Page 105 of 510

Onderwerp Instellingen Resultaat van instelling
“Language” (taal)
*4
“English” (Engels)
Wijzigt de taal die op het
scherm wordt weergegeven. “Français” (Frans)
“Español” (Spaans)
“Deutsch” (Duits)
“Italiano” (Italiaans)
“
” (Russisch)
“Türkçe” (Turks)
“Calendar” (kalender) Dag/maand/jaarWijzigt de datum die wordt
gebruikt voor het registreren
van de verbruiksgegevens.
“Eco Savings” (eco-
besparing)
*1
(→blz. 93)“Gasoline Price” (benzineprijs)Registreert de gegevens die
worden gebruikt om de “Eco
Savings” (ECO-besparing) te
berekenen en registreren. “COMP. Consumption” (vergelijking
verbruik)
“History Reset” (re-
setten geschiedenis)“Monthly Fuel Consump-
tion” (maandelijks
brandstofverbruik)“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Fuel Con-
sumption Record (Monthly)”
(overzicht brandstofverbruik
(maandelijks)). (→
Blz. 90) “No” (nee)
“Eco Savings (Monthly)”
(eco-besparing (maan-
delijks))
*1
“Yes” ( ja)Wist gegevens van “Eco Sa-
vings (Monthly)” (eco-
besparing (maandelijks)).
(→
Blz. 93) “No” (nee)
“Eco-Diary (Daily)” (eco-
logboek (dagelijks))“Yes” ( ja)Wist gegevens van “Eco-
Diary (Daily)” (eco-logboek
(dagelijks)). (→Blz. 95) “No” (nee)
“Eco-Diary (Monthly)”
(eco-logboek (maande-
lijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Monthly)” (eco-logboek
(maandelijks)). (→
Blz. 95) “No” (nee)
“Initialization” (initia-
lisatie)“Yes” ( ja)Zet de instellingen van het
instrumentenpaneel weer op
de standaardinstellingen. “No” (nee)
*1: Indien aanwezig
*2: Als het instelscherm is uitgeschakeld, wordt het weer weergeven door opte
drukken.
*3: Alleen auto's met linkse besturing
*4: De talen die kunnen worden weergegeven, zijn per regio verschillend.
2.1 Instrumentenpaneel
103
2
Instrumentenpaneel
Page 106 of 510

In te stellen onderwerpen
• Tijdens het rijden kunnen de
instelitems “Meter Customize”
(persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) en “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) niet
worden geselecteerd en bediend.
Tevens wordt het instelscherm in de
volgende situaties tijdelijk
uitgeschakeld.
– Er wordt eenwaarschuwingsmelding
weergegeven.
– De auto rijdt weg.
• Instellingen voor functies waarmee de
auto niet is uitgerust, worden niet
weergegeven.
• Als een functie is uitgeschakeld,
kunnen de instellingen voor de
desbetreffende functie niet worden
geselecteerd.
Kalenderinstellingen
• De informatie in de kalenderinstellingen is gekoppeld aan de geregistreerde
informatie voor “Fuel Consumption Record (Monthly)” (overzicht brandstofverbruik
(maandelijks)) (→blz. 90) en “Eco-Diary” (eco-logboek) (→blz. 95). Als de
kalenderdatum wordt gewijzigd, wordt elke registratie als volgt verwerkt:
Soort datumwijzigingRegistratie “Fuel Consump-
tion Record (Monthly)”
(overzicht brandstofver-
bruik (maandelijks))Registratie “Eco-Diary”
(eco-logboek)
Datum gewijzigd in datum in
de toekomstNiet gewist
*Niet gewist*
Datum gewijzigd in datum
vóór vorige maandGewist Alles gewist
Datum gewijzigd in vroegere
datum in huidige maandNiet gewistAlleen gegevens “Daily” (da-
gelijks) gewist
*: Niet geregistreerde maand-/datuminformatie wordt ingesteld op “0” of “0.0”.
• Als de geregistreerde inhoud van
“Fuel Consumption Record (Monthly)”
(overzicht brandstofverbruik
(maandelijks)) wordt gewijzigd door
een wijziging van de
kalenderinstellingen, wordt de
“Monthly” (maandelijkse) informatie
van “Eco Savings” (eco-besparing)
(→blz. 93) ook gewijzigd. (indien
aanwezig)
WAARSCHUWING!
Aandachtspunten tijdens het
instellen van het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens
het instellen van het display moet
draaien. In een afgesloten ruimte, zoals
een garage, kunnen uitlaatgassen die
het schadelijke koolmonoxide (CO)
WAARSCHUWING!(Vervolg)
bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
draait tijdens het instellen van het
display om te voorkomen dat de
12V-accu leeg raakt.
2.1 Instrumentenpaneel
104
Page 107 of 510

2.1.5 Head-up display*
*: Indien aanwezig
Het head-up display kan de huidige rijsnelheid en de hybridesysteemindicator vóór de
bestuurder weergeven. Het kan ook verschillende soorten informatie weergeven om
de bestuurder te helpen.
Bedieningstoetsen en informatie op display
1Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel
Deze toetsen worden gebruikt voor
het aanpassen van de positie en de
helderheid van het head-up display.
(→Blz. 106)
2Toets HUD (head-up display)
(→blz. 106)
3Weergave rijsnelheid
Auto's met rechtse besturing: De
eenheid voor de snelheid verschijnt
onder de weergave van de rijsnelheid.
4Weergave cruise control
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig): Geeft de ingestelde
snelheid en de
naderingswaarschuwing weer.
(→Blz. 210)
Cruise control (indien aanwezig):
Geeft alleen de ingestelde snelheid
weer. (→Blz. 220)
5Hybridesysteemindicator (→blz. 87)
6Hulpdisplay (→blz. 107)
Op dit display wordt informatie
weergegeven voor alle
ondersteunende systemen
overeenkomstig de
rijomstandigheden.
De eenheden die op het display worden aangegeven, kunnen per model/type verschillend
zijn.
2.1 Instrumentenpaneel
105
2
Instrumentenpaneel
Page 108 of 510

Toets HUD (head-up display)
De toets HUD kan worden gebruikt om
het head-up display in en uit te schakelen
en de weergave op het display te wijzigen.
Als het head-up display is uitgeschakeld
Door op de toets HUD te drukken wordt
het head-up display ingeschakeld en de
weergave gestart. Het controlelampje in
de toets HUD gaat branden.
Het scherm voor het aanpassen van de
positie en de helderheid van het display
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 106)
Als het head-up display is ingeschakeld
De items die worden weergegeven,
kunnen worden gewijzigd door op de
toets HUD te drukken.
1Weergave rijsnelheid en weergave
cruise control*
2Weergave rijsnelheid en
hybridesysteemindicator*
Raadpleeg blz. 87 voor informatie
over de hybridesysteemindicator.
3Geen weergave (head-up display is uit)
Het controlelampje in de toets HUD
gaat uit.
*: Als het hulpdisplay van een
ondersteunend systeem wordt
weergegeven, wordt het display tijdelijk
uitgeschakeld.
Afstellen van positie en helderheid
display
Om de zichtbaarheid van het head-up
display te verbeteren, kunnen de positie
en de helderheid van het display worden
afgesteld.
1. Weergeven van het afstelscherm op
het multi-informatiedisplay.
Als het head-up display is
ingeschakeld:
Selecteer
op het schermvan het multi-informatiedisplay en
druk vervolgens op.(→Blz. 100)
Als het head-up display is
uitgeschakeld:
Als op de toets HUD wordt gedrukt,
wordt het afstelscherm voor het
head-up display automatisch
weergegeven.
*1
Als binnen ongeveer 6 seconden geen
aanpassingen worden gedaan*2, keert
het multi-informatiedisplay
automatisch terug naar het vorige
scherm.
2. Afstellen van de positie en de
helderheid van het display met de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
2.1 Instrumentenpaneel
106
Page 109 of 510

De positie van het head-up display
verandert als opofwordt
gedrukt.
De helderheid van het head-up
display verandert als op
ofwordt gedrukt.
Als op
wordt gedrukt, keert het
multi-informatiedisplay terug naar
het vorige scherm.
*1: Deze functie kan worden
uitgeschakeld. (→Blz. 102)
*2: Het afstelscherm kan plotseling
worden geannuleerd als het wordt
onderbroken door een
waarschuwingsmelding die wordt
weergegeven op het display.
Hulpdisplay
Hulpdisplays van de ondersteunende systemen
Hulpdisplays zijn gekoppeld aan de werking van de volgende systemen en worden
gebruikt om bepaalde informatie die wordt getoond op het multi-informatiedisplay op
het head-up display weer te geven.
Systeem Weergegeven informatie
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*(→blz. 189) Pre-Crash-waarschuwing
LTA (Lane Tracing Assist)*(→blz. 196) Display Lane Departure Alert-functie
Waarschuwing handen van het stuurwiel
Weergave waarschuwing voor slingeren
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik
*(→blz. 210)Display naderingswaarschuwing
RSA (Road Sign Assist)*(→blz. 206) Verkeersborden, aanvullende tekens, enz.
Parking Support Brake-functie*(→blz. 254) Weergave werking (weergave symbool)
*: Indien aanwezig
Hulpdisplay centraal
waarschuwingslampjeAls het centrale waarschuwingslampje
(→blz. 373) brandt of knippert, wordt op
het head-up display een hulpdisplay
weergegeven om de bestuurder te
informeren.
Als het centrale waarschuwingslampje
brandt of knippert, bekijk dan de melding
die wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay en voer de
desbetreffende storingzoekprocedure
uit. (→Blz. 377)
Auto's met rechtse besturing: Het
centrale waarschuwingslampje verschijnt
onder de weergave van de rijsnelheid.
2.1 Instrumentenpaneel
107
2
Instrumentenpaneel
Page 110 of 510

Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Als het head-up display wordt
uitgeschakeld met de toets HUD, wordt
het niet weergegeven totdat het head-up
display weer wordt ingeschakeld met de
toets HUD. (De werking van het head-up
display is niet gekoppeld aan het
contact.)
Helderheid display
• De helderheid van het head-up
display wordt automatisch aangepast
aan de bedrijfsstatus van de
koplampen (aan/uit) en de helderheid
van de omgeving.
• Als de helderheid van het head-up
display boven een bepaald niveau
wordt ingesteld, wordt het display
automatisch gedimd als de auto tot
stilstand wordt gebracht. Zodra de
auto wegrijdt en een rijsnelheid van
ongeveer 5 km/h of hoger bereikt,
keert het display automatisch terug
naar de vorige helderheid.
Weergave rijsnelheid
In een extreem koude omgeving wijken
de weergave van de snelheidsmeter en
de rijsnelheid van het head-up display
mogelijk iets af.
Head-up display
Met een (gepolariseerde) zonnebril op is
het head-up display soms moeilijk
afleesbaar.
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De aangepaste instellingen van het
head-up display worden gereset.
WAARSCHUWING!
Voordat u het head-up display
gebruikt
•
Controleer of de positie en de
helderheid van het head-up display
geen belemmering vormen voor veilig
rijden. Als de positie of de helderheid
van het display niet goed is afgesteld,
WAARSCHUWING!(Vervolg)
kan het zicht van de bestuurder
worden belemmerd, kan dat leiden tot
een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel kan tot gevolg.
• Kijk tijdens het rijden niet
voortdurend op het head-up display,
aangezien u anders voetgangers,
objecten op de weg, enz. over het
hoofd kunt zien.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
onderdelen
• Plaats geen bekers of blikjes drinken
in de buurt van de projector van het
head-up display. Als de projector nat
wordt, kunnen er elektrische
storingen ontstaan.
• Plaats geen voorwerpen op de
projector van het head-up display en
plak er ook geen stickers op. Als u dat
toch doet, worden er mogelijk geen
meldingen meer op het head-up
display weergegeven.
• Raak de binnenzijde van de projector
van het head-up display niet aan en
steek ook geen scherpe voorwerpen
in de projector. Dit kan tot
mechanische defecten leiden.
2.1 Instrumentenpaneel
108
Page 111 of 510

2.1.6 Energiemonitor/
verbruiksscherm
De status van het hybridesysteem kan
worden afgelezen op het scherm van
het navigatie- of multimediasysteem.
De energiemonitor en het
brandstofverbruiksscherm kunnen ook
worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay en het
beginscherm van het navigatie- of
multimediasysteem.
Raadpleeg 84 voor meer informatie over
het multi-informatiedisplay.
Systeemonderdelen
1Scherm navigatie- of
multimediasysteem
2Toets MENU
Energiemonitor
De energiemonitor kan worden gebruikt
om de rijstatus van de auto, de
bedrijfsstatus van het hybridesysteem en
de energieregeneratiestatus te
controleren.
Weergaveprocedure
1. Druk op de toets MENU.
2. Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als een ander scherm dan “Energy
monitor” (energiemonitor) wordt
weergegeven, selecteert u “Energy”
(energie).Het display aflezen
De pijlen verschijnen overeenkomstig de
energiestroom. Wanneer er geen
energiestroom is, worden er geen pijlen
weergegeven.
De kleur van de pijlen wijzigt als volgt:
Groen: Als het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt geregenereerd of
opgeladen.
Geel: Als het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt gebruikt.
Rood: Als de benzinemotor wordt
gebruikt.
Scherm navigatie- of multimediasysteem
1Benzinemotor
2Elektromotor voor (tractiemotor)
3Elektromotor achter (tractiemotor)
(AWD-uitvoeringen)
4Batterijpakket (tractiebatterij)
5Bandenmaat voor
6Achterbanden
In de afbeelding worden alle pijlen ter
illustratie weergegeven. De
daadwerkelijke weergave is
afhankelijk van de omstandigheden.
2.1 Instrumentenpaneel
109
2
Instrumentenpaneel
Page 112 of 510

Scherm navigatie- of multimediasysteem
(beginscherm)
1Benzinemotor
2Batterijpakket (tractiebatterij)
3Banden
In de afbeelding worden alle pijlen ter
illustratie weergegeven. De
daadwerkelijke weergave is
afhankelijk van de omstandigheden.
Status batterijpakket (tractiebatterij)
De weergave is onderverdeeld in 8 niveaus,
afhankelijk van de ladingstoestand van het
batterijpakket (tractiebatterij).
1Bijna leeg
2Hoog
Waarschuwing ladingstoestand
batterijpakket (tractiebatterij)
• De zoemer klinkt met tussenpozen als het batterijpakket (tractiebatterij)
ongeladen blijft als de stand van de
selectiehendel N is of als de
resterende lading onder een
vastgesteld niveau daalt. Als de
ladingstoestand nog verder daalt,
klinkt de zoemer continu. •
Volg de aanwijzingen die worden weer-
gegeven op het scherm om het proble-
em te verhelpen als er een waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay en er een
zoemer klinkt.
Verbruiksscherm
Weergaveprocedure
1. Druk op de toets MENU.
2. Selecteer “Info” op het scherm “Menu”.
Ritinformatie
Als een ander scherm dan “Trip
information” (ritinformatie) wordt
weergegeven, selecteert u “Trip
information” (ritinformatie).
1Het brandstofverbruik gedurende de
laatste 15 minuten
2De geregenereerde energie gedurende
de laatste 15 minuten
Eén symboolstaat voor 30 Wh.
Er worden maximaal 5 symbolen
getoond.
3Actueel brandstofverbruik
4Resetten van de verbruiksgegevens
5Gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem
6Verstreken tijd sinds het starten van
het hybridesysteem
7Actieradius
Het gemiddelde brandstofverbruik
gedurende de laatste 15 minuten wordt
door middel van kleuren verdeeld in
2.1 Instrumentenpaneel
110