Page 489 of 889

5–13
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
OFF schakelaar
Door het drukken op de OFF schakelaar
wordt het klimaatregelsysteem
uitgeschakeld.
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur. Draai
deze rechtsom voor verhoging van
temperatuur en linksom voor verlaging
van temperatuur.
Wanneer de DUAL schakelaar uit is:
Draai de
bestuurderstemperatuurregelknop voor
het regelen van de temperatuur voor de
gehele cabine.
Wanneer de DUAL schakelaar aan is:
Draai de bestuurders- of
voorpassagierstemperatuurregelknop
voor het onafhankelijk regelen van
de temperatuur aan elke zijde van de
cabine.
OPMERKING
Het klimaatregelsysteem
schakelt over naar de individuele
bedieningsmodus ( DUAL
schakelaar indicatielampje
brandt) door het draaien van de
voorpassagierstemperatuurregelknop
ook als de DUAL schakelaar uit
is, zodat de temperatuur voor
de bestuurder en voorpassagier
afzonderlijk ingesteld kan worden.
De temperatuureenheden voor de
temperatuurinstellingdisplay kunnen
gewijzigd worden in combinatie met
de temperatuureenheden voor de
buitentemperatuurdisplay.
(Type A instrumentengroep)
Zie Buitentemperatuurdisplay op
pagina 4-43 .
(Type B instrumentengroep)
Zie Buitentemperatuurdisplay op
pagina 4-34 .
Page 490 of 889

5–14
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Aanjagerregelschakelaar
De aanjager heeft zeven snelheden. De
gekozen snelheid wordt aangegeven.
Functiekeuzeschakelaar
De gewenste luchtstroom kan worden
gekozen (pagina 5-6 ).
OPMERKING
Wanneer de luchtcirculatie ingesteld
is op stand
en de
temperatuurregelknop ingesteld is op
een gematigde temperatuur, wordt
verwarmde lucht naar de
voetenruimte gevoerd en komt er
lucht van een in vergelijking lagere
temperatuur door de middelste, linker
en rechter ventilatieopeningen naar
buiten.
Druk op de
voorruitontwasemingsschakelaar om
de luchtstroom op
in te stellen.
In de stand wordt de stand voor
aanvoer van buitenlucht automatisch
gekozen.
A/C schakelaar
Door het indrukken van de A/C
schakelaar terwijl de AUTO
schakelaar is ingeschakeld wordt de
airconditioning uitgeschakeld (koeling/
ontvochtigingsfuncties).
De aan/uit van de airconditioning wisselt
telkens wanneer de A/C schakelaar wordt
ingedrukt.
Verandert als volgt telkens wanneer de
A/C schakelaar wordt ingedrukt.
A / C : A/C ECO :Stop
OPMERKING
De airconditioning werkt wanneer de
A/C schakelaar wordt ingedrukt, ook
als de airco uit is.
De A/C ECO functie is bedoeld voor
een energiebesparend gebruik van
het klimaatregelsysteem. “ A/C ECO ”
wordt getoond om aan te geven dat
het klimaatregelsysteem optimaal is
ingesteld.
Wanneer de buitentemperatuur
in de nabijheid komt van 0 °C,
het airconditioningsysteem niet
gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
De standen voor aanvoer van buitenlucht
of recirculerende lucht kunnen worden
gekozen. Druk op de schakelaar voor het
kiezen van de stand voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht.
Stand voor recirculerende lucht (
)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
Gebruik deze stand bij het rijden door
tunnels, bij het rijden in druk verkeer
(plaatsen met hoge concentraties van
uitlaatgassen) of wanneer snelle koeling
gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(
)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
Page 491 of 889

5–15
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de ruiten
veroorzaakt. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
DUAL schakelaar
Gebruik de DUAL schakelaar voor het
veranderen van de modus tussen de
individuele (bestuurder en passagier)
bedieningsmodus en de gekoppelde
(simultane) modi.
Individuele bedieningsmodus
(indicatielampje brandt)
De temperatuurinstelling kan voor de
bestuurder en voorpassagier individueel
geregeld worden.
Gekoppelde modus (indicatielampje is
uit)
De temperatuurinstelling voor de
bestuurder en voorpassagier wordt
gelijktijdig geregeld.
Voorruitontwasemingsschakelaar
Druk op de schakelaar voor het
ontwasemen van de voorruit en de
voorportierruiten.
Zie Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit op pagina 5-16 .
Achterruitverwarmingsschakelaar
Druk voor het ontdooien van de achterruit
de achterruitverwarmingsschakelaar in.
Zie Achterruitverwarming op pagina
4-94 .
Bediening van de automatische
airconditioning
1. Druk op de AUTO schakelaar. De
keuze van de luchtstroomfunctie, de
luchtinlaatkeuzeschakelaar en het
volume van de luchtstroming wordt
automatisch geregeld.
2. Gebruik de temperatuurregelknop
voor het kiezen van de gewenste
temperatuur.
Druk de DUAL schakelaar in of draai
de voorpassagierstemperatuurregelknop
voor het individueel regelen van
de temperatuurinstelling voor de
bestuurder en voorpassagier.
Druk op de schakelaar OFF om het
systeem uit te schakelen.
OPMERKING
Wanneer de temperatuur op
maximum warm of koud wordt
ingesteld, zal de gewenste
temperatuur niet sneller worden
verkregen.
Bij het kiezen van hete lucht, zal het
systeem de luchtstroom beperken
totdat deze is opgewarmd om te
voorkomen dat koude lucht uit de
luchtroosters wordt geblazen.
Page 492 of 889

5–16
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit
Druk op de
voorruitontwasemingsschakelaar.
In deze stand wordt de stand voor aanvoer
van buitenlucht automatisch gekozen en
wordt de airconditioning automatisch
ingeschakeld. De airconditioning voert dan
ontvochtigde lucht naar de voorruit en de
zijruiten op pagina 5-6 .
De hoeveelheid luchtstroming zal
toenemen.
WAARSCHUWING
Zet bij het ontwasemen de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht ( stand):
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit
het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
Gebruik de temperatuurregelknop om
de temperatuur van de luchtstroom
te verhogen en de ruit sneller te
ontwasemen.
Sensor voor de
binnentemperatuur/zonlicht
Zonlichtsensor
Plaats geen voorwerpen op de
zonlichtsensor. Anders kan de afstelling
van de interieurtemperatuur niet correct
worden uitgevoerd.
Zonlichtsensor
Interieurtemperatuursensor
De interieurtemperatuursensor niet
afdekken. Anders kan de afstelling van de
interieurtemperatuur niet correct worden
uitgevoerd.
Interieurtemperatuursensor
Page 493 of 889
5–17
Interieurvoorzieningen
Voordat u de audio-installatie gaat gebruiken
*Bepaalde modellen.
Audiobedieningsschakelaar
Zonder Bluetooth ® handsfree
Met Bluetooth
® handsfree
Afstellen van het volume
Druk de volumeschakelaar omhoog ( )
om het volume te verhogen.
Druk de volumeschakelaar omlaag (
) om
het volume te verlagen.
Audio-uit toets *
Druk eenmaal op de audio-uit toets ( ) om
het audiogeluid uit te schakelen, druk
nogmaals op de toets om het audiogeluid
weer in te schakelen.
OPMERKING
Als het contact op uit wordt gezet
wanneer het audiogeluid is
uitgeschakeld, zal de uitschakeling van
het geluid geannuleerd worden. Dus
wanneer de motor opnieuw gestart
wordt, is het audiogeluid niet
uitgeschakeld. Druk voor het opnieuw
uitschakelen van het audiogeluid op de
audio-uit toets (
).
Page 494 of 889

5–18
Interieurvoorzieningen
Voordat u de audio-installatie gaat gebruiken
*Bepaalde modellen.
Zoektoets
A M * /MW * /LW * /FM radio
Druk op de zoektoets (
, ). De radio
schakelt over naar de volgende/vorige
opgeslagen zender in de volgorde waarin
deze werden opgeslagen.
Houd de zoektoets (
, ) ingedrukt voor
het opsporen van alle bruikbare zenders, al
dan niet geprogrammeerd, op een hogere
of lagere frequentie.
Radiozenders die eerder met de
automatische geheugenopslag zijn
opgeslagen (Type A)/radiofavorieten (Type
B) kunnen tijdens de ontvangst van een
zender die in de automatische
geheugenopslag is opgeslagen (Type A)/
radiofavorieten (Type B) worden
opgeroepen door de zoektoets (
, ) in te
drukken. Met elke druk op de toets (
, )
kunnen radiozenders opgeroepen worden
in de volgorde waarin deze werden
opgeslagen.
DAB radio (Type B) *
Druk op de zoektoets (
, ) tijdens het
beluisteren van DAB radio voor het
oproepen van een zender die eerder in de
favorietenlijst werd opgeslagen. Bij elke
bediening van de schakelaar, kunnen
radiozenders worden opgeroepen in de
volgorde waarin deze werden opgeslagen.
Houd de zoektoets (
) ingedrukt om naar
de volgende zender te gaan, houd (
)
ingedrukt om naar de vorige zender te
gaan.
USB Audio/Bluetooth
® Audio * /CD *
Druk op de zoektoets (
) om vooruit te
springen naar het begin van het volgende
nummer (muziekstuk).
Druk op de zoektoets (
) binnen enkele
seconden na het begin van de weergave
om het begin van het vorige nummer op te
zoeken.
Druk op de zoektoets (
) nadat enkele
seconden zijn verstreken om de weergave
vanaf het begin van het huidige spoor te
starten.
Houd de zoektoets (
, ) ingedrukt om
de sporen continu omhoog of omlaag af te
zoeken.
DVD (Type B)
*
Druk op de zoektoets (
) om vooruit te
springen naar het begin van het volgende
hoofdstuk.
Druk op de zoektoets (
) om terug te
gaan naar het begin van het vorige
hoofdstuk.
Page 495 of 889

5–19
Interieurvoorzieningen
Voordat u de audio-installatie gaat gebruiken
Aha™/Stitcher™ radio (Type B)
Druk op de zoektoets (
) om vooruit te
springen naar het begin van het volgende
nummer (muziekstuk).
Houd de zoektoets ingedrukt (
) om de
weergave van het huidige muziekstuk met
“Leuk” te evalueren.
Houd de zoektoets ingedrukt (
) om de
weergave van het huidige muziekstuk met
“Niet leuk” te evalueren.
AUX/USB-modus
Audio kan weergegeven worden via
de autoluidsprekers door in de handel
verkrijgbare draagbare audioapparatuur
aan te sluiten op de ingang voor extra
apparatuur.
Een universele, impedantievrije (3,5
)
stereo ministekkerkabel is vereist. Neem
contact op met een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda
reparateur voor bijzonderheden.
Ook kan audio weergegeven worden via
de audio-installatie van de auto door een
USB apparaat de USB poort aan te sluiten.
OPMERKING
(Type B)
De SD-kaartgleuf is voor het
navigatiesysteem. Bij voertuigen
uitgerust met navigatiesysteem, wordt
de SD-kaart (origineel Mazda) met de
opgeslagen kaartgegevens in de SD-
kaartgleuf gestoken en gebruikt.
Ty p e A
Ingang voor extra apparatuur/USB poort
Page 496 of 889

5–20
Interieurvoorzieningen
Voordat u de audio-installatie gaat gebruiken
Ty p e B
USB-poort
Ingang voor extra apparatuur
Gebruik van de AUX modus
(Type A) .............................. pagina 5-36
Gebruik van de USB modus
(Type A) .............................. pagina 5-38
Gebruik van de iPod modus
(Type A) .............................. pagina 5-42
Gebruik van de AUX-modus
(Type B) ............................ pagina 5-107
Gebruik van de USB modus
(Type B) ............................ pagina 5-108
WAARSCHUWING
De draagbare audioapparatuur of een
soortgelijk product niet afstellen tijdens
het rijden:
Afstellen van de draagbare
audioapparatuur of een soortgelijk
product tijdens het rijden is gevaarlijk,
aangezien u hierdoor van de
besturing van de auto kan worden
afgeleid, waardoor een ernstig
ongeluk kan ontstaan. De draagbare
audioapparatuur of een soortgelijk
product altijd afstellen wanneer de auto
is stopgezet.
OPGELET
Afhankelijk van de draagbare
audioapparatuur is het mogelijk dat
storing optreedt wanneer de apparatuur
aangesloten wordt op de stekkerbus voor
accessoires van de auto. (Als er storing
optreedt, de stekkerbus voor accessoires
niet gebruiken.)