4–13
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Noodbediening voor het starten
van de motor
Als het KEY waarschuwingslampje (rood)
brandt of het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit aangeven dat de
motor niet met gebruik van de normale
startmethode gestart kan worden (bij
voertuigen met type A instrumentengroep
(pagina 4-53 ), worden de berichten
getoond in de instrumentengroep). Laat
uw auto zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda-reparateur, inspecteren. In
dit geval kan de motor geforceerd gestart
worden. Houd de startdrukknop ingedrukt
totdat de motor start. Voor het starten van
de motor zijn overige procedures zoals het
aanwezig zijn van de sleutel in de cabine
en het intrappen van het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak) of
het rempedaal (automatische transmissie)
vereist.
Stopzetten van de motor
WAARSCHUWING
De motor niet tijdens het rijden
stopzetten:
Het tijdens het rijden stopzetten van
de motor om een andere reden dan in
een noodgeval is gevaarlijk. Wanneer
de motor tijdens het rijden wordt
stopgezet heeft dit door het verlies van
de rembekrachtiging een vermindering
van remvermogen tot gevolg wat
een ongeluk en ernstig letsel kan
veroorzaken.
1. Breng de auto volledig tot stilstand.
2. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Schakel over naar de neutraalstand en
trek de handremhendel aan.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in de stand P en
trek de handremhendel aan.
3. Druk op de startdrukknop om de motor
stop te zetten. De contactstand is uit.
OPGELET
Zorg er voor dat wanneer u de auto
verlaat de startdrukknop is uitgezet.