Page 137 of 510

WAARSCHUWING!
Verstel de spiegel niet tijdens het
rijden. Hierdoor kunt u de macht over
het stuur verliezen en een ongeval
veroorzaken, met mogelijk dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
3.4.3 Buitenspiegels
Procedure voor het verstellen
1. Draai de schakelaar om een
buitenspiegel te selecteren.
1Links
2Rechts
2. Bedien de schakelaar om de spiegel te
verstellen.
1Omhoog
2Rechts
3Omlaag
4LinksInklappen en uitklappen van de spiegels
1Inklappen van de spiegels
2Uitklappen van de spiegels
Als de schakelaar van de inklapbare
buitenspiegels in de middenstand
staat, wordt de automatische stand
ingeschakeld.
De automatische stand maakt het
mogelijk om het inklappen of
uitklappen van de spiegels te
koppelen aan het vergrendelen/
ontgrendelen van de portieren.
De spiegelhoek kan worden versteld
wanneer
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Als de spiegels beslagen zijn
De buitenspiegels kunnen worden
ontwasemd met de spiegelverwarming.
Door de achterruitverwarming in te
schakelen wordt de
buitenspiegelverwarming ingeschakeld.
Gebruik van de automatische stand bij
koud weer
Wanneer de automatische stand wordt
gebruikt bij koud weer, kan de
buitenspiegel bevriezen en wordt de
spiegel mogelijk niet automatisch in- en
uitgeklapt. Verwijder in dit geval sneeuw
en ijs van de spiegel en bedien de spiegel
vervolgens met de handmatige modus of
beweeg de spiegel met de hand.
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
135
3
Bediening van elk onderdeel
Page 138 of 510

Persoonlijke voorkeursinstellingen
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden gewijzigd.
WAARSCHUWING!
Belangrijke punten tijdens het rijden
Neem tijdens het rijden de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat
niet doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen en een ongeval
veroorzaken, met mogelijk dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
• Verstel de spiegels niet tijdens het
rijden.
• Rijd niet met de auto als de spiegels
zijn ingeklapt.
• Beide buitenspiegels dienen in de
normale stand te staan en goed te
zijn ingesteld alvorens met de auto
wordt gereden.
Wanneer een spiegel wordt versteld
Zorg ervoor dat uw hand niet bekneld
raakt tussen de bewegende spiegel en
het spiegelhuis om letsel en storingen
te voorkomen.
Als de spiegelverwarming is
ingeschakeld
Raak het oppervlak van de spiegels niet
aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
3.5 Openen en sluiten van
de ruiten en het schuifdak
3.5.1 Elektrisch bedienbare
ruiten
Openen en sluiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de schakelaars.
Door de schakelaar te bedienen bewegen
de zijruiten als volgt:
1Sluiten
2One-touch sluiten*
3Openen
4One-touch openen*
*: De zijruit stopt in een tussenstand door
de schakelaar in de andere richting te
bewegen.
Blokkeerschakelaar ruitbediening
Druk de schakelaar in om de ruit van het
passagiersportier te blokkeren.
Het controlelampje gaat branden.
Gebruik deze schakelaar om te
voorkomen dat kinderen per ongeluk een
passagiersruit openen of sluiten.
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
bediend worden als
Het contact AAN staat.
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels
136
Page 139 of 510

Bedienen van de elektrisch bedienbare
ruiten nadat het hybridesysteem is
uitgeschakeld
Zelfs nadat het contact in stand ACC of UIT
is gezet, kunnen de elektrisch bedienbare
ruiten nog gedurende ongeveer
45 seconden worden bediend. Ze kunnen
echter niet meer worden bediend zodra een
van de voorportieren is geopend.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten van de zijruit een
object bekneld raakt tussen de zijruit en
het ruitframe, stopt de beweging van de
zijruit en wordt hij weer iets geopend.
Knelbeveiligingsfunctie
Als tijdens het openen van de zijruit een
object bekneld raakt tussen het portier
en de zijruit, stopt de beweging van de
zijruit.
Als de ruit niet kan worden geopend of
gesloten
Wanneer de klembeveiliging of de
knelbeveiliging niet goed werkt en de
zijruit niet kan worden geopend of
gesloten, voer dan de onderstaande
handelingen uit met de schakelaar van de
ruitbediening van dat portier.
• Breng de auto tot stilstand. Zorg
ervoor dat het contact AAN staat en
bedien de schakelaar van de
ruitbediening continu in de one-touch
sluitpositie of de one-touch
openpositie binnen 4 seconden nadat
de klembeveiliging of knelbeveiliging
werd geactiveerd, zodat de zijruit kan
worden geopend en gesloten.
• Als de zijruit ook na het uitvoeren van
bovenstaande handelingen niet kan
worden geopend of gesloten, voer dan
de onderstaande procedure uit voor
initialisatie van de functie.
1. Zet het contact AAN.
2.
Houd de schakelaar voor de
ruitbediening omhoog getrokken in de
one-touch sluitpositie en sluit de zijruit
volledig.
3. Laat de schakelaar voor de
ruitbediening even los en houd
vervolgens de schakelaar gedurende
ten minste ongeveer 6 seconden in de
one-touch sluitpositie.
4. Houd de schakelaar van de
ruitbediening ingedrukt in de
one-touch openpositie. Blijf de
schakelaar, nadat de zijruit volledig is
geopend, nog eens ten minste
1 seconde in die positie vasthouden.
5. Laat de schakelaar voor de
ruitbediening even los en houd
vervolgens de schakelaar gedurende
ten minste ongeveer 4 seconden in de
one-touch openpositie.
6.
Houd de schakelaar voor de ruit-
bediening nogmaals omhoog getrokken
in de one-touch sluitpositie. Blijf de
schakelaar, nadat de zijruit volledig is
gesloten, nog eens ten minste
1 seconde in die positie vasthouden.
Herhaal de procedure vanaf het begin als
u de schakelaar hebt losgelaten terwijl de
zijruit nog in beweging was.
Als de zijruit in de tegengestelde richting
beweegt en niet volledig kan worden
gesloten of geopend, laat dan de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Aan portierslot gekoppelde werking
ruiten
• De elektrisch bedienbare ruiten kun-
nen worden geopend en gesloten met
behulp van de mechanische sleutel.
*
(→Blz. 408)
• De elektrisch bedienbare ruiten kun-
nen worden geopend en gesloten met
behulp van de afstandsbediening.
*
(→Blz. 117)
*: Deze instellingen moeten aan de per-
soonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
137
3
Bediening van elk onderdeel
Page 140 of 510

Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De blokkeerschakelaar voor de
ruitbediening wordt uitgeschakeld. Druk
indien nodig na het aansluiten van de
12V-accu op de blokkeerschakelaar voor
de ruitbediening.
Waarschuwingsfunctie elektrisch
bedienbare ruit open
De zoemer klinkt en er verschijnt een
melding op het multi-informatiedisplay
op het dashboard wanneer het contact
UIT staat en u het bestuurdersportier
opent terwijl de elektrisch bedienbare
ruiten geopend zijn.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de
koppeling aan de portiervergrendeling)
kunnen worden gewijzigd. (Systemen
met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen:→blz. 427)
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Sluiten van de ruiten
• De bestuurder is verantwoordelijk
voor de bediening van de elektrisch
bedienbare ruiten, ook voor die van
de passagiers. Laat, om onbedoelde
bediening, met name door kinderen,
te voorkomen, de elektrisch
bedienbare ruiten niet door kinderen
bedienen. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten
tussen de elektrisch bedienbare ruit.
Wanneer er een kind in de auto zit,
verdient het aanbeveling om de
blokkeerschakelaar voor de
ruitbediening te gebruiken.
(→Blz. 136)
WAARSCHUWING!(Vervolg)
•Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt
dat bekneld zou kunnen raken als de
zijruit bediend wordt.
•Wanneer de elektrisch bedienbare
ruiten worden bediend met de
afstandsbediening of mechanische
sleutel, bedien dan de elektrisch
bedienbare ruit nadat u hebt
gecontroleerd of er geen risico is dat
een passagier met een lichaamsdeel
bekneld kan raken tussen de zijruit.
Laat kinderen de zijruit niet bedienen
via de afstandsbediening of
mechanische sleutel. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van
een kind of een andere passagier klem
komt te zitten door het bedienen van
de elektrisch bedienbare ruit.
• Wanneer u uit de auto stapt, zet dan
het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan
het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad, enz. bedienen, wat
tot een ongeval kan leiden.
WAARSCHUWING!
Klembeveiliging
• Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
• De klembeveiliging werkt mogelijk
niet als iets klem komt te zitten als
de zijruit bijna volledig gesloten is.
Zorg ervoor dat er geen
lichaamsdelen klem komen te zitten
tussen de zijruit en de sponning.
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
138
Page 141 of 510

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Knelbeveiligingsfunctie
• Steek geen lichaamsdelen of
kledingstukken in de opening om te
proberen of de knelbeveiliging
werkt.
• De knelbeveiliging werkt mogelijk
niet als iets bekneld raakt op het
moment dat de zijruit bijna volledig
geopend is. Zorg ervoor dat er geen
lichaamsdelen of kledingstukken
klem komen te zitten tussen de
zijruit en de sponning.
3.5.2 Schuifdak*
*: Indien aanwezig
Het schuifdak kan met behulp van de
schakelaars in de dakconsole open en
dicht worden geschoven en naar boven
en beneden worden gekanteld.
Openen en sluiten
1Opent het schuifdak*
Het schuifdak stopt iets voordat het
volledig geopend is om windgeruis te
beperken. Druk nogmaals op de
schakelaar om het schuifdak volledig
te openen.
2Sluit het schuifdak*
*: Druk licht op één van de uiteinden van
de schuifdakschakelaar om de beweging
van het schuifdak halverwege te stoppen.Omhoog en omlaag kantelen
1Kantelt het schuifdak omhoog*
2Kantelt het schuifdak omlaag*
*: Druk licht op één van de uiteinden van
de schuifdakschakelaar om de beweging
van het schuifdak halverwege te stoppen.
Het schuifdak kan worden bediend als
Het contact AAN staat.
Bedienen van het schuifdak nadat het
hybridesysteem is uitgeschakeld
Het schuifdak kan, zelfs nadat het contact
in de stand ACC of UIT is gezet, nog
ongeveer 45 seconden worden bediend.
Het kan echter niet meer worden bediend
als een van de voorportieren is geopend.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten of naar beneden
kantelen een object bekneld raakt tussen
het schuifdak en het frame, stopt de
beweging van het schuifdak en wordt het
weer iets geopend.
Zonnescherm
Het zonnescherm kan met de hand
worden geopend en gesloten. Het
zonnescherm opent echter automatisch
tot vlak voor de volledig open positie
wanneer het schuifdak geopend wordt.
Aan portierslot gekoppelde werking
schuifdak
• Het schuifdak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de
mechanische sleutel.
*(→Blz. 408)
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
139
3
Bediening van elk onderdeel
Page 142 of 510

• Het schuifdak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de
afstandsbediening.
*(→Blz. 117)
*:Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als het schuifdak niet normaal sluit
Ga als volgt te werk:
1. Breng de auto tot stilstand.
2. Houd de schakelaar CLOSE of UP
ingedrukt.
*
Het schuifdak kantelt omhoog, stopt
kort en kantelt omlaag. Vervolgens
gaat het volledig open en weer dicht,
en stopt het vervolgens.
3. Controleer of het schuifdak volledig
gestopt is en laat vervolgens de
schakelaar los.
*: Als de schakelaar niet op het juiste
moment wordt losgelaten, moet de
procedure helemaal opnieuw worden
uitgevoerd.
Als het schuifdak ook na het op de juiste
wijze uitvoeren van bovenstaande
procedure niet volledig sluit, laat dan uw
auto controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingsfunctie schuifdak open
De zoemer klinkt en er verschijnt een
melding op het multi-informatiedisplay
op het dashboard wanneer het contact
UIT wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl
het schuifdak geopend is.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de
koppeling aan de portiervergrendeling)
kunnen worden gewijzigd. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen:→blz. 427)
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan resulteren
in dodelijk of ernstig letsel.
Openen van het schuifdak
• Laat geen van de inzittenden tijdens
het rijden zijn/haar hand of hoofd
buiten de auto uit steken.
• Ga niet op het schuifdak zitten.
Sluiten van het schuifdak
• De bestuurder is verantwoordelijk
voor het openen en sluiten van het
schuifdak. Laat, om onbedoelde
bediening, met name door kinderen,
te voorkomen, het schuifdak niet
door kinderen bedienen. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van
een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen het
schuifdak.
• Controleer of geen van de
inzittenden een lichaamsdeel naar
buiten steekt dat bekneld zou
kunnen raken als het schuifdak
bediend wordt.
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
140
Page 143 of 510
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Wanneer het schuifdak wordt
bediend met de afstandsbediening
of mechanische sleutel, bedien dan
het schuifdak nadat u hebt
gecontroleerd of er geen risico is dat
een passagier met een lichaamsdeel
bekneld kan raken tussen het
schuifdak. Laat kinderen het
schuifdak niet bedienen via de
afstandsbediening of mechanische
sleutel. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten
tussen het schuifdak.
• Wanneer u uit de auto stapt, zet dan
het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan
het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad, enz. bedienen, wat
tot een ongeval kan leiden.
Klembeveiliging
• Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
• Het is mogelijk dat de
klembeveiliging niet werkt als het
schuifdak bijna gesloten is.
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
141
3
Bediening van elk onderdeel
Page 144 of 510
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
142