Instelling Werking
Laadmodus/tijdstipBedien
,,envan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de laadmodus (“Start” of “Depar-
ture” (vertrek)) en de starttijd voor het laden (of de vertrek-
tijd) in te stellen.
Druk nadat de instellingen zijn aangepast op
om terug te
keren naar het vorige scherm.
“Day” (dag)Druk op
ofvan de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel om de dag te selecteren voor het laden vol-
gens het laadschema.
Druk nadat de instelling is aangepast op
omterugteke-
ren naar het vorige scherm.
“Climate Prep” (aircovoorbe-
reiding) (indien aanwezig)Dit kan worden ingesteld als de laadmodus is ingesteld op
“Departure” (vertrek). Elke keer als op
wordt gedrukt,
schakelt de aircogekoppelde werking tussen “On” (aan) en
“Off” (uit).
4.Druk opals het instellen voltooid is.
Er wordt een bevestigingsscherm
weergegeven voor het wijzigen van
“Next Charging Event” (volgende
laadprocedure).
Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Yes” ( ja) te
selecteren en druk vervolgens op
om het laadschema op te slaan.
Druk op
om terug te keren naar het
vorige scherm.
Selecteer “No” (nee) en druk op
om de “Next Charging Event”
(volgende laadprocedure) te
annuleren.
Laadschemaschakelaar
• De laadschemaschakelaar werkt
ongeacht de stand van het contact.
Als echter de laadschemaschakelaar
wordt ingedrukt terwijl het contactniet AAN staat en de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel worden
gedurende een bepaalde tijd niet
bediend nadat het instelscherm voor
het laadschema wordt weergegeven,
wordt het display automatisch
uitgeschakeld.
• De laadschemaschakelaar kan niet
worden gebruikt tijdens het rijden.
Wanneer het instellen van het
laadschema wordt geannuleerd
Onder de volgende omstandigheden
wordt het instellen van het laadschema
geannuleerd.
• Er wordt een melding weergegeven
tijdens het instellen
• Het contact wordt bediend voordat de
instellingen zijn bevestigd
• De auto rijdt weg
• Er wordt een display weergegeven
met een hogere prioriteit dan dat van
de instelling voor het laadschema
Laadschema
Het scherm “Charge Schedule”
(laadschema) kan worden weergegeven
en instellingen kunnen worden
gewijzigd via “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 478)
2.2 Laden
119
2
Plug-in hybridesysteem
Item Instellingen Resultaat van instelling
“Pop-up Display On/
Off” (pop-updisplay
aan/uit)“Instrument
Panel Light”
(verlichting in-
strumentenpa-
neel)
*2
“On” (aan)
Schakelt het pop-updisplay van
het geselecteerde item op het
multi-informatiedisplay in en uit. “Off” (uit)
“Climate set-
tings” (instellin-
gen klimaatre-
geling)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Cruise Control
Operation Dis-
play” (weergave
werking cruise
control)“On” (aan)
“Off” (uit)
“HUD Settings”
(instellingen
HUD)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Driving Mode
Select” (rijmo-
dusselectie)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Traction Bat-
tery Cooler”
(koeler tractie-
batterij)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Language” (taal)
*4
“English” (Engels)
Wijzigt de taal die op het scherm
wordt weergegeven. “Français” (Frans)
“Español” (Spaans)
“Deutsch” (Duits)
“Italiano” (Italiaans)
“
” (Russisch)
“Calendar” (kalender) Dag/maand/jaarWijzigt de datum die wordt ge-
bruikt voor het registreren van
de elektriciteits- en brandstof-
verbruiksgegevens en de laad-
schemafunctie.
“History Reset” (re-
setten geschiedenis)“Eco-Diary
(Daily)” (eco-
logboek (dage-
lijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Daily)” (eco-logboek (dage-
lijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Eco-Diary
(Monthly)”
(eco-logboek
(maandelijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Monthly)” (eco-logboek (maan-
delijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Electricity Con-
sumption Reset” (re-
setten van elektrici-
teitsverbruik)“Yes” ( ja)
Wist de gegevens van het totale
gemiddelde elektriciteitsver-
bruik. (→Blz. 149, blz. 163)
“No” (nee)
3.1 Instrumentenpaneel
172