Page 385 of 610
1. Schakelt de stoelverwarming in
De niveau-indicatoren (geel)
Agaan tijdens de werking branden.
2. Schakelt de stoelventilator in
De niveau-indicatoren (groen)
Agaan tijdens de werking branden.
Werkingsvoorwaarden
Het contact staat AAN.
Aan airconditioning gekoppelde
regelmodus
Wanneer het toerental van de
stoelventilator hoog is, wordt het
toerental hoger overeenkomstig de
aanjagersnelheid van de airconditioning.Persoonlijke voorkeursinstellingen
De aanjagersnelheid van de
stoelventilatie kan worden aangepast aan
de persoonlijke voorkeur. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen:→blz. 530)
Bedienen van de stoelverwarming
achter
Schakelt de stoelverwarming in/uit
Wanneer de stoelverwarming wordt
ingeschakeld, gaat het controlelampje
branden.
Werkingsvoorwaarden
Het contact staat AAN.
6.1 Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
383
6
Voorzieningen in het interieur
Page 386 of 610
6.2 Gebruik van de interieurverlichting
6.2.1 Overzicht interieurverlichting
Plaats van de interieurverlichting
AInterieurverlichting achter
(→blz. 385)
BInterieurverlichting/leeslampjes voor
(→blz. 385, blz. 385)
CVerlichting open opbergvak (indien
aanwezig)*
DVoetenruimteverlichting*
EVerlichting bekerhouders voor
(indien aanwezig)*
*Deze verlichting gaat branden als een portier wordt ontgrendeld. Wanneer de
selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet, neemt de lichtsterkte van deze
verlichting af.
6.2 Gebruik van de interieurverlichting
384
Page 387 of 610

Bedienen van de interieurverlichting
Interieurverlichting voor
Schakelt de verlichting in/uit
Zet de schakelaar in de stand DOOR
(gekoppeld aan portier).
Wanneer een portier wordt geopend
terwijl de stand DOOR is ingeschakeld,
gaan de lampjes branden.
1. Schakelt de stand DOOR in
2. Schakelt de verlichting uit
Interieurverlichting achter
1. Schakelt de verlichting in2. Schakelt de aan het portier
gekoppelde functie in (stand DOOR)
De verlichting wordt in-/
uitgeschakeld overeenkomstig het
openen/sluiten van de portieren.
Bedienen van de leeslampjes
Schakelt de verlichting in/uit
Instapverlichting
De verlichting wordt automatisch in- en
uitgeschakeld, afhankelijk van de stand
van het contact, de aanwezigheid van de
elektronische sleutel, het vergrendeld/
ontgrendeld zijn van de portieren en het
geopend/gesloten zijn van de portieren.
Voorkomen dat de 12V-accu te ver
ontladen raakt
Als de interieurverlichting blijft branden
nadat het contact UIT is gezet, gaat de
verlichting na 20 minuten automatisch
uit.
De interieurverlichting kan
automatisch gaan branden als
Als een van de airbags wordt geactiveerd
of bij een harde aanrijding van achteren
wordt de interieurverlichting
automatisch ingeschakeld. De
interieurverlichting wordt na ongeveer
20 minuten automatisch uitgeschakeld.
De interieurverlichting kan handmatig
worden uitgeschakeld. Om verdere
aanrijdingen te voorkomen verdient het
echter aanbeveling de verlichting te laten
branden totdat de veiligheid
gegarandeerd is. (De interieurverlichting
wordt mogelijk niet automatisch
6.2 Gebruik van de interieurverlichting
385
6
Voorzieningen in het interieur
Page 388 of 610
ingeschakeld, afhankelijk van de kracht
en de omstandigheden van de
aanrijding.)
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. de tijd die verstrijkt
voordat de verlichting uit gaat) kunnen
worden gewijzigd. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen:→blz. 530)
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de verlichting niet langer
ingeschakeld dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
6.3.1 Overzicht van opbergmogelijkheden
Plaats van de opbergmogelijkheden
AOpen opbergvak (→blz. 389)
BExtra opbergvak (indien aanwezig)
(→blz. 389)
CPasjeshouder (indien aanwezig)
(→blz. 389)
DFleshouders (→blz. 388)
EConsolevak (→blz. 387)
FBekerhouders (→blz. 388)
GDashboardkastje (→P. 387)
6.2 Gebruik van de interieurverlichting
386
Page 389 of 610

WAARSCHUWING!
Zaken die niet in de auto moeten
worden achtergelaten
Laat geen brillen, aanstekers of
spuitbussen in de opbergvakken liggen.
Als u dat wel doet, kan dat bij hoge
temperaturen leiden tot het volgende:
• Brillen kunnen vervormen als de
temperatuur in de auto te hoog
oploopt of barsten als ze in contact
komen met andere voorwerpen.
• Aanstekers en spuitbussen kunnen
exploderen. Als ze in contact komen
met andere voorwerpen, kunnen
aanstekers vlam vatten en kunnen
spuitbussen gas gaan lekken,
waardoor brand kan ontstaan.
Dashboardkastje
AOntgrendelen met de mechanische
sleutel
BVergrendelen met de mechanische
sleutel
COpenen (trek de hendel omhoog)
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd het dashboardkastje gesloten. Bij
plotseling remmen of uitwijken kan
letsel ontstaan doordat een inzittende
wordt geraakt door het open
dashboardkastje of door items in het
dashboardkastje.Consolevak
Til het deksel omhoog terwijl u de knop
ingedrukt houdt om de vergrendeling te
ontgrendelen.
Inzetbak in consolevak
De inzetbak kan worden verwijderd en
onder in het consolevak worden
opgeborgen.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd het consolevak gesloten.
Anders kunt u in geval van een ongeval
of plotseling remmen letsel oplopen.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
387
6
Voorzieningen in het interieur
Page 390 of 610
Bekerhouders
Voor
Achter
Trek de armsteun naar beneden
WAARSCHUWING!
Voorwerpen die niet in de
bekerhouders mogen worden
geplaatst
Zet niets anders in de bekerhouders
dan bekers of blikjes. Er mogen geen
ongeschikte voorwerpen in de
bekerhouders worden opgeborgen,
ook niet als het deksel is gesloten.
Andere voorwerpen kunnen bij een
ongeval of plotseling remmen uit de
bekerhouders worden geslingerd en
letsel veroorzaken. Dek indien mogelijk
warme dranken af om verbranding te
voorkomen.Fleshouders
Voor
Achter
Fleshouders
• Sluit de kap als er een fles wordt
opgeborgen.
• De fles kan mogelijk niet worden
opgeborgen als gevolg van de grootte
of vorm ervan.
WAARSCHUWING!
Voorwerpen die niet in de
fleshouders mogen worden geplaatst
Zet niets anders dan flessen in de
fleshouders. Andere voorwerpen
kunnen bij een ongeval of plotseling
remmen uit de bekerhouders worden
geslingerd en letsel veroorzaken.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
388
Page 391 of 610
OPMERKING
Zaken die niet in de fleshouders
mogen worden geplaatst
Plaats geen flessen zonder dop of glazen
of papieren bekers met vloeistof in de
fleshouders. De inhoud kan gemorst
worden en het glas kan breken.
Extra opbergvak (indien aanwezig)
Druk op het deksel.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd het extra opbergvak tijdens het
rijden gesloten.
Anders kunt u in geval van een ongeval
of plotseling remmen letsel oplopen.
Voorwerpen die niet geschikt zijn om
op te bergen
Berg geen voorwerpen op die zwaarder
zijn dan 200 g.
Zwaardere voorwerpen kunnen ervoor
zorgen dat het extra opbergvak
opengaat, waardoor het voorwerp naar
buiten kan vallen en letsel kan
veroorzaken.Pasjeshouder (auto's met rechtse
besturing)
Open opbergvak
Bestuurderszijde
Voorpassagierszijde
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
389
6
Voorzieningen in het interieur
Page 392 of 610

Midden
Auto's met draadloze lader:→blz. 396
WAARSCHUWING!
Voorwerpen die niet in het open
opbergvak mogen worden geplaatst
Neem bij het plaatsen van voorwerpen
in het open opbergvak de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dit
niet doet, kunnen voorwerpen uit het
opbergvakje worden geslingerd bij
plotseling remmen of een
uitwijkmanoeuvre. Daarbij kunnen deze
voorwerpen het bedienen van de
pedalen hinderen of de bestuurder
afleiden, wat tot een ongeval kan
leiden.
• Plaats geen voorwerpen in het
opbergvakje die er gemakkelijk uit
kunnen schuiven of rollen.
• Stapel voorwerpen niet zodanig in
het opbergvak dat ze boven de rand
ervan uitkomen.
• Plaats geen voorwerpen in het
opbergvak die hoger zijn dan de rand
ervan.
6.3.2 Voorzieningen in de
bagageruimte
Bagagehaken
Klap de haak omhoog om hem te
gebruiken.
In de bagageruimte zijn haken aanwezig
waaraan bagage kan worden vastgezet.
WAARSCHUWING!
Als de bagagehaken niet in gebruik
zijn
Om letsel te voorkomen, dienen de
haken altijd in de opbergpositie te
worden teruggezet wanneer ze niet
worden gebruikt.
Afdekplaat
Trek het lipje omhoog en open de
afdekplaat.
WAARSCHUWING!
Bij handelingen met de afdekplaat
Plaats niets op de afdekplaat wanneer
u de afdekplaat bedient. Anders
kunnen uw vingers bekneld raken of
kan een ongeval ontstaan met letsel als
gevolg.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd de afdekplaat gesloten.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
390