Selecteer voor selecteerbare
informatie over de werking en
instelwaarden de gewenste instelling
of waarde en druk vervolgens op
.
Druk op
om de selectie te
annuleren.
Selecteer “Proceed” (doorgaan) of
“Cancel” (annuleren) en druk op
als het controlescherm voor de
instellingen wordt weergegeven.
*1: Afhankelijk van het item kan na het
selecteren van een item een volgend
instelscherm worden weergegeven.
*2: Voor items waarbij het
aanpassingsniveau of de tijd wordt
ingesteld, wordt na het instellen van het
item het instelscherm weergegeven
totdat op
wordt gedrukt.
Tabel instellingen
Item Instellingen Resultaat van instelling
“On” (aan)
Schakelt de Lane Centering-functie van de LTA
(Lane Tracing Assist) in en uit. (→Blz. 257)
“Off” (uit)
“On” (aan)
Schakelt de stuurassistentiefunctie van de LTA
(Lane Tracing Assist) in en uit. (→Blz. 257)
“Off” (uit)
“High” (hoog)
Wijzigt de gevoeligheid van de waarschuwing van
de LTA (Lane Tracing Assist). (→Blz. 257)
“Standard” (standaard)
“On” (aan)
Schakelt het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) in en
uit. (→Blz. 252)
“Off” (uit)
“Early” (vroeg)
Wijzigt het waarschuwingstijdstip van het PCS
(Pre-Crash Safety-systeem). (→Blz. 252) “Middle” (gemiddeld)
“Late” (laat)
*1
“On” (aan)
Schakelt de Toyota Parking Assist-sensor in en uit.
(→Blz. 305)
“Off” (uit)
*1
“On” (aan)
Schakelt de Parking Support Brake-functie in en
uit. (→Blz. 314)
“Off” (uit)
*1
“On” (aan)
Schakelt de Blind Spot Monitor in en uit.
(→Blz. 286)
“Off” (uit)
“On” (aan)
Schakelt de waarschuwing slingeren auto van de
LTA (Lane Tracing Assist) in en uit. (→Blz. 257)
“Off” (uit)
“High” (hoog)
Wijzigt de gevoeligheid van de waarschuwing slin-
geren auto van de LTA (Lane Tracing Assist).
(→Blz. 257) “Standard” (standaard)
“Low” (laag)
*1
“Height” (hoogte)
Wijzigt de weergavepositie en helderheid van het
head-up display. (→Blz. 176) “Brightness” (helder-
heid)
“On” (aan)
Schakelt de RSA (Road Sign Assist) in en uit.
(→267)
“Off” (uit)
3.1 Instrumentenpaneel
170