Page 769 of 889

7–31
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
OPMERKING
Zorg ervoor dat de krik goed gesmeerd
is alvorens deze te gebruiken.
1. Parkeer op een harde, vlakke
ondergrond op een veilige plaats en
trek de handrem stevig aan.
2. Schakel bij een automatische
transmissie in stand P (parkeren) of bij
een handgeschakelde versnellingsbak
in stand R (achteruit) of 1 en zet de
motor stop.
3. Schakel de
waarschuwingsknipperlichten in.
4. Laat iedereen uitstappen en uit de buurt
van de auto en het verkeer gaan.
5. Verwijder de krik, de wielmoersleutel
en het reservewiel (pagina 7-17 ).
6. Blokkeer het wiel dat zich diagonaal
tegenover het wiel met de lekke band
bevindt. Bij het blokkeren van een wiel,
een wielblok zowel aan de voorzijde
als aan de achterzijde van de band
plaatsen.
OPMERKING
Gebruik bij het blokkeren van een wiel
houten blokken of stenen welke indien
mogelijk voldoende groot zijn om de
band op zijn plaats te houden.
Verwijderen van een lekke band
WAARSCHUWING
Wanneer u een auto opkrikt,
dan altijd de versnellingshendel
in de 1e versnelling of R zetten
(handgeschakelde versnellingsbak)
of de selectiehendel in P zetten
(automatische transmissie), de
handrem gebruiken en wielblokken
diagonaal aan de krik plaatsen:
Een lekke band vervangen zonder
wielblokken te gebruiken is gevaarlijk
omdat de auto kan bewegen en
van de krik af vallen zelfs als de
versnellingshendel in de 1e versnelling
of R staat, of de selectiehendel in
P staat, hetgeen ongelukken kan
veroorzaken.
1. Als uw auto uitgerust is met stalen
velgen, de naafdop met behulp van
het afgeschuinde uiteinde van de
krikslinger loswrikken.
Page 770 of 889
7–32
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
OPGELET
Gebruik de krikslinger voor het
verwijderen van de naafdop. Wanneer
u de naafdop met uw handen verwijdert
bestaat de kans op letsel. Bovendien
kan gebruik van ander gereedschap dan
de krikslinger de velg of de naafdop
beschadigen.
2. Draai de wielmoeren los door ze
beurtelings één slag linksom te draaien.
Echter geen van de wielmoeren
verwijderen totdat de band van de
grond gekrikt is.
3. Plaats de krik op de grond.
4. Draai de krikschroef in de richting
aangegeven in de afbeelding en stel de
krikkop af dichtbij het kriksteunpunt.
Krikkop
5. Plaats de krik onder het kriksteunpunt
dat zich het dichtste bij de te
verwisselen band bevindt met de
krikkop recht onder het kriksteunpunt.
Kriksteunpunt
6. Ga door met het geleidelijk omhoog
brengen van de krikkop door de schroef
met uw hand te draaien totdat de
krikkop in het kriksteunpunt grijpt.
Wielblokken
Kriksteunpunt
Page 771 of 889

7–33
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend de kriksteunpunten
aan de voor- en achterzijde die in deze
handleiding worden aanbevolen:
Het is gevaarlijk de auto op te
krikken bij andere kriksteunpunten
dan die welke in deze handleiding
worden aanbevolen. De auto kan
van de krik glijden en iemand ernstig
letsel mogelijk met dodelijke a À oop
toebrengen. Gebruik uitsluitend de
kriksteunpunten aan de voor- en
achterzijde die in deze handleiding
worden aanbevolen.
De auto niet opkrikken op een
andere plaats dan bij het aangewezen
kriksteunpunt en plaats geen
voorwerpen op of onder de krik:
Het opkrikken van de auto op een
andere plaats dan het aangewezen
kriksteunpunt of het plaatsen van
voorwerpen op of onder de krik is
gevaarlijk aangezien de carrosserie
kan vervormen of de auto van de
krik kan glijden wat een ongeluk kan
veroorzaken.
Maak uitsluitend gebruik van de bij uw
Mazda geleverde krik:
Het is gevaarlijk wanneer een krik
wordt gebruikt die voor uw Mazda
niet bestemd is. Het is mogelijk dat de
auto dan van de krik glijdt en iemand
ernstig letsel toebrengt.
WAARSCHUWING
Nooit voorwerpen onder de krik
plaatsen:
Het opkrikken van een auto door een
voorwerp onder de krik te plaatsen is
gevaarlijk. De krik kan wegglijden en
iemand kan door de krik of de vallende
auto ernstig letsel toegebracht worden.
7. Haak de krikslinger vast en bevestig de
wielmoersleutel aan de wielkrik.
8. Draai de krikhendel rechtsom en
krik de auto zodanig omhoog dat het
reservewiel geplaatst kan worden.
Controleer alvorens de wielmoeren te
verwijderen of uw Mazda stabiel is en
er geen kans is dat deze van de krik kan
glijden.
Page 772 of 889

7–34
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
WAARSCHUWING
De auto niet hoger opkrikken dan
noodzakelijk:
Het hoger opkrikken van de auto dan
noodzakelijk is gevaarlijk aangezien dit
de auto uit balans kan brengen wat een
ongeluk kan veroorzaken.
Wanneer de auto op de krik staat de
motor niet starten en de auto niet aan
het wankelen brengen:
Het starten van de motor of het aan het
wankelen brengen van de auto wanneer
deze op de krik staat is gevaarlijk
aangezien de auto hierdoor van de
krik kan glijden wat een ongeluk kan
veroorzaken.
Kruip nooit onder de auto wanneer
deze op de krik staat:
Het onder de auto kruipen wanneer
deze op de krik staat is gevaarlijk
aangezien dit ernstig of dodelijk letsel
kan veroorzaken in het geval de auto
van de krik zou glijden.
9. Verwijder de wielmoeren door deze
linksom te draaien en verwijder
vervolgens het wiel en de middendop.
Monteren van het reservewiel
1. Verwijder alle vuil en overige
verontreiniging van de montagevlakken
van het wiel, de naaf en de naafbouten
met behulp van een doek.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de montagevlakken
van het wiel, de naaf en de wielmoeren
schoon zijn alvorens banden te
verwisselen of te vernieuwen:
Het is gevaarlijk wanneer bij het
verwisselen of vernieuwen van een
band vuil en overige verontreiniging
niet van de montagevlakken van het
wiel, de naaf en de wielbouten wordt
verwijderd. De wielmoeren kunnen
tijdens het rijden lostrillen, hetgeen het
verlies van een wiel gevolgd door een
ongeluk kan veroorzaken.
2. Breng het reservewiel op de plaats aan.
Page 773 of 889

7–35
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
3. Monteer de wielmoeren met de
afgeschuinde zijde naar binnen gericht;
draai ze vervolgens handvast.
WAARSCHUWING
Breng geen olie of vet op de
wielmoeren en bouten aan en trek
de wielmoeren niet verder dan het
voorgeschreven aantrekkoppel aan:
Het aanbrengen van olie en vet op
wielmoeren en bouten is gevaarlijk.
De wielmoeren kunnen tijdens het
rijden lostrillen, hetgeen het verlies
van een wiel gevolgd door een ongeluk
kan veroorzaken. Bovendien kunnen
wielmoeren en bouten beschadigd
worden wanneer deze meer dan
noodzakelijk aangetrokken worden.
4. Draai de wielmoersleutel linksom en
laat de auto tot op de grond zakken. 5. Gebruik de wielmoersleutel om de
wielmoeren in de aangegeven volgorde
vast te draaien.
Indien u onzeker bent of de wielmoeren
voldoende strak aangetrokken zijn,
dient u ze te laten controleren door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur.
Aantrekkoppel van wielmoeren
N·m (kgf·m) 108—147 (12—14,
80—108)
Page 774 of 889

7–36
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
WAARSCHUWING
De wielmoeren moeten daarom steeds
op correcte wijze stevig aangetrokken
worden:
Wielmoeren die onjuist of onvoldoende
zijn aangetrokken zijn gevaarlijk.
Het wiel kan gaan slingeren of zelfs
los raken. Hierdoor kunt u de macht
over het stuur verliezen en een ernstig
ongeluk veroorzaken.
Let er op dat dezelfde moeren worden
gebruikt als die welke verwijderd
werden of vervang ze door metrische
moeren van dezelfde maat:
Aangezien de wielbouten en -moeren
op uw Mazda metrische schroefdraad
hebben, is het gebruik van niet-
metrische moeren gevaarlijk. Indien
een niet-metrische moer op een
metrische bout gemonteerd wordt, kan
het wiel niet stevig bevestigd worden en
zal de bout worden beschadigd.
6. Verwijder de wielblokken en berg het
gereedschap en de krik op.
7. Berg de beschadigde band in de
bagageruimte op.
8. Controleer de bandenspanning. Zie
Banden op pagina 9-10 .
9. Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren of vervangen.
WAARSCHUWING
Rijd nooit met banden waarvan de
bandenspanning niet juist is:
Het rijden met banden waarvan
de bandenspanning niet juist is,
is gevaarlijk. Banden met een
onjuiste bandenspanning kunnen de
wegligging nadelig beïnvloeden en
een ongeluk veroorzaken. Wanneer u
de bandenspanning van de normale
banden controleert, dit ook bij het
noodreservewiel controleren.
OPMERKING
Om te voorkomen dat de krik en de
gereedschapsset tijdens het rijden gaan
rammelen, dienen deze op de juiste
wijze opgeborgen te worden.
Page 775 of 889

7–37
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
S t a r t e n m e t e e n h u l p a c c u
Starten met een hulpaccu kan gevaarlijk zijn wanneer dit niet op de juiste wijze gebeurt.
Volg daarom de procedure nauwkeurig op. Indien u hiermee niet vertrouwd bent, raden wij
u ten sterkste aan het starten van uw auto met een hulpaccu over te laten aan een deskundige
monteur of aan de wegenwacht.
WAARSCHUWING
Volg deze voorzorgsmaatregelen nauwkeurig op:
Lees voor een veilige en juiste behandeling van de accu onderstaande
voorzorgsmaatregelen nauwkeurig alvorens de accu te gebruiken of te inspecteren.
Laat de positieve ( ) pool niet in aanraking komen met een ander metalen
voorwerp dat vonken kan veroorzaken:
Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas dat
bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen en de
accu tot ontplof ¿ ng brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden en
letsel veroorzaken. Laat bij het werken in de buurt van een accu geen metalen
gereedschap in aanraking komen met de positieve (
) of negatieve ( ) pool van de
accu.
Houd alle open vuur, zoals sigaretten en vonken, uit de buurt van open
accucellen:
Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas dat
bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen en
de accu tot ontplof ¿ ng brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden en
letsel veroorzaken.
Nooit met een bevroren accu of met een accu met een laag vloeistofniveau via het
gebruik van een hulpaccu proberen te starten:
Proberen te starten met een hulpaccu wanneer de uitgeputte accu bevroren is of
wanneer het vloeistofniveau laag is, is gevaarlijk. De accu kan dan scheuren of tot
ontplof ¿ ng komen, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
Page 776 of 889

7–38
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
WAARSCHUWING
Sluit de negatieve kabel aan op een geschikt massapunt op afstand van de accu:
Het aansluiten van het uiteinde van de tweede hulpstartkabel op de negatieve (
) pool
van de uitgeputte accu is gevaarlijk.
Het gas rondom de accu kan door een vonk tot ontplof ¿ ng komen en iemand letsel
toebrengen.
Leid de hulpstartkabels op afstand van onderdelen die gaan bewegen:
Het aansluiten van een hulpstartkabel op of nabij bewegende onderdelen
(koelventilators, aandrijfriemen) is gevaarlijk. De kabel kan verstrikt raken wanneer de
motor start en ernstig letsel veroorzaken.
OPGELET
Gebruik uitsluitend een 12 V hulpstartsysteem. Een 12 V startmotor, ontstekingssysteem
en overige elektrische onderdelen kunnen onherstelbaar beschadigd worden, wanneer er
gebruik gemaakt wordt van een 24 V stroomvoorziening (twee 12 V accu's in serie of een
24 V motorgenerator).
HulpaccuUitgeputte accu
Hulpstartkabels
Sluit de kabels aan in numerieke volgorde en
maak ze in tegenovergestelde volgorde los.