Page 369 of 889

4–181
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Kruissnelheidsregelaarfunctie
Terwijl deze functie in werking
is, wordt de volgafstandregeling
uitgeschakeld en werkt alleen de
kruissnelheidsregelaarfunctie.
De rijsnelheid kan op hoger dan ongeveer
25 km/h worden ingesteld.
Gebruik de kruissnelheidsregelaarfunctie
op snelwegen en overige autowegen
waarbij niet veel herhaalde acceleratie en
snelheidsmindering vereist is.
WAARSCHUWING
Gebruik de
kruissnelheidsregelaarfunctie niet in de
volgende locaties:
Anders kan dit een ongeluk tot gevolg
hebben.
Wegen met scherpe bochten
en met druk verkeer waar er
onvoldoende ruimte is tussen de
voertuigen. (Rijden onder deze
omstandigheden met gebruik van de
kruissnelheidsregelaarfunctie is niet
mogelijk)
Steile afdalingen (het is mogelijk
dat de ingestelde snelheid wordt
overschreden omdat niet voldoende
op de motor kan worden afgeremd)
Gladde wegen zoals met ijs of
sneeuw bedekte wegen (de banden
kunnen gaan slippen waardoor
u de macht over het stuur kunt
verliezen).
WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig:
De waarschuwingen en remregeling
zullen na het uitschakelen van
de volgafstandregeling niet
functioneren en het systeem wordt
overgeschakeld naar alleen de
kruissnelheidsregelaarfunctie. Trap het
rempedaal in om snelheid te minderen
overeenkomstig de verkeerssituatie
en houd een veiliger afstand aan ten
opzichte van uw voorligger en rijd altijd
voorzichtig.
Overschakelen naar de
kruissnelheidsregelaarfunctie
Wanneer de MODE schakelaar wordt
ingedrukt terwijl het MRCC systeem is
ingeschakeld, schakelt het systeem over
naar de kruissnelheidsregelaarfunctie.
Wanneer het systeem overschakelt naar
de kruissnelheidsregelaarfunctie, stelt de
indicator en multi-informatiedisplay de
bestuurder als volgt op de hoogte:
De instelindicatie (groen) van het
MRCC systeem of de hoofdindicatie
(wit) van het MRCC systeem gaat
uit en de hoofdindicatie van de
kruissnelheidsregelaar (wit) licht op.
Er verschijnt een bericht in de multi-
informatiedisplay.
Page 370 of 889

4–182
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Schakel de
kruissnelheidsregelaarfunctie altijd uit
wanneer deze niet wordt gebruikt:
Het ingeschakeld laten van de
kruissnelheidsregelaarfunctie wanneer
deze niet wordt gebruikt is gevaarlijk,
aangezien deze onvoorzien in werking
zou kunnen treden wat een ongeluk
kan veroorzaken.
Instellen van de snelheid
Stel het systeem af op de gewenste
rijsnelheid met behulp van het gaspedaal.
Wanneer de SET
of SET schakelaar
wordt ingedrukt, licht de instelindicatie
(groen) van de kruissnelheidsregelaar op
en begint de volgafstandregeling.
OPMERKING
Het is mogelijk dat het systeem de
ingestelde snelheid niet constant
kan aanhouden, afhankelijk van de
rijomstandigheden zoals bij steile
hellingen of afdalingen.
Wanneer de SET schakelaar wordt
ingedrukt en vastgehouden zal de
snelheid blijven toenemen. Wanneer
de SET
schakelaar wordt ingedrukt
en vastgehouden zal de snelheid
blijven afnemen.
Verhogen van de ingestelde snelheid
Door het volgen van onderstaande
bedieningsstappen kan de ingestelde
snelheid worden verhoogd:
Verhogen van de snelheid met behulp
van de SET
schakelaar
Houd de SET
schakelaar ingedrukt en
laat de schakelaar bij de gewenste snelheid
los.
De ingestelde snelheid kan stapsgewijs
afgesteld worden (in stappen van 1 km/h)
door het indrukken en onmiddellijk
weer loslaten van de schakelaar. Als
bijvoorbeeld de schakelaar 4 maal wordt
ingedrukt, neemt de ingestelde snelheid
met ongeveer 4 km/h toe.
Verhogen van de snelheid met behulp
van het gaspedaal
Trap het gaspedaal in en druk de SET
of
SET
schakelaar bij de gewenste snelheid
in.
Als de schakelaar niet wordt bediend,
keert het systeem terug naar de ingestelde
snelheid nadat u uw voet van het
gaspedaal heeft afgehaald.
Verlagen van de ingestelde snelheid
Houd de SET
schakelaar continu
ingedrukt en laat de schakelaar bij de
gewenste snelheid los.
De ingestelde snelheid kan stapsgewijs
afgesteld worden (in stappen van 1 km/h)
door het indrukken en onmiddellijk
weer loslaten van de schakelaar. Als
bijvoorbeeld de schakelaar 4 maal wordt
ingedrukt, neemt de ingestelde rijsnelheid
met ongeveer 4 km/h af.
Page 371 of 889

4–183
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Uitschakelen van de functie
Uitschakelen met behulp van de OFF/
CAN schakelaar
Wanneer de OFF/CAN schakelaar
eenmaal wordt ingedrukt, wordt de
kruissnelheidsregelaarfunctie geannuleerd.
Uitschakelen met behulp van de MODE
schakelaar
Wanneer de MODE schakelaar
wordt ingedrukt, wordt de
kruissnelheidsregelaarfunctie geannuleerd
en wordt de volgafstandregelfunctie voor
gebruik beschikbaar gemaakt.
De kruissnelheidsregelaarfunctie wordt
in de volgende gevallen automatisch
uitgeschakeld. Als de RES schakelaar
wordt ingedrukt terwijl de rijsnelheid 25
km/h of hoger is, keert de snelheid terug
naar de oorspronkelijk ingestelde snelheid.
De OFF/CAN schakelaar wordt eenmaal
ingedrukt.
Het rempedaal is ingedrukt.
De handrem is aangetrokken.
(Handgeschakelde versnellingsbak)
Het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
De keuzehendel wordt verplaatst naar de
neutraalstand.
(Automatische transmissie)
De keuzehendel wordt verplaatst naar de
stand P of N.
OPMERKING
Als de rijsnelheid afneemt met
ongeveer 15 km/h of meer dan de
ingestelde snelheid, bestaat de kans
dat de kruissnelheidsregelaarfunctie
wordt uitgeschakeld.
Wanneer de rijsnelheid minder
is dan 21 km/h, wordt de
kruissnelheidsregelaarfunctie
uitgeschakeld. In dit geval zal, als
bij acceleratie van de auto tot 25
km/h of hoger de RES schakelaar
wordt ingedrukt, de rijsnelheid niet
terugkeren naar de oorspronkelijk
ingestelde snelheid. Terugstellen van
de kruissnelheidsregelaarfunctie.
Page 372 of 889

4–184
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie
(MRCC met Stop & Go-functie) (automatische
transmissie, behalve Taiwan)
*
MRCC met Stop & Go-functie regelt de volgafstand *1 tot een voorliggende voertuig al
naargelang uw rijsnelheid met behulp van een radarsensor (voor) die de afstand tot het
voorliggende voertuig bij een vooringestelde rijsnelheid meet, zodat u het gaspedaal of het
rempedaal niet constant hoeft te gebruiken.
*1 Volgafstandregeling: Regeling van de afstand tussen uw voertuig en het voorliggende
voertuig dat door het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bespeurd.
Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat bijvoorbeeld het
voorliggende voertuig onverwacht afremt, wordt tegelijkertijd een waarschuwingsgeluid
en een waarschuwingsindicatie op de display geactiveerd om u te waarschuwen voldoende
afstand tussen de voertuigen te bewaren.
Als het voorliggende voertuig stopt terwijl u er achteraan rijdt, zal uw auto stoppen
en automatisch blijven stoppen (in-stilstandpositie-houden regeling) en wordt
volgafstandregeling hervat wanneer u weer gaat rijden, bijvoorbeeld door op de RES
schakelaar te drukken.
Lees bovendien de volgende informatie voordat u MRCC met Stop & Go-functie gaat
gebruiken.
i-stop (pagina 4-15 )
AUTOHOLD (pagina 4-105 )
Vooruitrijcamera (FSC) (pagina 4-241 )
Radarsensor (voor) (pagina 4-247 )
WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op MRCC met Stop & Go-functie:
De MRCC met Stop & Go-functie is bedoeld om de bestuurder te ontlasten, en hoewel
een constante rijsnelheid wordt aangehouden, of speci ¿ eker, er overeenkomstig de
rijsnelheid een constante afstand wordt aangehouden tussen uw auto en het bespeurde
voorliggende voertuig, heeft het systeem detectiebeperkingen afhankelijk van het
soort voorliggende voertuig en de conditie ervan, de weersomstandigheden en de
verkeerssituatie. Verder is het mogelijk dat het systeem niet in staat is voldoende af te
remmen om een botsing met het voorliggende voertuig te vermijden als het voorliggende
voertuig plotseling afremt of een ander voertuig in de rijstrook snijdt, waardoor een
ongeluk veroorzaakt kan worden.
Rijd altijd voorzichtig, controleer altijd de omgevingsomstandigheden en trap het
rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger afstand aanhoudt ten opzichte van
voorliggende voertuigen of tegenliggers.
Page 373 of 889