Page 89 of 510

• De ladingstoestand van het
batterijpakket (tractiebatterij) wordt
automatisch geregeld door het
hybridesysteem. Daarom bereikt de
ladingstoestand van het
batterijpakket (tractiebatterij) die
wordt weergegeven mogelijk niet het
hoogste niveau (niveau 8), zelfs niet
wanneer er elektriciteit wordt
opgewekt door regeneratief remmen
of door de benzinemotor. Dit duidt
echter niet op een storing.Waarschuwing ladingstoestand
batterijpakket (tractiebatterij)
• De zoemer klinkt met tussenpozen als
het batterijpakket (tractiebatterij)
ongeladen blijft als de stand van de
selectiehendel N is of als de
resterende lading onder een
vastgesteld niveau daalt. Als de
ladingstoestand nog verder daalt,
klinkt de zoemer continu.
•
Volg de aanwijzingen die worden
weergegeven op het scherm om het
probleem te verhelpen als er een waar-
schuwingsmelding wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay en er
een zoemer klinkt.
Hybridesysteemindicator
Het display verandert overeenkomstig de bediening van het gaspedaal en geeft de
huidige rijstatus en de energieregeneratiestatus weer.
De hybridesysteemindicator kan worden weergegeven op het subscherm van het
hoofdscherm (→blz. 83) en op het head-up display (indien aanwezig) (→blz. 105).
Lezen van het display
1Laadgebied
Geeft aan dat er energie wordt terugge-
wonnen via het regeneratieve opladen.
2Eco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk
wordt gereden.
3Power-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik
voor milieuvriendelijk rijden wordt
overschreden (bij rijden op vol
vermogen en dergelijke).
2.1 Instrumentenpaneel
87
2
Instrumentenpaneel
Page 90 of 510

4Hybride eco-gebied*1
Laat zien dat er niet vaak gebruik
wordt gemaakt van het vermogen van
de benzinemotor.
De benzinemotor wordt automatisch
gestopt en opnieuw gestart onder
verschillende omstandigheden.
5EV-controlelampje*2, 3
Het EV-controlelampje gaat branden
wanneer de auto alleen door de
elektromotor (tractiemotor) wordt
aangedreven of de benzinemotor niet
draait.
6Status batterijpakket (tractiebatterij)
→Blz. 86
7Eco Score
→Blz. 89
• Door de naald tijdens het rijden in het ECO-gebied te houden, rijdt u
milieuvriendelijker.
• In het laadgebied wordt de regeneratiestatus
*4aangegeven. De
geregenereerde energie wordt
gebruikt om het batterijpakket
(tractiebatterij) te laden.
*1: Niet weergegeven op het subscherm.
*2: Niet weergegeven op het subscherm of het head-up display.
*3: De functie van het controlelampje EV-modus kan worden uitgeschakeld in de “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instrumentenpaneel).
(→Blz. 102)
*4: Met “regenereren” wordt in deze handleiding het omzetten van bewegingsenergie van
de auto in elektrische energie bedoeld.
“ECO Accelerator Guidance”
(begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal)
In het Eco-gebied wordt een blauwe zone
weergegeven die kan worden gebruikt als
referentiewerkingsgebied voor het
gebruiken van het gaspedaal
overeenkomstig de rijomstandigheden,
zoals bij wegrijden en rijden met
constante snelheid. Het display “ECO Accelerator Guidance”
(begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal) verandert overeenkomstig de
rijomstandigheden, zoals bij wegrijden en
rijden met constante snelheid.
Het is gemakkelijker om milieuvriendelijk
te rijden door te rijden overeenkomstig
het display dat de bedieningen van het
gaspedaal toont en binnen het “ECO
Accelerator Guidance”-bereik
(begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal) te blijven. (→Blz. 145)
De functie “ECO Accelerator Guidance”
(begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal) kan worden uitgeschakeld in
de “Meter Customize”-instellingen
(persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel). (→Blz. 102)
2.1 Instrumentenpaneel
88
Page 91 of 510

Eco Score
De rijstatus voor de volgende 3 situaties
wordt geëvalueerd op 5 niveaus: soepel
accelereren bij wegrijden (Eco-Start),
rijden zonder plotseling accelereren
(Eco-Cruise) en soepel stoppen
(Eco-Stop). Elke keer dat de auto tot
stilstand wordt gebracht, wordt een score
weergegeven op basis van een perfecte
score van 100 punten.
1Score
2Status “Eco-Start”
3Status “Eco-Cruise”
4Status “Eco-Stop”
Lezen van het staafdisplay:
Score Laag*Hoog
Voortgangsbalk
*: Voor items die niet onlangs zijn geëvalueerd, wordt 0 weergegeven.
• Telkens als de auto wegrijdt, wordt de
Eco Score gereset en wordt een
nieuwe evaluatie gestart.
• Als de selectiehendel in stand P staat,
wordt alleen de displayzone voor de
Eco Score vergroot en weergegeven.
Wanneer de selectiehendel vanuit P in
een andere stand wordt gezet, keert
het display terug naar de normale
weergave.
• Als het hybridesysteem stopt, worden
de huidige totaalscore en een advies
voor het verhogen van de score
weergegeven. (→Blz. 69)
Als de werking van alle functies stopt
• In de volgende situaties stopt de
werking van de
hybridesysteemindicator.
– Het controlelampje READY brandt
niet.
– Er is een andere schakelstand dan D
of B geselecteerd.• In de volgende situaties stopt de
werking van de Eco Score en de “ECO
Accelerator Guidance” (begeleiding
milieubewust bedienen gaspedaal).
– De hybridesysteemindicator werkt
niet.
– De cruise control (indien aanwezig)
of Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) wordt gebruikt.
– Het snelheidsbegrenzersysteem
(indien aanwezig) wordt gebruikt en
de rijsnelheid is ongeveer gelijk aan
de snelheidsgrens of hoger.
Over de Eco Score
• Na het wegrijden wordt de Eco Score
pas weergegeven als de rijsnelheid
hoger wordt dan ongeveer 30 km/h.
• Naast de rijstatus van de auto
evalueert de Eco Score tevens de
gebruiksomstandigheden van de
airconditioning (→blz. 98). De score
die wordt weergegeven als het
2.1 Instrumentenpaneel
89
2
Instrumentenpaneel
Page 92 of 510

hybridesysteem stopt, is het
totaalresultaat van de rijstatus na het
starten van het hybridesysteem en de
gebruiksomstandigheden van de
airconditioning.
“Fuel Consumption Record” (overzicht
brandstofverbruik)
De verandering van het gemiddelde
brandstofverbruik na het starten van het
hybridesysteem kan elke 5 minuten of
elke 1 km (0,6 mijl)
*1of 1 mijl (1,6 km)*2
rijden worden gecontroleerd. Ook kan de
geschiedenis van het gemiddelde
brandstofverbruik voor elke maand
gecontroleerd worden door over te
schakelen op de “Monthly”
(maandelijkse) weergave.
*1: Als de eenheid is ingesteld op km/h
*2: Als de eenheid is ingesteld op MPH
(indien aanwezig)
Lezen van het scherm
De weergave “5 min” wordt als
voorbeeld getoond. De basismethode
voor het lezen van het scherm is echter
voor alle schermen met de geschiedenis
van het brandstofverbruik hetzelfde.
1Overzicht huidig gemiddeld
brandstofverbruik (gele weergave)*1
Als de opgenomen eenheid wordt
overschreden (elke 5 min, elke 1 km
[0,6 mijl]
*2of 1 mijl [1,6 km]*3, enz.)
wordt de op dat moment
weergegeven geschiedenis naar de
linkerzijde verplaatst en wordt het
oudste overzicht gewist.
2Vorig overzicht gemiddeld
brandstofverbruik (groene weergave)
3Weergave tab
Geeft soorten “Fuel Consumption
Record” (overzicht
brandstofverbruik) weer.
*1: Als “Monthly” (maandelijks) is
gekozen, wordt het gemiddelde
brandstofverbruik voor de huidige maand
weergegeven.
*2: Als de eenheid is ingesteld op km/h
*3: Als de eenheid is ingesteld op MPH
(indien aanwezig)
2.1 Instrumentenpaneel
90
Page 93 of 510

Soorten “Fuel Consumption Record” (overzicht brandstofverbruik)
Als de eenheid is ingesteld op km/h
Weergave tab Geregistreerde inhoud Geregistreerd bereik
“5 min”Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 minuten
*1De afgelopen 30 minuten
“1 km”Gemiddeld brandstofverbruik
per 1 km rijden
*1De laatste 15 km rijden
“5 km”Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 km rijden
*1De laatste 30 km rijden
“Monthly” (maande-
lijks)Gemiddeld brandstofverbruik
van deze maand
*2, 3
Overzicht van de laatste 4 maan-
den en dezelfde maand van het
voorgaande jaar
*1: Telkens als het hybridesysteem stopt, wordt dit overzicht gereset.
*2: Er kunnen 3 niveaus voor de maximale waarde van de grafiek (10 l/100 km, 6 l/100 km
en 3 l/100 km) worden geselecteerd door opofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken terwijl de weergave van de tab “Monthly” (maandelijks) is
geselecteerd.
*3: Het overzicht “Monthly” (maandelijks) kan worden gereset via het scherm “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instrumentenpaneel).
(→Blz. 102)
Als de eenheid is ingesteld op MPH (indien aanwezig)
Weergave tab Geregistreerde inhoud Geregistreerd bereik
“5 min”Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 minuten
*1De afgelopen 30 minuten
“1 miles” (mijl)Gemiddeld brandstofverbruik
per 1 mijl rijden
*1De laatste 15 mijl rijden
“5 miles” (mijl)Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 mijl rijden
*1De laatste 30 mijl rijden
“Monthly” (maande-
lijks)Gemiddeld brandstofverbruik
van deze maand
*2, 3
Overzicht van de laatste 4 maan-
den en dezelfde maand van het
voorgaande jaar
*1: Telkens als het hybridesysteem stopt, wordt dit overzicht gereset.
*2: Er kunnen 3 niveaus voor de maximale waarde van de grafiek (150 MPG, 100 MPG en
50 MPG) worden geselecteerd door opofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken terwijl de weergave van de tab “Monthly” (maandelijks) is
geselecteerd.
*3: Het overzicht “Monthly” (maandelijks) kan worden gereset via het scherm “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instrumentenpaneel).
(→Blz. 102)
2.1 Instrumentenpaneel
91
2
Instrumentenpaneel
Page 94 of 510

Wijzigen van het scherm met de
geschiedenis van het brandstofverbruik
1. Druk terwijl het scherm “Fuel
Consumption Record” (overzicht
brandstofverbruik) wordt
weergegeven op
.
De weergave van de tab wordt
geselecteerd en de informatie op het
display kan worden gewijzigd.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de informatie
op het display te wijzigen.
Telkens wanneer
wordt ingedrukt,
verandert het display in de
onderstaande volgorde:
Als de eenheid is ingesteld op km/h
“5 min”, “1 km”, “5 km” en “Monthly”
(maandelijks)
*. Alswordt ingedrukt,
verandert het in omgekeerde volgorde.
Als de eenheid is ingesteld op MPH (indien
aanwezig)
“5 min”, “1 miles” (mijl), “5 miles” (mijl)
en “Monthly” (maandelijks)
*. Alswordt ingedrukt, verandert het in
omgekeerde volgorde.
*: Na “Monthly” (maandelijks) wordt
“5 min” weer weergegeven.Kalenderinstellingen
→Blz. 69
“Drive monitor” (aandrijflijnmonitor)
Geeft informatie weer, zoals de verstreken
tijd en de gemiddelde rijsnelheid, die zijn
gekoppeld aan de huidige weergave van de
kilometerstand. (→
Blz. 81)
1Huidige informatie op het display
De weergegeven informatie laat zien
op welke geregistreerde afstand de
op dat moment weergegeven inhoud
is gebaseerd.
2“Elapsed Time” (verstreken tijd)
3“Average Speed” (gemiddelde
snelheid)
4“EV Driving Ratio” (verhouding rijden
in EV-modus)
De weergegeven afstand bij de
weergave van de kilometerstand is
het percentage dat alleen met
vermogen van de elektromotor is
gereden.
Elke keer als op
wordt gedrukt (→blz. 81) verandert de inhoud van de “Drive monitor”
(aandrijflijnmonitor) als volgt.
Weergave kilo-
meterstand1Inhoud van de “Drive monitor” (aandrijflijnmonitor)
ODOSinds re-
settenInformatie sinds laatste reset
*1
TRIP A TRIP AInformatie op basis van de geregistreerde afstand van TRIP A*2
TRIP B TRIP BInformatie op basis van de geregistreerde afstand van TRIP B*2
Sinds star-
tenInformatie sinds starten hybridesysteem*3
Leeg scherm
2.1 Instrumentenpaneel
92
Page 95 of 510

*1: Als het gemiddelde brandstofverbruik wordt gereset (→blz. 82), wordt het display van
de “Drive monitor” (aandrijflijnmonitor) eveneens gereset.
*2: Als de dagteller wordt gereset (→blz. 82), wordt het display van de “Drive monitor”
(aandrijflijnmonitor) eveneens gereset.
*3: Telkens als het hybridesysteem wordt gestart, wordt dit item gereset.
“Eco Savings” (eco-besparing) (indien
aanwezig)
Informatie over de “Gasoline Price”
(benzineprijs)
*1en informatie over de
“COMP. Consumption” (vergelijking
verbruik) wordt geregistreerd in de
“Meter Customize”-instellingen
(persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) (→blz. 102),
waardoor het mogelijk is 2 soorten
informatie met betrekking tot het
benzineverbruik weer te geven.
SAVINGS (besparing)
Als er geen informatie over de auto die
wordt gebruikt om het brandstofverbruik
te vergelijken (“COMP. Consumption”
(vergelijking verbruik)), wordt ingevoerd
en het brandstofverbruik van deze auto
volgens de kilometerstand van de
dagteller
*2hoger is dan dat van de
vergelijkende auto, wordt een schatting*3
van de brandstofkostenbesparing
weergegeven.
FUEL COST (brandstofkosten)
Als er geen informatie over de auto die
wordt gebruikt om het brandstofverbruik
te vergelijken (“COMP. Consumption”
(vergelijking verbruik)), wordt ingevoerd,
wordt een schatting
*3van de
brandstofkostenbesparing weergegeven
overeenkomstig de kilometerstand van
de dagteller
*2.
*1: Om het overzicht van SAVINGS
(besparing) en FUEL COST
(brandstofkosten) weer te geven is
informatie over de “Gasoline Price”
(benzineprijs) nodig.
*2: De weergave kan worden gewijzigd
van de geschiedenis van de
kilometerstand naar de geschiedenis per
maand. (→Blz. 94)
*3: De weergegeven hoeveelheid is
slechts een schatting en kan afwijken van
de werkelijke hoeveelheid.
2.1 Instrumentenpaneel
93
2
Instrumentenpaneel
Page 96 of 510

Lezen van het display
1Afgelegde afstand dagteller*
2Schatting van brandstofbesparing
voor weergegeven afgelegde afstand*
3Schatting van de benodigde uitgaven
voor brandstof om de op dat moment
weergegeven afstand af te leggen
*
4Schatting van de uitgaven voor
brandstof om de op dat moment
weergegeven afstand af te leggen (uw
auto)
*
5Schatting van de uitgaven voor
brandstof om de op dat moment
weergegeven afstand af te leggen
(vergelijkende auto)
*
*: Als de dagteller wordt gereset (→blz. 82), wordt het overzicht “Eco Savings”
(eco-besparing) eveneens gereset.
Controle van het overzicht per maand
De weergave op het display kan worden
gewijzigd naar TRIP (dagteller) of
“Monthly” (maandelijks) door op
te
drukken terwijl de weergave van de tab is
geselecteerd en vervolgens op
ofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken.
Met behulp van de weergave “Monthly”
(maandelijks) kunnen de overzichten per
maand voor SAVINGS (besparing) en
FUEL COST (brandstofkosten) worden
gecontroleerd.
De eenheden die op het display worden aangegeven, kunnen per model/type verschillend
zijn.
2.1 Instrumentenpaneel
94