Page 417 of 554

Auto's met rechtse besturing
1Ontgrendel de afdekkap van het
filter.
2Beweeg de afdekkap van het filter
in de richting van de pijl en trek hem
los uit de klauwen.
7. Verwijder de filterhouder.8. Verwijder het interieurfilter uit de
filterhouder en vervang het.
De merktekens “↑UP” op het filter
moeten naar boven wijzen.
9. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter
volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel verkeer
moet vervanging vaker plaatsvinden. (Zie
het onderhoudsboekje of het garantie-
boekje voor het onderhoudsschema.)
Als er te weinig lucht uit de
ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer
het filter en vervang het indien nodig.
WAARSCHUWING!
Bij het vervangen van het
interieurfilter
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht. Anders kan de aircondi-
tioning tijdens de procedure in werking
treden, hetgeen kan leiden tot letsel.
• Controleer of de laadstekker niet is
aangesloten.
De airconditioning werkt mogelijk
door de instelling “Climate Prep”
(aircovoorbereiding) (→blz. 112) of
“Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) (→blz. 96). (indien
aanwezig)
• Gebruik de op afstand bedienbare
airconditioning niet
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
415
7
Onderhoud en verzorging
Page 418 of 554

OPMERKING
Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter
aanwezig is. Als de airconditioning
zonder filter gebruikt wordt, kan het
systeem beschadigd raken.
Bij het verwijderen van het
dashboardkastje
Volg altijd de voorgeschreven procedure
voor het verwijderen van het
dashboardkastje (→blz. 414). Als het
dashboardkastje wordt verwijderd
zonder dat de voorgeschreven
procedure wordt gevolgd, kan het
scharnier van het dashboardkastje
beschadigd raken.
Voorkomen van schade aan de
afdekkap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen
overmatige kracht uit op de klauwen.
Anders kunnen de klauwen beschadigd
raken.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
7.3.10 Ruitenwisserrubber
vervangen
Voer bij het vervangen van het
ruitenwisserrubber de onderstaande
procedure uit.
Verwijderen en plaatsen van
ruitenwisserblad voor
1. Houd met uw hand de verbinding van
het ruitenwisserblad goed vast terwijl
u de vergrendelknop indrukt om de
borging ongedaan te maken en schuif
het ruitenwisserblad naar buiten.
2. Breng het ruitenwisserblad in lijn met
het verbindingsgedeelte van de
ruitenwisserarm en schuif het in de
tegenovergestelde richting van toen u
het verwijderde.
Controleer na het plaatsen van het
ruitenwisserblad of de verbinding
goed geborgd is.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
416
Page 419 of 554

Ruitenwisserrubber vervangen
1. Trek aan het ruitenwisserrubber tot
dit uit de gleuf aan de achterzijde van
het ruitenwisserblad steekt.
2. Trek het uiteinde van het
ruitenwisserrubber uit de gleuf en
trek vervolgens de rest van het
ruitenwisserrubber naar buiten.
3. Voer bij het plaatsen van een nieuw
ruitenwisserrubber de procedure in
omgekeerde volgorde uit.
Controleer na het plaatsen of het
uiteinde van het ruitenwisserrubber
helemaal tot aan het einde van het
kapje is geplaatst.Omgaan met het ruitenwisserblad en
ruitenwisserrubber
Onjuist omgaan met de ruitenwisserbladen
of ruitenwisserrubbers kan schade eraan
tot gevolg hebben. Indien u twijfels hebt
over het zelf vervangen van de
ruitenwisserbladen of ruitenwisserrubbers,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Kapje ruitenwisserblad
Het kapje kan niet worden verwijderd,
aangezien het in het ruitenwisserblad
voor is geïntegreerd.
OPMERKING
Voorkomen van schade
• Let op dat de klauwen niet beschadigd
raken bij het vervangen van de
ruitenwissers.
• Plaats, nadat het ruitenwisserblad van
de ruitenwisserarm is verwijderd, een
doek o.i.d. tussen de voorruit en de
ruitenwisserarm om beschadiging
van de voorruit te voorkomen.
• Trek niet te hard aan het
ruitenwisserrubber.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
417
7
Onderhoud en verzorging
Page 420 of 554

7.3.11 Batterij elektronische
sleutel
Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
De volgende zaken zijn benodigd:
• Sleufkopschroevendraaier
• Lithiumbatterij CR2032
Batterij vervangen
1. Maak de borging ongedaan en neem
de mechanische sleutel uit de houder.
2. Verwijder de kap.
Gebruik het juiste formaat
schroevendraaier. Wanneer u
geforceerd wrikt, kan het kapje
beschadigd raken.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek om
schade aan de sleutel te voorkomen.
3. Verwijder de lege batterij.
Als bij het verwijderen van het deksel
de batterij niet te zien is doordat de
elektronische-sleutelmodule aan het
bovenste deksel is bevestigd,verwijder dan de elektronische-
sleutelmodule van dat deksel, zodat
de batterij zichtbaar is, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Gebruik het juiste formaat
schroevendraaier om de batterij te
verwijderen.
Plaats een nieuwe batterij met de
positieve aansluiting “+” naar boven.
4. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
Gebruik een CR2032 lithiumbatterij
• Batterijen zijn verkrijgbaar bij een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige, plaatselijke
elektrozaken of fotospeciaalzaken.
• Vervang de batterij alleen door het
door de fabrikant aanbevolen type.
• Gooi batterijen niet weg, maar lever ze
in als KCA.
Als de batterij van de elektronische
sleutel ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen:
• Het Smart entry-systeem met
startknop en de afstandsbediening
zullen niet goed werken.
• Het bereik van de afstandsbediening
zal kleiner worden.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
418
Page 421 of 554

WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de accu
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Slik de batterij niet in. Anders kunt u
chemische brandwonden oplopen.
• De elektronische sleutel is uitgerust
met een knoopcel, ook wel
knoopbatterij genoemd. Als een
batterij wordt ingeslikt, kan deze
binnen 2 uur ernstige chemische
brandwonden veroorzaken, met
dodelijk of ernstig letsel als gevolg.
• Houd nieuwe en gebruikte batterijen
buiten bereik van kinderen.
• Als het kapje niet goed kan worden
gesloten, gebruik de elektronische
sleutel dan niet en berg deze buiten
bereik van kinderen op. Neem
vervolgens zo snel mogelijk contact
op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als u per ongeluk een batterij inslikt
of een batterij in een deel van uw
lichaam plaatst, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Voorkomen dat de batterij ontploft of
brandbare vloeistoffen of gassen
vrijkomen
• Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar van hetzelfde type. Als
een verkeerd type batterij wordt
gebruikt, kan deze ontploffen.
• Stel batterijen niet bloot aan een
extreem lage druk als gevolg een
grote hoogte of extreem hoge
temperaturen.
• Verbrand een batterij niet en breek of
snijd hem niet open.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Verklaring voor het Smart
entry-systeem met startknop
WAARSCHUWING
ALS DE BATTERIJ DOOR EEN ONJUIST
TYPE BATTERIJ WORDT VERVANGEN,
KAN EEN EXPLOSIE OPTREDEN.
GOOI BATTERIJEN NIET WEG, MAAR
LEVER ZE IN ALS KCA.
OPMERKING
Voor een goede werking na het
vervangen van de batterij
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen om ongevallen te
voorkomen:
• Zorg altijd dat uw handen droog zijn.
Door vocht kan de batterij gaan
corroderen.
• Voorkom dat andere onderdelen in de
afstandsbediening worden
aangeraakt of bewogen.
• Verbuig de aansluitingen van de
batterij niet.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
419
7
Onderhoud en verzorging
Page 422 of 554

7.3.12 Controleren en vervangen
van zekeringen
Als een bepaalde stroomverbruiker niet
werkt, kan het zijn dat een zekering is
doorgebrand. Controleer in dat geval de
desbetreffende zekering en vervang
deze indien nodig.
1. Zet het contact UIT.
Controleer of de laadstekker niet is
aangesloten. Gebruik de op afstand
bedienbare airconditioning niet
tijdens de procedure.
2. Open het deksel van de
zekeringenkast.
Motorruimte: zekeringenkast type A
Til het deksel op terwijl u de 2 klauwen
indrukt.
Zorg er bij het sluiten van het deksel
voor dat de 2 klauwen vastgrijpen.
Motorruimte (zekeringenkast type B)
Til het deksel op terwijl u de 3 klauwen
indrukt.
Zorg er bij het sluiten van het deksel
voor dat de 3 klauwen vastgrijpen.Zijpaneel dashboard links (auto's met
linkse besturing)
Verwijder het deksel.
Druk tijdens het verwijderen of
plaatsen de klauw in.
Zijpaneel dashboard links (auto's met
rechtse besturing)
1Druk de borglip in en verwijder
het deksel.
2Neem de stekker los, terwijl de
borglip wordt ingedrukt.
3Verwijder het deksel.
Druk tijdens het verwijderen of
plaatsen de klauw in.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
420
Page 423 of 554

3. Verwijder de zekering.
Alleen zekering type A kan worden
verwijderd met de zekeringtrekker.
4. Controleer of de zekering is
doorgebrand.
1Goede zekering
2Defecte zekering
Vervang de doorgebrande zekering
door een nieuwe zekering met de
juiste stroomsterkte. De
stroomsterkte staat vermeld op het
deksel van de zekeringenkast.
Ty p e A
Ty p e BTy p e C
Na het vervangen van een zekering
• Als na het vervangen van de zekering
de verlichting nog niet werkt, kan het
zijn dat de lamp moet worden
vervangen. (→Blz. 422)
• Laat, als de nieuwe zekering direct
doorbrandt, de auto controleren door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als de stroomafname van een circuit te
groot is
De zekeringen zullen doorbranden
voordat de bedrading van de auto
onherstelbaar beschadigd raakt.
Bij het vervangen van lampen
Toyota raadt u aan om originele
Toyota-producten te gebruiken, die
speciaal voor deze auto ontworpen zijn.
Doordat bepaalde lampen in verbinding
staan met circuits die zijn ontworpen om
overbelasting te voorkomen, kunnen
niet-originele onderdelen of onderdelen
die niet voor deze auto ontworpen zijn
onbruikbaar zijn.
WAARSCHUWING!
Voorkomen van storingen en het
ontstaan van brand
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht. Het niet in acht nemen van
de voorzorgsmaatregelen kan resulteren
in schade aan de auto, brand en ernstig
letsel.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
421
7
Onderhoud en verzorging
Page 424 of 554

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Monteer nooit een zekering voor een
hogere stroomsterkte dan
aangegeven, of een stukje metaal.
• Gebruik altijd een originele
Toyota-zekering of een
gelijkwaardige zekering. Vervang de
zekering nooit door een stukje draad
of metaal, ook niet tijdelijk.
• Breng geen wijzigingen aan de
zekeringen of de zekeringenkasten
aan.OPMERKING
Voordat u een zekering vervangt
Laat de oorzaak van de te grote
stroomafname zo snel mogelijk
vaststellen en repareren door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
7.3.13 Lampen
U kunt de onderstaande lampen desgewenst zelf vervangen. Sommige lampen zijn
eenvoudiger te vervangen dan andere lampen. Aangezien de onderdelen beschadigd
zouden kunnen raken, raden wij u aan om de vervanging te laten uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Voordat u een lamp vervangt
Controleer het vermogen van de defecte lamp. (→Blz. 477)
Plaats lampen
Achteruitrijlicht
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
422