Page 713 of 889
6–55
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
Koplampen (Grootlicht/Dimlicht)
Dagverlichting/Positielampen
Koplampen (Dimlicht) *
Dagverlichting *
Mistlampen voor *
Voorste richtingaanwijzerlampen
Positielampen
Zijrichtingaanwijzerlampen
Lampen van remlichten
Lampen van rem-/achterlichten
Achterste richtingaanwijzerlampen
Achteruitrijlampen
Mistlamp achter (Model met links stuur) *
Mistlamp achter (Model met rechts stuur) *
Middelste remlicht
Kentekenplaatlampen
Plafondlamp/Voorste kaartleeslampen
Make-up spiegeltje verlichtingen *
Achterste kaartleeslampen
Bagageruimteverlichting
Page 714 of 889

6–56
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
WAARSCHUWING
Nooit het glasgedeelte van een
halogeenlamp met de blote handen
aanraken en steeds oogbescherming
gebruiken wanneer u in de buurt
van de lampen werkt of deze gaat
vastnemen:
Wanneer een halogeenlamp breekt
is dit gevaarlijk. Deze gloeilampen
bevatten gas dat onder druk staat. Als
zo'n lamp breekt, kan deze uit elkaar
springen en kan door het rondvliegend
glas ernstige verwondingen worden
toegebracht.
Als het glasgedeelte met blote handen
wordt aangeraakt, blijft er huidvet op
de gloeilamp achter waardoor deze
oververhit kan raken en bij het branden
uit elkaar kan springen.
Houd halogeenlampen steeds buiten
het bereik van kinderen:
Spelen met een halogeenlamp is
gevaarlijk. Door een halogeenlamp
te laten vallen of deze op een andere
manier te breken, kunnen ernstige
verwondingen worden toegebracht.
OPGELET
Zorg ervoor bij het verwijderen van de
lens of de lampeenheid met behulp van
een platte schroevendraaier, dat de platte
schroevendraaier geen contact maakt
met de elektrische aansluiting. Als de
platte schroevendraaier contact maakt
met de elektrische aansluiting, kan er
kortsluiting ontstaan.
OPMERKING
Neem voor het vervangen van
de gloeilamp contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Als de halogeenlamp per ongeluk
wordt aangeraakt, deze met
schoonmaakalcohol schoonvegen
alvorens de lamp te gebruiken.
Gebruik het beschermkapje en het
doosje van de nieuwe gloeilamp om
de oude gloeilamp onmiddellijk en
buiten het bereik van kinderen op te
ruimen.
Vervangen van de gloeilampen van
de buitenverlichting
Koplampen, Dagverlichting/
Positielampen (Type A), Dagverlichting
(Type A), Mistlampen voor
* ,
Zijrichtingaanwijzerlamp, Remlichten
(Type A), Remlichten/Achterlichten
(Type A), Achteruitrijlampen, Middelste
remlicht
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een of ¿ ciële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
Page 715 of 889

6–57
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
Voorste richtingaanwijzerlampen,
Positielampen (Type B)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
Zie motorkap op pagina 6-24 .
3. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
4. Maak de gloeilamp los uit de houder.
Voorste richtingaanwijzerlampen
Positielampen
5. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Dagverlichting (Type B) *
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Als u de rechter gloeilamp gaat
vernieuwen, de motor starten, het
stuurwiel volledig naar links draaien
en de motor stopzetten. Als u de
linker gloeilamp gaat vernieuwen, het
stuurwiel naar rechts draaien.
3. Trek de plastic klemmen bij
het middengedeelte los met een
sleufkopschroevendraaier en
verwijder ze en trek vervolgens de
spatbordverbreder gedeeltelijk naar
achteren.
Verwijderen
Monteren
Page 716 of 889
6–58
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
4. Trek de plastic klemmen bij
het middengedeelte los met een
sleufkopschroevendraaier en verwijder
ze en trek vervolgens de wielkuip
gedeeltelijk naar achteren.
Verwijderen
Monteren
5. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
6. Maak de gloeilamp los uit de houder.
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Achterste richtingaanwijzerlampen,
Lampen van rem-/achterlichten (Type
B)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Omwikkel een kleine, platte
schroevendraaier met een zachte
doek om beschadiging van de
afdekkap te voorkomen en verwijder
vervolgens de afdekkap met de platte
schroevendraaier.
3. Draai de schroeven linksom en
verwijder deze.
Page 717 of 889
6–59
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
4. Verwijder de eenheid door deze naar
achteren te trekken.
5. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
6. Maak de gloeilamp los uit de houder.
Achterste richtingaanwijzerlampen
Lampen van rem-/achterlichten
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Mistachterlicht *
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Trek aan het midden van elk van
de plastic klemmen en verwijder de
klemmen.
3. Verwijder de afdekking.
Verwijderen
Monteren
4. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
5. Maak de gloeilamp los uit de houder.
6. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Page 718 of 889

6–60
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
Kentekenplaatlampen
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Omwikkel een platte schroevendraaier
met een zachte doek om beschadiging
van de lens te voorkomen en verwijder
vervolgens de lens door de rand van
de lens voorzichtig met de platte
schroevendraaier los te wrikken.
3. Maak de gloeilamp los door deze naar
buiten te trekken.
4. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Vervangen van gloeilampen in het
interieur
Plafondverlichting/Vooste
kaartleeslampen, Achterste
kaartleeslampen, Make-up spiegeltje
verlichtingen
*
1. Omwikkel een platte schroevendraaier
met een zachte doek om beschadiging
van de lens te voorkomen en verwijder
vervolgens de lens door de rand van
de lens voorzichtig met de platte
schroevendraaier los te wrikken. 2. Maak de gloeilamp los door deze naar
buiten te trekken.
Plafondlamp/voorste
kaartleeslampen
Page 719 of 889
6–61
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
Achterste kaartleeslampen
Make-up spiegeltje verlichtingen *
3. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Bagageruimteverlichting
1. Omwikkel een kleine platte
schroevendraaier met een zachte
doek om beschadiging van de lens te
voorkomen en verwijder de lenseenheid
voorzichtig door de rand van de
lenseenheid voorzichtig met de platte
schroevendraaier los te wrikken.
2. Maak de elektrische stekker los van de
gloeilamp door het uitsteeksel op de
stekker met uw vinger in te drukken en
aan de stekker te trekken.
OPGELET
Bij het vervangen van de lamp, altijd
eerst de stekker losmaken. Anders kan
elektrische en elektronische apparatuur
worden kortgesloten.
Page 720 of 889

6–62
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
3. Steek de platte schroevendraaier
in de ruimte tussen de lens en de
lenseenheid en verschuif vervolgens
de schroevendraaier om de lens los te
maken.
4. Maak de gloeilamp los door deze naar
buiten te trekken.
5. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Zekeringen
De elektrische installatie van uw auto
is beveiligd tegen beschadiging door
overbelasting door middel van zekeringen.
Indien een van de lampen, elektrische
accessoires of bedieningsorganen
van uw auto niet functioneert, dient
u de betreffende circuitbeveiliging te
controleren. Indien een zekering is
doorgeslagen, is de draad er binnen in
doorgesmolten.
Indien dezelfde zekering opnieuw
doorslaat, het betreffende systeem niet
langer gebruiken en onmiddellijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda-reparateur raadplegen.
Vervangen van zekeringen
Vervangen van de zekeringen aan de
linkerzijde van de auto
Controleer eerst de zekeringen aan
de linkerzijde van de auto, indien de
elektrische installatie niet werkt.
1. Controleer of de contactschakelaar
uitgeschakeld is en dat de overige
schakelaars uit zijn.
2. Open de kap van het zekeringenpaneel.