Page 481 of 889
5–5
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
*Bepaalde modellen.
Bediening van de
luchtroosters
Afstellen van de luchtroosters
Richten van de luchtstroom
Voor het afstellen van de richting van de
luchtstroom, de afstelknop verplaatsen.
OPMERKING
Wanneer de airconditioning gebruikt
wordt bij vochtig warm weer,
bestaat de kans dat het systeem mist
uit de luchtstroomroosters blaast.
Dit is geen teken van defect, maar
het gevolg van vochtige lucht die
plotseling wordt afgekoeld.
De luchtstroomroosters kunnen
volledig worden geopend en gesloten
door de bediening van de regelknop.
Zijluchtroosters
Knop
Regelknop
Openen
Sluiten
Middelste luchtroosters
Knop
Regelknop
* Bepaalde modellen Achterste luchtroosters
*
KnopRegelknop
Sluiten Openen
Page 482 of 889
5–6
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Kiezen van de luchtstroomfunctie
Dashboardluchtroosters
Dashboard- en vloerluchtroosters
Vloerluchtroosters
Ontwasemings- en vloerluchtroosters
Ontwasemingsluchtroosters
* Met achterste luchtroosters
Page 483 of 889

5–7
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Handbediend type
Temperatuurregelknop Aanjagerregelknop
Functiekeuzeregelknop
A/C schakelaarLuchtinlaatkeuzeschakelaarAchterruitverwarmingsschakelaar
Regelschakelaars
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur. Draai
deze rechtsom voor verhoging van
temperatuur en linksom voor verlaging
van temperatuur.
Aanjagerregelknop
Door middel van deze regelknop kunnen
verschillende aanjagersnelheden gekozen
worden.
De aanjager heeft zeven snelheden.
Functiekeuzeregelknop
Draai de functiekeuzeregelknop voor het
kiezen van de luchtstroomfunctie (pagina
5-6 ).
OPMERKING
De functiekeuzeregelknop kan
ingesteld worden op de tussenstanden
(
) tussen elke modus. Stel de
regelknop in op een tussenstand als u
de luchtstroom tussen de twee
standen wilt verdelen.
Wanneer bijvoorbeeld de
functiekeuzeregelknop in de
stand
tussen de standen
en staat, is de
luchtstroom vanaf de vloer minder
dan die van de
positie.
A/C schakelaar
Druk de A/C schakelaar in om de
airconditioning in te schakelen. Het
indicatielampje op de schakelaar gaat
branden, zodra de aanjagerregelknop
op een willekeurige stand behalve OFF
ingesteld wordt.
Druk voor het uitschakelen van de
airconditioning de schakelaar nogmaals in.
Page 484 of 889

5–8
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
OPMERKING
Wanneer de buitentemperatuur in
de nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
Deze keuzeschakelaar regelt de aanvoer
van de lucht welke het interieur
binnenkomt.
De standen voor aanvoer van buitenlucht
of recirculerende lucht kunnen worden
gekozen. Druk op de schakelaar voor het
kiezen van de stand voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht.
Stand voor gerecirculeerde lucht
(indicatielampje is aan)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
Gebruik deze stand bij het rijden door
tunnels, bij het rijden in druk verkeer
(plaatsen met hoge concentraties van
uitlaatgassen) of wanneer snelle koeling
gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(indicatielampje is uit)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de ruiten
veroorzaakt. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
Achterruitverwarmingsschakelaar
Druk voor het ontdooien van de achterruit
de achterruitverwarmingsschakelaar in.
Zie Achterruitverwarming op pagina
4-94 .
Verwarming
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in
de stand voor aanvoer van buitenlucht
(indicatielampje is uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor verwarmde lucht.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.
Page 485 of 889