7.1.2 Reinigen en beschermen
van het interieur van uw auto
Voer het volgende uit om het interieur
van uw auto te beschermen en in
perfecte staat te houden:
Beschermen van het interieur
• Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger. Veeg vuile oppervlakken
schoon met een in lauw water
gedompelde doek.
• Als het vuil niet kan worden
verwijderd, verwijder het dan met een
zachte doek met water met ongeveer
1% reinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het
reinigingsmiddel en water grondig met
een schone, vochtige doek.
Schoonmaken van lederen bekleding
• Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger.
• Veeg overtollig vuil en stof weg met
een zachte doek die is bevochtigd met
een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5%
wolreinigingsmiddel.
• Verwijder alle sporen van het
reinigingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
• Veeg daarna het resterende vocht van
het leder af met een droge, schone
doek. Laat de lederen bekleding
drogen in een geventileerde ruimte in
de schaduw.
Schoonmaken van kunstleder
• Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger.
• Verwijder het met een zachte vochtige
doek met ongeveer 1%
reinigingsmiddel.
• Verwijder alle sporen van het
reinigingsmiddel en water grondig
met een schone, vochtige doek.Schoonmaken van de
ventilatieopeningen en filters
Maak de ventilatieopeningen en de filters
schoon door de volgende procedures uit
te voeren om te voorkomen dat stof zich
erin ophoopt en dat ze verstopt raken.
De filters bevinden zich aan de
achterzijde van de roosters van de
ventilatieopeningen.
Schoonmaken van de
ventilatieopeningen en filters
Verwijder het stof met een stofzuiger
o.i.d. uit de openingen en de filters.
Maak de openingen aan beide zijden
schoon.
Schoonmaken van de filters
Als “Maintenance Required for Traction
Battery Cooling Parts See Owner’s Manual”
(onderhoud vereist voor koelonderdelen
tractiebatterij, zie handleiding) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display, verwijder dan de roosters van de
ventilatieopeningen aan beide zijden van
de achterbank en reinig de filters.
7.1 Onderhoud en verzorging
382
Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen
op schuimbasis in de handel verkrijgbaar.
Gebruik een spons of een borstel om het
schuim aan te brengen. Wrijf met elkaar
overlappende cirkels. Gebruik geen water.
Veeg vuile oppervlakken schoon en laat
ze drogen. Het beste resultaat wordt
verkregen als de vloerbedekking zo droog
mogelijk wordt gehouden.
Veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met
een mild sop, lauw water en een doek of
spons. Controleer ook de gordels
regelmatig op overmatige slijtage, rafels
en scheuren.
Schoonmaken van de
ventilatieopeningen en filters
• Stof in de ventilatieopeningen of
filters kan het koelen van het
batterijpakket (tractiebatterij)
hinderen en leiden tot een hoger
elektriciteits- en brandstofverbruik.
Maak de ventilatieopeningen en filters
regelmatig schoon.
• Als verder wordt gereden terwijl
“Maintenance Required for Traction
Battery Cooling Parts See Owner’s
Manual” (onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij, zie
handleiding) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay, raakt het
batterijpakket (tractiebatterij)
mogelijk oververhit waardoor de
afstand die kan worden gereden met
de elektromotor afneemt. Dit kan
leiden tot een hoger elektriciteits- en
brandstofverbruik of een storing.
Reinig de ventilatieopeningen en
filters onmiddellijk als de
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven.
• Als u hier op de verkeerde manier mee
omgaat, kan dit leiden tot schade aan
het rooster of de filters. Indien u
twijfels hebt over het schoonmaken
van de filters, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer ofhersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
•
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige wan-
neer de waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay niet verdwijnt
na het schoonmaken van de filters.
• De timing van het schoonmaken van
de filters is afhankelijk van de
gebruiksomgeving van de auto.
WAARSCHUWING!
Water in de auto
• Mors geen vloeistof in de auto, zoals
op de vloer, in de
ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij) of in
de bagageruimte. Anders kunnen
het batterijpakket (tractiebatterij),
elektrische onderdelen en dergelijke
defect raken of vlam vatten.
• Voorkom dat onderdelen of de
bedrading van het airbagsysteem in
het interieur nat worden. Een
elektrische storing kan ervoor
zorgen dat de airbags worden
geactiveerd of niet op de juiste wijze
werken, waardoor dodelijk of ernstig
letsel kan ontstaan.
• Auto's met draadloze lader: Laat de
draadloze lader niet nat worden. Als
dat wel gebeurt, kan de lader
oververhit raken, wat kan leiden tot
brandwonden of een elektrische
schok, waarbij dodelijk of ernstig
letsel kan ontstaan.
Reinigen van het interieur (met name
het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard kan in de voorruit
worden weerkaatst; hierdoor kan het
gezichtsveld van de bestuurder worden
belemmerd wat een dodelijk of ernstig
ongeval tot gevolg kan hebben.
7.1 Onderhoud en verzorging
384
Plaatsen van bandenspan-
ningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren en
-zenders ook worden geplaatst. Als er
nieuwe bandenspanningssensoren en
-zenders geplaatst worden, moeten de
identificatiecodes van deze componenten
worden geregistreerd in de banden-
spanningswaarschuwingssysteem-ECU
en moet het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem worden
geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes
van de bandenspanningssensoren en
-zenders registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. (→Blz. 400)
Initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem Het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem moet worden geïnitialiseerd
onder de volgende omstandigheden:
• Verwisselen van voor- en
achterwielen met een verschillende
bandenspanning
• Als de bandenspanning wordt
gewijzigd (bijvoorbeeld wanneer de
rijsnelheid of de belading verandert)
Als het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
Initialiseren van het bandenspanning-
swaarschuwingssysteem
1. Parkeer de auto op een veilige plaats
en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd
wanneer de auto rijdt.
2. Breng de banden op de voorgesch-
reven spanning bij koude banden.
(→Blz. 476)
Breng de banden op de voorgeschre-
ven spanning voor de banden in koude
toestand. Deze spanning vormt de
referentiespanning voor het
bandenspanningswaar
schuwingssysteem.
3. Zet het contact AAN.
4. Wijzig het multi-informatiedisplay
naar het scherm
.(→Blz. 169)
5. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel, selecteer
(“Vehicle Settings”)
(voertuiginstellingen) en druk
vervolgens op
.
6. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel, selecteer
“Maintenance System”
(onderhoudssysteem) en druk
vervolgens op
.
7. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel, selecteer TPMS
en druk vervolgens op
.
8. Houd
ingedrukt.
9. Wanneer de initialisatie is voltooid,
wordt er een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay en
gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning branden.
Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en
-zenders zijn voorzien van een unieke
identificatiecode. Bij het vervangen van
een bandenspanningssensor en -zender
is het noodzakelijk om de
identificatiecode te registreren. Laat de
identificatiecodes registreren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Until Complete
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
400
Als “Low 12-Volt Battery Apply
Parking Brake Securely While Parking
See Owner’s Manual” (12V-accu bijna
leeg. Activeer parkeerrem goed bij het
parkeren. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de 12V-accu onvoldoende
geladen is. Laad de 12V-accu op of
vervang hem.
• Wanneer de melding wordt
weergegeven, kan het
hybridesysteem mogelijk niet worden
gestart of kan de schakelstand
mogelijk niet normaal worden
gewijzigd. (Oplossing:→blz. 448)
• Na het laden van de 12V-accu wordt
de melding mogelijk nog
weergegeven totdat een andere
schakelstand dan P wordt
geselecteerd.
Als “Shifting Unavailable Low 12-Volt
Battery See Owner’s Manual”
(Schakelen niet mogelijk. 12V-accu
bijna leeg. Zie handleiding) wordt
weergegeven
Geeft aan dat de schakelstand niet kan
worden gewijzigd doordat de spanning
van de 12V-accu is gedaald. Laad de
12V-accu op of vervang hem. (Oplossing
wanneer de 12V-accu is ontladen:
→blz. 462)
Als “Hybrid System Overheated.
Reduced Output Power.”
(Hybridesysteem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen)
wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk
weergegeven tijdens het rijden onder
zware omstandigheden. (Bijvoorbeeld
wanneer u (achteruit) een lange steile
helling op rijdt.)
Oplossing:→blz. 466Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner’s Manual” (Onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
zie handleiding) wordt weergegeven
Het filter kan verstopt zitten, de
ventilatieopeningen kunnen
geblokkeerd zijn of er kan een gat in het
kanaal zitten.
• Als de ventilatieopeningen of filters
vuil zijn, maak ze dan schoon met
behulp van de procedures op blz. 382.
• Als de waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de
ventilatieopeningen en filters niet vuil
zijn, laat de auto dan controleren door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als “Traction Battery Needs to be
Protected Refrain from the Use of
Position” (Tractiebatterij moet
worden beschermd. Vermijd het
gebruik van stand N.) wordt
weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven
als de transmissie in stand N staat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) kan
niet worden geladen als schakelstand N
is geselecteerd. Selecteer daarom
schakelstand P als de auto stilstaat.
Als “Traction battery needs to be
protected. Shift into
to Restart”
(Tractiebatterij moet worden
beschermd. Zet selectiehendel in
stand P om opnieuw te starten.) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven
wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) bijna leeg is, doordat de
auto een bepaalde periode in stand N
heeft stilgestaan.
Zet bij het bedienen van de auto de
selectiehendel in stand P en herstart het
hybridesysteem.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
446
• LTA (Lane Tracing Assist)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem)
• RSA (Road Sign Assist)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de radarsensor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld tot het in
de melding aangegeven probleem is
opgelost. (→Blz. 249, blz. 436)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LTA (Lane Tracing Assist)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
Als “Radar Cruise Control Unavailable
See Owner's Manual” (Dynamic Radar
Cruise Control-systeem niet
beschikbaar. Zie handleiding) wordt
weergegeven
De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik wordt tijdelijk
uitgeschakeld of tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
(Oorzaken en oplossingen:→blz. 249)
Als “Radar Cruise Control Unavailable”
(Radar Cruise Control niet
beschikbaar) wordt weergegeven
De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik kan tijdelijk niet
gebruikt worden. Gebruik het systeem
wanneer dit weer beschikbaar is.
Als de schakelstand niet kan worden
gewijzigd of als het contact in stand
ACC is gezet, ook al wordt er
geprobeerd om het contact UIT te
zetten wanneer een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven
Als de 12V-accu is ontladen of als de
schakelregeling defect is, kan het
volgende zich voordoen.• Schakelstand P kan niet worden
geselecteerd. Parkeer de auto op een
vlakke ondergrond en activeer de
parkeerrem goed.
• Mogelijk start het hybridesysteem
niet.
• Het contact wordt mogelijk in stand
ACC gezet, ook al wordt er geprobeerd
om het contact UIT te zetten In dit
geval wordt het contact mogelijk UIT
gezet nadat de parkeerrem is
geactiveerd.
• De functie voor het automatisch
selecteren van stand P (→blz. 226)
werkt mogelijk niet. Druk alvorens het
contact UIT te zetten de schakelaar
stand P in en controleer of
schakelstand P is ingeschakeld door
de schakelstandindicator of het
controlelampje stand P te controleren.
Waarschuwingszoemer
→Blz. 441
OPMERKING
Als “Maintenance Required for
Traction Battery at Your Dealer”
(Onderhoud bij dealer vereist voor
tractiebatterij) wordt weergegeven
Het batterijpakket (tractiebatterij) moet
worden nagekeken of vervangen. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Wanneer u door blijft rijden zonder
het batterijpakket (tractiebatterij) te
laten nakijken, kan het
hybridesysteem niet worden gestart.
• Raadpleeg onmiddellijk een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het hybridesysteem
niet gestart kan worden.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
448