9–11
Technische gegevens
Technische gegevens
*Some models.
Standaard band
Bandenmaat Bandenspanning
Maximaal 3 personen —Volledige belasting
225/65R17 102V Voor 230 kPa (2,3 bar, 33 psi) 260 kPa (2,6 bar, 38 psi)
Achter 230 kPa (2,3 bar, 33 psi) 280 kPa (2,8 bar, 41 psi)
225/55R19 99V Voor 250 kPa (2,5 bar, 36 psi) 260 kPa (2,6 bar, 38 psi)
Achter 250 kPa (2,5 bar, 36 psi) 290 kPa (2,9 bar, 42 psi)
Gewicht van 1 persoon: Ongeveer 75 kg
Noodreservewiel
*
Bandenmaat Bandenspanning
185/80R17 99M 320 kPa (3,2 bar, 46 psi)
Winterband
Bandenmaat Bandenspanning
Maximaal 3 personen —Volledige belasting
225/65R17
*1 M S Voor 230 kPa (2,3 bar, 33 psi) 260 kPa (2,6 bar, 38 psi)
Achter 250 kPa (2,5 bar, 36 psi) 300 kPa (3,0 bar, 44 psi)
225/55R19
*2 M S Voor 250 kPa (2,5 bar, 36 psi) 260 kPa (2,6 bar, 38 psi)
Achter 270 kPa (2,7 bar, 39 psi) 310 kPa (3,1 bar, 45 psi)
Gewicht van 1 persoon: Ongeveer 75 kg
*1 Belastingsindex en snelheidsaanduiding: 102Q/102S/102H/102V
*2 Belastingsindex en snelheidsaanduiding: 99Q/99S/99H/99V
Aanhaalmoment van wielmoeren
Haal bij het plaatsen van een band de wielmoeren met het onderstaande koppel aan.
108—147 N·m (12—14 kg·m, 80—108 ft·lbf)
Zekeringen
Zie Zekeringen op pagina 6-62 .
Remmen
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda-reparateur, als u
informatie nodig heeft betreffende de slijtagelimiet-speci ¿ caties voor de remschijfplaten en
de meetmethode. De informatie is vrij beschikbaar gesteld.
9–12
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Gebruikersinstellingen
De volgende gebruikersinstellingen kunnen ingesteld of gewijzigd worden door de klant of
een of ¿ ciële Mazda reparateur. Raadpleeg een of ¿ ciële Mazda reparateur voor details.
Sommige van de gebruikersinstellingen kunnen ook door de klant gewijzigd worden,
afhankelijk van de instelling.
Gebruikersinstellingen en overige instellingen die gewijzigd kunnen worden verschillen
afhankelijk van de bestemming en de speci ¿ catie.
Methode voor wijzigen van instellingen
Instellingen kunnen worden gewijzigd door bediening van het
middendisplayscherm.
A: Zie Instellingen op pagina 5-148 .
B: Zie Brandstofverbruikmonitor op pagina 4-119 .
C: Zie Active Driving Display op pagina 4-49 .
Instellingen kunnen worden gewijzigd door bediening van de schakelaars van het
voertuig.
D: Zie Automatische vergrendel-/ontgrendelfunctie op pagina 3-20 .
E: Zie Zender op pagina 3-5 .
F: Zie voor Vergrendelen, ontgrendelen met de verzoekschakelaar (Met geavanceerde
afstandbediende portiervergrendelingsfunctie) op pagina 3-16 .
Instellingen kunnen gewijzigd worden door een of ¿ ciële Mazda-reparateur.
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Veiligheid
Geavanceerde
stadsverkeer-
remassistent
(Advanced
SCBS) (Behalve
Indonesië en
Taiwan) (pagina
4-224 )
Smart Brake
Support
remhulpsysteem
(SBS) (pagina
4-238 ) Het systeem kan zodanig gewijzigd worden
dat de geavanceerde stadsverkeer-remassistent
(geavanceerde SCBS) niet functioneert.
*1 Aan Aan/Uit A —
De afstand waarbij de botsingwaarschuwing
wordt geactiveerd kan worden veranderd. Midden Vlakbij/
Midden/Ver A —
Het volume van de botsingwaarschuwing kan
veranderd worden. Hoog Hoog/Laag/Uit A —
9–13
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Stadsverkeer-
remassistent
[Vooruit] (SCBS
F) (Indonesië en
Taiwan) (pagina
4-228 )
Stadsverkeer-
remassistent
[Achteruit]
(SCBS R) (page
4-232 ) Operationeel/niet-operationeel
*1 Aan Aan/Uit A —
9–14
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingswaarschuwings-
systeem (LDWS) (pagina 4-201 )
Het systeem kan zodanig worden gewijzigd dat
de besturingsassistentie niet werkt. Aan Aan/Uit A —
Wanneer de
besturingsassistentie is
ingeschakeld
Het tijdstip waarop de besturingsassistentie
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingswaarschuwingssysteem
(LDWS) functioneert kan worden
gewijzigd.
Laat Vroeg/Laat A —
De uitschakelgevoeligheid van
de besturingsassistentie voor de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingswaarschuwingssysteem
(LDWS) kan worden gewijzigd.
Hoog Hoog/Midden/
Laag A —
Het systeem kan zodanig
worden gewijzigd dat de
rijstrookafwijkingwaarschuwing
niet wordt geactiveerd.
Aan Aan/Uit A —
Wanneer de
besturingsassistentie is
uitgeschakeld
Het tijdstip van de waarschuwing waarop
de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingswaarschuwingssysteem
(LDWS) bepalen dat de auto van zijn
rijstrook afwijkt kan worden gewijzigd.
Med Vroeg/Med/
Laat/Adaptief A —
De gevoeligheid van de waarschuwing
voor de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingswaarschuwingssysteem
(LDWS) kan worden gewijzigd.
Med Vaak/Med/
Zelden A —
Het type waarschuwing van de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingswaarschuwingssysteem
(LDWS) kan worden gewijzigd. Trillen Trillen/
Pieptoon/
Ribbel A —
De intensiteit/volume van de waarschuwing
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingswaarschuwingssysteem
(LDWS) kan worden gewijzigd. Trillen Laag Hoog/Laag A —
Ribbel Laag Hoog/Midden/
Laag A —
Pieptoon Laag Hoog/Laag A —
Dodehoekmonitor
(BSM) (pagina
4-140 )
Het systeem kan zodanig worden gewijzigd
dat de dodehoekmonitor (BSM) does niet
functioneert.
*1 Aan Aan/Uit A —
Volume van waarschuwingszoemer
*2 Hoog Hoog/
Laag/
Uit A —
9–15
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Afstandherkenningshulp-
systeem(DRSS) (pagina
4-155 )
Het systeem kan zodanig worden gewijzigd dat
het Afstandherkenningshulpsysteem (DRSS) niet
functioneert.
*1 Aan Aan/Uit A —
De afstand waarbij het voorliggend voertuig
aangegeven in de display oranje oplicht kan
gewijzigd worden. Dicht Veraf/Medium/
Dicht A —
Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA) (pagina 4-160 ) Het systeem kan zodanig gewijzigd worden dat
de vermoeidheidswaarschuwing (DAA) niet
werkt.
*1 Aan Aan/Uit A —
Verkeersbordherkenning-
systeem (TSR) *3 (pagina
4-147 )
Het verkeersbordherkenningsysteem (TSR) kan
op buiten werking ingesteld worden. *1 Aan Aan/Uit A —
Het waarschuwingspatroon voor de
waarschuwing te hoge snelheid kan worden
gewijzigd. Uit Uit/
Visueel/
Audio en
visueel A —
Het activeringstijdstip voor de waarschuwing te
hoge snelheid kan worden gewijzigd.
0 0/ 5/ 10 A —
Parkeersensorsysteem
(pagina 4-284 ) Weergave/geen weergave Aan Aan/Uit A —
Auto
Portiersloten
(pagina 3-20 ) Werkingsvoorwaarde van automatische
vergrendel-/ontgrendelfunctie Dicht:
Rijden
Open:
Contact aan Uit/
Vergrendelen:
Tijdens het
rijden/
Dicht: Rijden
Open: Contact
aan/
Slot: Van de
parkeerstand
zetten/
Dicht: uit
P-stand. Open:
In P-stand/
Vergr: rijden.
Ontgr:
geparkeerd A D
Afstandbediende
portiervergrendeling
(pagina 3-4 ) Tijd voor automatische portiervergrendeling 30 seconden 90 seconden/
60 seconden/
30 seconden A —
9–16
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Geavanceerd afstandbediend
portiervergrendelingssysteem
(pagina 3-11 )
Tijd voor automatische portiervergrendeling 30 seconden 90 seconden/
60 seconden/
30 seconden A —
Automatische vergrendelfunctie operationeel/
niet-operationeel Uit Aan/Uit A —
Volume van zoemer
bij vergrendelen/
ontgrendelen Europese modellen Uit Hoog/
Medium/
Laag/
Uit A E,
F
Behalve Europese
modellen Medium Hoog/
Medium/
Laag/
Uit A E,
F
Instapverlichtingssysteem
(pagina 5-172 )
Tijd totdat interieurverlichting uitgaat na sluiten
van portier 15 seconden 60 seconden/
30 seconden/
15 seconden/
7,5 seconden A —
Tijd totdat interieurverlichting automatisch
uitgaat wanneer een portier niet goed gesloten is 30 minuten 60 minuten/
30 minuten/
10 minuten A —
Automatische
ruitenwisserregeling
(pagina 4-88 ) Operationeel/niet-operationeel Aan Aan/Uit *4 A —
Dagverlichting
(pagina 4-84 ) Operationeel/niet-operationeel Aan Aan/Uit — —
Automatische
verlichtingsregeling
(pagina 4-78 ) Tijdsinstelling voor inschakeling verlichting Medium Licht/
Half licht/
Medium/
Half don./
Donker A —
Aanpasbaar
voorverlichtingssysteem
(AFS) (pagina 4-132 ) Operationeel/niet-operationeel *1 Aan Aan/Uit A —
Koplampregelsysteem
(HBC) (pagina
4-133 ) Operationeel/niet-operationeel *1 Aan Aan/Uit A —
Adaptieve LED
koplampen
(ALH) (pagina
4-136 ) Operationeel/niet-operationeel
*1 Aan Aan/Uit A —
9–17
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Waarschuwing
voor niet-
uitgeschakelde
verlichting
(pagina 7-71 ) Volume van waarschuwingszoemer Hoog, Laag
of Uit Hoog/Laag/Uit A —
Thuiskomstverlichting
(pagina 4-82 ) Tijd totdat koplampen doven 30 seconden 120 seconden/
90 seconden/
60 seconden/
30 seconden/
Uit A —
Vertrekverlichting
(pagina 4-83 ) Operationeel/niet-
operationeel Europese modellen Aan Aan/Uit A —
Behalve Europese
modellen Uit Aan/Uit A —
Richtingaanwijzer
(pagina 4-87 ) Volume van zoemer Hoog Hoog/Laag A —
Drie-knipperingen
richtingaanwijzer
(pagina 4-88 ) Operationeel/niet-operationeel Aan of Uit Aan/Uit A —
Achterruitverwarming
(pagina 4-94 ) De werkingsduur van de achterruitverwarming
kan gewijzigd worden. 15 minuten 15 minuten/
continu *5 — —
Systeem
Taal Taal aangegeven op display Engels
Afhankelijk van
bestemmingsgebied *6 A —
Temperatuur Temperatuureenheid aangegeven op display °F of °C °F/°C A —
Afstand Afstandseenheid aangegeven op display mi of km mi/km A —
Controle brandstofverbruik (pagina 4-119 )
Einddisplay Weergave/geen weergave Uit Aan/Uit B —
Terugstelprocedure
brandstofverbruik Koppeling/geen koppeling aan terugstelling
brandstofverbruik en terugstelling dagteller A Uit Aan/Uit B —
9–18
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen
Active Driving Display (pagina 4-49 )
Display Instelling kan zodanig worden gewijzigd dat de
Active Driving Display niet wordt getoond. Aan Aan/Uit C —
De displayhoogte (omhoog/omlaag positie) kan
worden gewijzigd. 0 13 stappen
omhoog/
omlaag vanuit
de begin-
instelling
(totaal: 27
stappen) C —
De methode voor het afstellen van de
displayhelderheid (automatisch/handmatig) kan
worden gewijzigd. Auto Auto/Hand. C —
De standaard helderheid bij de automatische
afstelling van de helderheid kan worden
gewijzigd. 0 2 stappen
omhoog/
omlaag vanuit
de begin-
instelling
(totaal: 5
stappen) C —
De standaard helderheid bij de handmatige
afstelling van de helderheid kan worden
gewijzigd. 0 20 stappen
omhoog/
omlaag vanuit
de begin-
instelling
(totaal: 41
stappen) C —
De displayhoek kan worden gewijzigd. 0 3 stappen
omhoog/
omlaag vanuit
de begin-
instelling
(totaal: 7
stappen) C —