nagenoeg niet af.
Om te voorkomen dat de capaciteit
afneemt, moet u de richtlijnen volgen op
blz. 116, “Afname capaciteit
batterijpakket (tractiebatterij)”.Starten van het hybridesysteem in een
extreem koude omgeving
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
extreem koud is (temperatuur lager dan
ongeveer -30°C) als gevolg van de
buitentemperatuur, kan het
hybridesysteem mogelijk niet gestart
worden. Probeer in dat geval het
hybridesysteem nogmaals te starten
nadat de temperatuur van het
batterijpakket is opgelopen omdat
bijvoorbeeld de buitentemperatuur is
gestegen.
Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model
voldoet aan reglement ECE100 (voor de
veiligheid van elektrisch aangedreven
auto's met batterijen).
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen
hoogspanningssysteem
De auto heeft zowel
hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) als een 12V-systeem.
Beide hoogspanningssystemen
(wissel- en gelijkspanning) zijn zeer
gevaarlijk en kunnen zeer ernstig letsel,
ernstige brandwonden en elektrische
schokken veroorzaken.
• Verwijder of vervang nooit
hoogspanningscomponenten,
hoogspanningskabels en de stekkers
ervan, raak ze niet aan en haal ze niet
uit elkaar.
• Het hybridesysteem wordt na het
starten heet, aangezien het systeem
gebruikmaakt van hoogspanning.
Wees alert op zowel hoogspanning
als hoge temperaturen en volg altijd
de aanwijzingen op
waarschuwingslabels op.
2.1 Plug-in hybridesysteem
81
2
Plug-in hybridesysteem
Page 84 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Probeer nooit om de afdekking van
de servicestekker in de bagageruimte
te openen. De servicestekker, waar
hoogspanning op staat, wordt alleen
gebruikt bij onderhoud aan de auto.
Waarschuwingen voor het geval de
auto bij een ongeval betrokken raakt
Neem de volgende voorschriften in
acht om de kans op ernstig letsel te
beperken:
• Duw of sleep uw auto indien mogelijk
van de weg, activeer de parkeerrem,
zet de selectiehendel in stand P en
schakel het hybridesysteem uit.
• Raak de onderdelen, kabels en
stekkers waar hoogspanning op
staat niet aan.
• Als binnen of buiten de auto
elektrische bedrading blootligt, kan
er een elektrische schok optreden.
Raak blootliggende elektrische
bedrading nooit aan.
• Raak het batterijpakket niet aan als
er vloeistof uit lekt of als de
buitenzijde vochtig is. Als elektrolyt
(organische elektrolyt op
koolzuurbasis) die uit het
batterijpakket (tractiebatterij) lekt
in aanraking komt met de ogen of de
huid, kan dit blindheid of wonden
veroorzaken. Mocht er onverhoopt
vloeistof in uw ogen of op uw huid
terechtkomen, spoel deze dan direct
af met veel water en raadpleeg
onmiddellijk een arts.
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Als er elektrolyt lekt uit het
batterijpakket (tractiebatterij), kom
dan niet in de buurt van de auto.
Zelfs wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) onverhoopt
beschadigd is geraakt, zal de
inwendige constructie van het
batterijpakket voorkomen dat er
grote hoeveelheden elektrolyt
lekken. De elektrolyt die echter wel
uit het batterijpakket lekt, geeft een
damp af. Deze damp irriteert de huid
en ogen en kan, wanneer deze wordt
ingeademd, acute vergiftiging
veroorzaken.
• Houd brandende of hete voorwerpen
uit de buurt van de elektrolyt.
Anders kan de elektrolyt vlam vatten
en brand veroorzaken.
• Stap zo snel mogelijk uit als er brand
uitbreekt in de plug-in hybrideauto.
Gebruik nooit een brandblusser die
niet is bedoeld voor het blussen van
brand als gevolg van een elektrische
storing. Zelfs het gebruik van een
geringe hoeveelheid water om te
blussen kan al gevaarlijk zijn.
• Als uw auto gesleept moet worden,
dient dit te gebeuren met de
voorwielen van de grond. Als de
wielen die gekoppeld zijn aan de
elektromotor (tractiemotor) tijdens
het slepen de grond raken, kan de
elektromotor elektriciteit blijven
opwekken. Hierdoor kan brand
ontstaan. (→Blz. 462)
• Controleer het wegdek/de bodem
onder de auto zorgvuldig. Als er
vloeistoflekkage waarneembaar is,
kan het brandstofsysteem
beschadigd zijn. Verlaat uw auto zo
spoedig mogelijk.
Batterijpakket (tractiebatterij)
• Uw auto is uitgerust met een
gesloten lithium-ionbatterij.
2.1 Plug-in hybridesysteem
82
Page 85 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• U mag het batterijpakket nooit
doorverkopen, overdragen aan
iemand anders of aanpassen. Om
ongelukken te voorkomen worden
batterijpakketten die uit afgedankte
auto's worden gehaald, ingezameld
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Voer het
batterijpakket niet zelf af. Als het
batterijpakket niet op de juiste
manier wordt ingezameld, kan het
volgende gebeuren, met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg:
– Het batterijpakket kan illegaal
worden verkocht of ergens worden
gedumpt, het is schadelijk voor het
milieu en iemand kan een
onderdeel aanraken dat onder
hoogspanning staat en een
elektrische schok krijgen.
– Het batterijpakket is bedoeld om
uitsluitend te worden gebruikt in
uw plug-in hybrideauto. Als het
batterijpakket buiten uw auto
wordt gebruikt of op een of andere
manier wordt aangepast, kunnen
er ongelukken mee gebeuren:
iemand kan een elektrische schok
krijgen, het batterijpakket kan
hitte en rook genereren, er kan zich
een ontploffing voordoen en er kan
elektrolyt uit het batterijpakket
lekken. Wanneer u uw auto
doorverkoopt of overdraagt, is het
risico van een ongeval zeer groot,
omdat de persoon die de auto
ontvangt mogelijk niet op de
hoogte is van deze gevaren.
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Als uw auto wordt afgevoerd zonder
dat het batterijpakket is verwijderd,
bestaat de kans op zware elektrische
schokken als
hoogspanningsonderdelen, kabels
en aansluitingen hiervan aangeraakt
worden. Wanneer uw auto moet
worden afgevoerd, dient het
batterijpakket te worden afgevoerd
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Als het
batterijpakket niet op de juiste
manier wordt afgevoerd, kan deze
elektrische schokken veroorzaken,
die dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg kunnen hebben.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als de bodemplaat van de auto tijdens
het rijden wordt blootgesteld aan
hevige schokken, breng de auto dan op
een veilige plaats tot stilstand en
controleer de onderkant van de auto.
Schade aan het batterijpakket
(tractiebatterij) of vloeistoflekkage kan
leiden tot een autobrand, enz. Raak de
auto niet aan en neem onmiddellijk
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Wijzigingen
Breng geen wijzigingen aan de auto aan
om hem te verlagen.
Het batterijpakket (tractiebatterij) in
de bodemplaat van de auto maakt
gemakkelijker contact met de grond als
de auto is verlaagd. Wanneer het
batterijpakket (tractiebatterij)
beschadigd is, kan dat leiden tot een
autobrand, met mogelijk dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
2.1 Plug-in hybridesysteem
83
2
Plug-in hybridesysteem
Page 86 of 610

OPMERKING
Opmerking over brandstof
• Bij plug-in hybrideauto's blijft
brandstof mogelijk gedurende een
lange periode in de tank en ondergaat
deze dan veranderingen in de
kwaliteit, afhankelijk van hoe de auto
wordt gebruikt. Tank elke
12 maanden ten minste 20 l
brandstof (tank over een periode van
12 maanden ten minste een totale
hoeveelheid van 20 l), aangezien dit
mogelijk van invloed is op onderdelen
van het brandstofsysteem of de
benzinemotor.
• Als er gedurende een bepaalde
periode niet getankt is en de kans
bestaat dat de kwaliteit van de
brandstof in de tank achteruit is
gegaan, wordt als het contact AAN
wordt gezet de melding “No New Fuel
has been Added Recently Please
refuel” (Er is niet onlangs getankt, vul
de brandstoftank) weergegeven op
het multi-informatiedisplay. Ga direct
tanken als de melding weergegeven
wordt.
Ventilatieopening DC/DC-converter
Voor het koelen van de DC/DC-converter
is er onder de achterstoel een
ventilatieopening aanwezig.
Het blokkeren van de ventilatieopening
kan ervoor zorgen dat het plug-in
hybridesysteem niet goed werkt.
OPMERKING
Ventilatieopening DC/DC-converter
• Voorkom dat zaken als stoelbekleding,
plastic hoezen en bagage de
ventilatieopening blokkeren. Het
blokkeren van de ventilatieopening
kan ervoor zorgen dat het plug-in
hybridesysteem niet goed werkt.
• Als er zich stof, enz. heeft verzameld in
de ventilatieopening, maak deze dan
schoon met een stofzuiger om te
voorkomen dat de opening verstopt
raakt.
• Zorg dat vocht of andere
verontreinigingen niet in de
ventilatieopening binnen kunnen
dringen omdat hierdoor kortsluiting
kan ontstaan en de DC/DC-converter
beschadigd kan raken.
• Vervoer geen grote hoeveelheden
water, zoals een gevuld reservoir voor
een waterdispenser, in de auto. Als er
water op de DC/DC-converter komt,
kan de converter beschadigd raken.
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Op de ventilatieopening is een filter
geplaatst. Als het filter zelfs na het
schoonmaken van de
ventilatieopening nog zichtbaar vuil
is, raden wij u aan het filter te reinigen
of vervangen. Raadpleeg blz. 440 voor
het reinigen van het filter.
• Als “Maintenance required for DCDC
converter cooling parts See Owner’s
Manual” (onderhoud vereist voor
koelonderdelen DC/DC-converter, zie
handleiding) op het multi-
informatiedisplay wordt
weergegeven, zitten de
ventilatieopening en het filter
mogelijk verstopt. Raadpleeg blz. 440
voor informatie over het
schoonmaken van de
ventilatieopening.
2.1 Plug-in hybridesysteem
84
Page 87 of 610

Uitschakelsysteem voor noodgevallen
Het uitschakelsysteem voor
noodgevallen zorgt ervoor dat het
hoogspanningssysteem en de
brandstofpomp worden uitgeschakeld als
de botsingssensor een aanrijding met
een kracht boven een bepaalde
drempelwaarde heeft gesignaleerd, om
de kans op kortsluiting en
brandstoflekkage tot een minimum te
beperken. Als het uitschakelsysteem voor
noodgevallen in werking is getreden,
kunt u uw auto niet meer starten. Neem
voor het herstarten van het
hybridesysteem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem
Als er een storing in het hybridesysteem
optreedt, of als het systeem onjuist wordt
bediend, wordt automatisch een melding
weergegeven.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
Als er een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven of als de 12V-accu
wordt losgekoppeld
Mogelijk start het hybridesysteem niet.
Probeer in dat geval het systeem opnieuw
te starten. Neem als het controlelampje
READY niet gaat branden contact op meteen erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
2.1.3 Tips voor rijden met een
plug-in hybrideauto
Besteed aandacht aan de volgende
punten om zuinig en milieuvriendelijk te
rijden:
Effectief gebruik van de EV-modus, de
AUTO EV-/HV-modus en de HV-modus
Als u de EV-modus en de AUTO
EV-/HV-modus gebruikt voor het rijden
in stedelijke gebieden en de HV-modus
voor het rijden op provinciale wegen en
snelwegen, helpt dat brandstof en
elektriciteit te besparen. (→Blz. 72)
Gebruik van de ECO-rijmodus
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan het
koppel dat correspondeert met de mate
waarin het gaspedaal wordt ingetrapt
geleidelijker worden afgegeven dan
onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de
airconditioning (verwarmen/koelen)
geminimaliseerd zodat er minder
brandstof en elektriciteit verbruikt
worden. (→Blz. 355)
Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Milieubewust rijden is mogelijk door de
hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. (→Blz. 154)
Bediening selectiehendel
Zet de selectiehendel in stand D als u
moet wachten bij een verkeerslicht of als
u in druk verkeer rijdt. Zet de
selectiehendel in stand P als de auto
geparkeerd staat. Als u stand N gebruikt,
is er geen positief effect op het
brandstofverbruik. In stand N werkt de
benzinemotor, maar kan er geen
elektriciteit worden opgewekt. Ook bij
gebruik van bijvoorbeeld de
2.1 Plug-in hybridesysteem
85
2
Plug-in hybridesysteem
Page 88 of 610

airconditioning wordt het vermogen van
het batterijpakket (tractiebatterij)
verbruikt.
Bedienen van het gaspedaal/rempedaal
• Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom
onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt
geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de
elektromotor (tractiemotor) beter
benut, zodat het brandstofverbruik
van de benzinemotor lager is.
• Voorkom herhaaldelijk accelereren.
Herhaaldelijk accelereren put het
batterijpakket (tractiebatterij) uit
waardoor er meer brandstof wordt
verbruikt. Het batterijpakket kan
worden opgeladen door tijdens het
rijden het gaspedaal iets te laten
opkomen.
Bij het remmen
Rem rustig en tijdig. Er kan meer
elektrische energie worden
geregenereerd tijdens het decelereren.
Files
Herhaaldelijk accelereren en decelereren
en ook langdurig wachten bij
verkeerslichten veroorzaakt een hoog
brandstof- en elektriciteitsverbruik.
Raadpleeg de verkeersberichten en
vermijd files zo veel mogelijk. Laat bij het
rijden in een file het rempedaal rustig los
zodat de auto zachtjes vooruitrijdt en
vermijd overmatig gebruik van het
gaspedaal. Dit helpt het elektriciteits- en
benzineverbruik te beperken.
Rijden op de snelweg
• Rijd met een constante snelheid.
Neem als u ergens moet stoppen de
tijd voor het loslaten van het
gaspedaal en trap rustig het
rempedaal in. Er kan meer elektrische
energie worden geregenereerd tijdens
het decelereren.• Het elektriciteitsverbruik neemt
aanzienlijk toe als er in de EV-modus
of de AUTO EV-/HV-modus met hoge
snelheid wordt gereden. Als na het
verlaten van de snelweg de afstand
tot het volgende externe laadpunt
groot is, wordt aanbevolen om op de
snelweg in de HV-modus te rijden en
pas bij het verlaten van de snelweg
naar de EV-modus of de AUTO
EV-/HV-modus over te schakelen.
(→Blz. 72)
Airconditioning
• Zet de aircoschakelaar uit wanneer u
de airconditioning niet nodig hebt. Dit
helpt het elektriciteits- en
benzineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge
temperaturen de recirculatiemodus.
Dit beperkt de belasting van de
airconditioning en vermindert ook het
elektriciteits- en brandstofverbruik.
In de winter: Voorkom overmatig en
onnodig gebruik van de verwarming.
Het gebruik van de
stuurwielverwarming (indien
aanwezig) (→blz. 382) en
stoelverwarming (→blz. 382) is
effectief.
• Als de op afstand bedienbare
airconditioning wordt (→blz. 379)
gebruikt terwijl de AC-laadkabel is
aangesloten op de auto, wordt het
elektriciteitsverbruik direct na het
wegrijden verminderd doordat de
airconditioning vooral werkt op de
elektriciteit van de externe
voedingsbron.
• Als bij het instellen van het
laadschema de laadmodus wordt
ingesteld op “Departure” (vertrek) en
“Climate Prep” (voorber. klim.) op
“On” (aan) wordt ingesteld, kan het
elektriciteitsverbruik direct na het
wegrijden worden gereduceerd
doordat de airconditioning reeds in
werking is getreden tijdens het laden.
(→Blz. 125)
2.1 Plug-in hybridesysteem
86