Page 369 of 554
De handleiding, enz. kan worden
opgeborgen in de opbergzak van de
rugleuning.
6.3.2 Voorzieningen in de
bagageruimte
Extra opbergvakken
Midden
Trek de lus naar boven om de afdekplaat
op te tillen.
De bagageafdekking, de laadkabel, de
gereedschapstas enz. kunnen worden
opgeborgen.
Rechterzijde
Trek de lus naar boven om de afdekplaat
op te tillen.Bij het plaatsen van de afdekplaat
Steek de klauw in de opening en plaats de
afdekplaat terug.
WAARSCHUWING!
Als de afdekplaat is verwijderd, plaats
hem dan vóór het rijden terug op zijn
oorspronkelijke plaats. Bij plotseling
remmen kan letsel ontstaan doordat
een inzittende wordt geraakt door de
afdekplaat of door items die in het
extra opbergvak zijn opgeborgen.
OPMERKING
Plaats geen te zware lading op de
afdekplaat om schade aan de
afdekplaat te voorkomen.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
367
6
Voorzieningen in het interieur
Page 370 of 554

Tashaken
Druk bij het gebruik van de haak op de
onderzijde ervan, zodat deze omhoog
komt.
Aan de andere kant zit ook een haak.
OPMERKING
Hang geen grote objecten of objecten
die zwaarder zijn dan 4 kg aan de
tashaken, om schade aan de haken te
voorkomen.
Opbergvak voor gevarendriehoek
De gevarendriehoek kan worden
opgeborgen. (De gevarendriehoek zelf
behoort niet tot de standaarduitrusting.)
Afhankelijk van de afmeting en vorm van
de gevarendriehoekdoos, enz. kan deze
mogelijk niet worden opgeborgen.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de gevarendriehoek,
enz. goed wordt opgeborgen. Als de
gevarendriehoek niet goed wordt
opgeborgen, kan hij bij hard remmen
door de auto vliegen, wat tot een
ongeval kan leiden.
Bagageafdekking
Plaatsen van de bagageafdekking
Plaats één zijde van de bagageafdekking
in de houder. Druk die zijde op zijn plaats
terwijl u de andere zijde in de houder aan
de andere zijde plaatst.
Gebruik van de bagageafdekking
Trek de bagageafdekking naar buiten en
zet deze vast in de steunen.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
368
Page 371 of 554

Verwijderen van de bagageafdekking
Druk één zijde van de bagageafdekking in
en verwijder de afdekking uit de houder.
Opbergen van de bagageafdekking
1. Verwijder de afdekplaten.
2. Berg de afdekking op in het middelste
opbergvak.
3. Klap de afdekplaten terug in hun
oorspronkelijke stand om ze te
sluiten.WAARSCHUWING!
• Plaats geen voorwerpen op de
bagageafdekking. Bij plotseling
remmen of het maken van een bocht
vliegt het voorwerp mogelijk rond en
kan het een inzittende raken. Dit kan
leiden tot een onverwacht ongeval
met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
•
Laat kinderen niet op de
bagageafdekking klimmen. Klimmen
op de bagageafdekking kan leiden tot
beschadiging van de bagageafdekking
waardoor het kind dodelijk of ernstig
letsel kan oplopen.
• Zorg ervoor dat de achterste rand
van de afdekking vlak ligt. Als de
afdekking wordt geplaatst met de
achterste rand omhoog, kan het zicht
door de achterruit worden gehinderd
wat kan leiden tot een ongeval.
• Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
niet klem komen te zitten tussen de
bagageafdekking. Als een
veiligheidsgordel klem zit tussen de
afdekking, kan deze de inzittenden
wellicht niet goed vasthouden.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
369
6
Voorzieningen in het interieur
Page 372 of 554

6.4 Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
6.4.1 Overige voorzieningen in
het interieur
Zonnekleppen
1Klap de zonneklep omlaag om deze in
de vooruitgerichte stand te zetten.
2Klap de zonneklep omlaag, maak de
klep los en draai deze naar de zijkant om
de zonneklep in de zijdelingse stand te
zetten.
Make-upspiegels
Verschuif het klepje om de spiegel te
openen.
De verlichting gaat branden als het
afdekklepje opzij geschoven wordt.
Als de make-upverlichting blijft branden
nadat het contact UIT is gezet, gaat de
verlichting na 20 minuten automatisch
uit.
OPMERKING
Laat de make-upverlichting niet
langer branden dan noodzakelijk is als
het hybridesysteem is uitgeschakeld,
om ontladen van de 12V-accu te
voorkomen.
Accessoireaansluitingen
Gebruik deze als voeding voor
elektronische accessoires die minder dan
12 V gelijkstroom/10 A verbruiken
(stroomverbruik van 120 W).
Voor
Open het klepje.
Achter (auto's zonder solarlaadsysteem)
Open het klepje.
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
370
Page 373 of 554

Achter (auto's met solarlaadsysteem)
Open het klepje.
De accessoireaansluiting kan worden
gebruikt als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Als het hybridesysteem wordt
uitgeschakeld
Koppel aangesloten elektrische
apparaten met een oplaadfunctie, zoals
een powerbank, los.
Als dergelijke apparaten niet worden
losgekoppeld, wordt het hybridesysteem
mogelijk niet op de normale manier
uitgeschakeld.
OPMERKING
• Sluit het kapje van de
accessoireaansluitingen als de
aansluiting niet in gebruik is, om
schade aan de accessoireaansluiting
te voorkomen. Vreemde voorwerpen
of vloeistoffen die in de
accessoireaansluitingen
terechtkomen, kunnen kortsluiting
veroorzaken.
• Gebruik de accessoireaansluiting niet
langer dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld,
om te voorkomen dat de 12V-accu
ontladen raakt.Draadloze lader (indien aanwezig)
U kunt een draagbaar apparaat opladen
door een standaard Wireless Qi-lader die
compatibel is met draagbare apparaten,
bijvoorbeeld smartphones en accu's voor
mobiele telefoons, op het laadgebied te
plaatsen overeenkomstig de
voorschriften van het Wireless Power
Consortium.
Deze functie kan niet worden gebruikt
met draagbare apparaten die groter zijn
dan het laadgebied. Ook werkt de functie
mogelijk niet normaal, afhankelijk van het
draagbare apparaat. Lees de handleiding
van de te gebruiken draagbare apparaten.
Symbool “Qi”
Het symbool “Qi” is een handelsmerk van
het Wireless Power Consortium.
Namen van alle onderdelen
1Voedingsschakelaar
2Werkingsindicator
3Laadgebied
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
371
6
Voorzieningen in het interieur
Page 374 of 554

Gebruik van de draadloze lader
1. Druk op de voedingsschakelaar van de
draadloze lader.
Wordt met iedere druk op de
voedingsschakelaar aan- en
uitgeschakeld.
Wanneer de schakelaar aan is, gaat de
werkingsindicator (groen) branden.
Ook wanneer het hybridesysteem is
uitgeschakeld, blijft de status aan/uit
van de voedingsschakelaar
opgeslagen.2. Plaats de laadzijde van het draagbare
apparaat naar beneden.
Tijdens het laden gaat de
werkingsindicator (oranje) branden.
Wanneer er niet wordt geladen,
probeer dan het draagbare apparaat
zo dicht mogelijk bij het midden van
het laadgebied te plaatsen.
Wanneer het laden is voltooid, gaat de
werkingsindicator (groen) branden.
• Oplaadfunctie
– Wanneer het laden is voltooid en na
een bepaalde tijd in de
onderbrekingsstatus, wordt het
laden hervat.
– Wanneer het draagbare apparaat
wordt verplaatst, stopt het laden
even en wordt het vervolgens weer
hervat.
Voorwaarden voor verlichting van de werkingsindicator
Werkingsindicator Voorwaarden
Uitschakelen Wanneer de voeding voor de draadloze lader uit is
Groen (gaat branden)In stand-by (status opladen mogelijk)
Wanneer het laden is voltooid
*
Oranje (gaat branden)Wanneer het draagbare apparaat op het laadgebied
wordt geplaatst (het draagbare apparaat wordt gesigna-
leerd)
Laden
*: Afhankelijk van het draagbare apparaat kan het voorkomen dat de werkingsindicator
oranje blijft branden, ook al is het laden voltooid.
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
372
Page 375 of 554

• Als de werkingsindicator knippert
Als zich een fout voordoet, knippert de werkingsindicator oranje. Los de fout op op basis
van onderstaande tabel.
Werkingsindicator Vermoedelijke oorzaken Oplossing
Knippert eens per
seconde herhaaldelijk
(oranje)Fout in communicatie tussen
auto en lader.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Knippert continu
3 keer herhaaldelijk
(oranje)
Er bevindt zich een vreemde sub-
stantie tussen het draagbare ap-
paraat en het laadgebied.Verwijder de vreemde substantie.
Het draagbare apparaat is niet
synchroon doordat het van zijn
plaats is geschoven.Plaats het draagbare apparaat in het
midden van het laadgebied.
Knippert continu
4 keer herhaaldelijk
(oranje)De temperatuur in de draadloze
lader stijgt.Stop direct met laden en start het
laden weer na een poos te hebben
gewacht.
De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Bruikbare draagbare apparaten
Standaard Wireless Qi-laders kunnen
worden gebruikt voor draagbare
apparaten. Niet voor alle standaard
Qi-apparaten is echter compatibiliteit
gegarandeerd.
De draadloze lader is bedoeld voor
draagbare apparaten met een laag
vermogen van niet meer dan 5 W, zoals
mobiele telefoons en smartphones.
Wanneer er hoesjes of accessoires aan
de draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of
accessoire aan het draagbare apparaat is
bevestigd dat niet compatibel is met Qi.
Afhankelijk van het type hoesje of
accessoire kan het zijn dat het laden niet
mogelijk is. Verwijder het hoesje of
accessoire als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst, ook al wordt
er niet geladen.Tijdens het laden is via AM-radio ruis te
horen
Schakel de draadloze lader uit en
controleer of de ruis is afgenomen. Als de
ruis afneemt, druk dan gedurende
2 seconden op de voedingsschakelaar
van de draadloze lader. Hiermee kan de
frequentie van de lader worden gewijzigd
en de ruis worden verminderd.
In dat
geval gaat ook de werkingsindicator 2 keer
oranje knipperen.
Belangrijke punten met betrekking tot
de draadloze lader
•
Als de elektronische sleutel niet in het
interieur kan worden gesignaleerd, kan
er niet worden geladen. Wanneer het
portier wordt geopend en gesloten,
wordt het laden mogelijk tijdelijk
onderbroken.
• Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat
warmer. Dit duidt echter niet op een
storing. Wanneer een draagbaar
apparaat tijdens het laden warm
wordt, stopt het laden mogelijk als
gevolg van de beschermingsfunctie
van het draagbare apparaat. In dit
geval kunt u weer laden nadat de
temperatuur van het draagbare
apparaat aanmerkelijk is afgenomen.
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
373
6
Voorzieningen in het interieur
Page 376 of 554

Geluiden tijdens het gebruik
Wanneer de voeding wordt
ingeschakeld, is er tijdens het zoeken
van het draagbare apparaat een geluid
te horen. Dit duidt echter niet op een
storing.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Wanneer een draagbaar apparaat
wordt opgeladen, dient de bestuurder
uit veiligheidsoverwegingen het
hoofdgedeelte van het draagbare
apparaat niet te bedienen tijdens het
rijden.
Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische
apparatuur
Mensen met geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers,
geïmplanteerde hartdefibrillatoren of
andere elektrische medische apparaten
dienen hun arts te raadplegen m.b.t.
het gebruik van de draadloze lader. De
werking van de draadloze lader heeft
mogelijk invloed op de medische
apparaten.
Voorkomen van schade en
brandwonden
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan er een storing ontstaan in
de apparatuur en kunnen schade, brand
of brandwonden ontstaan als gevolg
van oververhitting.
• Plaats tijdens het laden geen
metalen voorwerpen tussen het
laadgebied en het draagbare
apparaat
• Bevestig geen stickers, metalen
voorwerpen, enz. op het laadgebied
of op het draagbare apparaat
• Bedek het laadgebied of het
draagbare apparaat tijdens het laden
niet met een doek o.i.d.
• Laad geen andere draagbare
apparaten dan die zijn aangegeven
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Probeer de lader niet te demonteren
of te wijzigen
• Sla niet op de lader en oefen er geen
overmatige kracht op uit
OPMERKING
Omstandigheden waaronder de
functie mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden
werkt de lader mogelijk niet goed
• Het draagbare apparaat is volledig
geladen
• Er bevinden zich verontreinigingen
tussen het laadgebied en het
draagbare apparaat
• De temperatuur van het draagbare
apparaat neemt toe als gevolg van het
laden
• Het laadgedeelte van het draagbare
apparaat is naar boven gericht
• Het draagbare apparaat is niet op de
juiste plaats op het laadgebied
geplaatst
• In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of
andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische
velden aanwezig zijn
• Wanneer de elektronische sleutel
tegen een van de volgende metalen
voorwerpen wordt gehouden of
erdoor wordt bedekt
– Kaarten met aluminiumfolie
– Sigarettenpakjes met
aluminiumfolie erin
– Metalen portemonnees of tassen
– Muntgeld
– Metalen handwarmers
– Media zoals CD's en DVD's
• Als er andere sleutels met
afstandsbediening (die radiogolven
uitzenden) in de buurt gebruikt
worden
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
374