Page 57 of 889

2–37
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Onder bepaalde omstandigheden is het vervoeren van een kind in een kinderzitje op de
voorpassagierszitting gevaarlijk (met Inzittende voorpassagier detectiesysteem):
Uw auto is uitgerust met een inzittende voorpassagier detectiesensor. Ook al is uw auto
uitgerust met de inzittende voorpassagier detectiesensor, als u de voorpassagierszitting
moet gaan gebruiken voor het meenemen van een kind, neemt bij gebruik van een
kinderzitje op de voorpassagierszitting onder de volgende omstandigheden het gevaar
toe dat de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd en dat het kind ernstig of dodelijk
letsel oploopt.
Het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de voorpassagiersairbag brandt
niet wanneer u het kind in het kinderzitje laat plaatsnemen.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het
kinderzitje is geïnstalleerd.
Een achterpassagier of bagage drukt tegen de rugleuning van de
voorpassagierszitting aan of trekt deze naar beneden.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de rugleuning geplaatst of aan de
hoofdsteun gehangen.
De zitting is afgewassen.
Er is vloeistof op de zitting gemorst.
De voorpassagierszitting is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of
andere voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
De rugleuning van de voorpassagierszitting raakt de achterzitting.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de voorpassagierszitting
en de bestuurdersstoel.
Er is een elektrisch apparaat op de voorpassagierszitting geplaatst.
Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de
voorpassagierszitting geïnstalleerd.
De aangegeven posities met veiligheidsgordels op de achterzittingen zijn de veiligste
plekken voor kinderen. Gebruik altijd veiligheidsgordels en kinderzitjes.
Page 58 of 889

2–38
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Laat een kind of iemand anders niet op of tegen een zijruit leunen van een auto met zij-
en gordijn-airbags:
Toestaan dat iemand op of tegen de zijruit leunt, tegen het gedeelte van de
voorpassagierszitting, de stijlen van de voor- en achterruit en de dakrand van waaruit
langs beide zijden de zij- en gordijn-airbags opgeblazen worden is gevaarlijk, ook als er
gebruik gemaakt wordt van een kinderzitje. De schok van een zij- of gordijn-airbag die
wordt opgeblazen kan ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan een kind dat niet goed
op zijn plaats zit. Bovendien kunnen door het leunen op of tegen het voorportier de
zij- en gordijn-airbags geblokkeerd worden, waardoor de voordelen van de aanvullende
beveiliging ongedaan gemaakt worden. Bij een voor-airbag en de extra zij-airbag die uit
de voorstoelrugleuning komt, is de achterzitting altijd de beste plaats voor kinderen. Let
er in het bijzonder op dat een kind niet op of tegen de zijruit leunt, ook niet als het kind
zich in een kinderzitje bevindt.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is
gevaarlijk. Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de
schok niet op de juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan
gedrukt kunnen worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik
nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas
met de auto rijden wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze
hebben omgedaan.
Gebruik de spanriem en de spanriemverankering uitsluitend voor een kinderzitje:
Verankeringen voor kinderzitjes zijn bestemd om enkel bestand te zijn tegen de druk
zoals die door correct geïnstalleerde kinderzitjes wordt uitgeoefend. Onder geen
omstandigheden mogen deze verankeringen gebruikt worden voor de bevestiging
van veiligheidsgordels voor volwassenen, tuigjes of voor de bevestiging van andere
voorwerpen of uitrusting aan de auto.
Verwijder altijd de hoofdsteun en installeer het kinderzitje (behalve bij het installeren
van een verstevigingszitje):
Het installeren van een kinderzitje zonder de hoofdsteun te verwijderen is gevaarlijk.
Het kinderzitje kan dan niet correct geïnstalleerd worden waardoor het kind bij een
botsing letsel kan oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Page 59 of 889
2–39
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
OPGELET
Een veiligheidsgordel of een kinderzitje kan tijdens warm weer in een afgesloten auto
bijzonder heet worden. Om te voorkomen dat u of uw kind zich branden, deze controleren
alvorens u of uw kind deze aanraken.
OPMERKING
Uw Mazda is uitgerust met Iso ¿ x-ankers voor de bevestiging van Iso ¿ x-kinderzitjes op de
zitplaatsen van de achterzitting. Zie “Gebruik van Iso ¿ x-ankers”, wanneer u deze ankers
voor de bevestiging van een kinderzitje gebruikt (pagina 2-51 ).
Page 60 of 889
2–40
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Installatie van kinderzitjes
Categorieën kinderzitjes
OPMERKING
Vraag bij aankoop de fabrikant van het kinderzitje welk type kinderzitje voor uw kind en
voertuig het meest in aanmerking komt.
(Europa en landen die voldoen aan de UNECE 44-bepaling)
Kinderzitjes worden onderverdeeld in de volgende 5 groepen overeenkomstig de UNECE
44-bepaling.
Groep Leeftijd Gewicht
0 Tot 9 maanden oud Minder dan 10 kg
0
Tot 2 jaar oud Minder dan 13 kg
1 8 maanden tot 4 jaar oud 9 kg — 18 kg
2 3 tot 7 jaar oud 15 kg — 25 kg
3 6 tot 12 jaar oud 22 kg — 36 kg
(Overige landen)
Houd u aan de in uw land geldende wettelijke bepalingen betreffende het gebruik van
kinderzitjes.
Page 61 of 889

2–41
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Soorten kinderzitjes
(Europa en landen die voldoen aan de
UNECE 44-bepaling)
In dit instructieboekje wordt voor
wat betreft kinderzitjes die met
veiligheidsgordels worden bevestigd een
verklaring gegeven voor de volgende drie
typen veelgebruikte kinderzitjes: babyzitje,
peuterzitje, juniorenzitje.
OPMERKING
De installatiepositie wordt bepaald
door het type kinderzitje. Lees de
instructies van de fabrikant en dit
instructieboekje steeds nauwkeurig.
Als gevolg van de verschillen in
ontwerp van kinderzitjes, autostoelen
en veiligheidsgordels, zijn niet alle
kinderzitjes geschikt voor gebruik
in alle zitposities. Alvorens een
kinderzitje aan te schaffen dient
dit getest te worden of dit geschikt
is voor de speci ¿ eke zitpositie (of
posities) in de auto waar u van
plan bent dit te gebruiken. Als een
voorheen aangeschaft kinderzitje niet
past, is het wellicht nodig een ander
aan te schaffen dat wel past.
Babyzitje
Gelijk aan Groep 0 en 0
van de UNECE
44-bepaling.
Peuterzitje
Gelijk aan Groep 1 van de UNECE
44-bepaling.
Juniorenzitje
Gelijk aan Groep 2 en 3 van de UNECE
44-bepaling.
Installeer bij gebruik van een
verstevigingszitje, altijd de hoofdsteun
van de auto op de zitting waarop het
verstevigingszitje wordt geïnstalleerd.
Verstevigingszitje*1
*1
(Overige landen)
Houd u aan de in uw land geldende
wettelijke bepalingen betreffende het
gebruik van kinderzitjes.
Page 62 of 889

2–42
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Installatiepositie van babyzitje
Een babyzitje wordt uitsluitend in de
achterwaarts gerichte positie gebruikt.
Zie de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” voor
de installatiepositie van een babyzitje
(pagina 2-46 ).
WAARSCHUWING
Installeer altijd een babyzitje op de
juiste zitplaats:
Het installeren van een babyzitje
zonder eerst de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” te
raadplegen is gevaarlijk. Een babyzitje
dat op de verkeerde zitting wordt
geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Gebruik dus nooit een achterwaarts
gericht kinderzitje op een
voorpassagierszitting die door een
airbag beveiligd wordt:
Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een zitting die
aan de voorzijde door een ACTIEVE
AIRBAG beveiligd is. Dit kan
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt
worden. Een kind dat zich in het
zitje bevindt zou dan ernstig gewond
kunnen raken of zelfs om het leven
kunnen komen.
Page 63 of 889

2–43
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Installatiepositie van peuterzitje
Een peuterzitje wordt gebruikt in de
voorwaarts en achterwaarts gerichte
posities, afhankelijk van de leeftijd en
de grootte van het kind. Volg bij het
installeren de instructies van de fabrikant
in overeenstemming met de betreffende
leeftijd en grootte van het kind, alsmede
de richtingen voor het installeren van het
kinderzitje.
Zie de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” voor
de installatiepositie van een peuterzitje
(pagina 2-46 ).
Achterwaarts gericht type
WAARSCHUWING
Installeer een achterwaarts gericht
peuterzitje altijd op de juiste zitplaats:
Het installeren van een achterwaarts
gericht peuterzitje zonder eerst de tabel
“Geschiktheid van kinderzitjes voor
diverse zitposities” te raadplegen is
gevaarlijk. Een achterwaarts gericht
peuterzitje dat op de verkeerde zitting
wordt geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Gebruik dus nooit een achterwaarts
gericht kinderzitje op een
voorpassagierszitting die door een
airbag beveiligd wordt:
Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een zitting die
aan de voorzijde door een ACTIEVE
AIRBAG beveiligd is. Dit kan
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt
worden. Een kind dat zich in het
zitje bevindt zou dan ernstig gewond
kunnen raken of zelfs om het leven
kunnen komen.
Page 64 of 889

2–44
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Voorwaarts gericht type
WAARSCHUWING
Nooit een voorwaarts gericht
peuterzitje op de verkeerde zitplaats
installeren:
Het installeren van een voorwaarts
gericht peuterzitje zonder eerst de
tabel “Geschiktheid van kinderzitjes
voor diverse zitposities” te raadplegen
is gevaarlijk. Een voorwaarts gericht
peuterzitje dat op de verkeerde zitting
wordt geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
WAARSCHUWING
Vermijd het plaatsen van een
voorwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting tenzij dit niet te
vermijden is:
Bij een botsing kan de kracht van
een airbag die wordt opgeblazen
ernstig of dodelijk letsel aan het kind
toebrengen. Als het installeren van
een voorwaarts gericht kinderzitje
op de voorpassagierszitting niet te
vermijden is, de voorpassagierszitting
zover mogelijk naar achteren schuiven
en het zitkussen (hoogte-afstelbaar
zitkussen) in de hoogste stand zetten
waarbij de veiligheidsgordel waarmee
het kinderzitje is bevestigd stevig is
aangetrokken.