2–33
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een kinderzitje
Het wordt door Mazda ten sterkste aanbevolen gebruik te maken van kinderzitjes voor
kinderen die klein genoeg zijn om er gebruik van te kunnen maken.
Mazda raadt het gebruik aan van een origineel Mazda-kinderzitje of een die voldoet aan de
UNECE
*1 44-bepaling. Neem contact op met een of ¿ ciële Mazda-dealer in het geval u een
origineel Mazda-kinderzitje denkt aan te schaffen.
Controleer uw plaatselijke, landelijke of provinciale wetgeving voor speci ¿ eke bepalingen
betreffende de veiligheid van kinderen die in uw auto meerijden.
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United
Nations Economic Commission for Europe).
Houd bij het selecteren van een kinderzitje rekening met de leeftijd en de grootte van het
kind en let erop dat het kinderzitje voldoet aan de geldende bepalingen. Volg de bij het
kinderzitje behorende instructies.
Een kind dat te groot is voor kinderzitjes dient op de achterzitting plaats te nemen en
gebruik te maken van de veiligheidsgordels.
Het kinderzitje dient op de achterzitting geplaatst te worden.
Statistieken bevestigen dat de achterzitting de beste plaats is voor alle kinderen tot een
leeftijd van 12 jaar. Dit geldt des te meer wanneer de auto uitgerust is met een aanvullend
beveiligingssysteem (airbags).
Een achterwaarts gericht kinderzitje mag NOOIT op de voorpassagierszitting worden
gebruikt wanneer het airbagsysteem ingeschakeld is. De voorpassagierszitting komt ook
voor andere soorten kinderzitjes het minst in aanmerking.
(Met Inzittende voorpassagier detectiesysteem)
Om de kans op letsel bij de activering van de voorpassagiersairbag te verminderen,
functioneert de inzittende voorpassagier detectiesensor als onderdeel van het
aanvullend beveiligingssysteem. Dit systeem deactiveert de voor- en zij-airbags van de
voorpassagiersstoel en ook het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner van de
voorpassagierszitting wanneer het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de
voorpassagiersairbag brandt.
Wanneer een peuter of klein kind op de voorpassagierszitting plaatsneemt, schakelt het
systeem de voor- en zij-airbags en het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner van de
voorpassagiersstoel uit, dus controleer of het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van
de voorpassagiersairbag brandt.
2–37
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Onder bepaalde omstandigheden is het vervoeren van een kind in een kinderzitje op de
voorpassagierszitting gevaarlijk (met Inzittende voorpassagier detectiesysteem):
Uw auto is uitgerust met een inzittende voorpassagier detectiesensor. Ook al is uw auto
uitgerust met de inzittende voorpassagier detectiesensor, als u de voorpassagierszitting
moet gaan gebruiken voor het meenemen van een kind, neemt bij gebruik van een
kinderzitje op de voorpassagierszitting onder de volgende omstandigheden het gevaar
toe dat de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd en dat het kind ernstig of dodelijk
letsel oploopt.
Het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de voorpassagiersairbag brandt
niet wanneer u het kind in het kinderzitje laat plaatsnemen.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het
kinderzitje is geïnstalleerd.
Een achterpassagier of bagage drukt tegen de rugleuning van de
voorpassagierszitting aan of trekt deze naar beneden.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de rugleuning geplaatst of aan de
hoofdsteun gehangen.
De zitting is afgewassen.
Er is vloeistof op de zitting gemorst.
De voorpassagierszitting is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of
andere voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
De rugleuning van de voorpassagierszitting raakt de achterzitting.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de voorpassagierszitting
en de bestuurdersstoel.
Er is een elektrisch apparaat op de voorpassagierszitting geplaatst.
Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de
voorpassagierszitting geïnstalleerd.
De aangegeven posities met veiligheidsgordels op de achterzittingen zijn de veiligste
plekken voor kinderen. Gebruik altijd veiligheidsgordels en kinderzitjes.