Page 65 of 554

EV-modus en de benzinemotor ook
dient als voedingsbron in de HV-modus,
moet er brandstof in de tank van de auto
aanwezig zijn. Controleer het
brandstofniveau regelmatig en tank
onmiddellijk bij als het brandstofniveau
te laag wordt. (→Blz. 237)
Werking van de benzinemotor in de
EV-modus
Zelfs als de resterende lading in het
batterijpakket (tractiebatterij) voldoende
is en de actieradius voor elektrisch rijden
(→
blz. 148, 272, blz. 163, blz. 174)
wordt weergegeven op onder andere
het multi-informatiedisplay, kan het
elektrisch rijden (aandrijving door alleen
de elektromotor) worden uitgeschakeld
en kan, afhankelijk van de situatie, zowel
de benzinemotor als de elektromotor
worden gebruikt (er wordt weer
automatisch overgeschakeld naar
elektrisch rijden als elektrisch rijden
weer mogelijk geworden is).
In de volgende situaties wordt het
elektrisch rijden mogelijk automatisch
uitgeschakeld:
• Als de rijsnelheid hoger is dan
ongeveer 135 km/h.
• Als er tijdelijk meer vermogen nodig
is, bijvoorbeeld als het gaspedaal sterk
wordt ingetrapt of er plotseling wordt
geaccelereerd.
• Als de temperatuur van het
hybridesysteem te hoog is. De auto
heeft lang in de zon gestaan of na het
oprijden van een helling, het rijden
met hoge snelheid, enz.
• Als de temperatuur van het
hybridesysteem te laag is.
•
Als de verwarming wordt ingeschakeld
bij een buitentemperatuur lager dan
ongeveer -10°C.
• Als de schakelaar van de
voorruitontwaseming is ingedrukt.
(→Blz. 354)
• Als het systeem vaststelt dat de
benzinemotor gestart moet worden.De benzinemotor treedt mogelijk ook in
werking in andere dan de bovenstaande
gevallen, afhankelijk van de
omstandigheden.
Omstandigheden waarin de
benzinemotor mogelijk niet wordt
uitgeschakeld
De benzinemotor wordt automatisch
gestart en uitgeschakeld. Hij wordt
echter onder de volgende
omstandigheden mogelijk niet
automatisch uitgeschakeld
*:
• Tijdens de opwarmfase van de
benzinemotor
• Tijdens het opladen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
• Als de temperatuur van het
batterijpakket (tractiebatterij) hoog
of laag is
• Als de schakelaar van de
voorruitontwaseming is ingedrukt.
(→Blz. 354)
*: Afhankelijk van de omstandigheden
wordt de benzinemotor mogelijk ook
niet automatisch uitgeschakeld in
andere dan de hiervoor genoemde
situaties.
Als de auto gedurende een langere tijd
niet wordt gebruikt
• Kan de 12V-accu ontladen raken.
Laad de 12V-accu in dat geval op.
(→Blz. 395)
Om te voorkomen dat het batterijpakket
(tractiebatterij) helemaal ontladen
raakt, moet het batterijpakket
(tractiebatterij) worden geladen via een
externe voedingsbron of moet het
hybridesysteem ten minste één keer per
2 - 3 maanden worden gestart, en moet
het contact UIT worden gezet nadat de
benzinemotor automatisch is gestopt.
(Als de benzinemotor niet start binnen
10 seconden nadat het controlelampje
READY is gaan branden, kan het contact
UIT worden gezet zonder dat verdere
actie ondernomen hoeft te worden.)
2.1 Plug-in hybridesysteem
63
2
Plug-in hybridesysteem
Page 66 of 554

• Als de auto achtergelaten wordt met
aangesloten laadkabel, neemt het
elektriciteitsverbruik van de 12V-accu
toe omdat er controles, zoals een
systeemcontrole, worden uitgevoerd.
Als de laadkabel niet meer nodig is,
moet hij direct worden losgekoppeld
van de auto.
• Voor auto's met solarlaadsysteem, zie
blz. 123.
Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
Mogelijk zijn er geen motorgeluiden
hoorbaar of trillingen voelbaar terwijl de
auto wel kan rijden en het
controlelampje READY brandt. Activeer
uit veiligheidsoverwegingen de
parkeerrem en zorg dat u stand P hebt
ingeschakeld wanneer u de auto
parkeert.
De volgende geluiden of trillingen
kunnen hoorbaar of voelbaar zijn als het
hybridesysteem in werking is en deze
duiden niet op een defect:
• Er kunnen motorgeluiden hoorbaar
zijn uit het motorcompartiment.
• Als het hybridesysteem wordt in- of
uitgeschakeld, kunnen er geluiden
hoorbaar zijn die afkomstig zijn van
het batterijpakket (tractiebatterij).
• Bij het inschakelen of uitschakelen
van het hybridesysteem zijn er
mogelijk werkingsgeluiden van de
relais te horen, zoals een klik of een
vaag gerammel, die afkomstig zijn van
het batterijpakket (tractiebatterij)
achter de achterstoelen.
• Als de achterklep open is, kunnen er
geluiden van het hybridesysteem
hoorbaar zijn.
• Als de benzinemotor start of stopt, bij
rijden met lage snelheden of als de
motor met stationair toerental draait,
kunnen er geluiden hoorbaar zijn van
de transmissie.
• Bij sterk accelereren kunnen er
motorgeluiden hoorbaar zijn.• Als het rempedaal wordt ingetrapt of
het gaspedaal wordt losgelaten,
kunnen er geluiden hoorbaar zijn die
worden veroorzaakt door het
regeneratief remmen.
• Als de benzinemotor start of stopt,
kunnen trillingen voelbaar zijn.
• Via de ventilatieopeningen kunnen
geluiden hoorbaar zijn die afkomstig
zijn van de koelventilator. (→Blz. 66)
Waarschuwingssysteem naderende
auto
In de volgende gevallen is het
waarschuwingssysteem voor een
naderende auto mogelijk moeilijk te
horen voor mensen in de buurt.
• In gebieden met harde
omgevingsgeluiden
• In de wind of regen
Ook is het waarschuwingssysteem voor
een naderende auto achter de auto
mogelijk moeilijker te horen dan voor de
auto omdat het systeem aan de
voorzijde van de auto is geïnstalleerd.
Als “Proximity Notification System
Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in waarschuwingssysteem
naderende auto. Ga naar uw dealer) op
het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing aanwezig in
het waarschuwingssysteem voor een
naderende auto. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Onderhoud, reparatie, recycling en
afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie,
recycling en afvoer contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Voer de auto niet zelf af.
2.1 Plug-in hybridesysteem
64
Page 67 of 554

WAARSCHUWING!
Als de laadmodus voor het
batterijpakket (tractiebatterij)
gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaa-
tregelen in acht bij het gebruik van de
laadmodus voor het batterijpakket
(tractiebatterij) tijdens het parkeren.
Als u dat niet doet, kan dit leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid, aangezien de benzinemotor
werkt in de oplaadmodus voor het
WAARSCHUWING!(Vervolg)
batterijpakket (tractiebatterij).• Breng de auto niet tot stilstand in debuurt van licht ontvlambare
materialen.
• Gebruik de laadmodus voor het batterijpakket (tractiebatterij) niet in
een afgesloten ruimte waar niet
voldoende ventilatie is, zoals in een
garage of in een omgeving die
omringd is door sneeuwwallen.
2.1.2 Voorzorgsmaatregelen plug-in hybridesysteem
Wees voorzichtig met het hybridesysteem, aangezien dit een hoogspanningssysteem
(max. ongeveer 600 V) bevat, evenals onderdelen die extreem heet worden als het
hybridesysteem in werking is. Volg de aanwijzingen op de waarschuwingslabels op.
1Waarschuwingslabel
2Laadcontact
3Servicestekker
4Aircocompressor
5Vermogensregeleenheid en
DC/DC-converter
6Elektromotor (tractiemotor)
7Hoogspanningskabels (oranje)
8Ingebouwde tractiebatterijlader
9Batterijpakket (tractiebatterij)
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de werkelijkheid.
2.1 Plug-in hybridesysteem
65
2
Plug-in hybridesysteem
Page 68 of 554

Ventilatieopeningen batterijpakket
(tractiebatterij)
Er zijn ventilatieopeningen aanwezig aan
beide zijden van de rugleuning achter
voor de koeling van het batterijpakket
(tractiebatterij). Als deze
ventilatieopening wordt afgedekt, kan
het batterijpakket (tractiebatterij)
oververhit raken, waardoor het
laden/ontladen van het batterijpakket
(tractiebatterij) beperkt kan worden.
Uitschakelsysteem voor noodgevallen
Het uitschakelsysteem voor noodgevallen
zorgt ervoor dat het hoogspanningssy-
steem en de brandstofpomp worden uitge-
schakeld als de botsingssensor een aan-
rijding met een kracht boven een bepaalde
drempelwaarde heeft gesignaleerd, om de
kans op kortsluiting en brandstoflekkage
tot een minimum te beperken. Als het
uitschakelsysteem voor noodgevallen in
werking is getreden, kunt u uw auto niet
meer starten. Neem voor het herstarten
van het hybridesysteem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem
Als er een storing in het hybridesysteem
optreedt, of als het systeem onjuist wordt
bediend, wordt automatisch een melding
weergegeven. Lees de op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
Als er een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven of als de 12V-accu
wordt losgekoppeld
Mogelijk start het hybridesysteem niet.
Probeer in dat geval het systeem opnieuw
te starten. Neem als het controlelampje
READY niet gaat branden contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de brandstof opraakt
Als de brandstof op is en het hybridesy-
steem niet kan worden gestart, vult u de
tank met ten minste de hoeveelheid bran-
dstof die nodig is om het waarschuwings-
lampje laag brandstofniveau (→
blz. 438)
uit te laten gaan. Als er slechts een kleine
hoeveelheid brandstof in de tank zit, kan
het hybridesysteem mogelijk niet worden
gestart. (De standaardhoeveelheid
brandstof is ongeveer 7,5 liter, als de auto
op een vlakke ondergrond staat. Deze
waarde kan afwijken als de auto op een
helling staat. Vul extra brandstof bij
wanneer de auto schuin staat.)
Elektromagnetische golven
•
De hoogspanningsonderdelen en
-kabels van hybrideauto's zijn voorzien
van een afscherming voor elektroma-
gnetische golven, en zenden ongeveer
net zo veel elektromagnetische golven
uit als conventionele auto's met een
benzinemotor, of elektronische
huishoudapparatuur.
• Uw auto kan storingen veroorzaken in
niet-originele audio-onderdelen.
2.1 Plug-in hybridesysteem
66
Page 69 of 554

Effect van magnetische krachten
Als objecten die sterke magnetische
krachten genereren, zoals grote
luidsprekers, in de bagageruimte worden
geplaatst of in de buurt ervan worden
geïnstalleerd, kunnen de gegenereerde
magnetische krachten het
hybridesysteem negatief beïnvloeden.
Batterijpakket (tractiebatterij)
(lithium-ionbatterij)
De levensduur van het batterijpakket
(tractiebatterij) is niet onbeperkt.
De capaciteit van het batterijpakket
(tractiebatterij) (de mogelijkheid om
geladen te blijven) neemt op den duur
door het gebruik af, net als bij gewone
oplaadbare batterijen. De mate waarin
de capaciteit afneemt, hangt
grotendeels af van de omgeving
(omgevingstemperatuur, enz.) en de
gebruiksomstandigheden, zoals hoe er
met de auto wordt gereden en hoe het
batterijpakket (tractiebatterij) wordt
geladen.
Dit is een natuurlijk kenmerk van
lithium-ionbatterijen en duidt niet op
een defect. Hoewel de actieradius voor
elektrisch rijden afneemt als de
capaciteit van het batterijpakket
(tractiebatterij) afneemt, nemen de
prestaties van de auto niet af.
Om te voorkomen dat de capaciteit
afneemt, moet u de richtlijnen volgen op
blz. 101, “Afname capaciteit
batterijpakket (tractiebatterij)”.
Starten van het hybridesysteem in een
extreem koude omgeving
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
extreem koud is (kouder dan ongeveer
-30°C) als gevolg van de
buitentemperatuur, kan het
hybridesysteem mogelijk niet gestart
worden. Probeer in dat geval het
hybridesysteem nogmaals te starten
nadat de temperatuur van hetbatterijpakket is opgelopen omdat
bijvoorbeeld de buitentemperatuur is
gestegen.
Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model
voldoet aan reglement ECE100 (voor de
veiligheid van elektrisch aangedreven
auto's met batterijen).
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen
hoogspanningssysteem
De auto heeft zowel
hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) als een 12V-systeem.
Gelijk- en wisselspanning zijn zeer
gevaarlijk en kunnen ernstige
brandwonden en elektrische schokken
veroorzaken die dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg kunnen hebben.
• Verwijder of vervang nooit
hoogspanningscomponenten,
hoogspanningskabels en de stekkers
ervan, raak ze niet aan en haal ze niet
uit elkaar.
• Het hybridesysteem wordt na het
starten heet, aangezien het systeem
gebruikmaakt van hoogspanning.
Wees alert op zowel hoogspanning
als hoge temperaturen en volg altijd
de aanwijzingen op
waarschuwingslabels op.
• Probeer nooit om de afdekking van
de servicestekker in de bagageruimte
te openen. De servicestekker, waar
hoogspanning op staat, wordt alleen
gebruikt bij onderhoud aan de auto.
2.1 Plug-in hybridesysteem
67
2
Plug-in hybridesysteem
Page 70 of 554

WAARSCHUWING!
Waarschuwingen voor het geval de
auto bij een ongeval betrokken raakt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om de
kans op dodelijk of ernstig letsel te
beperken:
• Duw of sleep uw auto indien mogelijk
van de weg, activeer de parkeerrem,
zet de selectiehendel in stand P en
schakel het hybridesysteem uit.
• Raak de onderdelen, kabels en
stekkers waar hoogspanning op
staat niet aan.
• Als binnen of buiten de auto
elektrische bedrading blootligt, kan
er een elektrische schok optreden.
Raak blootliggende elektrische
bedrading nooit aan.
• Raak het batterijpakket niet aan als
er vloeistof uit lekt of als de
buitenzijde vochtig is. Als elektrolyt
(organische elektrolyt op
koolzuurbasis) die uit het
batterijpakket (tractiebatterij) lekt
in aanraking komt met de ogen of de
huid, kan dit blindheid of wonden
veroorzaken. Mocht er onverhoopt
vloeistof in uw ogen of op uw huid
terechtkomen, spoel deze dan direct
af met veel water en raadpleeg
onmiddellijk een arts.
• Als er elektrolyt lekt uit het
batterijpakket (tractiebatterij), kom
dan niet in de buurt van de auto.
Zelfs wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) onverhoopt
beschadigd is geraakt, zal de
inwendige constructie van het
batterijpakket voorkomen dat er
grote hoeveelheden elektrolyt
lekken. De elektrolyt die echter wel
uit het batterijpakket lekt, geeft een
damp af. Deze damp irriteert de huid
en ogen en kan, wanneer deze wordt
ingeademd, acute vergiftiging
veroorzaken.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Houd brandende of hete voorwerpen
uit de buurt van de elektrolyt.
Anders kan de elektrolyt vlam vatten
en brand veroorzaken.
• Stap zo snel mogelijk uit als er brand
uitbreekt in de hybrideauto. Gebruik
nooit een brandblusser die niet is
bedoeld voor het blussen van brand
als gevolg van een elektrische
storing. Zelfs het gebruik van een
geringe hoeveelheid water om te
blussen kan al gevaarlijk zijn.
• Als uw auto gesleept moet worden,
dient dit te gebeuren met de
voorwielen van de grond. Als de
wielen die gekoppeld zijn aan de
elektromotor (tractiemotor) tijdens
het slepen de grond raken, kan de
elektromotor elektriciteit blijven
opwekken. Hierdoor kan brand
ontstaan. (→Blz. 432)
• Controleer het wegdek/de bodem
onder de auto zorgvuldig. Als er
vloeistoflekkage waarneembaar is,
kan het brandstofsysteem
beschadigd zijn. Verlaat uw auto zo
spoedig mogelijk.
WAARSCHUWING!
Batterijpakket (tractiebatterij)
• Uw auto is uitgerust met een
gesloten lithium-ionbatterij.
• U mag het batterijpakket nooit
doorverkopen, overdragen aan
iemand anders of aanpassen. Om
ongelukken te voorkomen worden
batterijpakketten die uit afgedankte
auto's worden gehaald, ingezameld
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Voer het
batterijpakket niet zelf af. Als het
batterijpakket niet op de juiste
manier wordt ingezameld, kan het
volgende gebeuren, met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg:
2.1 Plug-in hybridesysteem
68
Page 71 of 554

WAARSCHUWING!(Vervolg)
– Het batterijpakket kan illegaal
worden verkocht of ergens worden
gedumpt, het is schadelijk voor het
milieu en iemand kan een
onderdeel aanraken dat onder
hoogspanning staat en een
elektrische schok krijgen.
– Het batterijpakket is bedoeld om
uitsluitend te worden gebruikt in uw
hybrideauto. Als het batterijpakket
buiten uw auto wordt gebruikt of op
een of andere manier wordt
aangepast, kunnen er ongelukken
mee gebeuren: iemand kan een
elektrische schok krijgen, het
batterijpakket kan hitte en rook
genereren, er kan zich een
ontploffing voordoen en er kan
elektrolyt uit het batterijpakket
lekken. Wanneer u uw auto
doorverkoopt of overdraagt, is het
risico van een ongeval zeer groot,
omdat de persoon die de auto
ontvangt mogelijk niet op de
hoogte is van deze gevaren.
• Als uw auto wordt afgevoerd zonder
dat het batterijpakket is verwijderd,
bestaat de kans op zware elektrische
schokken als
hoogspanningsonderdelen, kabels en
aansluitingen hiervan aangeraakt
worden. Wanneer uw auto moet
worden afgevoerd, dient het
batterijpakket te worden afgevoerd
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Als het
batterijpakket niet op de juiste
manier wordt afgevoerd, kan deze
elektrische schokken veroorzaken,
die dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg kunnen hebben.OPMERKING
Ventilatieopeningen batterijpakket
(tractiebatterij)
• Voorkom dat zaken als stoelbekleding,
plastic hoezen en bagage de
ventilatieopening blokkeren. Als deze
ventilatieopening wordt afgedekt,
kan het batterijpakket
(tractiebatterij) oververhit raken,
waardoor het laden/ontladen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
beperkt kan worden.
• Als er zich stof, enz. heeft verzameld in
de ventilatieopening, maak deze dan
schoon met een stofzuiger om te
voorkomen dat de opening verstopt
raakt.
• Laat de ventilatieopeningen niet nat
of vuil worden, want dit kan
kortsluiting veroorzaken en het
batterijpakket (tractiebatterij)
beschadigen.
• Vervoer geen grote hoeveelheden
water, zoals een gevuld reservoir voor
een waterdispenser, in de auto. Als er
water op het batterijpakket
(tractiebatterij) komt, kan het
batterijpakket beschadigd raken. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Op de ventilatieopening is een filter
geplaatst. Als het filter zelfs na het
schoonmaken van de
ventilatieopening nog zichtbaar vuil
is, raden wij u aan het filter te reinigen
of vervangen. Raadpleeg blz. 382
voor het reinigen van het filter.
Opmerking over brandstof
•
Bij plug-in hybrideauto's blijft brandstof
mogelijk gedurende een lange periode
in de tank en ondergaat dan veran-
deringen in de kwaliteit, afhankelijk van
hoe de auto wordt gebruikt. Tank elke
12 maanden ten minste 20 l brandstof
(tank over een periode van 12 maanden
2.1 Plug-in hybridesysteem
69
2
Plug-in hybridesysteem
Page 72 of 554

OPMERKING(Vervolg)
ten minste een totale hoeveelheid van
20 l), aangezien dit mogelijk van invloed
is op onderdelen van het
brandstofsysteem of de benzinemotor.
•Als er gedurende een bepaalde periodeniet getankt is en de kans bestaat dat
de kwaliteit van de brandstof in de tank
achteruit is gegaan, wordt de melding
“No new fuel has been added recently.
Please refuel” weergegeven op het
multi-informatiedisplay als het contact
AAN wordt gezet. Ga direct tanken als
de melding weergegeven wordt.
2.1.3 Tips voor het rijden met
een plug-in hybrideauto
Besteed aandacht aan de volgende
punten om zuinig en milieuvriendelijk
te rijden:
Effectief gebruik van de EV-modus en
de HV-modus
Als u de EV-modus gebruikt voor het
rijden in stedelijke gebieden en de
HV-modus voor het rijden op provinciale
wegen en snelwegen, helpt dat brandstof
en elektriciteit te besparen. (→Blz. 58)
Gebruik van de EV City-modus
In de EV City-modus wordt het
motorvermogen beperkt en het gebruik
van de benzinemotor geminimaliseerd.
Zo kan de auto in stedelijke gebieden en
dergelijke worden aangedreven door
uitsluitend de elektromotor
(tractiemotor). (→Blz. 59)
Gebruik van de ECO-rijmodus
Bij gebruik van de ECO-rijmodus kan het
koppel dat correspondeert met de mate
waarin het gaspedaal wordt ingetrapt
geleidelijker worden afgegeven dan
onder normale omstandigheden.
Bovendien wordt de werking van de
airconditioning (verwarmen/koelen)
geminimaliseerd zodat er minder
brandstof en elektriciteit verbruikt
worden. (→Blz. 282) Gebruik van de
hybridesysteemindicator
Milieubewust rijden is mogelijk door de
hybridesysteemindicator binnen de
Eco-zone te houden. (→Blz. 154)
Bediening transmissie
Zet de selectiehendel in stand D als u
moet wachten bij een verkeerslicht of als
u in druk verkeer rijdt. Selecteer stand P
wanneer de auto geparkeerd wordt. Als u
stand N gebruikt, is er geen positief effect
op het brandstofverbruik. In stand N
werkt de benzinemotor, maar kan er geen
elektriciteit worden opgewekt. Ook bij
gebruik van de airconditioning, enz.
wordt het vermogen van het
batterijpakket (tractiebatterij) verbruikt.
Bedienen van het gaspedaal/rempedaal
• Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom
onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt
geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de
elektromotor (tractiemotor) beter
benut, zodat het brandstofverbruik
van de benzinemotor lager is.
• Voorkom herhaaldelijk accelereren. Herhaaldelijk accelereren put het
batterijpakket (tractiebatterij) uit
waardoor de auto meer brandstof
verbruikt. Het batterijpakket kan
worden opgeladen door tijdens het
rijden het gaspedaal iets te laten
opkomen.
Bij het remmen
Rem rustig en tijdig. Er kan meer
elektrische energie worden
geregenereerd tijdens het decelereren.
Files
Herhaaldelijk accelereren en decelereren
en ook langdurig wachten bij
verkeerslichten veroorzaakt een hoog
brandstof- en elektriciteitsverbruik.
Raadpleeg de verkeersberichten en
vermijd files zo veel mogelijk. Laat, als u
in een file komt te staan, het rempedaal
2.1 Plug-in hybridesysteem
70