Page 321 of 416

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de achterklep dicht tijdenshet rijden om te voorkomen dat
koolmonoxide en andere giftige
uitlaatgassen de auto binnendrin-
gen.
BRANDSTOFVEREISTEN
— DIESELMOTOR
Het gebruik van dieselbrandstof van
de hoogste kwaliteit met een cetaan-
gehalte van 50 of meer, die voldoet
aan de norm EN590, wordt sterk aan-
bevolen. Raadpleeg uw dealer voor
meer informatie over de beschikbare
brandstoffen in uw omgeving.
VEREISTEN VOOR
BIODIESELBRANDSTOF
Tevens wordt een mengsel van maxi-
maal 7% biodiesel dat voldoet aan de
norm EN 590 aanbevolen voor ge-
bruik met uw dieselmotor. Raadpleeg
uw dealer voor meer informatie over
de beschikbare brandstoffen in uw
omgeving.
BRANDSTOF TANKEN
AFSLUITBARE
BRANDSTOFVULDOP
(TANKDOP) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
De afsluitbare brandstofvuldop be-
vindt zich achter het tankklepje aan
de linkerzijde van de auto. Als de
brandstofvuldop is zoekgeraakt of be-
schadigd, moet de vervangende dop
geschikt zijn voor deze auto.
OPMERKING: De schuifdeur aan
bestuurderszijde kunt u niet ope-
nen terwijl de brandstofvulklep
open staat. Deze beveiliging werkt
alleen als de schuifdeur volledig
was gesloten toen de brandstofvul-
klep werd geopend.
1. Steek de sleutel van de vuldop in
de slotcilinder en draai de sleutel naar
rechts om de vuldop te ontgrendelen.
2. Draai de tankdop linksom om hem
te verwijderen.
3. U weet dat u de vuldop goed hebt
vastgedraaid als u twee of drie klik-
ken hoort.
LET OP!
Een slecht passende brandstof-vuldop kan schade aan het
brandstofsysteem of aan het
emissieregelsysteem veroorzaken.
Door een slecht passende brand-
stofvuldop kunnen verontreini-
gingen het brandstofsysteem bin-
nendringen en kan het
storingslampje gaan branden om-
dat er brandstofdampen uit het
systeem ontsnappen.
Voorkom morsen en overlopen van brandstof.
WAARSCHUWING!
Houd alle rookgerei en vuur uitde buurt van het voertuig wan-
neer de tankdop is verwijderd en
u de tank vult.
Vul nooit brandstof bij wanneer de motor draait. Het storings-
lampje kan dan gaan branden en
er kan brand ontstaan.
(Vervolgd)
315
Page 322 of 416

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Er kan brand ontstaan als u eenjerrycan vult met benzine terwijl
deze in de auto staat. Dit kan
leiden tot brandwonden. Zet een
jerrycan altijd op de grond tijdens
het vullen.
OPMERKING:
Wanneer het tankpistool "klikt" of wordt afgesloten, is de brand-
stoftank vol.
Draai de brandstofvuldop vast tot u een "klikgeluid" hoort. De
klik geeft aan dat de brandstof-
vuldop goed is vastgedraaid.
Als de tankdop niet goed is dichtgedraaid, kan het storings-
lampje (MIL) gaan branden.
Zorg ervoor dat de tankdop ie-
dere keer dat u bijtankt, goed
wordt dichtgedraaid.
TREKKEN VAN EEN
AANHANGER
In dit hoofdstuk vindt u veiligheid-
stips en informatie over wat u redelij-
kerwijs wel en niet met uw auto mag
trekken. Lees deze informatie aan-
dachtig door voordat u met een aan-
hanger gaat rijden.
Volg de vereisten en aanbevelingen
voor het trekken van een aanhanger
uit deze handleiding op, zodat de ga-
rantie van nieuwe voertuigen zijn gel-
digheid behoudt.
BEGRIPPEN VOOR HET
TREKKEN VAN EEN
AANHANGER
De onderstaande definities geven een
verklaring voor de volgende begrippen:
Maximaal toelaatbaar
totaalgewicht (GVWR)
Het GVWR is het maximaal toelaat-
bare totaalgewicht van de auto. Dit is inclusief de bestuurder, passagiers, la-
ding en het disselgewicht van de aan-
hanger. De totale belasting moet wor-
den beperkt om zo het GVWR niet te
overschrijden.
Maximaal toelaatbaar
aanhangergewicht (GTW)
GTW staat voor het gewicht van de
aanhanger, plus het gewicht van alle
lading, verbruiksgoederen en appara-
tuur (vast of tijdelijk) in of op de
aanhanger in "geladen en gebruiks-
klare" staat. De aanbevolen manier
om het GTW te meten is de geladen
aanhanger op een weegbrug plaatsen.
Het volledige gewicht van de aanhan-
ger moet op de weegbrug rusten.
Maximaal toelaatbaar
treingewicht (GCWR)
GCWR is het totaal toelaatbare ge-
wicht van uw auto in combinatie met
de aanhanger.
OPMERKING: In het GCWR is re-
kening gehouden met een gewicht
van 68 kg voor de bestuurder.
316
Page 323 of 416

Maximaal toelaatbare asbelasting
(GAWR)
Het GAWR is de maximaal toelaat-
bare belasting van de vooras en de
achteras. Verdeel de lading gelijkma-
tig over de voor- en achteras. Zorg
ervoor dat u zowel het GAWR voor de
vooras als voor de achteras niet over-
schrijdt.
WAARSCHUWING!
Het is belangrijk dat het GAWR
zowel voor als achter niet wordt
overschreden. Als een van de waar-
den wordt overschreden, kunnen
gevaarlijke situaties tijdens het rij-
den ontstaan. U kunt de controle
over het stuur verliezen en een on-
geval veroorzaken.
Disselgewicht (TW) van de
aanhanger
Het disselgewicht (TW) is de neer-
waartse kracht die door de aanhang-
wagen wordt uitgeoefend op de trek-
haak. In de meeste gevallen mag dit
niet minder zijn dan 7% of meer dan 10% van de lading van de aanhangwa-
gen. Het disselgewicht van de aanhan-
ger mag niet hoger zijn dan de gecerti-
ficeerde trekhaakcapaciteit of de
capaciteit van de aanhangerdissel,
welke van beide het laagst is. Het moet
minder zijn dan 4% van de lading van
de aanhangwagen, maar niet minder
dan 25 kg. U moet de disselbelading
beschouwen als een deel van de bela-
ding op uw auto en zijn maximaal toe-
laatbare asbelasting (GAWR).
WAARSCHUWING!
Een verkeerd ingesteld koppelsys-
teem kan het rijgedrag, de stabili-
teit verminderen en kan een onge-
luk veroorzaken. Neem contact op
met de fabrikant van de trekhaak
en de aanhanger of een goed be-
kend staande dealer in aanhangers/
caravans voor meer informatie.
Frontaal oppervlak
Het frontale oppervalk is gelijk aan de
maximale hoogte van de aanhanger
vermenigvuldigd met de maximale
breedte van de aanhanger.
BREEKKABELS
Volgens Europese voorschriften voor
geremde aanhangers tot maximaal
3.500 kg moeten aanhangers zijn
voorzien van een secundaire koppel-
inrichting of een breekkabel.
De aanbevolen plaats voor bevesti-
ging van de breekkabel voor normale
aanhangers is de sleuf in de zijwand
van de aanhangerkoppeling.
Met bevestigingspunt
1. Bij een afneembare trekhaak moet
de kabel door het bevestigingspunt
worden geleid en aan zichzelf met een
klem worden vastgezet.
Klem/lus-methode afneembare kogel
317
Page 324 of 416

2. Bij een vaste trekhaak met kogel
moet de klem rechtstreeks op het
daarvoor bestemde punt worden be-
vestigd. Deze alternatieve oplossing
vereist speciale toestemming van de
fabrikant van de aanhanger, omdat de
klem wellicht niet sterk genoeg is voor
gebruik op deze manier.
Zonder bevestigingspunten
1. Bij een trekhaak met afneembare
kogel dient u zich te houden aan de
door de fabrikant of leverancier aan-
bevolen werkwijze.2. Bij de sleepbalk met vaste kogel
moet de kabel in een lus rond de hals
van de sleepkogel worden gelegd. Als
u de kabel op deze manier bevestigt,
mag u slechts één lus leggen.
Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten)
In de onderstaande tabel worden de
maximale aanhangergewichten voor
uw type aandrijflijn weergegeven.Motor/
versnel-
lingsbakMax.
GTW
(max.
toelaat- baar
aanhan- gerge-
wicht)Disselge- wicht
van de
aanhan- ger (zie
opmer- king)
Alle 1.600 kg 65 kg
De maximale rijsnelheid met aan- hanger bedraagt 100 km/u, maar soms is in lokale wetgeving een
lagere rijsnelheid voorgeschreven.
OPMERKING:
Het disselgewicht
van de aanhanger moet worden
opgeteld bij het gewicht van inzit-
tenden en lading en mag nooit ho-
ger zijn dan de waarde die is aan-
gegeven op het banden- en
beladingsplaatje. Het banden- en
beladingsplaatje bevindt zich op
de stijl van het bestuurdersportier.
Aanhanger- en disselgewicht
Lading die schommelt boven de wielen
of achteraan zwaarder is dan vooraan,
kan leiden tot ernstigezijwaartse slin-
geringen waardoor de bestuurder de
Klem/lus-methode vaste kogel
Hals/lus-methode afneembare kogel
Hals/lus-methode vaste kogel
318
Page 325 of 416

controle over auto en aanhanger kan
verliezen. Het onvoldoende voorin
plaatsen van vracht vormt een belang-
rijke oorzaak van ongevallen met aan-
hangers.
Overschrijd nooit het maximum dis-
selgewicht van de aanhanger dat op
uw trekhaak is gestempeld.
Houd rekening met het volgende bij
het berekenen van het gewicht op de
achteras van de auto:
Het disselgewicht van de aanhan-ger.
Het gewicht van alle lading en uit- rusting in of op de auto.
Het gewicht van de bestuurder en alle passagiers.
OPMERKING:
Denk eraan dat alle
gewicht dat u in of op de aanhanger
plaatst, bijdraagt aan de belasting
van de auto. Extra in de fabriek of
door de dealer geplaatste accessoi-
res moeten ook worden meegeno-
men bij de berekening van de totale
belading van uw auto. Raadpleeg het
banden- en beladingsplaatje op de
stijl van het bestuurdersportier voor het maximum gecombineerde ge-
wicht van passagiers en lading voor
uw auto.
Vereisten voor het trekken van de
aanhanger
Voor een juiste inrijperiode van de
aandrijflijn van uw nieuwe auto
wordt aanbevolen de onderstaande
richtlijnen te volgen:
LET OP!
Tijdens de eerste 805 km die met
uw nieuwe auto worden gereden,
mag geen aanhangwagen worden
aangekoppeld. Hierdoor kunnen
onderdelen van de motor of de
assen, of andere onderdelen be-
schadigd raken.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Daarna mag tijdens de eerste805 km die met een aanhangwa-
gen worden gereden niet sneller
dan 80 km/u worden gereden en
niet met volgas vanuit stilstand
worden opgetrokken. Op deze
manier kunnen de motor en ove-
rige onderdelen van de auto op
juiste wijze worden ingereden on-
der zwaardere belastingen.
WAARSCHUWING!
Onjuist trekken van een aanhanger
kan leiden tot ongevallen en letsel.
Volg de onderstaande richtlijnen
om uw aanhanger zo veilig moge-
lijk te trekken:
Zorg dat de vracht stevig is vastge-
zet en tijdens het rijden niet kan
schuiven. Als u de lading niet goed
vastzet, kunnen tijdens het rijden
onbeheersbare veranderingen in de
gewichtsverdeling optreden. U
kunt de controle over het stuur ver-
liezen en een ongeval veroorzaken.
(Vervolgd)
319
Page 326 of 416

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Trekhaken mogen uitsluitenddoor bevoegde vakmensen wor-
den gemonteerd.
Als u lading vervoert of een aan- hanger trekt, belaad de auto of de
aanhanger dan nooit te zwaar.
Overbelading kan ertoe leiden dat
u de macht over het stuur verliest,
tot slechte werking of beschadi-
ging van de remmen, assen, mo-
tor, versnellingsbak, de stuurin-
richting, het chassis of de banden.
Breng altijd veiligheidskettingen aan tussen uw auto en de aanhan-
ger. Maak de kettingen altijd vast
aan het frame of de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten op de
trekhaak. Voer de kettingen krui-
selings onder de dissel door en
zorg voor voldoende speling voor
het nemen van bochten.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Parkeer een auto met aanhanger
nooit op een helling. Als u een auto
met aanhanger parkeert, trek dan
altijd de handrem aan. Plaats al-
tijd blokken voor de wielen van de
aanhanger.
Overschrijd nooit het GCWR.
Het totale gewicht moet worden
verdeeld over de auto en de
aanhanger, zodat de volgende
vier waarden niet worden over-
schreden:
1. Maximaal toelaatbaar
totaalgewicht
2. GTW
3. GAWR
4. Disselgewicht voor de ge- bruikte trekhaak. Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – banden
Probeer de aanhanger niet te trek-
ken wanneer een compact reserve-
wiel is gemonteerd.
Voor een comfortabel en veilig ge- bruik van uw auto is een juiste ban-
denspanning absoluut noodzake-
lijk. Zie "Banden – algemene
Informatie" in "Starten en rijden"
voor de juiste procedures voor het
op spanning brengen van de
banden.
Controleer de spanning van de ban- den van de aanhanger voordat u de
aanhanger gebruikt.
Controleer de banden op slijtage of zichtbare beschadigingen voordat u
de aanhanger gebruikt. Zie "Ban-
den – Algemene Informatie" onder
"Starten en rijden" voor de juiste
controleprocedure.
Zie voor het verwisselen van ban- den het gedeelte "Banden – alge-
mene informatie" in "Starten en
bedienen" voor de juiste procedures
bij het verwisselen van banden. Het
320
Page 327 of 416

vervangen van banden door exem-
plaren met een hogere belastingsca-
paciteit leidt niet tot verhoging van
de GVWR- en GAWR-limieten van
de auto.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger –
aanhangerremmen
– Sluit het hydraulische remsysteem of vacuümsysteem van uw auto
niet aan op dat van de aanhanger.
Dit kan leiden tot onjuist remge-
drag en lichamelijk letsel.
– Bij het trekken van een aanhanger met hydraulisch geregelde remmen
is geen elektronische remregelmo-
dule voor de aanhanger vereist.
– Aanhangwagenremmen worden aanbevolen voor aanhangwagens
van meer dan 450 kg en zijn ver-
plicht op aanhangwagens van meer
dan 750 kg.LET OP!
Als de aanhangwagen geladen meer
weegt dan 450 kg, moet deze zijn
voorzien van eigen remmen met
voldoende remvermogen. Wanneer
dit niet het geval is, slijten de rem-
voeringen sneller, is meer pedaal-
kracht vereist en wordt de remweg
langer.
WAARSCHUWING!
Sluit de remmen van de aanhan-ger niet aan op de hydraulische
remleidingen van uw auto. Dit
kan leiden tot overbelasting en
uitval van het remsysteem. Dan
kan het voorkomen dat u niet
kunt remmen wanneer dit nodig
is en zo een ongeval veroorzaakt.
Bij het trekken van een aanhan- ger moet u rekening houden met
een langere remweg. Bij het trek-
ken van een aanhanger dient u
extra afstand te bewaren tot het
voorliggende voertuig. Een te
kleine afstand tot uw voorganger
kan leiden tot een ongeval. Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – verlichting en
bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhan-
ger moet deze voor de rijveiligheid
zijn voorzien van remlichten, rich-
tingaanwijzers en een mistachterlicht.
De trekhaakset kan een bedradings-
bundel met zeven of dertien pennen
bevatten. Gebruik een door de fabriek
goedgekeurde kabelboom en stekker.
OPMERKING: Probeer niet de
bedrading van de auto door split-
sing te verbinden met die van de
aanhanger.
De elektrische aansluitingen zijn com-
pleet; u hoeft alleen de kabelbundel
aan te sluiten op de stekker van de
aanhanger.
321
Page 328 of 416
Bijzonderheden zevenpens-connector
Pen Functie Kleur
draad
1 Linkerrich- tingaanwij-zer Geel
2 Mistachter- licht Blauw
3 Massa/ gemeen-
schappelijke retourlijn Wi t
4 Rechter- richtingaan-wijzer Groen
Bijzonderheden zevenpens-
connector
Pen Functie Kleur
draad
5 Positiever- lichting
rechtsach-
ter, zijmar-
keringsver- lichting en
verlichting kenteken-
plaat ach- ter.
1
Bruin
6 Remlichten Rood
7 Zij- kenlichten
rechtsachter en verlich-
ting kente- kenplaatachter.
1
Zwart
1De verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten
dat geen enkele lamp een gemeen- schappelijke verbinding heeft met zowel pen 5 als 7.
Bijzonderheden dertienpens- connector
Pen Functie Kleur draad
1 Linkerrich- tingaanwij-zer Geel
2 Mistachter- licht Blauw
3 Massa/ gemeen-
schappelijke retour voor contacten
(pennen) 1 en2en4 t/m 8
2
Wi t
Zevenpens-connectorDertienpens-connector
322