GELUIDSKWALITEIT TELEFOONACHTERIN ........................... .116
RECENTE GESPREKKEN ................117
BEANTWOORDING GESPROKEN TEKSTBERICHTEN .................... .117
Bluetooth® COMMUNICATIEVERBINDING . . .118
INSCHAKELEN ....................... .118
GESPROKEN OPDRACHT ..................123
WERKING VAN HET SPRAAKBEDIENINGSSYSTEEM ...........123
OPDRACHTEN ........................ .124
STEMTRAINING ....................... .126
STOELEN ............................. .127
ELEKTRISCH VERSTELBARE STOELEN (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ........127
ELEKTRISCHE LENDENSTEUN (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ................... .129
STOELVERWARMING (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ................... .129
VOORSTOELEN/STOELEN OP DE TWEEDE ZITRIJ HANDMATIG VERSTELLEN ........131
HANDMATIG VERSTELBARE RUGLEUNINGEN ...................... .131
HOOFDSTEUNEN ..................... .132
STOW 'N GO® STOELEN ................134
QUAD-STOELEN (voor bepaalde uitvoeringen/ landen) .............................. .137
86
OPMERKING: De dodehoekbe-
waking slaat de huidige bedrijfs-
modus op wanneer de contact-
schakelaar wordt uitgezet. Tijdens
het starten van de auto wordt de
laatst opgeslagen modus opgeroe-
pen en geactiveerd.
Uconnect® PHONE
OPMERKING: Raadpleeg het ge-
deelte over Uconnect® Phone in de
gebruikershandleiding van het na-
vigatiesysteem of de multimedia-
radio (afzonderlijk boekje) voor
meer informatie over Uconnect®
Phone met navigatie of multime-
diaradio.
Uconnect® Phone is een via spraak te
activeren, handsfree communicatie-
systeem voor in de auto. Met
Uconnect® Phone kunt u een num-
mer kiezen op uw mobiele telefoon*
met behulp van eenvoudige gespro-
ken opdrachten (zoals "Call" (bel)
…"Jan"…"Work" (werk) of "Dial"
(kies) …"012 34 56 78"). Het geluid
van de mobiele telefoon wordt door-
gegeven via het audiosysteem van deauto en het systeem dempt automa-
tisch de radio wanneer Uconnect®
Phone wordt gebruikt.
Met Uconnect® Phone kunt u tijdens
het in- of uitstappen gesprekken
doorschakelen tussen Uconnect®
Phone en uw mobiele telefoon, terwijl
u ook de microfoon van het
Uconnect® systeem kunt uitschake-
len wanneer u een privégesprek wilt
voeren.
Uconnect® Phone wordt aangestuurd
via het Bluetooth® Handsfree-profiel
van uw mobiele telefoon. Uconnect®
Phone is voorzien van Bluetooth®
technologie, de wereldwijde stan-
daard waarmee verschillende elektro-
nische apparaten zonder draden of
docking station aan elkaar kunnen
worden gekoppeld. Uconnect® Phone
werkt dan ook ongeacht de plaats
waar uw mobiele telefoon zich be-
vindt (handtas, zak of aktetas), op
voorwaarde dat uw telefoon is inge-
schakeld en aan Uconnect® Phone
van de auto is gekoppeld. Met
Uconnect® Phone kunnen maximaal
zeven mobiele telefoons op het sys-
teem worden aangesloten. Met
Uconnect® Phone kan slechts één
aangesloten (of gekoppelde) mobiele
telefoon tegelijk worden gebruikt.
Uconnect® Phone is verkrijgbaar in
de talen Engels, Nederlands, Frans,
Duits, Italiaans of Spaans (zoals aan-
wezig).
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag
alleen worden gebruikt als de
rijomstandigheden dit toelaten en
het gebruik in overeenstemming is
met de verkeersregels, incl. wetge-
ving betreffende het gebruik van
telefoons. Uw aandacht moet ge-
richt zijn op het veilig besturen van
de auto. Anders bestaat er een risico
op een ongeluk en ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
101
Uconnect® Phone toetsDe bedieningselementen op
de radio of op het stuurwiel
bestaan uit twee bedie-
ningstoetsen (de toets
Uconnect® Phone
en de toets
Voice Command
) voor toegang
tot het systeem. Wanneer u op de toets
drukt, hoort u het woord Uconnect®
en vervolgens een pieptoon. De piep-
toon is het teken dat u een opdracht
kunt geven.
Voice Command-toets
De plaats van de toets kan
afhankelijk van de radio
verschillen. De afzonder-
lijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstuk "Bedie-
ning".
Uconnect® Phone kan worden ge-
bruikt in combinatie met mobiele te-
lefoons met Bluetooth® Handsfree-
profiel. Het is mogelijk dat sommige
telefoons niet alle functies van
Uconnect® Phone ondersteunen.
Raadpleeg de leverancier van uw mo-
biele telefoon of de telefoonfabrikant
voor nadere bijzonderheden. Uconnect® Phone is volledig geïnte-
greerd in het audiosysteem van de
auto. De geluidssterkte van
Uconnect® Phone kan worden inge-
steld met de volumeregelaar van de
radio of, indien aanwezig, via de ra-
diotoetsen op het stuurwiel.
Het radioscherm wordt gebruikt voor
visuele meldingen van Uconnect®
Phone, zoals "CELL" (GSM) of
beller-ID bij bepaalde radio's.
COMPATIBELE
TELEFOONS
* Voor het gebruik van Uconnect®
Phone is een mobiele telefoon met
Bluetooth® Handsfree-profiel,
versie 1.0 of hoger vereist.
Raadpleeg de Uconnect® website
voor een overzicht van de compatibele
telefoons.
www.UconnectPhone.com
Navigeer door de volgende menu's om
de lijst met compatibele telefoons op
te vragen:
Selecteer het bouwjaar van uw auto
Selecteer het voertuigtype
Selecteer compatibele telefoons on-
der de tab Beginnen.
BEDIENING
U kunt gesproken opdrachten gebrui-
ken om Uconnect® Phone te bedienen
en door de menu's van Uconnect®
Phone te navigeren. Na de meeste
prompts van Uconnect® Phone zijn
gesproken opdrachten nodig. U wordt
gevraagd een specifieke opdracht uit
te spreken, waarna u door de beschik-
bare opties wordt geleid.
Voordat u een gesproken opdrachtgeeft, moet u wachten op de piep-
toon, die volgt op de prompt
"Ready" (Gereed) of op een andere
prompt.
Voor bepaalde bewerkingen kun- nen samengestelde opdrachten
worden gebruikt. U kunt bijvoor-
beeld in plaats van "Setup" (Instel-
len) en daarna "Phone Pairing"
(Telefoonkoppeling) ook de vol-
gende samengestelde opdracht ge-
ven: "Setup Phone Pairing" (Instel-
len telefoonkoppeling).
102
In de beschrijvingen van de functiesin dit hoofdstuk wordt alleen de
samengestelde vorm van de gespro-
ken opdracht vermeld. U kunt de
opdrachten ook in delen splitsen en
elk onderdeel van de opdracht af-
zonderlijk zeggen, indien dat wordt
gevraagd. U kunt bijvoorbeeld de
samengestelde opdracht "Phone-
book New Entry" (Telefoonboek
nieuwe invoer) geven, maar u kunt
deze opdracht ook opsplitsen in de
twee gesproken opdrachten "Pho-
nebook" (Telefoonboek) en "New
Entry" (Nieuwe invoer). Denk er-
aan dat Uconnect® Phone het beste
werkt wanneer u op een normale
toon spreekt, alsof u tegen iemand
praat die enkele meters van u van-
daan zit.
Structuur gesproken opdrachten
Raadpleeg "Structuur gesproken op-
drachten" in dit hoofdstuk.
Opdracht "Cancel" (annuleer)
Bij elke prompt kunt u na de pieptoon
"Cancel" (annuleer) zeggen, waarna
u terugkeert naar het hoofdmenu. In een sommige gevallen brengt het sys-
teem u echter terug naar het vorige
menu.
Opdracht Help
Als u hulp nodig hebt bij een prompt
of als u wilt weten wat de mogelijkhe-
den zijn bij een bepaalde prompt, zegt
u na de pieptoon "Help". Uconnect®
Phone geeft alle opties voor de prompt
weer wanneer u om hulp vraagt.
Als u Uconnect® Phone na uitschake-
ling opnieuw wilt activeren, drukt u
op de toets
en volgt u de gesproken
aanwijzingen. Alle sessies met
Uconnect® Phone beginnen met het
drukken op de toets
, die zich bij
de bedieningselementen op de radio
bevindt.
Uconnect® Phone koppelen aan
(aansluiten op) een mobiele
telefoon
Voordat u Uconnect® Phone kunt ge-
bruiken, dient u een koppeling tot
stand te brengen met uw compatibele,
met Bluetooth® uitgeruste mobiele
telefoon (raadpleeg de paragraaf "Compatibele telefoons" voor infor-
matie over het type telefoon).
Om de koppeling tot stand te brengen,
dient u de gebruikshandleiding van
uw mobiele telefoon te raadplegen. De
Uconnect® website biedt mogelijk
ook gedetailleerde aanwijzingen voor
het koppelen van uw telefoon.
Hieronder volgen algemene aanwij-
zingen voor het koppelen van een te-
lefoon aan Uconnect® Phone:
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup Phone Pairing" (Telefoon-
koppeling instellen).
Na de prompt en de pieptoon zegt u "Pair a Phone" (Telefoon koppe-
len) en volgt u de gesproken
aanwijzingen.
Er wordt u gevraagd een pincode van vier cijfers in te spreken, die u
later nodig zult hebben voor toe-
gang tot uw mobiele telefoon. U
kunt een willekeurige pincode van
103
Namen toevoegen aan uw
Uconnect® telefoonboek
OPMERKING: Het wordt afgera-
den namen aan het Uconnect® te-
lefoonboek toe te voegen tijdens
het rijden.
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Phonebook New Entry" (Tele-
foonboek nieuwe invoer).
Na de prompt zegt u de naam van de
nieuwe invoer. Het is raadzaam
lange, niet-afgekorte namen te ge-
bruiken, omdat hierdoor de spraak-
herkenning wordt vergemakkelijkt.
Zeg bijvoorbeeld "Robert Smit" of
"Robert" in plaats van "Rob".
Na de prompt voert u de aandui- ding van het nummer in (bijvoor-
beeld "Home" (Thuis), "Work"
(Werk), "Mobile" (Mobiel) of
"Other" (Overig)). Op die manier
kunt u naar wens verschillende
nummers voor een persoon in het
telefoonboek opslaan. Na de prompt spreekt u het tele-
foonnummer in dat u aan het tele-
foonboek wilt toevoegen.
Nadat u een naam of nummer aan het
telefoonboek heeft toegevoegd, heeft
u de mogelijkheid om hier nog meer
telefoonnummers aan toe te voegen of
naar het hoofdmenu terug te keren.
Uconnect® Phone biedt u de moge-
lijkheid maximaal 32 namen aan het
telefoonboek toe te voegen, waarbij
aan iedere naam maximaal vier tele-
foonnummers en aanduidingen kun-
nen worden gekoppeld. Elke taal be-
vat een apart telefoonboek met 32
namen dat alleen in die taal toeganke-
lijk is. Voor bepaalde uitvoeringen/
landen en indien ondersteund door
uw telefoon, downloadt Uconnect®
Phone bovendien automatisch het te-
lefoonboek van uw mobiele telefoon.
Telefoonboek downloaden —
telefoonboek van mobiele
telefoon automatisch overbrengen
Voor bepaalde uitvoeringen/landen
en indien ondersteund door uw tele-
foon, downloadt Uconnect® Phone
automatisch de namen (in tekstvorm) en telefoonnummers uit het telefoon-
boek van uw mobiele telefoon. Deze
functie is mogelijk met bepaalde mo-
biele telefoons met Bluetooth®, die
PBAP (Phone Book Access Profile)
ondersteunen. Raadpleeg de
Uconnect® website voor een over-
zicht van de compatibele telefoons.
Als u een naam uit het gedownloade
telefoonboek (of uit het Uconnect®
telefoonboek) wilt bellen, volgt u de
procedure in het gedeelte "Bellen
door een naam uit te spreken".
Indien ondersteund, wordt het au- tomatisch downloaden en bijwer-
ken gestart zodra de draadloze
Bluetooth® koppeling tussen de
mobiele telefoon en Uconnect®
Phone tot stand is gebracht. Bij-
voorbeeld direct nadat u de auto
hebt gestart.
Elke keer wanneer een telefoon wordt verbonden met Uconnect®
Phone, worden er maximaal 1000
items per telefoon gedownload en
bijgewerkt.
105
KIEZEN VIA DE TOETSEN
VAN DE MOBIELE
TELEFOON
U kunt via uw mobiele telefoon een
nummer kiezen en tegelijkertijd
Uconnect® Phone gebruiken (wan-
neer u de toetsen van de mobiele tele-
foon gebruikt, moet u echter voor-
zichtig te werk gaan en zorgen dat u
de veiligheid niet in gevaar brengt).
Als u een nummer kiest via de gekop-
pelde mobiele Bluetooth® telefoon,
wordt het geluid hoorbaar via het au-
diosysteem van uw auto. Uconnect®
Phone werkt op dezelfde wijze als
wanneer u het nummer kiest via een
gesproken opdracht.
OPMERKING: Sommige merken
mobiele telefoons verzenden de
kiestoon niet naar Uconnect®
Phone. In dat geval zult u de kies-
toon dus niet horen. De gebruiker
heeft dan, ook als het nummer
goed gekozen is, wellicht het ge-
voel dat er geen verbinding is, ter-
wijl deze in feite al tot stand is
gebracht. Zodra de oproep wordt
beantwoord, hoort u het geluid.
DEMPEN/DEMPEN UIT
Wanneer u het geluid van Uconnect®
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds
horen wat uw gesprekspartner zegt,
maar deze kan u niet horen. Geluid
van Uconnect® Phone uitschakelen:
Druk op de knop
.
Na de pieptoon zegt u: "Mute" (Ge- luid uit).
Geluid van Uconnect® Phone weer
inschakelen:
Druk op de knop
.
Na de pieptoon zegt u: "Mute off" (Geluid aan).
GEAVANCEERDE TELE-
FOONVERBINDINGEN
TELEFOONGESPREK
DOORSCHAKELEN VAN EN
NAAR EEN MOBIELE
TELEFOON
Met Uconnect® Phone kunt u actieve
gesprekken doorschakelen van uw
mobiele telefoon naar Uconnect® Phone, zonder het gesprek te beëindi-
gen. Als u een actief gesprek wilt door-
schakelen van de aan Uconnect® ge-
koppelde mobiele telefoon naar
Uconnect® Phone of omgekeerd,
drukt u op de toets
en zegt u
"Transfer Call" (Gesprek doorscha-
kelen).
VERBINDING TUSSEN
UCONNECT® PHONE EN
DE MOBIELE TELEFOON
TOT STAND BRENGEN OF
VERBREKEN
Uw mobiele telefoon kan aan veel ver-
schillende apparaten worden gekop-
peld, maar kan met slechts één elek-
tronisch apparaat tegelijk actief zijn
"verbonden".
Als u de Bluetooth® verbinding tus-
sen een aan Uconnect® gekoppelde
mobiele telefoon en het Uconnect®
Phone-systeem tot stand wilt brengen
of verbreken, volg dan de aanwijzin-
gen in de handleiding van uw mobiele
telefoon.
113
11. See You in 15 minutes (Tot over
een kwartier)
12. I am on my way (Ik ben onder-
weg)
13. I’ll be late (Ik kom later)
14. Are you there yet? (Ben je er al?).
15. Where are we meeting? (Waar
spreken we af?)
16. Can this wait? (Kan dit wach-
ten?)
17. Bye for now (Tot later)
18. Wanneer kunnen we elkaar ont-
moeten
19. Send number to call (Stuur me
het telefoonnummer)
20. Start without me (Begin zonder
mij)Aankondiging van inkomende
tekstberichten in-/uitschakelen
Als u de aankondiging van inko-
mende tekstberichten uitschakelt, zal
het systeem geen melding geven wan-
neer een nieuw bericht binnenkomt.
Druk op de toets
.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup, Incoming Message An-
nouncement" (Instellen, waarschu-
wing inkomend bericht). Vervol-
gens krijgt u de mogelijkheid deze
instelling te wijzigen.
Bluetooth® COMMUNICA-
TIEVERBINDING
De verbinding tussen mobiele tele-
foons en Uconnect® Phone kan soms
worden verbroken. Als dit gebeurt,
kunt u de verbinding gewoonlijk op-
nieuw tot stand brengen door de mo-
biele telefoon in en uit te schakelen.
Het is raadzaam op uw mobiele tele-
foon de stand Bluetooth® AAN inge-
schakeld te laten.
INSCHAKELEN
Nadat u de contactsleutel van de
stand OFF naar de stand ON of ACC
heeft gedraaid of na een verandering
van taal, moet u ten minste vijftien
seconden wachten voordat u het sys-
teem kunt gebruiken.
118
Als u het eerste beschikbare menu wilt
horen, drukt u op de Voice Command-
toets
en zegt u "Help" of "Main
Menu" (Hoofdmenu).
OPDRACHTEN
Het spraakbedieningssysteem be-
grijpt twee soorten opdrachten. De al-
gemene opdrachten zijn altijd be-
schikbaar. Lokale opdrachten zijn
beschikbaar als de ondersteunde ra-
diomodus actief is.
Het volume wijzigen.
1. Start een dialoog door op de Voice
Command-toets
te drukken.
2. Spreek een opdracht in (bijvoor-
beeld "Help").
3. Gebruik de draaiknop ON/OFF
VOLUME om het volume in te stellen
op een aangenaam niveau terwijl het
spraakbedieningssysteem spreekt.
Let op: het volume voor het spraakbe-
dieningssysteem wordt apart inge-
steld van het audiosysteem. Hoofdmenu
Start een dialoog door op de Voice
Command-toets
te drukken. Als
u naar het hoofdmenu wilt gaan, zegt
u "Main Menu" (Hoofdmenu).
In deze modus kunt u de volgende
opdrachten inspreken:
"Radio AM" (als u naar de radio- modus AM wilt schakelen)
"Radio FM" (als u naar de radio- modus FM wilt schakelen)
"Disc" (als u naar de disc-modus wilt schakelen)
"USB" (als u naar de USB-modus wilt schakelen)
"Bluetooth Streaming" (als u naar de Bluetooth® Streaming modus
wilt schakelen)
"Memo" (als u naar de memorecorder-modus wilt
schakelen)
"System Setup" (Systeem instellen, als u naar de systeeminstellingen
wilt schakelen) Radiofrequentie AM (of lange golf
of middengolf radio)
Als u wilt schakelen naar AM-
ontvangst, zegt u "AM" of "radio
AM". In deze modus kunt u de vol-
gende opdrachten inspreken:
"Frequency #" (Frequentie nr.) (als
u de frequentie wilt wijzigen)
"Next Station" (Volgende zender)
(als u de volgende zender wilt kiezen)
"Previous Station" (Vorige zender) (als u de vorige zender wilt kiezen)
"Menu radio" (als u naar het radio- menu wilt schakelen)
"Main Menu" (Hoofdmenu) (als u naar het hoofdmenu wilt schake-
len)
Radio FM
Als u wilt schakelen naar FM-
ontvangst, zegt u "FM" of "radio
FM". In deze modus kunt u de vol-
gende opdrachten inspreken:
"Frequency #" (Frequentie nr.) (als u de frequentie wilt wijzigen)
124